Boeken / Fictie

Sprookje voor volwassenen

recensie: Keith Donohue (vert. Jeannet Dekker) - Het wisselkind

.

Henry Day besluit om weg te lopen. Op dat moment is hij zeven jaar oud. Hij verstopt zich in een holle boom, waar hij in de avondschemering uit wordt getrokken door een groep vreemd uitziende kinderen. Dat is het begin van een avontuur dat ruim dertig jaar zal duren. “Dit is geen sprookje, maar het ware verhaal van mijn dubbelleven dat ik daar heb achtergelaten waar het allemaal is begonnen, voor het geval ik ooit weer wordt gevonden.”

De wissel

In de eerste twee hoofdstukken van Donohues debuut wordt op zeer realistische wijze een zeer ongeloofwaardig verhaal neergezet. Henry Day is door de oudste van een groep ‘wisselkinderen’ uitgekozen voor een wissel. Op de dag dat hij van huis wegloopt, wordt hij een van hen gemaakt door middel van een bruut ritueel dat hem bijna het leven kost. Het wisselkind, dat zijn uiterlijk kan manipuleren en letterlijk Henry’s gezicht heeft gekopieerd, neemt zijn plaats in. De ‘oude’ Henry Day heet nu Aniday en wordt geen dag ouder. Hij moet leren jagen om te overleven, zich door de kleinste openingen heen te wringen, en het kleinste geluid op te vangen. Het wisselkind, de ‘nieuwe’ Henry Day, probeert zijn leven in het woud juist te vergeten. Hoe minder hij opvalt, hoe kleiner de kans dat iemand de wissel opmerkt. Alleen zijn nieuwe vader is wantrouwig, want Henry blijkt van de een op de andere dag een talentvolle pianist. En dan is er nog de vrouw die Henry herkent als de jongen die korte tijd daarvoor in het woud een aangereden hert nieuw leven heeft ingeblazen.

Realistisch sprookje

De hoofdstukken wisselen telkens van perspectief, zodat de lezer de ontwikkelingen in de levens van Henry en Aniday tegelijkertijd kan volgen. En het verhaal mag dan ongeloofwaardig zijn, Donohue zet Henry Day en Aniday neer als twee volwaardige karakters. Het wisselkind Henry moet na honderd jaar in het woud ineens relatief snel ouder worden, en het kost hem moeite om zich na een jarenlange stilstand zo haastig te ontwikkelen. Hij groeit niet meer uit zichzelf, en moet zijn botten dwingen om te groeien. Hij herinnert zich bovendien steeds vaker gebeurtenissen die voor zijn tijd in het woud plaatsgevonden moeten hebben, waaruit hij opmaakt dat hij ook ooit een normaal kind is geweest dat op zijn beurt ook ten prooi is gevallen aan wisselkinderen. Net als een ‘gewone’ puber vraagt Henry zich dus af waar hij vandaan komt, en wie hij eigenlijk is.

~

In de andere hoofdstukken lees je tegelijkertijd hoe Aniday in rap tempo voor zichzelf moet leren zorgen. Samen met de andere wisselkinderen leeft hij op een verborgen plek in het woud, waar de jaren verstrijken, in afwachting van een nieuwe wissel. De zomermaanden voelen aan als lange vakanties maar de wintermaanden zijn guur, donker, en worden getekend door een constant gebrek aan eten. Aniday wordt verliefd op een van de andere wisselkinderen, Speck, maar kan geen uiting geven aan deze gevoelens, opgesloten als hij is in zijn zevenjarige kinderlichaam. Terwijl de ‘nieuwe’ Henry Day zijn kindertijd niet los kan laten, is de ‘oude’ Henry Day erin gevangen tegen wil en dank.

Mythe

Keith Donohue heeft zich voor dit wonderlijke verhaal laten inspireren door een mythe die eeuwenlang gebruikt werd door ouders die zich wilden ontdoen van een van hun kinderen, omdat het zich geestelijk of lichamelijk niet naar behoren ontwikkelde. Het betreffende kind zou dan waarschijnlijk een wisselkind zijn, een soort kobold of elf die was verwisseld met een mensenkind. Dit was in de middeleeuwen een vrijbrief om dergelijke kinderen te vondeling te leggen, of nog erger: te verdrinken. Het thema van de wisselkinderen is vooral door fantasyschrijvers al vaak gebruikt, wat tot de onjuiste conclusie zou kunnen leiden dat Donohue eigenlijk niets nieuws heeft gedaan. Het wisselkind stijgt echter zowel stilistisch als thematisch ver boven deze fantasyboeken uit. Donohue heeft een onconventionele, maar desalniettemin sterke Bildungsroman geschreven.

Het lijkt dus alsof er een nieuw ster aan het literaire firmament staat. Donohue heeft inmiddels een miljoenendeal gesloten voor twee romans. “The first of the two books, called Angels of Destruction, is about a nine-year-old girl who may or may not be an angel”, is te lezen in de New York Observer. Hopelijk wordt dat opnieuw een roman met een flauwe flaptekst die uiteindelijk tóch een juweeltje blijkt te zijn.