Boeken / Fictie

Het vermogen tot sterven

recensie: Martin Walser (vert. Gerrit Bussink) - Angstbloesem

De zeventigjarige beleggingsadviseur Karl von Kahn houdt zich bezig met het vermeerderen van geld ‘omdat je het aan het geld verschuldigd bent het te vermeerderen’. Hij adviseert zijn vermogende cliënten en geniet aanzien van de rijke elite in de Münchense betere kringen. Maar zijn rotsvaste vertrouwen in zichzelf en in zijn directe omgeving maakt hem extra kwetsbaar voor mensen die een loopje met hem dreigen te nemen.

In Angstbloesem laat Martin Walser, grand old man van de hedendaagse Duitse literatuur, opnieuw de ouderdom een knieval maken voor de verleiding van een jonge vrouw. Zoals in Een ogenblik van liefde en in Een liefhebbende man wordt ook hier de bejaarde hoofdpersoon opgevoerd als een naïeve adolescent die vooral verbaasd is over de mogelijkheden die hem opeens in de opgewonden schoot geworpen worden. Hij raakt steeds meer overtuigd van zijn eigen vermogens en aantrekkelijkheid en sluit de ogen voor de voor de buitenwereld overduidelijke bedriegerij. 

Uitspattingen


Is het sulligheid of hoogmoed die Karl von Kahn zo gemakkelijk doen bedonderen? Hij lijkt niet door te hebben dat zijn beste vriend Diego, onder het mom van een levensbedreigende ziekte, hem zijn kostbare aandelen doet verkopen voor een veel te lage prijs. Het kost hem een paar miljoen euro. Een omhooggevallen filmmaker met een artistiek verhaal haalt hem over een kapitaal te investeren in zijn nieuwe film. Karl heeft zo zijn gezonde twijfels over dit project, maar gaat direct overstag als de dertigjarige en beeldschone actrice Joni op het toneel verschijnt. Er ontstaat een onstuimige seksuele relatie die met hevige uitspattingen gepaard gaat. Hij voelt zich als herboren en vol vuur, maar heeft nog wel zo veel realiteitszin dat hij zijn door spataderen aangetaste rechterbeen in de ochtend voor haar verborgen houdt. Na een paar wilde nachten is Joni verdwenen en houdt zich onbereikbaar.

Dat een oude bok nog graag een spreekwoordelijk groen blaadje lust – in dit boek overtuigend aangetoond –, is niet de enige reden voor Karls gedrag. Het op hoge leeftijd van de luxueus gebaande paden afwijken is een meer afdoende verklaring. Karl von Kahn lijkt verveeld. Er is succes, er is geld en welstand en een goed huwelijk dat zelfs nog geconsumeerd wordt. De behoefte om meer risico te lopen dan alleen het beleggen van andermans vermogen krijgt steeds meer vat op hem. Bergopwaarts versnellen, zijn adagio in de geldvermeerderij, is niet alleen daarop van toepassing, maar op vele gebieden. En als je dan eens bedonderd wordt, ach, dat hoort er gewoon bij.

Overbodige decoratie


In tegenstelling tot Walsers eerdere boeken over oudemannenverliefdheid en ook het grootse werk van Philip Roth over dit onderwerp, blijft Angstbloesem hangen in een wat verwarrend relaas van een bejaarde heer. Er is veel ruis in deze roman, overbodige stof die het geheel zeker niet sterker maakt. De uitvoerige passages over de extravagante kennissenkring van Von Kahn vormen een aardige decoratie maar dragen niet bij aan het verloop van dit verhaal. Maar wat blijft is de kwaliteit van Martin Walser die deze schrijnende geschiedenis op een indringende manier weet te brengen.

Karl von Kahn likt zijn wonden. Een paar miljoen euro lichter, het groene blaadje is verdwenen en hij is inmiddels verlaten door zijn eigen vrouw. In een laatste poging haar terug te laten keren, schrijft hij een lange brief, waarin hij uitlegt dat hij door zijn seksuele misstap heeft geprobeerd niet toe te geven aan de ‘nederlaag van de ouderdom’.

Hij is teleurgesteld. Hij had gehoopt dat met de jaren de bereidheid tot sterven zou toenemen, dat zich een vermogen tot sterven zou ontwikkelen. Dat had hij gehoopt. Dat je dan minder geïnteresseerd bent in het leven. Nu komt hij erachter dat dat niet klopt. Hij staat zeker dichter bij de dood dan ooit tevoren, maar geen millimeter verder van het leven af dan dertig jaar geleden. Leven blijft iets waar je niet genoeg van kunt krijgen.

Dichter bij de dood maar niet verder weg van het leven, een prachtige finale van een – iets te dikke – roman over de vitaliteit van de ouderdom.