Boeken / Non-fictie

Pochen over eigen bruutheid

recensie: Sönke Neitzel, Harald Welzer (vert. René van Veen, Marten de Vries en Marcel Misset) - Soldaten. Over vechten, doden en sterven

.

Neem een pak van 100.000 pagina’s uit Amerika, 48.000 pagina’s uit Engeland en enkele onderzoeksjaren. Historicus Sönke Neitzel en sociaal psycholoog Harald Welzer analyseerden ontelbare gespreksverslagen van afgeluisterde Wehrmacht-soldaten in krijgsgevangenschap. Deze gesprekken, gedocumenteerd door de geallieerden, vormen de basis van het boek Soldaten. Zowel militairen hoog in de hiërarchie als het voetvolk spreken vrijuit over hun ervaringen, vertellen gedetailleerd over hun missies en pochen over hun eigen bruutheid. Een grote portie naargeestigheid is dan ook de kern van dit boek.

Dwingend referentiekader
Neitzel en Welzer proberen bloot te leggen wat de drijfveren waren van de Duitse krijgsmacht in de Tweede Wereldoorlog en in hoeverre deze motivatie aan het nationaalsocialisme kan worden toegeschreven. Zij doen dit aan de hand van het referentiekader van het nationaalsocialisme en de oorlog zelf. In de benadering van Neitzel en Welzer is het van essentieel belang de gesprekken te beoordelen in hun tijdgeest en de Duitse context en niet te komen met een moreel (normatief) oordeel achteraf. De eerste zeventig pagina’s zijn een uitgebreide analyse van dit referentiekader, en verklaren daarmee de neutraliteit van de duiding van de individuele gesprekken.

Neitzel en Welzer hangen erg aan dit referentiekader als methode om normatieve geschiedschrijving te voorkomen. Dat is wellicht terecht, maar het ondergraaft het tempo in het boek en is wel erg dwingend en sturend voor de lezer. Wie een groot aantal gesprekken neutraal wil lezen, komt bedrogen uit. Kortere gespreksfragmenten worden door beide heren van veel commentaar en duiding voorzien. Soms op het onzinnige af, bijvoorbeeld als het verloop van het gesprek nogmaals wordt herhaald.

Sociaal-psychologische conclusies
De keuze voor de sociaal-psychologische inslag is anders dan in bijvoorbeeld Jonathan Glovers Humanity, A Moral History of the Twentieth Century. Glover zoekt naar ethische antwoorden op de vraag welke motieven en instincten de mensheid hebben gebracht tot de gruwelijkheden van de twintigste eeuw. Belangrijke vraag hierbij is wat manieren zijn om onszelf tegen deze karaktertrekken te beschermen. Zijn droge opsomming en ethische analyse van absolute verschrikkingen uit het hele arsenaal aan oorlogen en mensenrechtenschendingen zorgden in 1999 voor een deprimerende, indrukwekkende en belangwekkende publicatie.

Soldaten is door de sociale psychologie wat minder urgent dan het betoog van Glover. De lezer verwacht misschien bij het begin van het boek inzicht te krijgen in het denken van de Duitse Wehrmacht, maar Soldaten blijkt vooral een boek over hoe soldaten en legers in het algemeen met geweld omgaan. De Duitsers hadden een andere geweldsinstructie dan een ‘beschaafd’ modern leger heeft. Toch vinden Neitzel en Welzer in de gesprekken geen concluderend bewijs dat de Wehrmacht zich anders gedroeg dan een willekeurig ander leger. De Wehrmacht had te maken met een ander referentiekader, waarbij uitsluiting van Joden dienstbaar was aan de vooruitgang van de Duitsers zelf. Het is daarmee evident dat het in deze geest handelde.

Dezelfde wijze als andere legers
Dat ook Amerikaanse soldaten genieten van de vernietiging van de vijand, bewees de ophef omtrent de Wikileaks-video uit Afghanistan in 2007. De Duitse soldaten handelden volgens de schrijvers op dezelfde deterministische wijze als ieder ander leger. Joden waren in hun referentiekader echter een legitieme vijand.

De conclusies van Soldaten zijn eerder te beschouwen als interessante, additionele bron over de Tweede Wereldoorlog dan als standaardwerk vol reflectie op oorlog en geweld. Het is bijvoorbeeld interessant om te lezen dat de Wehrmacht-soldaten de behandeling van de Russen aan het Oostfront verafschuwden. Russen stierven massaal door ondervoeding omdat er van Duitse zijde domweg geen voeding geregeld werd voor de krijgsgevangenen. Dezelfde afschuw wordt, wellicht verrassend, door soldaten uit alle rangen regelmatig geuit over de Jodenvervolging. De kritiek richt zich dan echter op de wijze waarop de vervolging plaatsvindt, niet op het feit dat het gebeurt:

Aue: Misschien zijn we in het oosten bij het massaal uitmoorden van de Joden niet altijd even verstandig te werk gegaan.
Schneider: Dat was absoluut een fout. Of laten we zeggen: geen fout, maar tactisch dom. We hadden dat later moeten doen.
Aue: Op het moment dat we de macht daar goed in handen hadden.
Schneider: We hadden het moeten uitstellen, want de Jood heeft nou eenmaal veel invloed. Vooral in Amerika.

In het laatste hoofdstuk van Soldaten worden gesprekken over dood, geweld en techniek opgevoerd als reflecties die zich kunnen meten met Glover. De belangrijkste daarvan is de tragische conclusie dat de jongens en mannen in de Wehrmacht deden wat zij deden omdat ze hun werk aan het doen waren. Ieder slechts een klein hard werkend onderdeel van een enorme moordmachine.