Boeken / Strip

Wisselwerking tussen geschiedenis en strip

recensie: Kees Ribbens en Rik Sanders - Getekende tijd

Stichting Uitgeverij Stripstift, de uitgever van het stripinformatieblad Stripschrift, presenteerde onlangs een standaardwerk over de plaats van het stripverhaal in een historische context. Het is een coproductie met de Stichting Matrijs, die werd opgericht met als doel de studie van de geschiedenis te bevorderen. De samenstellers Kees Ribbens en Rik Sanders, beiden historicus en medewerker van Stripschrift, doen zeer overzichtelijk en met veel illustraties verslag van de wijze waarop het beeldverhaal in de loop der eeuwen is ontvangen.

Getekende tijd is onderverdeeld in vier hoofdstukken. Na een poging tot definiëring van de strip schetsen zij in het eerste hoofdstuk de geschiedenis van het verhaal verteld in beelden. Van de grotschilderingen in het Spaanse Altamira naar de triomfzuil van de Romeinse keizer Trajanus en het tapijt van Bayeux tot de populaire centsprenten – het beeldverhaal is door alle eeuwen heen altijd aanwezig geweest. En toen de Verenigde Staten tegen het einde van de negentiende eeuw de strip ontdekten was het hek helemaal van de dam. The Yellow Kid van Richard Felton Outcault leek het startpunt voor de globalisering van de strip. In de periode tussen de twee wereldoorlogen werden ook in de Nederlandse dagbladen regelmatig strips gesignaleerd en timmerden stripmakers bescheiden aan de weg. Bekende strips als Dick Bos, Kapitein Rob, Eric de Noorman en Tom Poes en Heer Bommel braken in de jaren veertig en vijftig definitief door. De verantwoordelijke tekenaars, respectievelijk Alfred Mazure, Pieter Kuhn, Hans G. Kresse en Marten Toonder genoten door hun tekenprestaties nationale en internationale bekendheid.

De geschiedenis als strip

~

In het tweede hoofdstuk gaan Ribbens en Sanders in op historische strips. Het verleden als inspiratiebron heeft naast helden als Alex, Asterix en Obelix, en Eric de Noorman ook Vlad de spietser opgeleverd. De leukste en bekendste held was de man uit het stenen tijdperk met zijn door merg en been gaande kreet Jabbadabbadoeh: Fred Flintstone. En wie heeft er niet genoten van de krantenstrip B.C. ( hier vertaald als Oerm) van de onlangs overleden stripmaker Johnny Hart? Bij het realistische stripwerk brengen de tekenaars op een historisch verantwoorde wijze hun helden in beeld. Een fraai voorbeeld is de maritieme strip Bruce Hawker van William Vance over een Engelse luitenant ter zee, spelend in het begin van de 19e eeuw.

De strip als tijdsbeeld

Het derde hoofdstuk toont aan hoe stereotypen in de stripwereld voor heftige reacties kunnen zorgen. Voorbeelden zijn de verstripping van de jonge jaren van Prins Bernhard door Varekamp & Peet en de graphic novel Om mekaar in Dokkum van Guido van Driel. Van Driel maakte in opdracht van de gemeente Dongeradeel in Friesland dit boek waarin een crimineel en een asielzoeker elkaar ontmoeten op een plek waar 1250 jaar geleden Bonifatius door de Friezen werd vermoord. Diverse fracties van de gemeenteraad van Dokkum stoorden zich aan het blasfemische taalgebruik in het boek dat als relatiegeschenk aan de burgers werd aangeboden. In dit derde hoofstuk is vooral duidelijk te zien dat elk tijdsgewricht in de geschiedenis zijn eigen beeldverhalen heeft. Een mooi voorbeeld hiervan is Marjane Satrapi, die dit cliché een eigen invulling geeft met haar indrukwekkende vierluik Persepolis over haar jeugd in Iran.

Met de strip terug in de tijd

Het afsluitende vierde hoofdstuk, Tijd, continuïteit en teletijd in de strip, heeft als rode draad het reizen in de tijd. Stripmakers laten hun creaties reizen tussen verleden, heden en toekomst. The Time Machine van de Engelse schrijver H.G. Wells is een fraai voorbeeld uit de wereldliteratuur waar de stripmakers massaal zijn ingedoken. De bekendste tijdmachine staat in het laboratorium van Professor Barabas in de humoristische stripreeks Suske en Wiske, bedacht en lange tijd gemaakt door Willy Vandersteen. Een goede tweede vormt het duo Sjors en Sjimmie van Frans Piët. En wie kent niet Van nul tot nu van Thom Roep en Co Loerakker, waarin de vaderlandse geschiedenis zeer gedetailleerd centraal staat? Ook de recente stripverhalen over de Tweede Wereldoorlog, De ontdekking en De toekomst, vallen op door de manier waarop ze de donkere tijden van de vorige eeuw op treffende wijze voor een jong lezerspubliek in beeld brengen.

Getekende tijd is bedoeld voor een breed publiek. Het boek is prettig leesbaar en is er op gericht de striplezer kennis te laten maken met de achtergronden van het beeldverhaal. De samenstellers zijn er bovendien in geslaagd om van Getekende tijd een bijzonder mooi en origineel geïllustreerd boek te maken. Een geraadpleegde en aanbevolen literatuurlijst en een illustratieverantwoording zijn als bijlagen toegevoegd. Pieter Geenen illustreerde daarnaast op prachtige wijze de omslag van de Stripstifteditie.