Boeken / Fictie

Wil de echte schrijver nu opstaan?

recensie: Herman Franke - Zoek op liefde

.

Het laatste boek van Franke staat niet op zichzelf: Voorbij ik en waargebeurd is de overkoepelende naam van het schrijfproject waartoe dit boek behoort. Deel één had de titel Uit het niets, en nu is er deel twee: Zoek op liefde. Met verschillende verhalen in een roman, als onderdelen van een groter verhaal, dat weer in een groter geheel past. Niets nieuws aan. Maar het lijkt Franke er meer om te gaan verhalen de vrijheid te geven, dan dat hij zelf regisseert en met strakke hand componeert. Hij laat het flink uitdijen, waarbij zijn universum zichzelf lijkt te scheppen.

Aanwijsbordjes in een universum
De verteller, Ik, is schrijver van portretten en gaat in die hoedanigheid op zoek naar de man die weet wat het ergste is dat je ooit tegen iemand kunt zeggen. Tegelijkertijd – Franke voelt zich niet gebonden aan een rigide chronologie – is hij behoorlijk maniakaal op zoek naar de vrouw op een antieke foto. Deze concrete zoektochten van Ik zijn de lijm tussen de verhalen die ontstaan uit ontmoetingen, herinneringen en toekomstvisioenen. Elk verhaal is weer met evenveel aandacht geschreven, en bijna altijd raak en mooi. Maar een bijkomend effect van het steeds meegaan in een nieuw verhaal, is dat de spanning wat verslapt.

Illustratie door Femke van der Wijk

Illustratie door Femke van der Wijk

Dat maakt het niet makkelijk voor een lezer die op zoek is naar uitsluitsel. Franke laat graag zien dat zijn universum niet eenduidig is – hij speelt veelvuldig met de symboliek van spiegels, foto’s en verblindend zonlicht, waarmee hij de lezer een helder zicht ontneemt. Het veroorzaakt een droste-effect, waar hij zelf ook letterlijk naar verwijst. Niet bepaald behulpzame aanwijsbordjes in dit caleidoscopische universum – je zult je moeten overgeven. Meegaan met Ik die als het ware voor zich uitschrijft, en zijn eigen belevenissen waar maakt.

Gerboren worden
Waar gaan de verhalen over? Over alles wat menselijk is: emoties, liefde, angst, wanhoop, en hoop die wordt geput uit het zoeken naar één glimlach per dag. Herinneringen die Ik vertelt in ruil voor ‘het ergste dat je tegen iemand kunt zeggen’, visioenen die worden opgeroepen door het kijken naar de antieke foto, de geschiedenissen van de mensen die geportretteerd werden. Maar vooral ook over liefde en over het nageslacht. Dat nageslacht komt wel erg dichtbij voor Ik: zijn vriendin wil graag een kind en een oude vrouw zegt hem: ‘U moet gewoon lief tegen uw vrouw doen en kindertjes maken. Dan komt die waarheid vanzelf wel.’

Het grijpt mooi terug naar ‘uit het niets’. Een kind komt uit het niets, maar zonder zijn voorouders was het niets gebleven. Dat geldt precies zo voor onze portretschrijver, die zegt dat hij is ‘wat ik heb gedacht, wat ik heb gevoeld, wat ik heb verzonnen, wat ik me voor kan stellen…’. De schrijver portretteert zich, ontstaat in een boek, kijkt in de spiegel, en verzint zich.

De rek is er niet uit
Franke rekt de grenzen op binnen de grenzen. Maar het kan gedurfder. Franke rekt wetten van de roman of het verhaal op, maar maakt tegelijkertijd een kniebuiging naar diezelfde wetten door de inzet van uitermate literaire ingrepen. Aan de ene kant is er de keuze voor eenheid, met de verwijzingen naar fotografie en daarmee naar het begrip tijd; de filosofische saus die over alles heen ligt. En aan de andere kant wordt veel juist weer opzettelijk ontwricht. Ieder leven is een zee van ware en verzonnen herinneringen en emoties, en het is aan de schrijver om te kanaliseren – zichtbaar of onzichtbaar. En dat ontbreekt nu net iets te veel.

Ofwel Franke heeft concessies gedaan die zijn project wat ondermijnen, ofwel het is een slimme manier om aan saaie literatuurwetten te ontkomen. Maar goed, we zijn nog maar bij deel twee. Er gaat nog meer komen. Met de mooie, menselijke en soms surrealistische verhalen van Franke, in een rijke en rake taal, is het zeker geen straf het zoeken van Ik op de voet te volgen.