Boeken / Non-fictie

De ware Keats

recensie: John Keats (vert. Gerlof Janzen) - Brieven

John Keats (1795-1817) is de romantische dichter bij uitstek. De tijdgenoot van onder andere Shelley en Byron stierf jong aan de tering en liet een hele reeks gedichten na vol romantische levensgevoel. Geen wonder dat hij in de algemene opinie verworden is tot een cliché van formaat. Maar uit zijn indrukkwekkende correspondentie blijkt dat dit beeld bijgesteld moet worden.

In 1996 verscheen al een Nederlandse vertaling van de brieven aan Fanny Brawne, Keats’ grote liefde. Een wat ongelukkige keuze, want juist daarin treffen we de Keats aan van de gemeenplaatsen: een romantische zwelger, luidruchtig lijdend onder alle slagen die de liefde aan een jonge en ontvankelijke ziel nu eenmaal uitdeelt. Keats werd daarmee voor de Nederlandse lezer nog verder de platromantische hoek ingedrukt. Hoe onterecht dat is weet iedereen die zijn gedichten ook daadwerkelijk kent. Het wordt eens te meer duidelijk uit de recent verschenen vertaling van zijn brieven, waarin slechts tweederde van alles wat bewaard bleef is opgenomen. Waarom niet alles is een raadsel, het zal te maken hebben met overwegingen aangaande kosten en baten. Hoe het ook zij, de Keats die uit dit onvolledige corpus naar voren komt is een heel andere dan de stripfiguur die de geschiedenis van hem heeft gemaakt.

~

De epistolaire Keats is bovenal opmerkelijk levendig. Het is zeer verleidelijk om op basis van wat we weten over zijn korte leven en het abrupte einde daarvan allerlei conclusies te trekken, als zou Keats een bevlogen man zijn die in het zicht van de dood zijn leven tot het uiterste leefde. Erg romantisch allemaal, maar dan vergeten we toch dat Keats natuurlijk helemaal niet wist dat hij zo vroeg zou sterven. Sterker nog: zelfs toen hij al behoorlijk ziek was en hevige bloedspuwingen moest verduren hield hij er, althans tegenover zijn correspondenten, de moed behoorlijk lang in. Pas na zijn vertrek naar Rome, waar hij na enkele maanden het loodje legde, kruipt enige twijfel in de regels.

Letterminnende lieden

De geadresseerden vallen in drie categorieën onder te verdelen. De leukste brieven zijn gericht aan zijn vrienden, letterminnende lieden als hij, maar ook iemand als de schilder Benjamin Haydon. Keats vertelt in een alle kanten op stuiterende stijl over zijn vele activiteiten. Dichten is daar maar één van, zij het een belangrijke. Via hen maakt hij ons deelgenoot van zijn overwegingen en overpeinzingen bij het schrijven, maar dan zo dat het ook voor de ingewijden die meer willen weten over de ontstaansgeschiedenis van zijn oeuvre de moeite waard blijft.

De tweede groep bestaat uit Keats’ zus en broers, aan wie hij openhartig verslag doet van zijn wederwaardigheden, in dezelfde zeer levendige trant. Vooral na de emigratie van zijn broer George naar Amerika stuurt hij ware essays de oceaan over, pakken van Sjaalman waarin hij alles behandelt wat hem te binnen wil schieten. De vergelijking met Nader tot U en Op weg naar het Einde van die andere grote romantische schrijver dringt zich telkens weer op, de vorm van de egodocumenten vertoont opvallend veel gelijkenis, het heen en weer springen tussen allerlei invalshoeken, de levendige stijl en de al dan niet oprechte openhartigheid.

Zoals gezegd doen juist de beroemde brieven aan Fanny Brawne, de derde categorie, ernstig onder voor de rest van het aanbod. De al behoorlijk zieke Keats, die zijn geliefde in de tuin zag rondscharrelen maar niet bij haar kon zijn, toont zich hierin een hopeloze postpuber, al moeten we natuurlijk wel in de gaten houden dat we alleen maar tot die conclusie komen door de invloed die hij zelf – met een aantal andere romantici en uiteraard Goethe – heeft gehad en nog steeds heeft. In zijn tijd was het allemaal verrassend en vernieuwend, de moderne lezer struikelt vooral over de gemeenplaatsen. Gelukkig voor ons zijn het maar een handvol, relatief korte brieven en komen ze ook nog eens aan het einde van deze dikke prachtbundel, die dan misschien een aanvullend licht werpt op het poëtische werk van de dichter, niet onbelangrijk, maar toch vooral enorm veel leesplezier schenkt.