Boeken / Fictie

Schrijven is niet altijd schrappen

recensie: Désanne van Brederode - Door mijn schuld

Er is iets vreemds aan de hand op de achterflap van de nieuwste roman Door mijn schuld van Désanne van Brederode. De quotes, die altijd weer de achterkant van een boek sieren, zijn dit keer door de uitgever weggelaten. In plaats daarvan heeft niemand minder dan onze eigen minister van Justitie Hirsch Ballin zijn mening mogen geven. Want wie weet beter hoe het in de wereld van politie en justitie aan toe gaat dan hij? Door mijn schuld is dan ook niet zomaar een flinterdunne thriller maar een lijvig boek over schuld en onschuld.

Niet alleen Hirsch Ballin is gevraagd om een vleiend stukje te schrijven, ook Peter R. de Vries doet een duit in het zakje. Op de achterflap schrijft hij vol lof: ‘Knap uitgewerkt, mooi psychologisch drama, waarvan ik me afvraag of het misschien aan de werkelijkheid van een waar gebeurde zaak is ontleend!’ Of De Vries’ verwondering gespeeld is of niet, van meet af aan is duidelijk dat Van Brederode haar roman heeft gebaseerd op de geruchtmakende Deventer moordzaak.

Ernest Louwes


Na een uitzending van het televisieprogramma De reünie, waarin de vrouw van Ernest Louwes vertelde dat ze altijd was blijven geloven in de onschuld van haar man, vatte Van Brederode het plan op om rond deze thematiek een roman te schrijven. Want wat als de man die door iedereen als onschuldig wordt gezien toch de moordenaar blijkt te zijn? En wat als jijzelf de man bent die zijn beste vriend heeft vermoord, zoals hoofdpersoon Gunnar de Wit, maar niemand gelooft dat jij de dader kan zijn? Dan blijft er maar een mogelijkheid over: een boek schrijven waarin je vertelt hoe het werkelijk allemaal gegaan is.

Om zich te bevrijden van de zware last die hij met zich meetorst, begint Gunnar na zijn vrijlating uit de gevangenis met het schrijven van het gewraakte manuscript. En dat doet hij diepgravend, geen detail wordt over het hoofd gezien. Het resultaat is een uitvoerig psychologisch portret van een moordenaar. Gunnar vertelt hoe hij opgroeit in een intellectueel nest waarin hij zich altijd een buitenstaander heeft gevoeld. Waar zijn broers en zussen kiezen voor een academische carrière, wordt hij banketbakker en trouwt hij met een meisje uit een arme en asociale familie. Met opzet verwijdert hij zich zo steeds verder van het milieu waarin hij is opgegroeid.

Voorbeeldige familieman

Bij het oprakelen van Gunnars verleden blijft het niet. Ook de relatie met zijn beste vriend, die hij uiteindelijk van het leven berooft, wordt tot op de draad uitgeplozen. Ondanks de diepgravende analyse blijft het onduidelijk waarom Gunnar die noodlottige middag de steen opraapt waarmee hij vervolgens zijn vriend ombrengt. Blijkbaar wil Van Brederode de lezer laten inzien dat in ieder van ons een moordenaar schuilt. Dat wij ook die steen hadden kunnen gooien. Of dat Ernest Louwes, ondanks zijn voorbeeldige en zelfs wat slungelige voorkomen, wel degelijk een moordenaar zou kunnen zijn.

Parallellen tussen de Deventer moordzaak en de moordzaak in de roman zijn dan ook gemakkelijk te trekken. Net als Ernest Louwes wordt Gunnar de Wit in de media neergezet als de voorbeeldige familieman die onmogelijk een moord zou kunnen begaan. Ook de overbekende scène in de rechtbank, waarbij Ernest Louwes zich hevig verzet tegen zijn inhechtenisneming, is rechtstreeks in het boek terechtgekomen. En net als in de Deventer moordzaak is er in Door mijn schuld een Maurice de Hond terug te vinden die de zaak tot een mediahype omtovert.

Gebeeldhouwde zinnen


Toch heeft Van Brederode niet alleen een reconstructie willen schrijven van een denkbeeldige moordzaak. Daarvoor bevat het boek te veel zijwegen. Want Van Brederode laat niets onbesproken. Het huidige politieke klimaat, de aanslag op de Twin Towers, de ‘mislukking’ van de multiculturele samenleving, alles wat Van Brederode van belang achtte is in het boek terechtgekomen. Het devies ‘schrijven is schrappen’ is duidelijk niet iets wat Van Brederode aanhangt. Het lezen van deze ingewikkelde roman is door deze uitvoerigheid met vlagen een worsteling. De zinnen lijken gebeeldhouwd; ze zijn streng en doordacht. Elke zin is even belangrijk als de vorige. Even op adem komen is er niet bij. Het verhaal raast maar door, want Van Brederode houdt niet van oppervlakkig gewauwel. Ze wil de diepte in, en neemt ons noodgedwongen mee in al haar intellectuele overpeinzingen.