Boeken / Fictie

Een lieve tuinkabouter

recensie: De mensheid zij geprezen. Lof der Zotheid 2001

.

mensh.gifWat mijn cliënt onderscheidt van een tuinkabouter is de opstand, de weigering, het grote nee. Deze advocaat heeft duidelijk geen hoge pet op van zijn cliënt. En wie is die cliënt? Niet Mink K., niet O.J. Simpson, niet Eichmann, maar de mens. Jij en ik. Wij zijn tuinkabouters, en wij verschillen alleen van die gipsen dwergjes omdat we af en toe ‘nee’ zeggen.

In 1509 schreef Desiderius Erasmus zijn Lof der Zotheid. Hij laat een zottin aan het woord die de mensheid beschimpt en haar betweters, bureaucraten en bollebozen onder vuur neemt. Vierhondertweeënnegentig jaar later doet Arnon Grunberg hetzelfde, maar dan anders. In plaats van de mensheid af te kraken, probeert hij haar te verdedigen. Wij kunnen er niets aan doen dat we zijn zoals we zijn, is het motto. Wij zijn zo gemaakt door de almachtige Poppenspeler.

Grunbergs advocaat is een figuur van ‘been there, seen that’. Hij heeft alles gelezen en alles gezien, en toch probeert hij de mens, die waardeloze, slappe, opportunistische (vul hier nog wat onduegdzame karaktertrekken in), die luie zak botten, te verdedigen. Uit overtuiging. De mens is van nature niet slecht. Ook niet als literatuur, film en geschiedenis zeggen van wel.

Maar de mens is dat wel, en de advocaat herhaalt het keer op keer. De mens is onverdraagzaam, een sadist, een necrofiel, een pedofiel en een oorlogszuchtige waanzinnige. Toch praat hij, of liever Grunberg, dat telkens goed. Het is zijn schuld niet, het is hem ingefluisterd,luidt het veelvuldige commentaar. Maar soms verliest Grunberg de draad. Oorlog is een massale flirt met de door en vernietiging om de liefde voor het leven te bevestigen. Er valt veel goeds en moois en nuttigs in een oorlog te ontdekken. En net als de voorjaarsschoonmaak ruimt het lekker op. Wie trapt daar in?

~

De rechter misschien, die uiteindelijk een oordeel over de mens zal moeten vellen. Maar de lezer zeker niet. Grunbergs boek is een mooie stijloefening, maar mist de overtuigingskracht. Natuurlijk is de mens van nature goed, maar de argumenten tegen die stelling probeert Grunberg op zo’n cynische en botte wijze te ontkrachten dat we haast zouden gaan geloven dat mensen echt slecht zijn. De Mensheid zij geprezen, inderdaad. Maar dan moet de Mensheid zich manifesteren als een lieve gipsen tuinkabouter en niet als een morsige schuldige tegen wil en dank. Als de rechter zou moeten oordelen, zou Grunbergs Mensheid een enkeltje verdoemenis krijgen.