Boeken / Strip

Schimmen in een luchtspiegeling

recensie: Jeroen Janssen & Pieter van Oudheusden - Bakamé

Jeroen Janssen blijft ons verrassen met zijn werk. Na Sluipend gif, een zowel vilein als ingetogen weergave van de genocide in Rwanda, mocht hij zich verheugen in de massale belangstelling van publiek en media. Iedereen weet dat het moeilijk is om na al die loftuitingen en laureaten weer de juiste grip te krijgen op de wereld om je heen. Toch is Jeroen Janssen daar redelijk goed in geslaagd. Het voorgaande album, luisterend naar de titel Klaarlichte nacht, kon ondanks het verschil in niveau van de verscheidene korte verhalen, een bevredigende opvolger worden genoemd. En nu ligt daar dan Bakamé. Het is mooi om te zien dat de tekenaar zich weer heeft genesteld in de wereld die hem zo dierbaar is: het exotische droomlandschap van Afrika.

~

Het plezier dat Jeroen Janssen heeft beleefd aan het tekenen van dit album druipt er vanaf. De kleurrijke personages en landschappen zijn met veel passie vormgegeven in de zo herkenbare schilderachtige stijl. Net als bij het vorige album heeft ook nu Pieter van Oudheusden zich ontfermd over het scenario. Het verhaal oogt in eerste instantie als een fabel en verraadt daarmee enkele raakvlakken met het historisch epos Van den Vos Reinaerde. Ook in Bakamé schept het hoofdpersonage er genoegen in zijn omgeving te teisteren met zijn ondeugende streken. Uiteraard met als enig oogpunt het eigen gewin. Dit gaf Jeroen Janssen de kans zijn grote talent optimaal te etaleren. Als schepper van zijn uitbundige universum is hij erin geslaagd elk karakter te begiftigen met een eigen ziel. Dit verschaft het geheel een aura van geloofwaardigheid, ondanks het feit dat de hoofdrollen worden gespeeld door dieren met menselijke trekjes.

Ondeugende snoodaard

~

Dit vakmanschap maskeert echter maar deels het zwakke scenario. De haas Bakamé speelt in dit verhaal de rol van Reinaert de vos. Maar anders dan zijn lepe voorganger lukt het de haas niet de lezer te raken met zijn stoïcijnse wreedheid en opmerkelijke vindingrijkheid. Bakamé overtuigt enkel als ondeugende snoodaard die zijn saaie leven kleurt met kwajongensstreken en erotische uitstapjes. Zonder scherpte of duidelijke boodschap ontrolt er zich een verhaal van een haas die iedereen te slim af is. En dit niet door zijn eigen slimheid maar door de haast karikaturale stompzinnigheid van zijn tegenspelers. Nergens wordt er op een intelligente wijze gespeeld met de zwakheden of brille van de menselijke psyche, waardoor de karakters ondanks de driedimensionale vormgeving, niet meer zijn dan schimmen in een luchtspiegeling. Vooral voor de tekenaar, die duidelijk zijn ziel en zaligheid in zijn schepping heeft gelegd, betekent dit een hard gelag.

Bakamé had een beter lot verdiend. Wellicht is er zelfs tijdens het vormgevingsproces te veel gewikt en gewogen over de vorm van het verhaal, waardoor het aan zeggingskracht heeft ingeboet. Of misschien hadden schrijver en tekenaar niet meer voor ogen dan het creëren van een exotische schelmenroman zonder pretenties. Daarmee is Bakamé een onderhoudend album geworden, met bijzonder fraaie beelden maar met een nauwelijks beklijvend verhaal.