Boeken / Non-fictie

Onverzadigbare reus

recensie: James Kynge - China zet de wereld op zijn kop

Eeuwen van ontwikkeling ballen zich samen in een onverzadigbaar land dat op alle fronten vooruitgang boekt. China is booming. In zijn eerste boek China zet de wereld op zijn kop zet James Kynge uiteen hoe een bevolking van miljarden economische aansluiting probeert te vinden bij de rest van de wereld. De economische groei van China is daar, maar kent ook een keerzijde. Kynge beschrijft de productie van miljoenen gekopieerde artikelen, de druk van het jaarlijks creëren van 24 miljoen banen, de honger naar olie en staal, maar voornamelijk de invloed hiervan op de rest van de wereld. Met behulp van recente voorbeelden wordt een link gelegd tussen macro-economische problemen in Nederland, Europa en de rest van de wereld, en China.

~

De reus is uit zijn slaap gewekt en werkt als een bezetene aan de bouw van huizen, fabrieken, spoorwegen en een infrastructuur geïnspireerd door het snelwegennet van Chicago. Hoe meer wegen, hoe meer auto’s, hoe meer staal er nodig is om dit allemaal te realiseren. De prijs van schrootijzer schiet omhoog wanneer in China de vraag ernaar toeneemt. “Als het donker wordt, halen dieven ijzeren deksels weg en verkopen deze aan plaatselijke handelaren, die het vervolgens weer naar China verschepen.” Door ietwat wollig geschreven zinnen lijkt het wel alsof Kynge moeite heeft de keerzijde van de groei weer te geven. Journalist James Kynge werkt ruim 19 jaar als journalist, waarvan hij zeven jaar doorbracht als bureauchef van de Financial Times in Peking. Tijdens zijn werkzaamheden in het Verre Oosten, waar hij onderzoek deed naar de invloed van de wereld op China, kwam hij er al snel achter dat de invloed van China op de wereld veel interessanter en veel groter is dan andersom het geval is. Op reportageachtige wijze, vooral gelardeerd met zijn eigen meningen en gevolgtrekkingen en vanuit een historisch perspectief legt hij aan de wereld uit hoe China de wereld op zijn kop weet te zetten.

Begrip voor de keerzijde

Door de groei van fabrieken in China ontstaat er een enorme werkgelegenheid voor miljoenen Chinezen. Het buitenland investeert hier graag in, aangezien een Chinese arbeider een fractie van een Europese arbeider kost. Om deze groei te bereiken sneuvelen er in China helaas zaken die in het westen vanzelfsprekend zijn, zoals het recht op intellectueel eigendom, de ontwikkeling van een kenniseconomie en technologische vooruitgang. Technische kennis en ontwikkeling worden doorgaans verkregen door buitenlandse bedrijven die zich
in China willen vestigen, te dwingen joint ventures aan te gaan met Chinese (staats-)bedrijven, waardoor ze noodgedwongen kennis aan de grootmacht moeten overdragen. Toch wekt deze keerzijde ook begrip; wat moet een miljardenvolk immers anders doen als het wil groeien?

~

Enkele bladzijden worden verder gewijd aan Europese toestanden als gevolg van goedkope productie in China. Kynge kijkt er niet van op dat Nederland en Frankrijk tegen de Europese grondwet hebben gestemd. Deze wet zou volgens hem outsourcing binnen de EU stimuleren en werk uitbesteden aan goedkope landen als Hongarije en Polen, en zo de werkloosheid in kernlanden van de EU vergroten. Dat dit momenteel al in China gebeurt is volgens hem vele Europese burgers een doorn in het oog. Als tegenwicht vertelt hij echter ook dat er gezeurd wordt over werkloosheid in bijvoorbeeld Duitsland, maar dat veel burgers niet in de gaten hebben dat dit komt doordat er massaal goedkope goederen worden gekocht, die allemaal geproduceerd zijn in China. Het mes snijdt aan twee kanten.

Olie

Daar waar China met haar miljarden potentiële consumenten eerst uitbundig door de westerse wereld werd ontvangen, wordt ze nu buiten de deur gehouden. China kost het westen gewoonweg te veel geld en te veel banen. Daarnaast hebben de Chinese industrie en bevolking behoefte aan olie, een grondstof waar China zelf niet in kan voorzien. Een van de grootste olieleveranciers is Iran, dat 11% van de Chinese olie-invoer verzorgt. Het is dan ook niet vreemd dat China zich verzet tegen de huidige VN-sancties. Daarbij is China een van de vijf landen in de VN die elke voorgestelde motie met een veto kan treffen. Dit is waar het boek spannend begin te worden: wanneer beschreven wordt op welke manier deze Oosterse grootmacht met vermeende vijanden van de Verenigde Staten flirt en de toekomst voor miljarden Chinezen veilig probeert te stellen. Helaas manifesteert deze doemscenariogeile beschrijving zich pas in het laatste hoofdstuk. Wanneer Kynge vervolgens zinspeelt op een nieuwe ‘Koude Oorlog’ tussen de Verenigde Staten en China en hij zich uitlaat over een zorgwekkende toekomst loopt het verhaal ten einde. Genoeg materiaal voor een Hollywoodfilm, maar blijkbaar te weinig om er een extra hoofdstuk aan te wijden. De honger is niet gestild, niet bij China en niet bij de lezer. Dit boek vraagt om een tweede deel.