Boeken / Fictie

Dagen van inkeer

recensie: Michael Lavigne - Not me

De Joodse ‘Dagen van Inkeer’ vallen tussen Rosj Hasjanah, het nieuwjaar, en Jom Kippoer, de Grote Verzoendag. In deze tien dagen overdenken mensen hun zonden, doen zij boete en vergeven zij na een collectieve schuldbelijdenis elkaar. Het is geen toeval dat het verhaal van Not me, het debuut van Michael Lavigne, juist in deze periode valt.

Michael Rosenheim (Mickey Rose voor vrienden en cabaretpubliek) is gestrand in Florida, waar hij in het ouderlijk huis woont en dagelijks zijn dementerende vader in een verpleeghuis bezoekt. De vertrouwde Joodse omgeving biedt Michael houvast. Zijn leven is op drift geraakt na zijn scheiding en de langzame aftakeling van zijn carrière als stand-up comedian. Met cynische kwinkslagen schermt hij zich van de wereld af:

I walked past the little ladies, and they all said hello. I said hello back and got into the elevator. I heard someone say, that was Gladys’s son. No, someone else said, that’s Rose’s.
They never mention the men. The men had no children. Only the women. And anyway, my mother’s name was Lily.

~

Dan krijgt Michael de dagboeken van zijn vader in handen en wordt ook de laatste grond onder zijn voeten weggeslagen. Zijn vader, “a genuinely good guy”, een uiterst devote Jood en fel aanhanger van Israël, blijkt in de Tweede Wereldoorlog geen slachtoffer te zijn geweest maar dader: hij was de Duitse accountant van het werkkamp Majdanek. Net en ordentelijk hield hij de in beslag genomen bezittingen, de gewerkte uren en de verbrande lijken bij. Toen hij hoorde dat de Russen in aantocht waren, heeft hij zich drie weken uitgehongerd en bij de ‘bevrijding’ de identiteit van één van de Joodse gevangenen aangenomen, een zekere Heshel Rosenheim.

Een piekerende zoon en een avontuurlijke vader

Manhaftig verzet Michael zich tegen deze aanslag op zijn verleden en probeert het vertrouwde beeld van zijn vader vast te houden. Maar het lukt niet. Dan komen ook andere herinneringen bovendrijven aan zijn vader, moeder en jong gestorven zusje. Michaels wereld wankelt. Wanhopig probeert hij structuur in aan te brengen:

Turning my head I could see the living room. Everywhere were piles I had organized by category. Items pertaining to Judaism, items pertaining to expressions of love. It was like looking at my own, personal, primordial soup. I had this feeling that all I had to do was reach out and give it a little stir, and life would miraculously appear in the form of a one-cell me. And if I was patient, that cell would grow and divide and multiply and evolve, and sooner or later would slog its way out of that mess and into the light of understanding.

De vertwijfeling van Michael wordt afgewisseld met dagboekfragmenten van Heinrich/Heshel, die juist uitblinkt door daadkracht en een opvallende mate van zorgeloosheid. Zelfs wanneer hij op het punt staat om ontdekt te worden als Duitser (en dit gebeurt in een kibboets tijdens de Israëlische Vrijheidsoorlog), maakt hij zich niet bijzonder druk. En terecht, want zijn ‘ontdekker’ wordt vervolgens snel dood geschoten door de Arabieren.

Heinrich/Heshel’s verhaal is een kleine avonturierroman, waarin de hoofdpersoon zich door niemand laat kennen, toch door iedereen geliefd is en telkens op het juiste moment op de juiste plaats is om deel te nemen aan het vormen van de geschiedenis. De innerlijke strijd van Heinrich/Heshel, waarbij hij langzaam de Duitse rassentheorie loslaat en zijn nieuwe, Joodse identiteit in volle overtuiging omarmt, komt er daarbij een beetje bekaaid af. Spannend zijn de belevenissen van Heinrich/Heshel absoluut wel.

(Te) goed gevulde roman

Not me gaat over identiteit en de vraag waar identiteit vandaan komt. Tegelijkertijd is het ook een boek over boete en vergeving, tot inkeer komen en de verantwoordelijkheid voor je daden nemen. In Amerika is het zelfs gelezen als een aanval op de Joodse elite, die zich door hun slachtofferschap in de Tweede Wereldoorlog voor altijd het morele gelijk hebben toegeëigend; Heinrich/Heshels bekering lijkt dit te betwisten. Goed en slecht wordt hier relatief getoond. De slechte Duitse accountant wordt later “a one-man Jewish National Fund”, niet uit schuldgevoel maar uit overtuiging.

Het zijn grote vragen waar Michael Lavigne mee worstelt in zijn debuut en hij weet ze lang niet altijd tot een bevredigend einde te brengen. Zo wordt het hele boek lang de indruk gewekt dat er een belangrijke onthulling zal volgen over de herkomst van de dagboeken, maar de uiteindelijke revelatie heeft eigenlijk maar heel weinig met het verhaal zelf te maken. Michaels obsessieve verzamelen van “clues” over zijn verleden is al vanaf moment één gedoemd om te mislukken en wordt dus snel saai, terwijl Heinrich/Heshels Duitse ordentelijkheid en koelheid hem af en toe tweedimensionaal doen lijken.

Tussen alle grote vragen door sijpelt echter het mooie, intieme verhaal van vader en zoon, Heinrich/Heshel en Michael, en hun liefde voor elkaar. Michael is inmiddels zelf ook vader, van de elf-jarige Josh die op slinkse wijze zijn vader weer terug in zijn leven probeert te krijgen. Not me is voor alles een verhaal van vaders en zoons:

Near the entrance I ran into the ladies’ club.
“It’s Golda’s boy”, one of them said.
(…) “Heshel”, I said. “I’m Heshel’s boy.”