Boeken / Non-fictie

Zelfmoord, waanzin en ruzies

recensie: Alexander Waugh - De Wittgensteins. Geschiedenis van een excentrieke familie

In De Wittgensteins. Geschiedenis van een excentrieke familie vertelt Alexander Waugh het verhaal van een uitzonderlijk getalenteerd, maar ook gedoemd gezin. Hij slaagt met glans in zijn opzet een kleurrijk en veelzijdig beeld te schetsen van een familie die ten tijde van de eeuwwisseling in het absolute middelpunt van het Weense culturele leven stond, maar later tragisch uiteen zou vallen.

Halverwege het boek beschrijft Waugh een gesprek tussen filosoof Ludwig Wittgenstein en een van zijn studenten:

“Zijn er in jouw leven ooit tragische dingen gebeurd?” “Het hangt ervan af wat u daarmee bedoelt,” zei Redpath. “Nou ik heb het niet over de dood van je vijfentachtigjarige grootmoeder,” zei Ludwig. “Ik bedoel zelfmoord, waanzin of ruzies.”

Dit laatste zou een treffende samenvatting kunnen zijn van wat de lezer in hoog tempo en niet geheel chronologisch voorgeschoteld krijgt.

Donaumonarchie

Waugh opent zijn familiebiografie van de Wittgensteins echter met een beschrijving van het eerste openbare pianoconcert van de op een na jongste zoon van het gezin, Paul. Vervolgens springt hij terug in de tijd om het levensverhaal van pater familias Karl Wittgenstein te schetsen. Door een grote werklust en sluw zakeninstinct te combineren met het aanzienlijke vermogen van zijn vrouw Leopoldine, was Karl erin geslaagd binnen afzienbare tijd uit te groeien tot een van de welvarendste figuren in de Donaumonarchie. Hij hoopte vurig dat zijn zoons in zijn voetsporen zouden treden. Hun enthousiasme voor muziek leidde er zelfs toe dat hij ze verbood langer dan een uur per dag een instrument te beoefenen. Het mocht niet baten, zijn kinderen kozen elk hun eigen pad.

Paul Wittgenstein

Paul Wittgenstein

Ondanks haar hoge maatschappelijke status en grote welvarendheid bleef de familie Wittgenstein in de loop der jaren weinig bespaard. Drie van de vijf zoons pleegden zelfmoord. Paul, die zijn zinnen had gezet op een carrière als internationaal concertpianist, verloor in de Eerste Wereldoorlog zijn rechterarm. Het familiekapitaal, dat de hyperinflatie tijdens het interbellum nog had overleefd, zou tijdens de Tweede Wereldoorlog grotendeels in handen van de nazi’s vallen. Na de oorlog verwaterde het contact tussen de familieleden. Paul was al eerder vertrokken naar Amerika, Ludwig doceerde aan Cambridge en de zussen bleven achter in Oostenrijk.

Vlot en veelzijdig

Tegenwoordig geniet Ludwig Wittgenstein grote bekendheid als een van de belangrijkste filosofen van de twintigste eeuw. Lange tijd echter was Paul de befaamdste Wittgenstein en hij is dan ook de centrale figuur in het boek. Waugh lijkt er bewust voor te hebben gekozen Ludwigs ideeën buiten beschouwing te laten. Hij zal zich zeer bewust zijn geweest van het felle debat dat nog steeds woedt over de betekenis van Wittgensteins werk. Dit is hem op de nodige kritiek van Wittgenstein-adepten komen te staan, maar zijn keuze is niet geheel onbegrijpelijk. Wanneer hij zich wel had beziggehouden met het duiden van Ludwigs werk had dit het karakter van het boek aanmerkelijk veranderd. Feit blijft echter dat de filosoof er in het boek bekaaid van afkomt in vergelijking met zijn oudere broer.

Al met al heeft Waugh een vlotte en veelzijdige familiebiografie geschreven waarin ook de minder bekende leden van de familie Wittgenstein ruim aan bod komen. Op bepaalde momenten toont hij zich een zeer begenadigd schrijver, die weet hoe een overtuigend en kleurrijk beeld te schetsen van de leden van een gezin dat langzaam uiteen valt. De keuze om de familie als sociale eenheid tot hoofdonderwerp te maken pakt grotendeels goed uit, maar zorgt er helaas ook voor dat zaken die de geschiedenis een andere dimensie hadden kunnen geven, buiten de boot vallen.