Boeken / Fictie

De weg van tegenstrijdigheden

recensie: Gustaaf Peek - Ik was Amerika

Nazi’s zijn slecht. Dat is tenminste het gemiddelde sentiment als men het over deze groep mensen heeft. Ik was Amerika nuanceert dat beeld enigszins. Nazi’s blijken opeens ook gewoon mensen te zijn. Personen van vlees en bloed met sympathieke, altruïstische en liefhebbende eigenschappen.

In Gustaaf Peeks Ik was Amerika maken we kennis met Dirk, een Nederlander die voor de nazi’s heeft gevochten tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hij werd gevangengenomen in Noord-Afrika en door de geallieerden overgebracht naar een kamp in de VS. Hier hadden de gevangenen voldoende eten, leerden ze Engels en voerden ze toneelstukkken op. Maar tevens moesten ze tussen de zwarte arbeiders op de katoenvelden werken. Het is op een dergelijke plantage dat Dirk vriendschap sloot met Harris en diens halfzuster Cicely ontmoette. Zesendertig jaar later keert Dirk terug naar Amerika.

Wisselingen
Vanaf de eerste pagina word je in verwarring gebracht. Peek schiet van personage naar personage, van heden naar verleden en weer terug. Je wordt als lezer het verhaal ingesleurd, zonder dat je begrijpt wanneer je wat en met wie meebeleeft. Je wordt midden in de gebeurtenissen gedonderd en moet maar zien hoe je hier weer uitkomt. Voortdurend ben je op zoek naar de onderlinge verbanden, de antwoorden en de redenen van datgene Peek je voorschotelt. Ik was Amerika is daarmee letterlijk een meeslepend boek.

Door de vele wisselingen van perspectief is het weliswaar niet eenvoudig om in het verhaal te komen, maar de verschillende hoofdstukken zijn, ieder op zich, zo meeslepend en intrigerend geschreven, dat je geboeid blijft. Ondanks alle vraagtekens die je als lezer hebt. Zo blijf je jezelf van begin tot eind afvragen of je geen afkeer moet hebben van Dirk. Hij is tenslotte ‘fout’ geweest in de oorlog.

Liefde
Maar zijn vriendschap met de zwarte Harris, zijn relatie met diens halfzuster Cicely, zijn geduld en naastenliefde: het werkt allemaal in het voordeel van Dirk. En zodra je meer van zijn achtergrond te weten komt, begin je zijn keuze om voor de Duitsers te vechten ook meer te begrijpen. Deze innerlijke tweestrijd waarmee de lezer moet leven, is een prachtige weerspiegeling van de ambivalentie van goed en kwaad. It’s all in the eye of the beholder.

Los daarvan ontspinnen zich gedurende de voortgang van het boek diverse intrigerende levensverhalen. We zien de strijd van Harris tegen de onderdrukking van de zwarte medemens en de eenzaamheid van de eigenaresse van de plantage waar hij werkt. Tevens verliezen we ons in de onmogelijke liefde van Cicely voor Dirk. Ten slotte is daar nog de mysterieuze Jennifer, die op wel heel orthodoxe wijze van woonruimte naar woonruimte springt.

Het einde
Ik was Amerika is vervreemdend, ontroerend, boeiend en ronduit verwarrend. Zelden sta je als lezer op het juiste been en voortdurend ben je zoekende naar de betekenis en het perspectief. Maar door al die verwarring heen kun je het boek toch niet aan de kant schuiven. Daarvoor hebben Dirk, Harris, Cicely en Jennifer je te goed bij je kladden gegrepen. Je moet en zal het verhaal tot het einde uitlezen, om daar vervolgens hoopvol en voldaan, maar tegelijkertijd ook teleurgesteld aan te komen. Want geheel in de stijl van het voorgaande is het einde van de roman er ook eentje van tegenstrijdigheden.

Niet alles is zwart of wit, goed of slecht. En zo ook het einde van deze verschillende levensverhalen. Soms loopt het goed af en soms ook niet. Maar de weg daar naartoe is het belangrijkste en die weg heet Ik was Amerika. En die weg is goed!