Boeken / Fictie

Italiaanse liefdestragiek

recensie: Cesare Pavese en Bianca Garufi (vert. Evalien Rauws en Luc de Rooy) - Het grote vuur

Voor het eerst is Het grote vuur vertaald, de onvoltooide roman die Cesare Pavese (1908-1950) vlak voor zijn dood schreef met Bianca Garufi (1918-2006). Het is een korte meditatie op de liefde en de dood, en de (on)mogelijkheid ons te bevrijden van demonen uit het verleden.

Het werk van de Italiaanse schrijver en dichter Cesare Pavese is moeilijk los te zien van zijn turbulente leven. Hij vertaalde Engelse auteurs, publiceerde verschillende romans en dichtbundels, maar reeg vooral een reeks ongelukkige verliefdheden aaneen – van de communistische Tina Pizzardo tot de Amerikaanse actrice Constance Dowling. Zijn mislukte relatie met laatstgenoemde was een van de motieven voor Paveses schokkende zelfmoord op 41-jarige leeftijd, door een overdosis aan slaappillen. Op dat moment werd hij gerekend tot de grootste Italiaanse schrijvers.

À quatre mains


Zoals zovele van zijn romans en gedichten, is ook Het grote vuur (originele titel: Fuoco grande) nauw verbonden met zijn liefdesleven. Pavese schreef het samen met de tien jaar jongere schrijfster Bianca Garufi, destijds secretaresse bij zijn uitgeverij, met wie hij korte tijd een wankele relatie had. De twee schreven het boek à quatre mains, zoals de vertalers het in hun nawoord noemen: om en om nemen Pavese en Garufi een hoofdstuk voor hun rekening. Hij schrijft vanuit het perspectief van de jonge man Giovanni – zij tekent het verhaal van Giovanni’s grote liefde Silvia op.

Zo lezen we allereerst hoe Giovanni verteerd wordt door verdriet wanneer Silvia hem verlaten heeft. Pavese schrijft:

Op dat moment geloofde ik dat mijn omgang met Silvia mij voorgoed had veranderd, en dat mijn lichaam, mijn huid en mijn gebaren niet meer dezelfde waren als daarvoor. Toch wist ik dat er iedere dag een beetje van die nieuwe substantie verdween, en het leek of daarmee ook mijn bloed, mijn leven, uit mij wegsijpelde.

Hoewel hij zich beperkt tot een heldere, weinig bloemrijke stijl, is duidelijk dat Pavese schrijft vanuit ervaringen die hij, getuige zijn dagboeken, zelf maar al te goed kende.

Kort maar krachtig?


Gelukkig worden de geliefden algauw herenigd en leren we ook Silvia’s kant van het verhaal kennen. Door een geheim dat als een schaduw over de verdere roman komt te liggen, heeft ze het vermogen lief te hebben verloren. Als de twee vervolgens door een onheilspellend bericht voor het eerst samen haar geboortedorp aandoen, ontvouwt zich langzaam de beknellende voorgeschiedenis waar Silvia zich maar niet van los kan rukken. Zo worden Giovanni en Silvia beiden, om met Fitzgerald te spreken, voortdurend teruggedreven in het verleden – hoezeer ze ook trachten vooruit te roeien.

Hoewel de opzet en ontstaansgeschiedenis van Het grote vuur intrigeren, heeft het verhaal uiteindelijk maar weinig om het lijf. Enige spanning wordt weggenomen omdat we in Silvia’s hoofdstukken al gauw leren welke duistere gebeurtenissen in het verleden verborgen liggen. De roman moet het dan ook meer van zijn psychologische diepgang hebben – Garufi was immers ook psychoanalytica. Maar de luttele honderd pagina’s die Het grote vuur telt, bieden nauwelijks de ruimte om werkelijk de diepte in te gaan. Zo doet deze weinig bevredigende samenwerking uiteindelijk vooral verlangen naar Paveses andere werk, zoals het gedicht met de mooie titel De dood zal komen en jouw ogen hebben.

Gekwelde Italiaan
De biografische context waarin Het grote vuur ontstond is interessanter dan de roman zelf, en de vertalers hebben niet nagelaten Pavese onder de aandacht te brengen. Het korte verhaal wordt opgeluisterd met  een helder nawoord over leven en werk van de schrijver, gevolgd door een bijzonder essay waarin de Chileense schrijver Alejandro Zambra afreist naar Paveses geboortedorp om met zijn dubbelzinnige gevoelens over diens werk in het reine te komen. Het verhaal mag dan geen overrompelende indruk achterlaten, maar Het grote vuur slaagt er wel in nieuwsgierigheid naar deze intrigerende, gekwelde Italiaan te wekken – en bovenal naar de andere romans, gedichten en dagboeken die hij naliet.