Boeken / Fictie

Gezinsverhoudingen gefileerd

recensie: James Agee (vert. Nele Ysebaert) - Een sterfgeval in de familie

Een sterfgeval in de familie verscheen twee jaar na het overlijden van de auteur James Agee (1909–1955), kreeg prompt de Pulitzer Prize en werd een Amerikaanse klassieker. Nogal wrang, want de romans die Agee bij leven publiceerde bleven tamelijk onopgemerkt. Die eerste postume editie was een danig ingekorte versie van het boek zoals het Agee voor ogen stond. Nu is er een vertaling van de gerestaureerde versie uit 2007.

Al twee decennia had Agee aan dit werk gesleuteld zonder tot een definitieve vorm te komen, toen hij vroegtijdig overleed aan teveel drank en nicotine. Een sterfgeval in de familie werd samengesteld door tekstbezorgers die zich over Agees literaire nalatenschap ontfermden. Er werd gekozen voor een toegankelijke, lees: goed verkoopbare, editie. Dit omdat Agee drie ex–echtgenoten met kinderen achterliet. In de tekst werden aanzienlijke stukken weggelaten of elders in het boek geplaatst. In de versie die in 2007 verscheen, werd overeenkomstig met de nagelaten intenties van Agee voor een chronologische vertelling gekozen.

Het boek begint bij wijze van proloog met een absurde en lugubere droom van de hoofdpersoon ’tegen het midden van de twintigste eeuw’, waarin hij na vele jaren terugkeert naar zijn geboortestadje Knoxville, in het Zuiden van de Verenigde Staten, en met het snel ontbindende lijk van Johannes de Doper aan de sleep is. Het eigenlijke verhaal is sterk autobiografisch en begint met de vroegste herinneringen van hoofdpersoon Rufus in het eerste decennium van de twintigste eeuw. De centrale gebeurtenissen zijn de geboorte van zijn zusje en de aanschaf van een T–Ford door zijn ouders. Dat alles is dan nog fragmentarisch, zoals oudste herinneringen dat zijn. Aaneengesloten wordt het verhaal pas in aanloop naar het grote drama van dit boek: het dodelijke ongeluk van Rufus’ vader in diezelfde T–Ford. Gedetailleerd wordt het drama in zijn onafwendbaarheid beschreven.

Dominee
Voor een groot deel gebeurt dat vanuit de kleine Rufus, maar op gezette tijden zit de lezer ook in het hoofd van zijn zusje, zijn moeder Laura of zijn vader Jay. Nooit is er een alwetende verteller aan het woord. Dat zorgt voor een uiterst subjectieve registratie waarin niet zozeer de harde feiten de boventoon voeren, maar eerder de beleving van de gebeurtenissen door de verschillende gezinsleden. In het nu volgende fragment luisteren Rufus en zijn zusje stiekem het gesprek af dat er gevoerd wordt tussen hun moeder en de dominee die haar vlak na de dood van haar man bezoekt.

Heel zorgvuldig ieder kraakje vermijdend slopen ze tot halverwege de trap. Ze hoorden geen woorden, alleen timbre en toon van de stemmen. Die van hun moeder, nog steeds zo merkwaardig omfloerst, heel nederig, heel bedachtzaam; ze scheen vragen te stellen en zich in antwoorden te schikken. De stem van de man was gedempt en bedachtzaam maar daarin weergalmde de zekerheid van een gelijk zo groot als geen andere stem hebben kon; die scheen onaangename dingen te zeggen denkend dat dat aardig was, of anders zonder zich eraan te storen of het aardig was of niet omdat deze dingen in elk geval klopten; de stem scheen verklaringen af te leggen, inlichtingen te geven, vragen te pareren met antwoorden die geen tegenspraak, zelfs geen discussie duldden, scheen te willen troosten of het gezegde nu troost bood of niet.

Het doet wat ongrammaticaal aan, maar is niettemin mooi om te lezen. De inhoud van het gesprek doet er hier niet toe, het gaat Agee om hóe dat gesprek tussen de dominee en de jonge weduwe gevoerd wordt. Een sterfgeval in de familie heeft ettelijke van dergelijke ragfijne fragmenten, waarin de betrekkingen tussen de gezins- en familieleden gefileerd worden. Dat Laura’s ouders Jay eigenlijk te min vonden voor hun dochter, bijvoorbeeld. Of dat Jay niets moest hebben van Laura’s religiositeit. Door het sterfgeval komt alles wat de familie verdoezelde opeens bloot te liggen. Juist door het zo subtiel te beschrijven, weet Agee het glashelder te maken. Daar staat tegenover dat het soms wel wat veel wordt, 400 bladzijden van dit minutieuze proza.