Boeken / Fictie

Zuid-Afrikaanse klassieker

recensie: Nadine Gordimer (vert. Tineke Funhoff) - De milieubeheerder

Toen Nadine Gordimer op haar vijftiende haar eerste verhaal publiceerde, kon ze waarschijnlijk niet vermoeden dat ze ooit als een van de belangrijkste Zuid-Afrikaanse schrijfsters van haar tijd zou worden gezien. Inmiddels is Gordimer 87 en kan ze terugkijken op een glansrijke schrijfcarrière, met als hoogtepunt de toekenning van de Nobelprijs voor de Literatuur in 1991.

Al eerder, in 1974, won Gordimer met The conservationist de prestigieuze Man Booker Prize. Nu, ruim dertig jaar later, is van dit boek opnieuw een Nederlandse vertaling verschenen, getiteld De milieubeheerder. Een goede reden dus het boek eens tegen het licht te houden. Hoort deze roman thuis in het rijtje klassiekers die iedereen gelezen zou moeten hebben?

Poëzie
Kijkend naar Gordimers manier van schrijven kan deze vraag alleen maar instemmend beantwoord worden. De schrijfster is een taalvirtuoos. Haar beeldende manier van vertellen is van een uitzonderlijke schoonheid. Met oog voor detail weet ze de wereld in al haar verschijningsvormen, en dan met name die van de natuur, als een schilder in woorden te vangen. Gordimers wereld is een wereld waarin niets gewoon is, maar waarin alles bedekt is met een laag poëzie.

Ergens, kilometers op zee, kilometers hoog in de lucht, bleef een cycloon hangen en haar reusachtige aarzeling deed een reeks van vloedgolven oprijzen, die eerst naar de ene kant van het eiland krulden en daarna over de bergen naar de andere kant; ze verduisterden de duizend omhoog geheven spiegels van de rijstvelden en verwijderden zich ten slotte met een zwiep die als een monstrueuze, kosmische pauw, grove pailletten hagel, roffelende slagregens en al het geruïneerde, rondvliegende droesem van ontwortelde bomen, ijzeren daken en bekneld geraakte, dode beesten liet neerkomen.

Een heel andere reden waarom De milieubeheerder met recht de titel klassieker verdient, is omdat Gordimer met veel gevoel voor sfeer het leven op het Zuid-Afrikaanse platteland in de jaren zestig vastlegt. Dit leven bestaat hoofdzakelijk uit overleven, zeker voor de zwarte bevolking die door het apartheidsregime geen enkel bestaansrecht heeft. Hun ellendige bestaan zet Gordimer haarscherp af tegen het luxueuze bestaan van de gefortuneerde blanke Mehring, die als een appeltje voor de dorst een oude boerderij heeft gekocht. Doordeweeks leeft Mehring een jetsetachtig bestaan in de stad als handelaar in ruwijzer en in het weekend zwaait hij de scepter over zijn plaas.

Wagonlading apen
Mehring ondervindt al snel dat het leven op het platteland niet zo idyllisch is als hij verwacht had toen hij zijn boerderij kocht. Hij staat weerloos tegenover de ondoorgrondelijke kracht van de natuur, die er voor zorgt dat zijn gewassen op het land verdrogen door de hitte of wegspoelen tijdens een overstroming. Maar bovenal slaagt Mehring er niet in om zich als boer met verstand te zaken te profileren ten overstaan van zijn zwarte werknemers, de boys, die in hutten op zijn erf wonen. Ze bedonderen hem waar hij bijstaat. Hierdoor kan Mehring, hoewel geen voorstander van de apartheid, steeds minder onbevooroordeeld de zwarte bevolking tegemoet treden.

Hij houdt er niet van als iemand tijdens zijn afwezigheid arriveert of rondzwerft zonder dat hij ervan op de hoogte is; dat is allang bekend. God weet niet wat er gebeurt als ze aan zichzelf zijn overgelaten. Zo slim als een wagonlading apen. 

Gordimer snijdt hiermee een gevoelig punt aan. Toch ligt de boodschap die ze wil uitdragen er niet dik bovenop. Op een subtiele manier laat ze zien welke verwoesting de apartheid aanricht.

Ondoorgrondelijk
Subtiel is Gordimer eveneens in het tekenen van de sfeer. Als een warme natte deken ligt over het hele verhaal een beklemmende raadselachtigheid die het boek moeilijk te doorgronden maakt. Niet in de laatste plaats omdat De milieubeheerder geen duidelijk verhaal lijkt te vertellen. Ogenschijnlijk gebeurt er nauwelijks iets, maar wie de moeite neemt om de gedachten van de personages, die als een stream of consciousness opgetekend zijn, uit te pluizen ontdekt dat achter de fragmentarische opbouw wel degelijk een verhaal schuilgaat.

Gordimer maakt het de lezer dus zeker niet gemakkelijk. De milieubeheerder is een boek dat doorzettingsvermogen en geduld eist. En wie bereid is om de zinnen langzaam tot zich te nemen, zal ontdekken dat de roman veel stof tot nadenken biedt. Aangevuld met het schrijftalent van Gordimer kan hierdoor maar een conclusie getrokken worden: De milieubeheerder is een klassiek meesterwerk.