Boeken / Non-fictie

Duizend boeken die je gelezen moet hebben

recensie: Peter Boxall (red.), Peter Ackroyd (voorwoord) - 1001 books you must read before you die

Wie op zoek is naar een begin van literaire canon, kan sinds kort terecht bij een loodzwaar en uitbundig geïllustreerd overzicht van de gehele wereldliteratuur, althans het gedeelte dat de medewerkers eruit destilleerden. Het leuke van dergelijke lijstjesboeken is dat je altijd dingen mist of fouten ontdekt. Wat het leesplezier overigens niet vermindert, of de honger naar boeken.

Illustratie bij Goethe's 'Faust' door Eugène Delacroix (Louvre, Parijs)
Illustratie bij Goethe’s ‘Faust’ door Eugène Delacroix (Louvre, Parijs)

De titel – 1001 books you must read befor you die – bevat twee olijke overdrijvingen. Door een fout bij de zetter is de derderangs keukenmeidenroman De ontdekking van de Hema ertussen geslopen, zodat nog maar duizend boeken overblijven. Dat zijn dan ook nog alleen maar romans. Homerus bijvoorbeeld ontbreekt meteen al, net als Shakespeare – en dat voor een zeer op het Engels georiënteerde collectie. Je zou denken dat de dames en heren deze strengheid volhouden, maar dat valt tegen. Een aantal korte verhalen – van onder meer Borges, Conan Doyle en Kafka – werd simpelweg tot roman gebombardeerd, verhalenbundels werden in een aantal gevallen als roman beschouwd, maar Tsjechov doet niet mee, wat toch onrecht is. Waar de verzen van de blinde bard ontbreken, mocht Goethe’s Faust weer wel. Je kunt er over twisten of dat boek een toneelstuk is of een gedicht, maar een roman is het in ieder geval niet, en als Faust mag, dan ook de door afwezigheid schitterende Dante. Zelfs een geschiedenisboek over de befaamde brug in Mostar behoort ineens tot de romans, ongetwijfeld vanwege de oorlog in het voormalige Joegoslavië. Een vreselijke zaak, helemaal mee eens, maar met een dwingende literaire noodzaak heeft het weinig te maken en als je de grenzen zo ruim trekt weten we nog wel wat schrijvers die node worden gemist, want is Montaigne’s werk eigenlijk niet één grote autobiografische roman en waar moeten we Also sprach Zarathustra anders indelen? En zo voort, en zo verder.

Zoals bij iedere poging tot canon is de motivatie lang niet altijd zuiver literair. Het maatschappelijke effect van een boek weegt zwaar mee, maar ook ontdekken we in retrospectief een heleboel zogenaamd vergeten vrouwelijke schrijvers die zomaar ineens briljant blijken, maar nooit tot de top zijn doorgedrongen. Vanwege een mannelijk complot, denken wij dan maar, zolang we al die prachtwerken maar niet hoeven te lezen. Hetzelfde geldt mutatis mutandis voor gekleurde schrijvers. Ook helpt het enorm als een boek is verfilmd of tot operette verwerkt en daardoor wereldfaam verwierf.

Zeurneus

~

Over het overgrote deel van de rest zal weinig discussie ontstaan. Het zwaartepunt van 1001 books you must read before you die ligt in de vorige eeuw, maar dat is niet meer dan logisch, want toen werden de meeste romans geschreven. Dat de medewerkers zo hun voorkeuren hebben en daarom liever alle romannetjes van de Ierse zeurneus Beckett opnamen dan het complete romanoeuvre van de oneindig interessantere Nabokov is hun goed recht, maar het pleit niet voor hun smaak of inzichtelijke vermogens.

Echte missers bevat het werk ook weer niet, op een paar zeer opvallende na. Wat de samenstellers tegen Bocaccio hebben blijft een raadsel, zijn Decamarone overslaan is een schande. Het zal te maken hebben met de voorkeur voor een wat ouderwets soort feminisme en overdreven politieke correctheid, want ook Bukowski ontbreekt, ook het prachtige Ham On Rye, een boek dat zelfs voor de meest doorgewinterde macrobiotische Krijger voor Universele Vrouwenrechten te pruimen is.

Auster

Op school leerden we lang geleden al, dat waar we goed kunnen oordelen over het verleden, de voortbrengselen van de hedendaagse cultuur zich grotendeels aan kwalificatie onttrekken – wat niet helemaal klopt, want wat vorige generaties als onbetwiste klassieken uit vorige eeuwen bestempelden, raken we tegenwoordig met geen tang meer aan. Een Vondel-revival zit er met andere woorden echt niet meer in en Hooft mag blij zijn dat er in ieder geval nog een prijs naar hem is vernoemd. Of iemand als de ruim in deze selectie vertegenwoordigde Paul Auster de lezers over honderd jaar nog iets zegt, valt verder te bezien. Datzelfde gaat op voor de schamele Nederlandse bijdrage, met Multatuli, Vestdijk, Haasse, Nooteboom en de in ons land geboren Thomas Bernhard – de laatste niet alleen qua aantal noteringen, maar ook inhoudelijk de grootste kanshebber.