Boeken / Fictie

Een boek over een boek

recensie: Kathryn Stockett (vert. Ineke van Bronswijk) - Een keukenmeidenroman

Een keukenmeidenroman is het succesvolle debuut van Kathryn Stockett. Het lijvige werk verhaalt over drie vrouwen in het zuiden van de Verenigde Staten, begin jaren zestig van de vorige eeuw, die de discriminatie van zwarte hulpen niet meer accepteren.

Als je een lange vliegreis moet maken of als er weer eens blaadjes op de rails liggen, kun je tevreden zijn wanneer je Een keukenmeidenroman in je tas hebt zitten. Het boek vertelt in bijna 500 bladzijden het wel en wee van de drie hoofdpersonages Skeeter, Aibileen en Minny. Het niet al te ingewikkelde, in veel woorden en met veel drama vertelde verhaal zou ‘Oprah’s Book Club’ waardig zijn.

Eigen toilet
Skeeter (een bijnaam van Eugenia) is een blanke jonge vrouw die net als alle blanke kinderen in haar omgeving meer door haar zwarte ‘nanny’ is opgevoed dan door haar eigen moeder. Dat was tot ver in de twintigste eeuw in Mississippi heel normaal. Als de kinderen volwassen zijn, kan de hulp op zoek gaan naar een ander baantje. Met als gevolg dat een zwarte hulp in haar carrière wel zo’n twintig kinderen grootbrengt.

Skeeter doet wat andere blanke leeftijdsgenoten doen: een beetje bridgen, feesten organiseren voor goede doelen en thee drinken. Maar eigenlijk wil ze maar een ding: schrijven. Ze schrijft een New Yorkse uitgeverij aan met het idee voor een boek over zwarte hulpen. De uitgeefster heeft er een hard hoofd in, maar laat het Skeeter wel proberen. Skeeter wil over de hulpen schrijven omdat haar eigen opvoeding meer in handen lag van nanny Constantine dan van haar eigen moeder. Constantine werd door haar moeder ontslagen toen die de tijd rijp vond, een onderwerp dat vervolgens niet meer bespreekbaar was.

Skeeter laat eerst Aibileen haar verhaal doen. Zij is een zwarte hulp die haar eigen zoon verloor en als een moeder is voor haar vele blanke kindjes. Langzaam maar zeker volgen er steeds meer zwarte hulpen die durven mee te werken aan het boek. De verhalen die ze vertellen doen je griezelen van afschuw. De hulpen worden als oud vuil behandeld met als hoogtepunt dat ze allen een eigen toilet hebben omdat ze anders ‘ziektes zouden kunnen overbrengen’. Ook Minny doet haar verhaal aan Skeeter. Zij wordt door dronken haar man geslagen, behalve als ze zwanger is – en dat is ze eigenlijk constant.

Hoewel Stockett erg veel woorden nodig heeft om haar verhaal te doen, gaat het nergens vervelen. Ze werkt de karakters goed uit waardoor het verhaal gaat leven en ook voor Nederlandse lezers interessant is, ondanks het onderwerp dat voor hen toch een ver-van-mijn-bedshow is.

Ontroering

De mooiste verhaallijn is die van Aibileen en de driejarige Mae Mobley, het meisje waarvoor ze zorgt. Hoewel ze weet dat ze ooit afscheid moet nemen, neemt ze het meisje onder haar hoede alsof het haar eigen kind is. Stocket beschrijft dit ontroerend en eigenlijk is deze verhaallijn de rode draad die je daadwerkelijk naar de keel grijpt.

De rest is tamelijk voorspelbaar: het boek van Skeeter komt op de valreep uit en er komt een hoop heisa van. Haar vriendinnen mijden haar en haar moeder tracht haar – zonder veel succes overigens – aan een man te koppelen. En hoewel ze in haar beklemmende geboortestreek wil blijven om de hulpen te beschermen, stimuleren die haar juist om te vertrekken. Skeeter krijgt een baan in New York en kan Mississipi verlaten.

In de Verenigde Staten is het boek een enorme bestseller, en tegelijk omstreden: kan een blanke vrouw zich daadwerkelijk inleven in haar zwarte medemens? Je kunt je afvragen of het antwoord op die vraag ertoe doet: Stockett beschrijft een wereld die voor velen nog onbekend was en doet dat op overtuigende wijze.