Boeken / Non-fictie

Non-fictie in haar puurste vorm

recensie: Hans Buddingh' - De geschiedenis van Suriname

.

De geschiedenis van Suriname van journalist en econoom Hans Buddingh’ is geen boek dat je leest ter ontspanning voordat je gaat slapen. Het is non-fictie in haar puurste vorm – een historische verhandeling waarin de feiten nauwkeurig zijn beschreven. Inclusief vele jaartallen en namen van planters, gouverneurs en opstandige slaven. En inclusief oude brieven, teksten en tabellen met cijfers. Wie zich wil verdiepen in dat ‘wonderbaer ende goudrijcke landt’, zoals het op het omslag staat beschreven, heeft aan dit boek een uitstekend en totaal naslagwerk dat vier eeuwen geschiedenis van Suriname beslaat.

Niet altijd spannend, wel compleet
Spannend om te lezen is het boek niet altijd, maar dat is ook niet wat het nastreeft – De geschiedenis van Suriname is in elk geval compleet. En wie minder geïnteresseerd is in het bestuurlijke Suriname van de zeventiende en achttiende eeuw, kan doorbladeren naar uitgebreide verhandelingen over de slavernij, boni-oorlogen en de marron-samenleving. Dat bestuurlijke Suriname was overigens een grote rotzooi, zo blijkt uit de eerste hoofdstukken; Nederlanders hebben er door een continue machtsstrijd een potje van gemaakt.

Wat de slavernij betreft; de gruwelijkheden van dat tijdperk komen misschien nog wel extra goed tot uiting door de droge, feitelijke vorm waarin de historie verteld wordt. ‘De slaven in Suriname waren voor de wet niet meer dan een rechtsobject’, zo schrijft Buddingh’ in de eerste zin van het hoofdstuk ‘Slavernij’. Wat dat concreet betekent, wordt duidelijk uit vele wrede voorbeelden die hij schetst – bijvoorbeeld deze memorie uit 1938, waaruit blijkt dat slaven in 48 uur slechts zes uur vrij hadden om te eten en te slapen:

De neegers nu, die den geheele nacht doorgewerkt hebben aan het aanbrengen van het riet, het wegdragen der uitgeperste stokken, het stoken van het vuur (een taak daar de meeste spoedig aan succomberen) en het koken van suiker mogen, des anderen daags niet uitrusten, maar moeten dadelijk van de molen naar veld gaan om riet te kappen en te transporteren (…).

Niet gebonden aan de waan van de dag

Van de transformatie van de koloniale maatschappij, de economische situatie en de moeizame weg naar de onafhankelijkheid, leidt Buddingh’ de lezer naar de jongste geschiedenis van Suriname, die zich grotendeels laat vertellen aan de hand van die ene roemruchte naam: Desi Bouterse. Corruptie, de Binnenlandse Oorlog en wijdverbreide drugspraktijken passeren de revue, waardoor de krantenberichten van nu van een stevige context worden voorzien. Bijvoorbeeld door de brief van de Associatie voor Democratie gericht aan Bouterse, die aan de Decembermoorden voorafging:

U spreekt wel van democratische structuren en consultatie, participatie, controle en verantwoording, maar de leiding van de staat, zoals onder meer in uw persoon verenigd, moet door het volk als een onwrikbaar gegeven worden aanvaard. Kennelijk wordt het volk door u nog niet in staat geacht over het inzicht te beschikken zijn eigen vertegenwoordigers te kiezen.

Het is ook het stuk geschiedenis dat deze herziene uitgave (de eerste editie verscheen in 1995) van De geschiedenis van Suriname weer zo actueel maakt. ‘Puur toeval’, is het volgens Buddingh’ dat zijn herziening is gepubliceerd juist nu de amnestiewet de gemoederen rond Suriname weer hoog heeft doen oplaaien. Maar ook al is de timing onverwachts goed, dit boek is allesbehalve gebonden aan de waan van de dag. De geschiedenis van Suriname is evenwichtig, goed geschreven en met een nauwkeurige precisie verteld – een standaardwerk dat in geen enkele boekenkast misstaat.