Boeken / Non-fictie

Reisgids van een dictatuur

recensie: Frank van Hoorn - Vuil van de reis. Op dictatour door Europa

.

Voor zijn boek Vuil van de reis bezocht journalist Frank van Hoorn vijf voormalige dictaturen en een nog bestaande dictatuur in Europa. Daar ging hij op zoek naar (resten van) de oude staatsorde.

Van Hoorn heeft hiermee een mooi onderwerp te pakken en roept met zijn boek ook verschillende interessante vragen op. Dat komt echter met name door zijn beschrijvingen van oude reisgidsen en historische discussies. Zijn persoonlijke observaties boeien minder, omdat een dictatuur in het straatbeeld onzichtbaar blijft.Levert dit interessante reportages op? Ja en nee. Over toerisme in een dictatuur valt genoeg te melden en Van Hoorn is dan ook op zijn best als hij de boeken induikt en oude reisgidsen en historische discussies beschrijft. Zo laat hij zien dat Mussolini er alles aan deed om het toeristen naar de zin te maken. Toen de Nederlandse schrijfster Ellen Forest klaagde over het lawaai in Rome, nodigde il duce haar nog diezelfde middag uit en zegde haar toe dat Rome binnen twee maanden net zo stil zou zijn als andere Europese steden. Het wekt geen verbazing dat Forest daarna zeer te spreken was over de dictator, en zo zette Mussolini toeristen in als propaganda.

Op verschillende plaatsen in zijn boek bespreekt Van Hoorn enkele interessante vragen. Een van de meest intrigerende is of de toerist medeplichtig is aan de dictatuur. Mag je bijvoorbeeld genieten van de natuur in Birma, terwijl je weet dat mensen er stelselmatig onderdrukt worden? In de jaren zeventig vonden sommigen dat men niet als toerist naar Spanje kon gaan, maar evengoed beweerden historici later dat Franco juist op de knieën werd gedwongen door toeristen. De dictator moest immers rekening houden met de wensen van zijn ‘gasten’. En daardoor moest hij ook het diplomatieke verkeer met omringende landen behouden en opende zich de weg naar een democratie.

Een goede krant


Dit soort discussies geven op zichzelf veel stof tot nadenken, maar helaas voegen de persoonlijke observaties van Van Hoorn daar niet veel aan toe. In de geboorteplaatsen van Hitler, Franco en Mussolini is simpelweg niet zo veel te zien. De ironie wil dat de journalist dit zelf ook inziet. Hij concludeert: ‘Het cliché wil dat je alleen kunt oordelen over zaken die je zelf hebt gezien, maar voor een reëel beeld van tirannie heb je waarschijnlijk meer aan een goede krant.’ Een toerist leert een dictatuur dus niet goed kennen en dat wordt eens te meer duidelijk uit Van Hoorns bezoek aan Wit-Rusland: hij heeft de dictatuur tijdens zijn bezoek niet gezien en twijfelt aan de waarde van zijn observaties.

Eigenlijk had Van Hoorn daarna moeten besluiten om zijn oorspronkelijke plan overboord te gooien en zich uitsluitend te verdiepen in het vroegere dictatortoerisme en de discussie die daarover door historici gevoerd is. Zijn eigen indrukken boeien namelijk zelden. Maar voor wie daar doorheen kan lezen, werpt dit boek zeker enkele interessante vragen op.