Boeken / Non-fictie

Een liefdesverklaring, dat is het zeker

recensie: Edith Ringnalda - Heer en meester, een liefdesverklaring

.

‘Op een hoogtepunt van mijn leven mocht ik in de grote kruising van ruimte en tijd de juiste man ontmoeten, mijn wederhelft.’ Geen gedicht van Simon Vinkenoog, maar de beschrijving van de ontmoeting met Edith, in haar woorden. Vinkenoog is op het moment van de ontmoeting nog getrouwd met Barbara Mohr, zijn vijfde vrouw, maar staat op het punt van haar te scheiden. Edith is niet onmiddellijk verliefd; zij is jong, mooi en op dat moment zeer succesvol en gelukkig als zakelijk directeur van de beroemde theatergroep Dogtroep. Bovendien is ze verliefd op iemand anders.

Meer dan verliefd
Maar als zij Simon na een avondje uit toch mee naar huis neemt voor een afzakkertje, zit hij in no–time naakt op een antieke bank in Ediths woonkamertje. Ze gaan met elkaar naar bed, maar nee, Edith wordt maar niet verliefd. Tenminste, niet gedurende drie weken. Dan laat Edith Simon op een theaterfeestje twintig minuten voor joker bij de garderobe staan. ’s Avonds gebeurt het volgende:

Ik had me dus behoorlijk misdragen, maar werd wel naast hem wakker de volgende morgen, in mijn bed. En toen veranderde mijn leven.
Wij keken elkaar aan. (…) Een nooit eerder gevoelde, diepe sensatie van liefde doorstroomde mijn lichaam, mijn hart en mijn ziel.

Wat volgt is de beschrijving van twintig jaren vol optredens in het hele land, vol wonderbaarlijke vrienden (Bladzijde 78: ‘Dat bleek Gerrit Lakmaaker te zijn, een oude vriend van Simon uit de jaren zestig, beter bekend als Gerrit de ethersnuiver. Hij woonde met zijn vrouw en zoon in een boomhut op het eiland’) maar vooral vol intense liefde.

Edith geeft haar baan op en samen met haar Grote Liefde (let op de hoofdletters) koopt ze een volkstuintje. Sommige dagboekfragmenten uit 2009, die de biografie van hun liefde doorsnijden, lijken uit de pen van generatiegenoot en collega–volkstuinbezitter Jan Wolkers gevloeid te zijn. In een zelfverkozen isolement brengen Simon en Edith hun uren ‘op de tuin’ zoet met praten, kranten lezen en scrabbelen, eindeloos scrabbelen.

Dieproze herinneringen
Voor de literatuur is het spijtig dat Edith Ringnalda zich destijds zo volkomen aan haar Grote Liefde overgaf. Het schitterend vormgegeven Heer en Meester is immers een fraai geschreven ode aan een hevige liefde, maar legt tegelijk ook de schaduwzijden van de liefde bloot. Want Ringnalda is zo vol van haar gevoelens voor Vinkenoog, dat er voor andere zaken nauwelijks nog plek lijkt. Edith en Simon samen tegen de boze buitenwereld, dat beeld roept het boek op. Die diepe, diepe liefde wekt bewondering, maar ook verbazing en een beetje ergernis. Terwijl zij anderen en ook zichzelf kritisch en soms bijna grof benadert, staat Ringnalda altijd vierkant achter haar man, meer dan dat, ze adoreert hem. Die adoratie is even prachtig als overdadig; haar herinnering aan Simon is dieproze gekleurd.
De mooiste passages zijn die waarin Ringalda schrijft over de momenten ná Vinkenoogs overlijden. In die stukjes is de allesoverheersende liefde heel even vervangen door het eigen verdriet:

Op het moment suprème gaf ik niet thuis! Nog nooit voorgekomen. Wilde ik de wanhopige blik in zijn ogen niet zien en wist mijn lichaam (hersenen) intuïtief dat ik hem niet aan moest kijken om die blik niet als laatste met me mee te hoeven dragen?