Boeken / Fictie

Omvergeblazen door een hormonenstorm

recensie: Hans Hogenkamp - Dingen die op liefde lijken

.

Hans Hogenkamp debuteerde in 2006 niet geheel onverdienstelijk met zijn roman Excuses voor het ongemak, waarmee hij werd genomineerd voor de Academica Debutantenprijs. Zijn tweede roman Dingen die op liefde lijken is het verhaal van Job, een ondernemer die rijk maar lusteloos is. Althans, tot hij Zanne ontmoet.

Hij sluit niet uit dat hij nog van Karin hield op het moment dat hij Zanne leerde kennen, maar dat was daarna niet meer vast te stellen, zoals je overdag de sterren niet kunt zien omdat de zon schijnt.

Pepernoten

Zoals alle zaken die met grote felheid branden, dooft deze liefde even snel als hij oplaaide. Dingen die op liefde lijken begint met een valse start. Hoofdstuk I lijkt een heimelijke knipoog tussen twee geliefden. De mierzoete reconstructie van die eerste gelukkige dagen blijkt echter de prelude voor de harde werkelijkheid van het daarop volgende hoofdstuk 1.

Deze creatieve dubbeltelling is geen fouttelling. Hogenkamp speelt met de chronologie en het perspectief van de lezer door de brief die Job schrijft aan Zanne over hun affaire af te wisselen met de minder reflectieve (en meer obsessieve) werkelijkheid na de affaire. Twee typen hoofdstukken voor twee verschillende invalshoeken. Schommelend tussen verlangen en woede gedraagt Job zich weer als een tiener, ‘omvergeblazen door een hormonenstorm’. Het lukt hem amper om zijn jaloezie en hypocrisie in bedwang te houden en daarmee stoot hij Zanne steeds verder af. Helaas maakt hij ook de lezer tot slachtoffer van zijn hypocrisie:

De open brief is de slapste vorm voor een column die er is, en Sinterklaas de slapste figuur om zo’n brief aan te richten, en de afgezaagde klaagzang dat de pepernoten begin oktober al in de winkel liggen (hoeveel columns heeft hij al over dit onderwerp gelezen? Tien? Twintig?) het slapste onderwerp om te behandelen.

Het is te hopen dat Hogenkamp deze opmerking enigszins ironisch heeft bedoeld, want de open brief over een mislukte affaire en het verschil tussen mannen en vrouwen, volgt de vroege pepernoten op korte afstand.

Oppervlakkigheid

Dat een onderwerp vaak behandeld is, betekent natuurlijk niet dat er geen ruimte is voor verbetering of een nieuwe interpretatie. Hogenkamp tracht de tijdgeest te vangen en in die zin druipt de oppervlakkigheid er wellicht met recht vanaf. Internetdaten, co-ouderen, Griekse goden-astrologie en andere verschijnselen: het komt allemaal aan bod in een schets van de marktmechanismen die moderne relaties volgens Job kenmerken en die klassieke waarden doen vervagen. Ook de hoofdpersoon worstelt met de houding die hij binnen die context aan moet nemen.

Soll denn kein Angedenken
Ich nehmen mit von hier?
Wenn meine Schmerzen schweigen
Wer sagt mir dann von ihr?

Wat een aanstellerij. Een beetje de intellectueel uithangen, die achteloos levenslessen uit voorbije eeuwen citeert. Alsof die kennis me immuun zou maken voor het leed dat erin besloten lag.

Dat Job zich bewust is van zijn eigen oppervlakkigheid maakt hem echter niet minder verachtelijk. Vanaf het begin varieert de relatie tussen Job en Zanne van klef en obsceen tot ronduit onuitstaanbaar, een beschrijving die ook op hun persoonlijkheden van toepassing is. Het enige personage dat enigszins ongeschonden uit de strijd komt is Karin, de ex-vrouw, maar die komt amper in het verhaal voor.

Anti-muze

Het kan zijn dat Job beter uit de verf was gekomen als hij niet alleen de belichaming van een vervroegde midlifecrisis en oppervlakkigheid was geweest. Zoals het nu op papier staat is het verdraaid lastig om enige empathie voor hem op te brengen, laat staan voor anti-muze Zanne. Dingen die op liefde lijken glijdt makkelijk over het netvlies, maar met name omdat het zo glad is als een glossy.