Boeken / Fictie

Bepaald geen fucking event

recensie: Sarah Kuttner - Stuk (vert. Janneke Panders)

Er zit een afneembare, rode band om de omslag van de nieuwe roman van Sarah Kuttner. Op die band staat: ‘Sarah Kuttner, de nieuwe literaire sensatie uit Duitsland’. Eronder, in kleinere letters: ‘Meer dan 200.000 exemplaren verkocht!’ Voor de zekerheid heeft de uitgever er ook nog een fotootje van de mooie jonge schrijfster bijgevoegd. Ze moeten wel, bij De Bezige Bij, want voor de inhoud van Stuk zullen weinig lezers warm lopen.

Het wil allemaal niet zo vlotten in het leven van Karo Herrmann. De relatie met haar vriend Philipp staat op het punt van barsten, ze raakt haar baantje bij de tv kwijt en haar jeugd vol slaag en seksueel misbruik is ook nog niet helemaal verwerkt. Kortom, ze heeft een joekel van een depressie (ze is ‘stuk’), maar dat is volgens haar psychiater niets om je druk over te maken, want, zo zegt hij: ‘Een depressie is een fucking event.’

Sensationele MTV-babe
De lezer volgt Karo in dit event. Zenuwinzinkingen, paniekaanvallen, CD’s met rustgevende panfluitwijsjes en de onvermijdelijke ‘rebound–relatie’; Karo doorloopt het hele traject van de hippe doch depressieve dertiger, om uiteindelijk weer een lieve, fijne vriend tegen het lijf te lopen en de kracht te vinden om erop uit te gaan en zich uit het diepe dal omhoog te worstelen. Schrijven dat er een vet ‘eind goed, al goed’ aan zit te komen, lijkt misschien op het weggeven van de plot, ware het niet dat de lezer dit al honderdvijftig bladzijden aan ziet komen.

Schrijfster Sarah Kuttner is een ster in Duitsland. Het grootste deel van haar bekendheid dankt ze aan een eigen show op MTV én aan een handjevol Playboyfoto’s. Volstrekt logisch dus dat de exemplaren van haar debuutroman als warme broodjes over de Duitse toonbanken zijn gegaan. Logisch ook dat haar debuut een sensatie wordt genoemd; iedere literaire aspiratie van pak ‘m beet Bridget Maasland zou in Nederland ook als sensationeel ervaren worden.

Kan ons het schelen
Kuttners intentie – het schrijven van een ‘lichte’ roman over depressies – is te prijzen, maar de personages, de verhaallijn en de schrijfstijl in Stuk zijn zó vederlicht, dat ze verwaaien zodra je een pagina omslaat. Afgezien van een inzinkinkje hier of daar, lijkt er eigenlijk niet zoveel met Karo aan de hand. Haar voornaamste bezigheid gedurende het boek is het zoeken naar onbegrijpelijke metaforen voor haar eigen situatie. Het hele personage is zo koket en zo onvoorstelbaar gevat dat je niet begrijpt dat Karo geen grondige hekel aan zichzelf krijgt.

Grootste probleem van Stuk, dat overigens wel met vaart en vaardigheid is opgeschreven, is dat Kuttner op geen enkel moment onder de oppervlakte van de tweedimensionale Karo durft te duiken. Depressie? Kan ons het schelen! Met een liefhebbende moeder, een paar goede vrienden en een begripvolle therapeuten ben je er zo weer bovenop. Hoe interessant en hoe belangrijk zou het geweest zijn als Kuttner de lacherige, alles bagatelliserende houding van haar hoofdpersonage had kunnen verklaren. Dat had van Stuk een literaire sensatie kunnen maken. Nu blijft een depressie vooral een fucking event.