Boeken / Fictie

Een glimp van gekreukelde jongeren

recensie: Chris Killen (vert. N. Timmer) - De vogelkamer

Nooit leren we ze echt kennen, de personages in De vogelkamer. Ze zijn jong maar hebben al littekens. Ze zoeken en botsen, en of ze ooit echt iets zullen vinden is onduidelijk. Een treurig verhaal. Maar debutant Chris Killen (1981) houdt zijn roman overeind met een puntige, gevatte stijl.

Will heeft nog nooit een vriendin gehad. Wel een baan, iets met spreadsheets en rapporten. Maar hij heeft ontslag genomen – door eenvoudigweg niet meer op zijn werk te verschijnen. ‘Mijn nieuwe baan zal bestaan uit: rondhangen en televisiekijken en crackers eten en niet meer naar mijn werk gaan.’ Verder heeft hij geen plannen. Will is een triest figuur.

Porno
Even lijkt Will geluk te hebben. Een mooi en dronken meisje dient zich aan: Alice. Een tijdje zijn ze zelfs verliefd. Maar op de eerste pagina’s van De vogelkamer is het weinige wat ze hebben opgebouwd al doodgebloed, en toont Alice vooral belangstelling voor Wills enige vriend, die ook Will heet en kunstenaar is. Geef haar eens ongelijk.

Will brengt zijn dagen door met het afstropen van amateurpornosites, de muis in zijn linkerhand, op zoek naar een seksvideo die Alice eens heeft laten maken. Hij is een vat vol jaloezie, paranoia en machteloosheid – of misschien eerder een leeg vat. Vaak zegt hij sombere dingen. Zoals: ‘Ik wil dat ik geen deel meer heb aan de dingen’. Of: ‘Soms vraag ik me af of ik nog wel besta’.

Vonk
In een ander deel van de stad woont Helen. Vroeger heette ze Clair. In haar hoofd zit een ingebeelde zus, die haar soms moed inspreekt. Via internet doet ze vieze dingen voor geld. Net als Will is ze beschadigd en heeft ze ‘dingen meegemaakt’. Maar De vogelkamer laat de lezer in beide gevallen gissen naar het hoe en wat. Kunnen deze twee misschien iets voor elkaar betekenen? Waarschijnlijk net zomin als een gebroken sleutel in een verwrongen slot past. Maar voor je het weet is het boek al uit. Veel wijzer ben je niet geworden.

Dat is wat onbevredigend. De personages blijven zo dun als het papier dat hun verhaal bevat. Dat de roman toch de moeite waard is, is te danken aan de stijl. Killen schrijft gevat en ironisch. Veel staccatozinnetjes, soms drie of vier onder elkaar. Dat werkt vooral goed in korte teksten als columns en blogs, die Killen online publiceert, maar deze roman is net kort genoeg om dat soort proza te rechtvaardigen. Zo botst de troosteloosheid van de gebeurtenissen steeds op de geestige stijl en soms vonkt daar iets moois vanaf.

Lichtpuntje
Na afloop heb je niet meer dan een glimp opgevangen van een paar jonge mensen die elk op hun eigen manier in de kreukels liggen – of ze het nu weten of niet. Ze stommelen door het leven en lopen af en toe tegen iemand aan. Dan voelen ze even iets. Soms nemen ze een Grote Beslissing. Meestal loopt die op niets uit. Hoe zal het verder gaan met ze? Het verhaal laat de lezer enige ruimte voor fantasie, maar nauwelijks voor optimisme.

Maar er zijn lichtpuntjes. De belangrijkste daarvan is dat dit nog maar het eerste boek is van een jonge Britse schrijver die onmiskenbaar talent heeft. Chris Killen is iemand om in de gaten te houden. Al was het maar op internet.