8WEEKLY

Kunst of Rock-‘n-Roll?

Artikel: Art Rotterdam en Project(or) Art Fair

Kleine hokjes, prominente galeries uit binnen- en buitenland die hun beste kunstenaars hebben meegenomen, en om de zoveel meter een glimmende bar: kunstbeurzen zijn vele malen hipper dan een museum en meer gericht op de glamour van de kunstwereld. Maar zijn deze massale festijnen met hun luxe bittergarnituur en champagne rondom de witte wandjes wel de juiste plek om echt van kunst te genieten? De negende editie van Art Rotterdam is in ieder geval precies zo’n glimmende kunstbeurs die naar eigen zeggen ieder jaar groter en internationaler wordt.

Als startschot van de beurs wordt dit jaar voor de derde keer de illy prize uitgereikt, een internationale prijs die al langer de rode kers vormt op deze en andere kunstmanifestaties zoals Art Brussels en de Biënnale van Venetië. Voor deze aanmoedigingsprijs voor, zoals gebruikelijk, jong aanstormend talent – natuurlijk binnen het aanbod van de betreffende beurs zelf – werden vijf kunstenaars genomineerd, waarna een vakjury op de beurs een winnaar selecteerde. Naast speciale aandacht op Art Rotterdam wachtte hem of haar een bedrag van maar liefst tienduizend euro.

Schaars goed

Bij binnenkomst in de Rotterdamse Cruise Terminal, net over de Maas, is een bescheiden stand ingericht met het werk van de genomineerden. Op een blok op borsthoogte zijn kitscherige sculptuurtjes te zien van de Belgische Nadia Naveau; witgeglazuurde organische vormen met soms duidelijk herkenbare, meestal sprookjesachtige figuren. Om de hoek is een video van Semâ Bekirovic te zien waarin piepschuimen letters van een kantoorgebouw naar beneden gegooid worden. ‘How to stop falling’, leest het één voor één. Een beetje flauw. Axel Antas’ foto van een veld met vogelhuisjes siert elders de wand. Het getoonde beeld is minder sterk dan zijn serie Interventions van midden in het bos verwaaiende rookwolken. De Griek Kostis Velonis toont een hermetische assemblage van hout die hier helaas eerder ook aan een vogelhuisje doet denken. Tot slot is op een aangrenzende muur het werk van Alexandra Leykauf te zien.

Dat Leykauf uiteindelijk als winnaar uit de bus kwam is geen verrassing. Beeldend coherent is de Duitse zorgvuldig bezig met haar onderwerp. In het werk van Leykauf, afgelopen jaar nog opgenomen in de groepstentoonstelling The Present order is the Disorder of the Future in De Hallen, zien we samengesmede oude zwartwitfoto’s, met vaak een theater of bioscoopinterieur. In Rotterdam zijn twee keurig ingelijste foto’s te zien, gepresenteerd op een behang met een uitgebrande theaterzaal. Leykauf laat haar onderwerpen in de werkelijkheid van haar eigen presentaties overvloeien. Zo toonde ze in Haarlem een filmprojectie van een brandend theater waarbij uiteindelijk ook de filmrol zelf doorbrandt. Haar werk blijft niet bij een afgebakend object, maar neemt zo al gauw delen van de ruimte in zich op. Vaak worden coulissen en ruimtelijke decorelementen gebruikt. Helaas is hier op Art Rotterdam weinig van terug te zien, want het is vooral de ruimte die op zo’n beurs toch een schaars goed blijkt te zijn.

Gitaarmuziek

Ginger Bread Man (ZINGERpresents)
Ginger Bread Men (ZINGERpresents)

En als er dan zoveel galeries met elk beperkte ruimte op een beurs staan, wat wordt er dan zoal getoond? In navolging van het Internationaal filmfestival Rotterdam koos de Amsterdamse galerie ZINGERpresents ervoor om de Londense britpunkband Ginger Bread Men over te laten vliegen, en voorzag Art Rotterdam hiermee direct van een openingsact. Op een speciaal in elkaar getimmerd podium van pallets, dat ook alle persconferenties en openingswoorden in een geur van vurenhout hult, spelen deze jongens snelle gitaarmuziek. ‘Hedendaagse kunst en rock-‘n-roll hangen nauw met elkaar samen’, verklaart galeriehouder Steven van Grinsven hun aanwezigheid. Als dat zo is, dan is belooft een bezoek aan een kunstbeurs met maar liefst zevenenzeventig stands propvol contemporaine kunst misschien toch een wilde rit te worden.

 

Maar de kunst op Art Rotterdam blijkt juist best netjes te zijn, en eigenlijk wisten we dat natuurlijk ook al lang. De slagzin van Van Grinsven klonk gewoon goed, en geef hem eens ongelijk zijn publiek er warm mee te krijgen. Net zoals het met de rock-‘n-roll wel meevalt is ook het geheel van de beurs uiteindelijk helemaal niet zo vernieuwend als de organisatie wel promoot. Natuurlijk, al het gelauwerde talent van afgelopen jaar zoals Guido van der Werve, Zeger Reyers en Marjolijn de Wit heeft netjes een hoekje naast ook andere belangrijke namen uit de binnen- en buitenlandse kunstwereld. En traditiegetrouw is er op Art Rotterdam ook minder aanvullende truttige prullaria te zien dan bijvoorbeeld op het grotere Art Amsterdam, de voormalige KunstRai. Maar of het daarmee echt cutting edge is?

Om een hoekje

Cornelie Tollens Citron confit et du sucre (Flatland Gallery, Utrecht)
Cornelie Tollens Citron confit et du sucre (Flatland Gallery, Utrecht)

Juist in de eenzijdige keuze en presentatie blijft het vooruitstrevende karakter een beetje steken. Maar het werk dát getoond wordt is in Rotterdam wel zichtbaar kunst van nu. Veel reclame-achtige fotografie en digitale beeldmanipulaties, maar ook barokke schilderijen waarbij realisme en abstractie hand in hand gaan. Voor degene die écht voor de spannende kunstbeleving komt blijft het daarin vaak een beetje saai; het is allemaal wel erg braaf en behoudend. Te veel werk is namelijk toch voor mensen die het mee naar huis willen nemen, wellicht voor ‘boven de bank’. Daarom zijn het ook vooral veel mooie plaatjes, die in de grote aantallen waarin ze hier hangen snel inwisselbaar worden voor andere, gelijkende werken op de beurs. Na het zoveelste kinderportret, ingetogen natuurgezicht of flitsend modebeeld stompt het gewoonweg wat af. Gelukkig zijn er bij een dergelijke omvangrijke beurs wel de nodige uitzonderingen te noemen, zoals bijvoorbeeld de drie levensgrote wollige kindfiguren van Silvia B. en de sublieme computergegenereerde architectuur van Hans Op de Beeck, beide bij galerie Ronmandos, of de ondeugende en compositorische sterke fotografie van Cornelie Tollens bij Flatland Gallery.

 

Voor iemand die komt om een kunstwerk aan te schaffen en bereid is het massale aanbod door te zwoegen is deze opzet echter wel ideaal. Voor ieder werk is er genoeg vergelijkingsmateriaal te vinden en veel galeries hebben achter schotjes en om hoekjes altijd nog wat extra werk achter de hand voor de koper die het tentoongestelde werk nét iets te groot of te glimmend vindt.  

TL

Pierogi Leipzig
Pierogi Leipzig

Opvallend is dat, hoewel de beurs aanzienlijk wat internationale galeries telt, dit het aanbod van kunstenaars nauwelijks diverser maakt. Veel buitenlandse galeries tonen namelijk Nederlandse kunstenaars, en bijna alle galeries uit ons eigen land hebben een uitgebreid buitenlands portfolio meegenomen. Het is vooral de aanpak die de galeries van verschillende nationaliteiten van elkaar onderscheidt. Zo kenmerken de galeries uit het Duitse taalgebied zich door strakkere, veelal conceptuele presentaties. Pierogi uit Leipzig is bijvoorbeeld de enige stand die de beurs en het werk echt in elkaar laat overlopen. Een tl-buis van de stand is losgehaald en met hangende bekabeling op de grond gelegd. De minimale ingreep bezit een kracht zonder flauw te worden; een welkome breuk met de hokjesgeest.

 

Ook de stand van Willem Baars Projects breekt met het beurskarakter. In een samenwerking met de Indiase galerie Chemould Prescott Road wordt een installatie van kunstenaar Anant Joshi gepresenteerd. De ruimte is als een van de weinige op de beurs niet wit en is duidelijk gericht op de presentatie. Betonnen blokken op stalen poten staan als een treintje opgesteld. Ze zijn ingelegd met kleurige plastic vissen en ander speelgoed. De wanden zijn bekleed met bladgouden panelen met honderden kleine afbeeldingen van flatgebouwen. Het werk krijgt de ruimte die elders teveel ontbreekt.

Onconventioneel

Anant Jashi May Look Closer than they Appear (Willem Baars Projects, Amsterdam i.s.m. Chemould Prescott Road, India)
Anant Jashi May Look Closer than they Appear (Willem Baars Projects, Amsterdam i.s.m. Chemould Prescott Road, India)

Zoals iedere zichzelf respecterende kunstbeurs wekte ook Art Rotterdam een tegenreactie op in de vorm van een alternatieve manifestatie. Hoewel, tegenreactie? De in samenwerking ingezette pendelbusjes brengen de bezoekers over de Maas naar de stad en weer terug. Waar Amsterdam sinds jaar en dag de door het Sandberginstituut georganiseerde Kunstvlaai kent, heeft Rotterdam sinds dit jaar de Project(or) Art Fair, een initiatief van Showroom Mama. Een ambitieus evenement voor deze toch kleine instelling. Mama, dat een kleine expositieruimte aan de Witte de Withstraat gewend is, weet tijdens de manifestatie het imposante leegstaande postkantoor aan de Rotterdamse Coolsingel te vullen. Achtentwintig projectruimtes uit binnen- en buitenland werden uitgenodigd om hun activiteiten te tonen. Hiermee is de Project(or) Art Fair weliswaar kleiner dan Art Rotterdam, qua internationale reikwijdte doet ze volop mee.

 

De kunstwerken op de alternatieve manifestatie zijn schreeuweriger. Doordat er niet direct iets verkocht hoeft te worden is er ruimte voor onconventionele ingrepen, zoals speciaal op de ruimte ingerichte installaties en een dagelijks performanceprogramma. Zo voert een van de kunstenaars een uitputtingsslag door op elektrische basgitaar oorverdovend een stuk uit Motörheads Ace of Spades keer op keer te herhalen. De teksten brult hij rauw in zijn microfoon, totdat zijn stem het niet meer draagt en zijn handen keer op keer de snaren missen. Zo lijkt het bijna of op de Project(or) Art Fair dan toch de nodige rock-‘n-roll is gevonden.

Het is inderdaad allemaal een stuk rauwer, maar ook bij Project(or) Art Fair wordt nog steeds vastgehouden aan het strakke ‘grid’ van witte beurswandjes. Dat is jammer, want het is duidelijk te zien dat veel van de presentaties hierdoor gehinderd worden. Het geeft het geheel toch iets benauwds. Het Weense Kunstraum Niederoesterreich (NOE) stijgt hier boven uit met Restaurant Transformable – Salmon Sculpture Saloon, een in een bouwsteiger gehuisvest restaurant, waarbij de kok via een hoogwerker bij de eters komt. Het project van Rainer Prohaska is bedoeld als een ‘ironisch commentaar op de huidige hype van kunsthandel’. Eten wordt verkocht om direct op te eten, óf als kunstwerk. Voor dit laatste dient echter wel een honderden malen hogere prijs betaald te worden – voor hetzelfde bakje zalmsalade.

Rustig kijken

Dat kunstbeurzen iets anders zijn dan tentoonstellingen wordt bij het bezoeken van zowel Art Rotterdam als de Project(or) Art Fair wel duidelijk. Voor het beschouwen van de kunst zelf is dat eigenlijk alleen maar vervelend. Niet omdat een beurs zo slecht is, maar omdat de individuele werken binnen te kleine hokjes en een te massaal vergelijkbaar aanbod gewoonweg niet tot hun recht kunnen komen. Wie hier rustig kunst komt kijken zit verkeerd. Alleen een geoefend oog dat heel goed weet te spieden kan door alle hoognodig opgeblazen franje heenkomen en er precies dat terugvinden wat zij mee wil nemen. Kunstbeurzen serieus bezoeken is afzien, maar het is een afzien waar de liefhebber zich waarschijnlijk niet door zal laten weerhouden.