Boeken / Fictie

Liefde in tijden van eenwording

recensie: Daniela Krien - Ooit zullen we elkaar alles vertellen

.

Terwijl de twee Duitslanden worden herenigd en iedereen afwacht wat de onzekere toekomst in petto heeft, belandt de zestienjarige Maria in een hevig gepassioneerde liefdesrelatie. Een zinderende zomer op het Oost-Duitse platteland is het decor voor deze uiterst sinnliche debuutroman.

Voor de goede orde: in de flaptekst wordt dit boek door de uitgever nogal bombastisch vergeleken met Salingers The catcher in the rye. Dat moeten we vergeten. Het is te gemakkelijk iedere coming-of-age roman op te hangen aan de schrijnende werkelijkheidsbeleving van Holden Caulfield. Niet meer aan denken dus.

DwangmatigDaniela Krien laat de jonge Maria op een vanzelfsprekende wijze zichzelf ontdekken: bij Johannes voelt ze zich een meisje maar bij Henner is ze een vrouw. Dat is een lichamelijke en emotionele ontdekking waarbij de intieme verhouding met Henner soms nogal ruwe vormen aanneemt. Tegelijkertijd begint ze te beseffen dat haar samenzijn met Johannes slechts gestoeld is op de puberale liefde van twee naïeve jonge mensen.

Dit is zijn weg, en de mijne, dat kan ik wel zeggen, gaat een heel andere richting uit. Het is nog te vroeg om te weten waarheen. Ik tuimel van de ene emotie in de andere, leef van de ene dag in de andere, helemaal op het moment, helemaal in het heden, en dat heden is Henner.  

Alle personages uit deze roman zijn bezig zich te richten op nieuwe mogelijkheden die de Duitse eenwording hen biedt. Ook dat is een ontdekking in een kersverse werkelijkheid vol toekomstverwachtingen. Johannes is vastbesloten een fotografieopleiding te gaan volgen, zijn vader wil de boerderij geheel biologisch producerend maken en zijn moeder verlustigt zich aan de nieuwe spullen die ze zal kunnen aanschaffen. De roekeloze aantrekkingskracht die Maria in haar geheime relatie met Henner meesleurt, wordt door de auteur bijzonder goed als metafoor neergezet: een opwindende verbeelding van de komende nieuwe tijd.

Heimat
Het lezen van Ooit zullen we elkaar alles vertellen smelt soms automatisch samen met beelden uit de legendarische filmcyclus Heimat (1984) van de Duitse cineast Edgar Reitz. Het is dezelfde ruige maar romantische landschappelijkheid en aardse atmosfeer van eeuwig voortploeterende mensen op het platteland. Tegen wil en dank op zoek naar betere tijden, geen zicht op daadwerkelijke verbetering maar er altijd naar blijven streven. De uitgesproken typering van de karakters valt naadloos samen met de oprechtheid en puurheid van het boerenleven. Het leven speelt zich af in een vacuüm, als een afgesloten maatschappij, waar de grote wereld zich slechts op verre afstand laat horen.

Wrange liefde
Bovenal stroomt deze roman over van liefde. Voor het landschap, voor de vrijheid en voor de mensen in hun uiteenlopende verschijningen. Geen liefde zoals in de gemiddelde streekroman – zoet en ongecompliceerd – maar liefde met de wrange bijsmaak van tegenslag en teleurstelling, die altijd op de loer ligt als hoop en geluk te uitbundig worden gevierd. En daar kunnen de beide Duitslanden over meepraten.

De liefde tussen Maria en Henner loopt onherroepelijk richting een allesveranderende climax. Zoals dat gaat met verboden liefdes: een grote knal en alles valt in stukken uiteen. Eerst is er dan stilte: maar ooit zullen we elkaar alles vertellen.