Boeken / Fictie

Geen Hemingway

recensie: Boris O. Dittrich - De waarheid liegen

Ex-politicus Boris Dittrich leverde in februari zijn vierde roman af: een whodunit waarbij het antwoord al in het eerste hoofdstuk duidelijk wordt. Een boek vol minderbedeelden en melodrama.

Boris Dittrich mag dan een succesvol rechter en verdienstelijk politicus zijn, een literair genie is hij zeker niet. De anonieme, semi-autobiografische ik-persoon is net als Dittrich homoseksueel en woonachtig in New York. Hij bezoekt elke maandagochtend de ‘schoentherapeut’ Jason, die zijn versleten schoeisel telkens weer weet op te lappen. Jasons favoriete tijdverdrijf lijkt te bestaan uit het doorvertellen van de verhalen van één van zijn vaste klanten.

Stoet van sneue types

Centraal in de roman staat Victor Goldberg, die de pech heeft dat zijn portemonnee wordt gevonden door Robert Karsting, een bijzonder onsympathiek sujet. Karsting geeft Goldberg, wanneer ze elkaar ontmoeten op een metrostation, een knietje, waardoor laatstgenoemde onder de metro belandt. Dan begint de ellende pas, want het drukke station staat vol mensen die het ongeluk hebben gezien. ‘Elke getuige heeft zijn eigen verhaal,’ vertelt de flaptekst. ‘Wie verbergt wat? De FBI raakt bij de zaak betrokken. Wordt de waarheid op tijd ontmaskerd of zegeviert de leugen?’

Het merendeel van de roman bestaat uit die getuigenissen van zo’n twintig pagina’s lang, waarin zoveel mogelijk clichés uit de Amerikaanse samenleving de revue passeren, zoals een American Idol, een terrorismeverdachte, een wonderkind en de moeder van een sinds decennia vermist kind. De verhalen worden afgewisseld door korte hoofdstukken waarin de ‘ik’ zijn schoenen laat poetsen door Jason, tot deze laatste onverwacht verdwijnt. Ondertussen leest iedereen in het boek trouw zijn dagelijkse horoscoop, die vaker dan gemiddeld de uitkomsten van hun dag goed voorspelt. Alle bijpersonen anonimiseert Dittrich steevast met etiketten als ‘de psychotherapeut’ en ‘Mr. Y’.

In zijn tijd in de Tweede Kamer nam Dittrich het vooral op voor de zwakkeren in de samenleving. Misschien dat De waarheid liegen daarom wordt bevolkt door mensen die niet bij machte lijken hun leven in eigen handen te nemen, noch een poging daartoe ondernemen. Dittrichs stem klinkt bovendien door in het feit dat de helft van alle volwassen mannen in de roman homoseksueel is. Twintig pagina’s per persoon blijken overigens niet voldoende om deze individuen een eigen stem te geven, waardoor ze inwisselbaar blijven.

De waarheid

Ondanks dat De waarheid liegen alweer de vierde roman is van Dittrich, blijft hij beginnersfouten begaan. Zoals het in twee zinnen overslaan van een passage in plaats van te laten zien wat er gebeurd, bijvoorbeeld wanneer slachtoffer Victor een belangrijk gesprek heeft: ‘Laat het bestuur maar opkomen, hij was er klaar voor. Een paar uur later lag hij op de bank in zijn flat in Williamsburg.’

De titel van Dittrichs roman is, net als zijn personages, weinig origineel. Hij leende hem voor de gelegenheid van letterkundige Bertus Aafjes, die in de jaren zestig beweerde dat dichters ‘al te veel liegen, maar zij liegen de waarheid’. Voor wie het idee achter de roman niet helemaal duidelijk is, legt de metrobestuurder het nog even uit:

Nou, stel, je denkt dat je liegt. Je zegt iets waarvan je op dat moment denkt dat het niet waar is. Maar in werkelijkheid blijkt wat je zegt wel waar te zijn. Heb je dan gelogen of niet?

Dit stukje filosofie van de koude grond is minder indrukwekkend dan wellicht de bedoeling was en zet geenszins de sfeer voor een spannende whodunit. Het zal dan ook geen verrassing zijn dat de op de flaptekst aangekondigde FBI slechts gedurende enkele pagina’s komt opdagen en de waarheid al die tijd voor het oprapen ligt. Het einde stelt, net als de rest van het boek, teleur.