Boeken / Fictie

Iedereen beroemd!

recensie: Saskia De Coster - Eeuwige roem

Saskia De Coster is amper dertig, maar al lang geen onbekende meer in het Vlaamse literaire landschap. Samen met Annelies Verbeke wordt ze keer op keer opgevoerd als belangrijkste vertegenwoordiger van de nieuwe generatie jonge Vlaamse schrijvers. Zopas verscheen bij Prometheus haar nieuwste boek, Eeuwige roem, dat ze twee jaar geleden al aankondigde als een “heel optimistisch, blijmoedig werk met enig literair niveau”. De roman vervult de hooggespannen verwachtingen met verve.

Eeuwige roem vertelt het verhaal van Babs en Julie, twee meisjes die allebei een moeilijke jeugd doormaken. Julie doet krampachtige pogingen om beroemd te worden, nu eens als zangeres, dan weer als ultieme seksfantasie van rijkeluizen in Japan. Babs van haar kant beschouwt zichzelf als een wonderkind, en wil de wereld beschrijven in haar boek vol wijsheid. Wanneer haar oudere zusje om het leven komt, wordt echter pijnlijk duidelijk dat die wereld aan haar greep ontsnapt. Tot overmaat van ramp komen beide meisjes op hun omzwervingen allebei in de armen van de verkeerde man terecht. Ruben verwaarloost Babs terwijl hij met zijn Partij van de Sterfelijken naar onsterfelijkheid streeft, en telkens wanneer Michael er niet in slaagt zijn Beste Plaat Aller Tijden in te blikken, reageert hij zijn frustaties af op Julie. Het zijn slechts een paar aanknopingspunten in het kluwen van Saskia De Costers roman, die het meer van de associaties moet hebben dan van de duidelijke verhaallijnen.

Troost

~

Het boek laat zich dan ook niet makkelijk interpreteren. Een mogelijk aanknopingspunt bevindt zich op het einde van het verhaal, wanneer de anonieme wij-verteller afsluit met de woorden “dit is een deel van de maatschappij dat wij in kaart hebben gebracht”. Dat lijkt inderdaad het meest voor de hand liggend perspectief: De Coster portretteert onze moderne samenleving, waarin velen hun leven spiegelen aan het succes van anderen, maar de (eeuwige) roem de meeste mensen ontglipt. Toch is Eeuwige roem geen negatief boek, zoals de schrijfster twee jaar geleden al aangaf. Integendeel zelfs: de overheersende indruk is er één van hoop of troost.

Dat is aan verschillende factoren te danken. Zo creëert het wij-perspectief dat De Coster hanteert enige afstand tussen de verteller en de gebeurtenissen. Haar vaak nuchtere en gevatte stijl werkt relativerend, en ook de gebeurtenissen doen dat meer dan eens: de dood van Babs’ oudere zus is bijvoorbeeld enorm tragisch, maar de precieze omstandigheden – Laura wordt geplet door een reusachtige sneeuwbal – plaatsen de gebeurtenis in een totaal ander kader. Die hoopvolle bijklank vatte Mark Cloostermans in zijn recensie in De Standaard der Letteren eerder al samen als “planetaire harmonie”: alle mensen delen hetzelfde lot, en we zijn allen op elkaar aangewezen.

Weergaloze zinnen

Meer nog dan die thematiek is het echter de schrijfstijl die alle aandacht naar zich toetrekt. Saskia De Coster schrijft weergaloze zinnen, soms poëtisch, soms grappig, maar altijd raak. Een voorbeeld, over Babs’ verdriet na de dood van haar zus: “De zon komt uiteindelijk op maar ze is honderdvijftig miljoen kilometer ver weg en Babs krijgt het maar niet warm.” Of, over een jongetje met een kaalgeschoren hoofd waarbij Babs onmiddellijk het ergste denkt: “wij weten dat dit jongetje geen kankerpatiëntje is, maar de coolste van de kleuterklas.” Omwille van haar stijl is De Coster al vaak vergeleken met Peter Verhelst. Er zijn echter genoeg verschillen tussen de twee Vlaamse talenten. Zo schrijft De Coster wat minder zintuiglijk, en vaak toegankelijker dan haar mannelijke evenknie.

Toch is Eeuwige roem ook geen gemakkelijke roman, zoals al bleek. Er is het chaotische verhaal dat naar het einde toe helemaal ontspoort, het raadselachtige watermotief dat steeds weer de kop opsteekt, er zijn de sporadische foto’s in het boek, enzovoort. Wie weet was het wel De Costers bedoeling een chaotische indruk na te laten – een afdruk van een samenleving waarin alles, net als water, zich vermengt en samenvloeit, en de afzonderlijke delen niet meer van elkaar te onderscheiden zijn. Voor wie daarbij even de draad verliest, is er nog steeds de memorabele schrijfstijl als troost. Het is met dit verhaal zoals met eeuwige roem: ontsnappen doet het al te vaak, maar treuren hoef je daarom niet te doen.