Boeken / Fictie

Hopen op de volgende

recensie: Anne van den Dool - Achterland

In 2013 won de toen 19-jarige Anne van den Dool de Volkskrant-schrijfwedstrijd. Het winnende verhaal heeft ze in een jaar omgewerkt tot haar net verschenen debuutroman, Achterland. Een verhaal dat wel wat meer tijd had verdiend.

‘Het verhaal gaat vooral over gedachten, minder over dingen die gebeuren,’ zegt Van den Dool over Achterland ergens in een online-interview. Dat klopt. De plot laat zich eenvoudig samenvatten: Emma, van dezelfde leeftijd als de schrijfster, lijdt onder haar obsessief-neurotische moeder, Marie geheten. Op een dag wordt het haar te veel en ze verlaat het ouderlijk huis om bij haar vriend Frank te gaan wonen. Negen maanden na dit incident komt ze haar moeder tegen in een supermarkt. Ze gaan samen lunchen.

Poëtisch, maar slordig

De rest wordt gedacht. Aan de ene kant herinnert Emma zich dingen: ze vertelt over haar jeugd, over dingen die haar moeder heeft gedaan; aan de andere kant zijn er haar observaties en gedachten over wat ze ziet. Ze heeft een poëtisch oog: zo is de sterrenhemel ‘als een zonnescherm met piepkleine gaatjes erin, waar het zonlicht doorheen druppelde.’ Tegelijk heeft Emma ook veel woorden nodig om te zeggen wat ze wil zeggen, dat blijkt al uit voorgaand voorbeeld: ‘waar het zonlicht doorheen druppelde’ had weggelaten kunnen worden. Een ander voorbeeld komt wanneer Emma de rimpels op haar moeders gezicht beschrijft:

Ik zag de lijntjes die zo subtiel – maar toch zo duidelijk, als je ze eenmaal zag – uit haar ooghoeken waaierden en over haar voorhoofd liepen als de naden van behangen muren: je zag ze pas als je erop ging letten, en je vroeg je af hoe je al die tijd naar die wanden had kunnen kijken zonder die verticale strepen te zien.

Het ‘en’ in ‘uit haar ooghoeken waaierden en over haar voorhoofd liepen’ doet vermoeden dat Marie’s rimpels in één lijn van de ene ooghoek over haar voorhoofd naar de andere lopen. Aaneengesloten cirkels, zoiets. Daarna valt op dat ‘als je ze eenmaal zag’ erg op ‘je zag ze pas als je erop ging letten’ lijkt, waardoor er in feite twee keer dezelfde informatie in deze zin staat. Met een dergelijke kritische blik begint vervolgens ook de vergelijking met wanden te rammelen.

Er zijn meer momenten in Achterland waarop slordigheden in de weg staan van de leeservaring. Een lift heeft in Emma’s blik zes wanden, in plaats van vier, een plafond en een vloer. Later wordt ze in een optrekkende bus ‘door de zwaartekracht door het gangpad geslingerd’. Ook dat lijkt me niet correct. Eén van de meest vernietigende opmerkingen die je kan plaatsen komt naar voren: het werk van de redacteur is nog niet af.

Demon en kwelgeest

Van den Dool beschrijft sterk hoe haar hoofdpersonage langzaam ontdekt en accepteert dat zij meer op haar moeder lijkt dan ze wil toegeven. Emma wil ook het bestek precies recht leggen, zij wil ook zo net en schoon zijn – maar omdat zij van een afstand naar haar moeder kan kijken, ziet ze dat ze niet zo moet worden. Wanneer ze niet too much zijn, kunnen de in het verhaal gewoven details ontzettend krachtig zijn: zo valt Emma op dat haar moeder wit tapijt in de woonkamer heeft – tapijt dat erom schreeuwt vies te worden, waardoor Marie haar gekte gemakkelijk kan voortzetten.

Emma schildert haar moeder als een totale controlfreak, maar die hang naar het absolute is net zo goed van haarzelf. In zekere zin heeft zij nog geen onafhankelijke persoonlijkheid ontwikkeld: ze plaatst zichzelf ofwel in tegenstelling tot haar moeder, ofwel tot haar vriend. Dat absolute is ook terug te vinden in Van den Dools schrijfstijl, waarin – zoals Emma over iets anders zegt – de herhaling niet zozeer een stijlfiguur is, maar daadwerkelijk haar stijl. Het absolute sluit de lezer ook op in Emma’s hoofd, waardoor een echt zuiver beeld van haar moeder nooit oprijst. Marie is een demon en een kwelgeest, wier acties nooit helemaal goed in beeld komen, maar de uitwerkingen daarvan des te meer.

Valse start

Genoeg gesomberd. Achterland is het type debuut dat de auteur niet gelijk op de kaart zet, maar vooral laat zien hoeveel zij in huis heeft. De roman laat zien waar Van den Dool toe in staat is, én waar ze nog aan moet werken. Dat is niet noodzakelijkerwijs meer plot: Achterland zit doordacht in elkaar. Van den Dools kracht is juist ook haar zwakte: nu eens is haar taal ijzersterk, dan weer onduidelijk. De leeservaring wordt daardoor constant onderbroken, de lezer uit het verhaal gehaald. Laten we hopen op haar volgende werk, na deze valse start.