Boeken / Fictie

De draaglijke lichtheid van het bestaan

recensie: Herman Koch - De ideale schoonzoon

Serieus leuk. Dat is esta volgens esta. Deze week in esta onder meer: wild wonen in Wilnis, ‘zij van… Giel Beelen’, het vakantieverlangen van Jessica Durlacher en een fotoreportage met buddy’s. Thema is dit keer ‘Love is all’. Ergens in een hoekje van het blad is al vier jaar plaats ingeruimd voor Neerlands nieuwste bestsellerauteur, Herman Koch. Tijd dus voor een bundel, De ideale schoonzoon. Ook serieus leuk.

Volgens de achterflap is De ideale schoonzoon ook nog eens een ideaal cadeauboek, ‘voor elke schoonzoon of -moeder’. De uitgever bedoelt waarschijnlijk: voor elke schoonzoon of -moeder, én voor iedereen die heeft genoten van Het diner. Want Anthos is het afgelopen jaar druk geweest met het herdrukken van al het oude werk van Koch, in dezelfde diepblauwe kleur waardoor je Het diner-lezers vorig jaar op kilometers afstand in de trein, op het strand of aan het zwembad kon herkennen. Logisch dus dat het nu tijd was voor een bundeling van de esta-columns, voorzien van het herkenbare Koch-blauw.

Reislust

Eén ding valt bij lezing onmiddellijk op: wat gaat die man vaak op vakantie. Eén op de twee columns gaat over reisjes, korte uitstapjes, ‘even een paar dagen weg’, een maand naar Amerika, nietsdoen aan het zwembad, ‘op en neer naar Barcelona’. Vermoedelijk heeft dat, meer nog met Kochs reislustigheid, te maken met de doelgroep, die dol is op reizen, getuige de trips die je op de esta-website kunt boeken (drie dagen Stockholm, Onder zeil in Spanje of Very Nice).

Koch schrijft komisch, verzorgd en ‘vlot’; de schrijver Koch heeft dezelfde timing als de acteur Koch (bekend van… ach, dat weet iedereen nou toch wel). In die timing en in die verzorgde zinnen waarin heel zelden een storende stijlfout optreedt – ‘Met de naderende zomervakantie voor de deur’ is wat je noemt een joekel van een tautologie – vertonen de stukjes uit De ideale schoonzoon sterke verwantschap met de columns die Remco Campert verzamelde in Eetlezen, Tot zoens en Het bijzettafeltje. De droge, fijn gestileerde zinnen van Campert moeten Koch sterk hebben beïnvloed.

Net als bij Campert blijven Kochs columns, die in veel gevallen over niets bijzonders gaan, ook in een bundel overeind, door de humor en de lichtheid ervan. En het is niet de ondraaglijke lichtheid, maar juist de draaglijke lichtheid van het bestaan die Koch en Campert vieren, waarbij ze het grote klein maken en het kleine groot. Welke boeken neem je mee op vakantie? Lees je die boeken dan ook? Hoe lees je een roddelblad? Is zitten in de wachtkamer vervelend of juist fijn? Welke gympen kunnen nog op welke leeftijd? En hoe overleeft een voetbalverslaafde een etentje met z’n schoonouders op de avond van de Wedstrijd van de Eeuw?

Vaak heeft de voetbalweduwe net heel lekker gekookt als haar man thuiskomt. ‘Wat ruikt dat lekker,’ zegt hij. ‘Ja, vanavond komen mijn ouders eten,’ zegt zij. ‘Wat?’ zegt hij, zijn gezicht opeens zo wit als een middenstip. ‘Maar vanavond speelt (…) tegen (…)! Dat wist je toch!’ Hij voegt er nog aan toe dat het hier ‘de wedstrijd van de eeuw’ betreft. Wedstrijden van de eeuw vinden ongeveer vijftien keer per jaar plaats.

Draaglijke lichtheid

Eén verschil met Campert (Koch en Campert zijn voormalig collega’s bij de Volkskrant – waar blijft de bundeling van die nog veel geestiger stukken van Kochs hand?), die in het klassiek geworden verhaal ‘Tot zoens’ probeert om in Madrid twee postzegels en een envelop te kopen in een sigarenzaak: Kochs Spaans is een stuk beter. Komt ook door zijn Spaanse schoonfamilie, die regelmatig figureert in de stukjes. De dementerende schoonvader, de beschermende schoonmoeder, de dineetjes tot diep in de nacht; alle voors en tegens van een Barcelonese schoonfamilie passeren in De ideale schoonzoon de revue. Hoe het met zijn populariteit bij de schoonouders zit, verraadt de titel al.

Eén keer schiet Koch uit z’n slof, als hij een minicyclus van drie columns wijdt aan de terreur van thuisbevallingen. De rest van de columns zijn licht, maar te licht worden ze nooit. Daar zorgen zinnen als ‘De ruimte binnen was beperkt, de ruimte buiten was daarom des te groter’ wel voor.