Boeken / Fictie

Spelletjes op de plee

recensie: Toiletten

.

~

De titel van de roman van Niels ’t Hooft doet niet meteen een breuk vermoeden met schrijvers als Giphart. Toiletten heeft een fel roze voorkant, die pijn doet aan de ogen en er staan twee poppetjes op in ondergoed. Maar dan de inhoud. Toiletten is een liefdesgeschiedenis, geschreven als een soort memoires. Studente Loes en de ik-figuur kennen elkaar een paar dagen wanneer ze gaan samenwonen op een kleine verdieping met twee wc’s. Loes is een idealist en schrijft, terwijl de ik-figuur computerspelletjes speelt op zijn Super Nintendo. Het lijkt nooit meer te eindigen en dit is voor altijd. Totdat er irritaties ontstaan, Loes hem begint te negeren en na ongeveer een maand woont de ik-persoon weer bij zijn ouders.

De roman is geschreven vanuit de ik-persoon als een soort verhaal voor Loes. Het ge-ik en ge-jij wordt erg consequent door gezet. Dit werkt soms wat op de zenuwen, want de varatie is ver te zoeken wanneer opnieuw een gedachte of een citaat van de hoofdpersoon wordt ingeleid met ‘ik bedacht me’ of ‘ik zei:’. Omdat de hoofdpersoon het liefst alles wil onthouden of opschrijven, zijn de gedachten soms wel wat oninteressant. Voor hem is het een dierbare herrinnering, dat de koelkastdeur de tafel net niet raakt als deze helemaal openstaat, maar voor de lezer is het dat niet. De zinnen zijn kort en de observaties zijn soms wat kinderlijk. Het grappige gegeven van de twee wc’s die later twee fronten worden, is mager uitgewerkt.

De opscheplepel oogde ouderwets. Het rook naar gesmolten kaas in het huis van de mevrouw van benenden. Er waren kleedjes en andere frutsels,precies zoals ik had verwacht, maar geen foto’s van kleinkinderen.In een glazen stolpstond een gekunsteld elfje en boven de tv hing Jezus. Hij was kleiner dan de Jezus in de kerk.

~

Niels ’t Hooft schrijft veel over videogames en speelt ze en in Toiletten kun je ook wel kenmerken vinden van computerspelletjes. De fantasieën van de hoofdpersoon zijn vaak afgeleid van computerspellen en ook de opbouw van de roman doet aan een computerspel denken. Er zijn verschillende scenes, levels, die elkaar in sneltreinvaart afwisselen en niet altijd op een logische manier met elkaar verbonden zijn, maar die allemaal deel uitmaken van het overkoepelende verhaal of het computerspel.

Het boek is, zoals ik al opmerkte, geschreven als verzameling memoires. Het is een persoonlijk document. Hoewel sommige gedachtes of belevenissen niet nieuw lijken voor de lezer, zijn ze dat wel voor de hoofdpersoon. Voor hem zijn deze uniek, het is zijn liefdesgeschiedenis en hij heeft die zo compleet mogelijk willen weergeven, met de soms knullige observaties of voor de handliggende of quasi-filosofische gedachtes. Dat maakt de hoofdpersoon wel vertederend. Een wereldvreemde jonge man, die ineens met een mens in aanraking komt.

Een jonge schrijver zorgt ook voor vragen. Is dit boek echt goed? Is er een breuk met voorgangers? Dit maakt misschien dat je een roman te veel wilt toedichten. Met Toiletten heeft Niels ’t Hooft een leuk boek geschreven. Er zitten wel wat puntige zinnen in, de situatie is grappig. En het computerthema maakt het ook nog modern. De schrijftstijl spreekt me alleen niet zo aan en voor een dunne roman als dit is dat nog geen probleem, maar als deze observerende toon van korte zinnen een hele roman gaat vullen, zal de aandacht zeker van het verhaal worden afgeleid. Hierbij spreek ik dan ook de hoop uit dat dit niet een nieuwe schrijftrend is voor de jonge schrijvers.

Link:

Controllerboy – het weblog van Niels ’t Hooft