Boeken / Fictie

Een genotzoeker. Punt uit.

recensie: Richard Mason (vert. Dennis Keesmaat) - Geschiedenis van een genotzoeker

.

Geschiedenis van een genotzoeker, het nieuwe boek van Richard Mason. Goed, het werkt erotiserend, maar is het ook literatuur?

Mason, geboren in Zuid-Afrika en jong geëmigreerd naar Engeland, brak op 21-jarige leeftijd klinkend door met zijn boek Verloren Zielen (1999). Na een tumultueuze tijd, waarin de Hugh Grant lookalike probeerde om te gaan met de druk van publiciteit, evenaarde hij zijn succes met Lotgenoten (2005). Pas tijdens het schrijven van De verlichte kamers (2008) lukte het hem om weer plezier te hebben in het schrijversvak. Onlangs kwam zijn vierde publicatie uit: Geschiedenis van een genotzoeker.

De aanhouder wint


Het boek is gesitueerd rond 1900 en gebouwd rond protagonist Piet Barol. Een knappe en slimme 24-jarige jongeman uit Leiden die zich tot doel heeft gesteld in het verre buitenland een fortuin te verdienen. Om het geld voor de reis bij elkaar te krijgen gaat hij aan de slag als huisleraar bij een van de rijkste families van Amsterdam: de Vermeulens. De opdracht die hem wordt gegeven is om van de briljante en merkwaardige jonge Egbert een ‘kranig persoon’ te maken, zoals moeder Jacobine dat zegt.

Al snel blijkt deze taak van ondergeschikt belang. Piet heeft namelijk een onweerstaanbare sexappeal, wat resulteert in sensualiteit, verlangen en erotiek. Hier manoeuvreert hij behendig doorheen, kiezend voor wat zijn fortuin het meest in de hand zal werken. Door groot succes te boeken met Egbert ontvangt Piet een bonus, waardoor hij zijn ticket naar Zuid-Afrika kan kopen. De sfeer van seks, flirten en lust wordt voortgezet tijdens de cruise. Cruciaal blijkt Didier, een ex-personeelslid van de Vermeulens, die op de boot is om Piet de liefde te verklaren. Een tumultueus spel van verhoudingen volgt.

Resulteert in wansmaak


Het moet gezegd worden: Geschiedenis van een genotzoeker is toegankelijk geschreven en goed van opbouw. Het boek heeft de potentie om in een ruk te worden uitgelezen. Ook Masons poging wederom een historische roman neer te zetten slaagt goed. Met oog voor detail weet de schrijver het tijdsbeeld van begin twintigste eeuw uitstekend te duiden. Dat hij ten tijde van het schrijven in Amsterdam woonde heeft hier naar alle waarschijnlijkheid toe bijgedragen.

Ondanks dit alles levert het boek een wansmaak op. Waar Mason al bij eerdere werken van werd beticht, blijkt ook nu van toepassing: de karakters ontwikkelen zich niet en verhaallijnen wisselen elkaar vaak te snel af om er in op te kunnen gaan. Maar ook op andere punten schiet deze roman tekort. Zo is onduidelijk waar het woord ‘geschiedenis’ uit de titel aan refereert. Is dat aan het verhaal binnen het boek? Of bijvoorbeeld aan wat ten grondslag ligt aan zijn zoektocht? Ook ontbreekt het aan verdieping. Dit laatste heeft tot gevolg dat het thema genot voor de lezer geen nieuwe werelden opent, waar schrijvers als Jelinek, Houellebecq en De Sade daar wel in slagen. En doet Geschiedenis van een genotzoeker denken aan een kasteelroman, ondanks de opgebouwde cv van Mason.

Licht aan de horizon

Toch stemt deze roman nieuwsgierig. Na De verlichte kamers vertelde Mason een nieuw project te willen starten. Een serie van gerelateerde verhalen dat samen een grote zal gaan vormen. Het heeft er alle schijn van dat Geschiedenis van een genotzoeker daartoe het startschot vormt, mede door de laatste zin: ‘Wordt vervolgd’. Het is dan ook te hopen dat dit boek in het grote verhaal symbool gaat staan voor hoe het niet moet.