Boeken / Fictie

Hoe een criticus een roman schrijft

recensie: Paul Ingendaay (vert. W. Hansen) - De langste zondag van mijn leven

.

In iets meer dan 450 pagina’s schetst de auteur het leven van de vijftienjarige Marko die zijn tijd doorbrengt in een katholiek jongensinternaat. Met zijn vrienden zet deze adolescent zijn eerste schreden op het liefdespad en probeert hij zich staande te houden in een omgeving met begeleiders die elk zo hun eigen problemen hebben.

Met dit boek heeft Ingendaay in Duitsland twee literaire prijzen gewonnen. Ook al is het heel vaardig geschreven en leest het vlot weg, het is niet duidelijk waarom dit boek dergelijke prijzen verdient. De langste zondag van mijn leven is geen bijzonder boek.

Cliché
Ingendaays debuut is niet bijzonder omdat hij vooral gebaande wegen gaat zonder iets toe te voegen aan wat elders al veel beter is gedaan. Het motief van de jongeman die in een religieus gekleurde omgeving zijn seksualiteit moet ontdekken is al vele malen uitgewerkt. Ingendaays roman voegt niets wezenlijks toe aan de strijd en psychische vervorming of misvorming die dit kan opleveren. In feite lijkt de echte strijd bij hem afwezig te zijn. Dit komt omdat het boek gesitueerd is in de jaren zeventig, in een tijd waarin de scherpste kantjes van het jongensinternaat er al af zijn. Hierdoor lijkt het eerst alsof Marko in twee werelden leeft: die van de nieuwe, bevrijde jaren zeventig en de oude, katholieke wereld. Maar deze schijnbare tweedeling splijt het leven van de jeugdige hoofdrolspeler nergens echt in tweeën, waardoor dit motief door het boek heen meandert zonder ergens treffend of beduidend te worden.

Een ander motief dat de auteur gebruikt, is het motief van de jongeman die vooral in gesprek met boeken leeft en waardoor hij een markant en origineel perspectief op de wereld ontwikkelt. Ingendaay doet een verwoede poging om Marko met de ogen van Daniël Defoe naar de wereld te laten kijken, maar nergens wordt deze blik zo bijzonder dat je als lezer graag wilt meekijken door zijn ogen.

In het verlengde van dit motief poogt Ingendaay een spannend plot te ontwikkelen rondom de relatie tussen Marko en broeder Gregor, een geletterde onderwijzer in het internaat die zich verdiept in studies rondom zelfmoord. Door de geschiedenis van het internaat via een boek waarvan de auteur onbekend is – alweer zo’n uitgekauwd motief – in verband te brengen met broeder Gregor, die midden in de nacht vreemde kreten slaakt en hardop met zichzelf in gesprek is, wil Ingendaay zijn verhaal een zeker aureool van geheimzinnigheid te verlenen. Helaas is hij niet bij machte dit geheim vast te houden en uit te laten groeien tot iets indrukwekkends waardoor dit overbekende motief z’n clichématigheid zou kunnen overstijgen.

Gebrek aan overtuigingskracht
Het grote probleem van deze debuutroman is dat ze nergens overtuigend wordt. Ingendaay brengt veel ingrediënten in het spel, maar nergens willen ze samensmelten tot een levensecht beeld van Marko’s adolescentie. Zoals Harry Mulisch ooit opmerkte: je kunt wel schrijven en daarmee beweren dat iemand een kamer binnenkomt, maar daarmee gebeurt het nog niet. Evenzo kan Ingendaay wel schrijven dat Marko niet weet om te gaan met de problemen die zijn ouders hebben, maar dat betekent nog niet dat dit voor de lezer ook echt gebeurt.

De langste zondag van mijn leven is typisch een boek geschreven door een criticus. Een criticus is iemand die zich heel bewust is van de verschillende motieven en thema’s waaruit, zoals in dit geval, een Bildungsroman is opgebouwd. Ingendaay weet precies welke ingrediënten voor zo’n roman nodig zijn. Maar deze wetenschap valt niet samen met het vermogen deze ingrediënten tot een levend verhaal samen te smeden, zodat Marko’s coming of age op papier tot leven wordt gewekt. Ingendaays debuut moet het helaas zonder dit literaire wonder stellen.