Boeken / Fictie

Dwaaltocht van een jaguarmoordenaar

recensie: Guillermo Arriaga - Nachtbuffel

Guillermo Arriaga verwierf wereldfaam met scenario’s, noemde zichzelf “Een jager die schrijft” en verloor als klap op de vuurpijl zijn reukvermogen in een straatgevecht. O ja, en het Mexicaanse fenomeen Juan Rulfo en William Faulkner vormen zijn grote voorbeelden. Dit alles leest de cynisch geworden potentiële koper alleen al op de flaptekst, alvorens hij de roman Nachtbuffel hoofdschuddend teruglegt.

Jammer, want Nachtbuffel had zonder die pocherij gekund. In de Spaanstalige literaire wereld heeft duizendpoot Arriaga al meerdere werken op zijn naam staan. Hier is hij relatief onbekend want Nachtbuffel is pas de tweede in het Nederlands vertaalde roman van de in 1958 in Mexico-Stad geboren schrijver. Vier jaar geleden haalde het door het critici goed ontvangen De zoete geur van de dood twee drukken, maar aan het grote publiek ging het toch grotendeels voorbij. Wellicht lift Arriaga dit keer mee op zijn verbintenis aan de succesvolle film Babel en komt daar met Nachtbuffel verandering in.

De zoete geur van de dood was een beklemmende vertelling van de moord op een meisje, gesitueerd in de beslotenheid van een kleine gemeenschap in Zuid-Mexico. In Nachtbuffel gooit Arriaga het over een andere boeg. Dit verhaal speelt zich af in het tumultueuze Mexico-Stad en ademt een stedelijke sfeer uit. Hoofdpersoon Manuel is student aan de universiteit en weet zich daar omringd door de vrouwen in zijn leven: Margarita, Rebeca en vooral Tania bewegen zich met hem langs de grens van volwassenheid. Hun leeftijden zijn onbestemd, maar bijna alle personages wonen nog bij hun ouders thuis en zullen dus rond de twintig zijn. Manuels beste vriend Gregorio pleegt aan het begin van het verhaal zelfmoord, maar is toch het meest indringend aanwezig.

Oorwurmen

Manuel krijgt een grote klap als deze vriend zich op spectaculair beschreven wijze van het leven berooft. Die gebeurtenis komt niet bepaald onverwacht want Gregorio brengt een groot gedeelte van zijn korte leven door in inrichtingen. Vanaf dan waart Gregorio’s erfenis als het ware om de hoofdpersoon heen. Manuel heeft zijn leven namelijk rondom Gregorio gebouwd. Gregorio’s zus Margarita is één van Manuels vriendinnetjes en Manuel heeft twee jaar lang in het geheim een relatie met Tania, de vriendin van… jawel, Gregorio. De hoofdpersoon begint aan een dwaaltocht die een akelige wending neemt als iemand hem berichten van zijn dode vriend begint te sturen.

Van een interessante innerlijke strijd is bij Manuel desondanks weinig sprake. Eigenlijk is hij een arrogante kwast die meent dat alle vrouwen automatisch verliefd op hem worden en die anderen steevast oppervlakkig vindt, maar bij wie zelf geen diepgaande karaktertrekken of interesses zijn te bespeuren. Daardoor is hij paradoxaal genoeg de ideale persoon om Gregorio]s verhaal te vertellen. Gregorio bezit in zijn krankzinnigheid zoveel facetten dat hij sterk genoeg is om het boek te dragen. Als een soort wreker spookt hij door de bladzijden en zijn aanwezigheid is voelbaar, ondanks zijn dood. De lezer ziet hem alsmaar gekker worden en zijn steeds erger wordende waanideeën spatten van de bladzijden. Vooral Gregorio’s overtuiging dat er oorwurmen door zijn bloedbaan circuleren en zijn daaropvolgende beslissing maken indruk. Zo kabbelt het overigens zeer goed vertaalde boek rustig voort als een sterke psychologische roman.

Een onverwachte wending

Dan neemt het verhaal plotseling een andere wending. Manuel grijpt in een dierentuin een pistool en schiet een jaguar dood. Hoewel Arriaga zijn hoofdpersoon eerder al af en toe met een vuurwapen laat zwaaien, lijkt hij toch een evenwichtige jongeman te zijn. Zijn actie komt dan ook zo onverwacht dat het ongeloofwaardig is. Deze lange subplot (om in filmtermen te spreken) bevat alle clichés van het thrillergenre; Manuel belandt na een vlucht op het politiebureau waar hij door een zogenaamd nare rechercheur wordt onderworpen aan een uitputtend verhoor. Wellicht heeft de schrijver wat spanning toe willen voegen, maar hij verpest de sfeer van zijn roman. Bovendien komt Gregorio nauwelijks aan bod waardoor het extra opvalt hoe leeg Manuel eigenlijk is. De lezer leeft eenvoudigweg te weinig met hem mee om zijn welverdiende arrestatie interessant te vinden.

Tegen het einde keert Arriaga net op tijd terug naar waar het werkelijk om draait: Gregorio, Manuel en zijn vrouwen. Arriaga laat dan weer zien waarin hij uitmunt: de kunst om met weinig woorden beelden op te roepen. Zelfs de soms wat lange dialogen doen daaraan geen afbreuk. Nachtbuffel is een mooie roman. Maar zonder jaguar was het nog mooier geweest.