Boeken / Strip

Chaotische superheldenstrip zonder coherentie

recensie: Gerard Way en Gabriel Ba (vert. Toon Dohmen) - Umbrella Academy: De Apocalyps suite

Deel 1 van de Umbrella Academy werd in de Verenigde Staten met gejuich ontvangen als vernieuwende en surrealistische graphic novel. Geschreven door Gerard Way, ook zanger van de groep My Chemical Romance, liggen labels als gothic- of emostrip snel voor de hand. Wat vooral bijblijft, is de rare combinatie van rommeligheid en gekunstelde zwarte humor die maar niet wil samensmelten tot een boeiend geheel.

Het verhaal begint direct in supersneltreinvaart. Snel wordt via een korte serie flashbackbeelden de toon gezet; dit wordt een verhaal met ruimtewezens, gekke geleerden, en door het lot uitverkoren superhelden. Zeven baby’s met buitengewone krachten worden door de steenrijke geleerde Hargreeves geadopteerd en in de zogenoemde ‘Umbrella academie’ opgeleid om de wereld te redden.

Absurdisme in het kwadraat

~

Op pagina 10 mogen ze al laten zien wat ze kunnen op tienjarige leeftijd, en vanaf pagina 17 leren we dat er weer twintig jaar is verstreken. De kinderen van de academie hebben het onderlinge contact verloren of verbroken. Als hun pleegvader overlijdt, komen ze bijeen en komen ze erachter dat de wereld op de rand van totale vernietiging staat. Vanaf dat moment worden ze gedwongen weer samen te werken om het gevaar – dat van een van hen komt – te keren.

In feite geen bijzondere opbouw van een superheldenstrip, maar toch is De Apocalyps suite anders dan andere. In het superheldengenre is het niet snel een bezwaar als er een groot beroep wordt gedaan op het voorstellingsvermogen van de lezer. Puike strips als Hellboy en X-men veronderstellen dat het publiek bereid is om veel aan te nemen zonder al te veel vragen te stellen. In die gevallen werkt dat goed omdat er toch een soort logica in het verhaal aanwezig is. Gerard Way vraagt heel veel meer van zijn lezers; wellicht te veel. Op nagenoeg iedere pagina worden nieuwe monsters van Frankenstein geïntroduceerd en vliegen de meest bizarre details om de oren. In plaats van dat die surreële elementen het verhaal verrijken, versplinteren ze het echter.

Shock and awe

Wel is het allemaal erg mooi en gewelddadig vormgegeven. Gabriel Bá is erin geslaagd om het verhaal in een mooie stijl neer te zetten. Met de sfeer en karakters is niets mis. Maar de knappe tekeningen kunnen het verhaal niet tot een vloeiend geheel maken. De zijsporen die worden gelegd, lijken te wijzen op een ambitie om een groots fundament op te zetten, dat een langlopende serie kan dragen.

Jammer genoeg leiden al die zijsporen veelal nergens toe, komen ze ook niet of slechts houterig samen en leiden ze uiteindelijk alleen maar af van de kern van het verhaal. Het veelvuldig gebruik van terzijdes komt over als een shock and awe-tactiek om de lezer te overdonderen. Misschien is dat een bewuste keuze geweest, omdat de kern uiteindelijk niet zo heel veel om het lijf heeft.