Boeken / Fictie

De tegenwoordigheid van het vlees

recensie: Charles Ducal - In inkt gewassen

Vrouwen, varkens, boeren, God, een oude dichter, Jezus, ettelijke pornosterren en een haan. De Vlaamse dichter Charles Ducal (pseudoniem van Frans Dumortier) wekt in zijn nieuwste bundel In inkt gewassen een ware santekraam aan karakters tot leven. Míj kon het tableau vivant aanvankelijk maar weinig bekoren. Toch bracht de bundel mij uiteindelijk meer dan ik ooit had durven hopen. Met dank aan de buurvrouw.

Ik vind het eigenlijk je reinste verspilling. En aanmatigend snobisme op de koop toe. Om in tijden van honger en gebrek, tijden van oorlogen en geruchten van oorlogen een dichtbundel uit te geven. “Door de tijd waarin ik leef aangetast / heb ik het woord achtergelaten / en mij aan gangbare taal aangepast.”

Begrijp mij goed: ik wéét dat de intensiteit van het gedrukte dichtwoord een rustieke bedding nodig heeft. Ik begríjp dat het exotische woordeiland slechts kan bestaan bij de gratie van de omringende witte zee, zacht de horizon van de paginarand omspoelend richting een volgend gedicht in een onbereikbare tegenwereld. Maar is het allemaal ook verantwoord? Kun je het je kinderen verkopen om in tijden van schaarste kostbaar papier te verspillen aan overvloedige witruimte, wanneer je tegelijkertijd moet erkennen dat het uiteindelijk de taal is die het dichterlijke werk moet doen? De Vlaamse dichter Charles Ducal heeft gemeend van wel. Van zijn hand verscheen onlangs de bundel In inkt gewassen.

Agrarisch scharrelbestaan

Het getuigt in feite van verregaand onfatsoen. Boeren doen noodgedwongen hun vadersvaders bedrijf (‘in den beginne was er de modder’) van de hand omdat de kinderkelen niet meer gevoed kunnen worden met de schamele opbrengst die het agrarische scharrelbestaan hen biedt. Van hun intiemste geheimen gestripte vrouwen zoals Lolo Ferrari, “Keyla Kleevage, Honey Melons, Lana otts, / Kayla Kupcakes, Christy Canyon, Nicki Knockers, / Zuzie Boobies, Topsy Curvy, Traci Topps, / Candy Andes, Misty Mountains, Wendy Whoppers” worden gedegradeerd tot glanslachend lustobject, lethargisch een machinaal fellatio simulerend achter het veilig gewaande glas van de beeldbuis. De Zoon van God verliest meer en meer van zijn macht over de zondige mensheid (‘Misschien had u het dochtertje / beter dood kunnen laten / en de storm op het meer / zijn gang laten gaan’) En wat doen ondertussen de poëziesnobs in de steden? Zij lezen dichtbundels, dichtbundels die godbetert voor het grootse deel leeg zijn!

Er is geen poëzie in een te helder leven

Vrouw

Maar alles is nu anders: de bundel In inkt gewassen van Charles Ducal heeft mij meer opgeleverd dan ik ooit had durven dromen. Nooit heeft een dichtbundel mij op zo zoete wijze gewekt uit mijn wanhopig bestaan. Dat heeft overigens niets te maken met de inhoud van de bundel. Regels als “ik zwijg // over wie aan mijn tong / hangt te schreeuwen, / woedend van weten, / dat ik moet blussen, moet leren / spreken, alarm schreeuwen in andermans kop” konden mij, zelfs bij herhaaldelijke lezing, maar matig bekoren. De innerlijke noodzaak van de acht cycli met titels als De oorsprong van de wereld, Zacht van vlees en Anderzijds ontging mij ten enenmale. En tóch bracht In inkt gewassen mij in opperste vervoering: de bundel schonk mij namelijk … een vrouw!

Een vrouw vult het huis, vleesgeworden
en raakt mijn lichaam hongerig aan

Ze kwam op bezoek om te spreken over het vervangen van onze gezamenlijke schutting. Omdat ze op de hoogte is van mijn weerzin mij onder mensen te begeven (“Ooit wilde ik vliegen, / maar nu // blijf ik hier”), omdat ze zelf niet meer de jongste is (“die mechaniek was // al jarenlang stuk”), én omdat haar man alweer 15 jaar dood is (“Onderweg liet hij een spoor / van overbodigheid achter”), wilde ze mij voorstellen de schutting te laten aanleggen door een bevoegde professional van een nabijgelegen tuincentrum. Wij spraken af dat zíj de bestelling zou plaatsen, en ze wilde net weggaan toen ze de door mij verfoeide dichtbundel van Charles Ducal op de salontafel zag liggen.

“Je leest poëzie?”, vroeg ze verwonderd. “Van Ducal nog wel? Hij schrijft prachtig. Ik houd van z’n roman De Meesterknecht en de brieven in Over de voorrang van rechts. Zijn vorige bundel Naar de aarde is wat mij betreft zelfs een waar meesterwerk.” Nadat ik haar had gevraagd om te gaan zitten, wijdde ze verder uit over de dichter Ducal. Ze vertelde over zijn debuutbundel Het huwelijk (1987), en over de bundel Twist Met Ons, die hij in 1987 samen met Bernard Dewulf, Erik Spinoy en Dirk Van Bastelaere publiceerde. Ook zaagde ze me door over de prijzen die Ducal ontving voor Moedertaal (1994) en De Hertog en ik (1989). “Weet je wat ik sterk vind aan In inkt gewassen?”, vervolgde ze, ondertussen zacht de bundel strelend. “Dat de dichter religieuze thema’s gebruikt zonder er een stichtelijke boodschap aan te verbinden. Net als Ducal heb ik een grondige hekel aan nodeloos gemoraliseer. Het vlees is toch te zwak voor de vermaningen van de geest.” Ik, plots de onverwachte kans inziend, veinsde belangstelling, schoof naderbij, praatte haar naar de mond, en eindelijk! Na tal van niet terzake doende omtrekkende bewegingen mocht ik binnendringen in de oorsprong van de wereld.

Op aarde heerst?

De tegenwoordigheid van het vlees.
Het bidt, het prevelt, het schreeuwt
Om niet in ontbinding te raken.

We werden de volgende ochtend wakker van een haan.