Boeken / Non-fictie

De poëzie van de nijverheid

recensie: Alain de Botton (vert. Jelle Noorman) - Ode aan de arbeid

Hoe ironisch is het om in je vrije tijd een boek te lezen dat Ode aan de arbeid getiteld is? De gedachte alleen al is genoeg om beelden op te roepen van nieuwe middenklassers die vanaf hun sofa sympathiseren met het fabrieksproletariaat. Communist in het hart, bourgeois in de portefeuille. Vrees echter niet: het betreft hier het jongste werk van Alain de Botton, geen politiek manifest.

De Botton zoekt zich in 351 pagina’s een weg door een onderwerp dat ieder van ons die zonder trust fund werd geboren wel eens aangaat: arbeid. Dit interpreteert hij heel ruim en zijn relaas wordt dus niet doorspekt met anekdotes over ervaringen achter de lopende band. Aan de hand van een aantal concrete voorwerpen of bezigheden gaat hij op ontdekkingstocht.

Raders

De haven van Londen vormt, als knooppunt van ontelbare diensten en werkzaamheden, een ideaal startpunt. Het moet gezegd dat weinig auteurs de gave hebben om met woorden als containerterminal, dieptelijnen en glyceryltristearaat een haast poëtische beschrijving te geven van het havengebeuren. De occasionele lezer die op al te technische momenten geen geeuw kan onderdrukken, kan zich altijd nog richten op de knappe foto’s die het geheel opluisteren.

Die foto’s gaan zelfs het verhaal vertellen wanneer De Botton de oorsprong van de tonijnfilet uit zijn supermarkt traceert, helemaal tot op de Malediven. Aan de hand van een geestig fotoverslag gidst de schrijver ons langs de raders van een uitgebreide commerciële machine – niet helemaal zonder moeite, zoals hij zelf stelt: ‘Het heeft geen zin vis te volgen als je geen trek hebt in vernederingen.’ Ook ten zuiden van de evenaar botst de moderne mens op bureaucratische of administratieve hindernissen.

Op zijn verre reis staat De Botton stil bij de enorme interdependentie die ons moderne marktsysteem kenmerkt, maar die slechts zelden wordt opgemerkt door consumenten (laat staan ter discussie gesteld). Zware termen en theorieën heeft hij hier niet voor nodig. Het verhaal van enkele vissers die afhankelijk zijn van onze drang naar een smakelijke tonijnfilet spreekt voor zich. Zo gaat het ook verder in het boek. Via heel concrete evenementen en producten schuift De Botton ideeën subtiel naar voren, klaar om verder uitgediept te worden.

Zingeving

Achter de totstandkoming van iets banaals als een nieuw soort koekje (in casu Moments van United Biscuits), schuilt een proces dat tegelijkertijd het vernuft en de absurditeit van arbeidsdeling in de verf zet. Het stap voor stap opdelen van productieprocessen, betoogt De Botton, torpedeert de zingeving die individuele mensen uit hun werk halen. Waar zijn we mee bezig als we mensen in functies met holle namen als regionale salesmanager plaatsen? Aan de titel van ‘merkmarketeer zoete koekjes’ kleeft een bittere nasmaak.

Over De Botton wordt onder wijsgeren wel eens minachtend beweerd dat hij in het land der caféfilosofen koning is. Daarmee negeren zij echter ’s mans literaire talent, net als zijn gave om zware onderwerpen luchtig op te kloppen. De verslagen van zijn omzwervingen zijn dan geestig, dan weer ontroerend. Er valt geen glasheldere lijn door de teksten te trekken en het boek is eerder een overpeinzing dan een betoog. Tegelijk wakkert die meanderende structuur en vertelstijl een bredere kijk aan. Ode aan de arbeid is een bundeling van essays die niet enkel tot nadenken aanzetten, maar ook een plezier zijn om te lezen. Een zwaargewicht kan je dit werk moeilijk noemen, maar in het beschrijven en oproepen van verwondering is De Botton ontegensprekelijk een meester.