Boeken / Fictie

Recht uit het hart

recensie: Joana Serrado - Emparedada/Uit de muur

.

Serrado bewijst met deze bundel dat zij inmiddels haar plek heeft gevonden. Ze won niet alleen het Hendrik de Vries-stipendium, maar ze inspireerde ook drie kunstenaars tot het maken van een multidisciplinair kunstwerk. Het kunstwerk, zo valt te lezen op de website Emparedada, is een poëtisch-filosofische installatie die is opgebouwd uit beeldend werk van twee Nederlandse en een Portugese kunstenaar. Naast de gedichten van Serrado lieten de kunstenaars zich inspireren door het filosofische essay Bouwen, wonen, denken van Martin Heidegger. De tentoonstelling is inmiddels niet meer te bezoeken, maar de dichtbundel blijkt duurzamer.

Vijf cycli
In Emparedada/Uit de muur, geschreven in zowel Portugees als Nederlands, laat Serrado in vijf cycli zien hoe het proces van ontheemding en de uiteindelijke toenadering tot het nieuwe land tot stand komt. Om deze ontwikkeling vorm te geven, kiest zij haar woorden zorgvuldig en laat ze alle overbodige versiering achterwege. Met grote precisie weet ze emoties gestalte te geven en de belevenissen van een emigrante als zijzelf te verwoorden. Hierbij vervalt ze soms in wel heel erge negatieve overpeinzingen. Het leven van een nieuwkomer is ongetwijfeld geen pretje, maar de lijdensweg die Serrado ons voorspiegelt, lijkt zo onwaarschijnlijk dat ze hier de lezer dreigt kwijt te raken.

Ondanks de somberheid die uit de gedichten spreekt, weet Serrado toch te ontroeren en heeft ze een goede vorm gevonden om met poëzie de strijd van een emigrante weer te geven. In de hele bundel speelt het huis als metafoor voor het vreemde een grote rol. Voordat het vreemde eigen gemaakt kan worden, moet eerst het oude huis in het moederland worden afgebroken en daarmee tegelijk de moedertaal vaarwel worden gezegd. Dit afscheid komt tot uitdrukking in een remake van een tekst van de Portugese dichter Herberto Helder. De symboliek die achter deze tekst verborgen ligt is bijzonder, de inhoud van de tekst zelf is echter warrig en onbegrijpelijk.

Loslaten

Heel anders zijn de gedichten in het tweede deel. Dit zijn veruit Serrado’s beste gedichten. Er zitten enkele ware pareltjes tussen, zoals het gedicht Over de gesloten deuren. Zowel dit gedicht als de andere drukken een groot gevoel van eenzaamheid uit. Het lukt niet om het huis binnen te dringen; het vreemde blijft onbereikbaar. En ook het loslaten van het moederland gaat niet zonder slag of stoot. ‘Voorzichtig onderweg/ de scherpe voorwerpen vermijdend/ zonder bloed te vergieten verliezen we de mogelijkheid/ om terug te keren’.

‘Ik wilde je zeggen hoe mijn stappen zijn die mij van je verwijderen/. Hoe ik niet leef voor jou, niet eens schrijf voor jou’. In het derde deel is het afscheid van het oude land voltooid. De dichteres staat volkomen los van haar thuisland. Ze blijft in het nieuwe land echter nog steeds een vreemdeling. Toch lukt het haar om geleidelijk ‘uit de muur’ te komen, en de wereld om haar heen als haar eigen te beschouwen. Maar echt gelukkig is ze niet met de wereld die ze ziet. Zo is daar Rita Verdonk die haar het leven moeilijk maakt en ook de Schipholbrand, waarbij een groot aantal uitgeprocedeerde asielzoekers om kwamen, wordt met felle woorden aangehaald als voorbeeld van het onrecht dat vreemdelingen wordt aangedaan.

Mare Liberum

Uiteindelijk gloort er toch licht aan het einde van de tunnel. Want ondanks de tegenstand die ze ondervindt, eist ze haar recht op om de nieuwe taal te gebruiken zoals zij dat wil. Of zoals ze aan het einde van de bundel verwoordt in een nieuwe uitvoering van het Mare Liberum van Hugo de Groot: dichten staat iedereen vrij.