Muziek / Album

Hoogstaande jubileum blues

recensie: Bluesupdate volume 15

In de vijftiende editie van de bluesupdate staan we stil bij het tienjarig jubileum van de Nederlandse formatie King Of The World. De plaat van de Engelse Elles Bailey is van topklasse en voegt een gospel injectie toe aan de blues. De hoge klasse van Matt Andersen is inmiddels zijn handelsmerk. Op zijn nieuwste album zet hij die traditie voort in akoestische plaat.

De blues zou je kunnen zien als de grondlegger van de moderne muziek. Ondanks de leeftijd van het genre weet het zichzelf toch steeds te vernieuwen zonder de wortels te verliezen. De luisteraar van traditionele bluesmuziek zal de muziek van Elles Bailey, King Of The World en Matt Andersen minder waarderen, terwijl de avontuurlijke luisteraar deze vermenging juist boeiend zal vinden. De traditionele blues werd vroeger door velen duivels genoemd, terwijl het Elles Bailey is die in haar teksten gospel elementen toevoegt.

Elles Bailey
Het derde album van Elles Bailey Shining In The Half Light is verschenen op 25 februari 2022,de dag in Nederland waarop bijna alle coronamaatregelen werden opgeheven.
Deze periode heeft Bailey niet onberoerd gelaten en dat laat ze horen in de titeltrack van het album. De angst, onzekerheden en hoe ze omging met het moederschap in deze periode is duidelijk terug te horen in de teksten van de composities.
De stem van Bailey refereert sinds haar debuut album Wildfire naar Beth Hart. De uit Bristol afkomstige artieste versmelt de blues met country en soul-rock. Deze mengeling maakt de muziek ook voor muziekliefhebbers die niet van blues houden tot een fijne luistertrip.
Bailey balanceert al sinds haar debuut in 2017 ergens in een eventwicht tussen pop, gospel, blues-rock, singer-songwriter en retro-soul. Geen specifiek hokje is groot genoeg voor dit fraaie talent. De muziek van Bailey is een zeer smakelijke cocktail die haar meer bekendheid zou moeten opleveren dan haar tot op heden ten deel is gevallen.
Een bijzondere vermelding krijgt de song ‘Colours Start To Run’ dat verhaalt over de revival van vinyl albums, de terugkeer van een medium uit het verleden Dat past tekstueel minder bij de rest van het album. Ondanks de moeilijke tijd en het niet kunnen opnemen in Nashville, zoals haar eerdere albums, is het derde haar sterkste album. Misschien wel door de rust die ze kreeg om eraan te werken en te schaven.

King Of The World
De band King Of The World viert haar tienjarig bestaan met een heerlijk stevig, funky bluesalbum vol soul. Royal Ten is een album dat net als alle voorgaande cd’s de weg naar de liefhebbers moeiteloos zal vinden. In het licht van het jubileum is het fijn te weten dat de concertzalen weer open zijn en we deze band ook weer aan het werk kunnen zien en horen. De ingrediënten van dit vierde studioalbum zijn voor de liefhebbers al lang bekend. Karakteristieke eigenschappen van de band zijn lekker gitaarwerk in de blues traditie, fijne zang, vleugje toetsen en een ritmesectie die de hoogwaardige composities de nodige basis geven.
Live weet de band stevig zijn mannetje te staan. In het voorjaar van 2022 zal de band met tal van gasten verschillende podia langs gaan. Dit natuurlijk om het jubileum van de band extra luister bij te zetten, want wat is er mooier om muziek te maken samen met collega muzikanten. Zo zijn ze te zien met Matt Schofield, Shirma Rouse en zullen er meer namen volgen in de komende weken.
De single ‘Eyes Of A Child’ werd door radio Veronica tot Alarmschijf verkozen wat de band natuurlijk de nodige extra zendtijd wist te bezorgen. De andere tien composities zijn overigens ook allen van hun eigen hand en onderstrepen de kwaliteit en het talent van deze blues-rock-formatie van eigen bodem.

Matt Andersen
De imposante verschijning van Matt Andersen kan de liefhebber van akoestische blues al jarenlang niet ontgaan zijn. Anderson is een sterke aanbeveling voor wie houdt van akoestische blues. House to House is een album dat opnieuw kwalitatief hoogstaand is zoals we van deze artiest gewend zijn. De stembanden van Andersen hebben een inval die we kennen van de onlangs overleden Meat Loaf (Marvin Lee Aday), maar dan vooral hoorbaar in de ballads die Aday zong.
Andersen weet tijdens optredens zijn vocalen en akoestische gitaar te laten klinken met een enorme hoeveelheid passie voor zijn liedjes. Hij kan zijn gitaar ook laten fluisteren als de teksten daarom vragen. Deze singer-songwriter weet de luisteraar al snel te laten meevoeren in zijn teksten en melodielijnen.
Op de binnenzijde van het hoesje schrijft de artiest dat dit een verzameling is van liedjes die soms al een tijdje meegaan op het podium of die niet passen op een ander album van hem, en anderen zijn weer heel nieuw.
Andersen heeft de brandende passie die hij op podium voelt samengepakt in deze liedjes, die hij zittend met zijn gitaar voor de microfoon vertolkt. Alleen achtergrond vocalen van anderen zijn her en der toegevoegd. Het is dus feitelijk Matt Andersen in zijn puurste vorm, alleen stem en gitaar. Als je luistert naar liedjes als ‘Other Side Of Goodbye’ en ‘Let Me Hold You’ ervaar je de kracht van de teksten. Tot het twaalfde, en laatste, liedje ‘Poeple Get Ready’ door Curtis Mayfield is het een heerlijke akoestische en pure luisterervaring.

Muziek / Achtergrond
special: Spotify-playlist van onze muziekredactie

8WEEKLY’s Songfestival Favorieten

Na een uitbundig versierd Rotterdam, dat voor de gelegenheid zelfs een ABBA-stoplicht had geïnstalleerd, is dit jaar de beurt aan Turijn om het Eurovisie Songfestival te hosten. Nederland doet dit jaar een gooi naar de winst met het nummer ‘De Diepte’ van S10. Hoewel we haar natuurlijk gaan aanmoedigen deze week, is dit ook een goed moment om stil te staan bij welke muziek we allemaal te danken hebben aan het songfestival. Voor de gelegenheid heeft 8WEEKLY haar songfestivalfavorieten op een rij gezet, van bijzondere winnaars zoals Lordi’s ‘Hardrock Hallelujah’ tot aan memorabele inzendingen zoals Barbara Pravi’s ‘Voìla’. We hebben een paar (oud)inzendingen voor je uitgelicht!

The Mamas: van achtergrondkoor naar eigen band

De Zweeds-Amerikaanse gospel en soul band The Mamas zouden in 2020 namens Zweden meedoen aan het songfestival, maar zij waren daar een jaar eerder al te bewonderen. De band werd toen opgericht als achtergrondensemble voor de toenmalige inzending: John Lundvik met ‘Too Late For Love’. Dit optreden smaakte duidelijk naar meer en zo meldden ze zich in 2020 bij de Zweedse voorrondes met het gospel-pop nummer ‘Move’. Ze wonnen de voorrondes en werden zo de officiële inzending namen Zweden. Helaas ging het Eurovisie Songfestival in 2020 niet door vanwege de coronapandemie en kwam de band in 2021 niet door de Zweedse voorrondes heen. Zonde, want deze band en dit prachtige nummer verdienen zeker meer aandacht.

Mahmood en Blancos recordbrekende hit

In 2022 zien we een andere oude bekende act uit 2019 weer terug: Mahmood. Hij deed toen namens Italië mee met het nummer ‘Soldi’ waarmee hij tweede werd achter onze eigen Duncan Laurence. Dit jaar zingt hij samen met Blanco het duet ‘Brividi’, wat op de dag van uitgave al records brak. Mahmood en Blanco bemachtigden het record van meest gestreamde nummer in Italië op één dag, op 2 februari werd het nummer ruim 3,38 miljoen keer beluisterd. Het nummer combineert de muziekstijlen van beide artiesten en de tekst focust op onzekerheden en fouten van degenen die niet altijd weten hoe je moet liefhebben. Een onderwerp dat blijkbaar een groot publiek aanspreekt, waardoor dit nummer nu al een publiekslieveling is!

De eerste Europese boyband: Herreys

Een paar decennia eerder wonnen de drie broers Per Herrey, Richard Herrey en Louis Herrey het songfestival. De Zweedse popgroep Herreys won in 1984 het songfestival met het nummer ‘Diggi-Loo Diggi-Ley’ en ze waren daarmee de eerste mannelijke tieners die deze wedstrijd wonnen. Door de combinatie van samenzang, opvallende danspasjes en opvallende outfits worden ze vaak de eerste moderne Europese boyband genoemd. Dit imago had zowel zijn voor- als nadelen. Zo was de band in de jaren ’80 de bestverkopende popgroep van Zweden, maar kwamen ze niet goed van het boyband imago af. Daarom gingen ze in 1986 voor een make-over, ze noemden zich Herrey en legden hun focus op stevige rock. Gelukkig omarmen ze het imago nu weer, zo waren ze in 2014 weer in hun winnende outfit, inclusief gouden schoenen, in een van de video’s van het songfestival te zien.

Naast The Mama’s, Herreys en Mahmood en Blanco wachten nog velen van 8WEEKLY’s favorieten op je in de nieuwste playlist!

De playlist van mei

De Diepte – S10

Discoteque – THE ROOP

Spirit in the Sky – KeiiNO

Heroes – Måns Zelmerlöw

Voilà – Barbara Pravi

Think About Things – Dadi Freyr

ZITTI E BUONI – Måneskin

You Let MeWalk Alone – Michael Schulte

SHUM – Go_A

Euphoria – Loreen

Satellite – Lena

Nocturne – Secret Garden

Arcade – Duncan Laurence

Without You – Re-Union

Move – The Mamas

Calm After The Storm – The Common Linnets

Hard Rock Hallelujah – Lordi

Save Your Kisses For Me – Brotherhood of Man

Birth Of A New Age – Jeangu Macrooy

J’aime la vie – Sandra Kim

Roi – Bilal Hassani

Amar Pelos Dois – Salvador Sobral

The Wrong Place – Hooverphonic

Fairytale – Alexander Rybak

Rhythm Inside – Loïc Nottet

Too Late For Love – John Lundvik

Fuego – Eleni Foureira

Outlaw In ‘Em – Waylon

What’s Another Year – Johnny Logan

Replay – Tamta

Mercy – Madame Monsieur

Only Teardrops – Emmelie de Forest

Ding-A-Dong – Teach In

You are the only one – Sergey Lazarev

Rock ‘n’ Roll Kids – Paul Harrington, Charlie McGettigan

Paper – Svala

Halo (feat. PIA MARIA) –  LUM!X, PIA MARIA

The Show – REDDI

Brividi – Mahmood, BLANCO

Give That Wolf A Banana – Subwoolfer

Stefania (Kalush Orchestra) – KALUSH

Diggiloo Diggiley – Herreys

Eres Tú – Mocedades

Hey Mamma – Sunstroke Project

Goodbye To Yesterday – Elina Born, Stig Rästa

Hemel & Aarde  – Edsilia Rombley

Love Shine a Light – Katrina & The Waves

Deli – mor ve ötesi

Taken By A Stranger – Lena

Husavik (My Hometown) – Will Ferrel, My Marianne

Muziek / Concert

Ahoy ondergedompeld in extase

recensie: 5SOS Take My Hand World Tour

De Australische band 5 Seconds of Summer (5SOS) toerde voor het laatst in 2018. Hun Take My Hand World Tour (voorheen No Shame Tour), werd door de pandemie helaas uitgesteld. Op 22 april staat het viertal voor het eerst in Rotterdam. De ellenlange rij fans staat te popelen om naar binnen te mogen. Het belooft een spectaculaire show te worden.

Na bijna drieënhalf jaar kan de show ein-de-lijk doorgaan. De sfeer zit er in ieder geval goed in. Van zingen in een kooi tot de illusie van een sterrenhemel, de mannen van 5SOS halen alles uit de kast. Net als de trouwe garde fans die luidkeels meezingt en gekleed gaat in de vroegere stijl van de band – een klassiek zwarte ‘ripped skinny jean’ en ‘graphic tee’.

Take My Hand Tour begint sterk

Als de lichten uitgaan is de spanning om te snijden. 5SOS verschijnt tussen de rook en flitsende lichten op het podium. Het is te merken dat ze lang hebben kunnen nadenken over de tour en productie. Aan gave lichten en achtergrond-beelden ontbreekt het vanavond niet. Het publiek wordt versteld met wrede gitaarriffs en solo’s om alle nummers vlekkeloos in elkaar over te laten lopen. De fans kijken vol bewondering toe en gaan door het dolle heen bij de overgangen. Dit kan niet anders dan een indrukwekkend optreden worden. De mannen worden in ieder geval daverend verwelkomd in Ahoy.

Luke Hemmings, de voorman van de band, houdt de energie hoog terwijl hij over elke centimeter van het podium springt. Hij is bijna niet te missen in zijn fel groene blouse en witte laarzen, zelfs niet als het podium zich vult met rook en flitsende lichten.

Wie de vier Australiërs al langer volgt, ziet gelijk dat de mannen ontzettend gegroeid zijn. De nieuwe muziek heeft een volwassen randje gekregen en ze hebben een sterke aanwezigheid op het podium. Toch is er ook tijd om tussendoor grapjes met elkaar te maken. Hoe dan ook zien ze er comfortabeler uit dan voorheen en lijken ze een goed idee te hebben van wie ze willen zijn als band. Waar ze voorheen bij hun rock-roots bleven, leerden ze met hun album Youngblood dat ze prima konden experimenteren. Hun laatste album CALM is dan ook perfect in balans met het oude en nieuwe geluid.

5SOS verbluft het publiek in Ahoy

De productie en lichten zijn al indrukwekkend genoeg, maar de setlist is misschien wel een van de beste door de jaren heen. Ze hebben een goede balans gevonden tussen gouwe ouwe nummers en nieuwe hits. Er is zelfs plek voor niet uitgebrachte muziek. Overigens is de setlist ook de langste tot nu toe. Fans kunnen anderhalf uur lang genieten van het waanzinnige optreden. Maar dat is niet alles. De fans staan pas echt versteld als ze de akkoorden van ‘Disconnected’ horen. Dit nummer is een favoriet onder fans, maar heeft sinds 5SOS hun eerste tour niet meer op de setlist gestaan. Het valt op dat er aanzienlijk minder telefoons boven het publiek zweven. In plaats van filmende telefoons is er een zee van zwierende handen boven het publiek te zien. Tijdens het couplet overstemd het enthousiaste publiek de band zelfs bijna.

Dat er uit volle borst wordt meegezongen met een oude favoriet, is geen verrassing. Want ondanks dat 5SOS bekend staat om een slechte smaak in hun eigen muziek, weten ze stiekem heel goed wat voor setlist de harten van fans veroverd. Hoe vaak fans ook zeggen dat klassiekers als ‘Amnesia’ en ‘She Looks So Perfect’ niet op de setlist horen, zijn dit wel de nummers waarbij het hardst wordt meegezongen. Ook de solo’s en soepele overgangen verdienen een pluim. Het publiek is namelijk door het dolle heen als drummer Ashton Irwin een lange solo krijgt en helemaal alleen op het podium staat. Tijdens zijn solo wordt hij extatisch toegejuicht door het publiek. De spanning wordt opgebouwd met de bloedrode en flitsende witte lichten. Ineens verschijnt de rest van de band weer en loopt de solo over in ‘Red Desert’. De fans in het publiek beginnen te gillen en kijken hun ogen uit. Ze zingen nog nét niet harder dan de band.

Al met al zijn de mannen van 5SOS de drukte en het geld dubbel en dwars waard. Het is een avond ultiem genieten van een spectaculair optreden en energiek publiek. Een ding is zeker: na een avond 5SOS ga je tevreden naar huis. Al dan niet met vermoeide benen van al het dansen en een schorre stem van het zingen. De vier Australiërs weten hoe ze het publiek een avond om nooit te vergeten geven.

 

 

Boeken
special: COBRA 1948-1951 - Willemijn Stokvis

Maskertjes van ongehoorzaamheid

COBRA – The History of a European Avant-Garde Movement ligt afgeprijsd in de Ramsj-bakken van je favoriete boekwinkel. Voor maar twee tientjes haal je deze 416 pagina’s tellende tuintegel van een kunstboek in huis. Maar wat is de Cobra beweging eigenlijk? En heeft de groep nog relevantie in deze tijd? Redacteur Inge Cohen herlas het boek en kwam tot deze conclusie.

Cobra was een opstand van beeldend kunstenaars en dichters tegen het duffe formalisme dat volgens hen heerste in de kunst. De Cobra-leden waren idealisten en maatschappijhervormers, vertrouwend op de spontane creatieve impulsen in ieder mens. Zij keerden zich tegen oorlog, kapitalisme en kleinburgerlijkheid. Ze vierden feest met hun uitbundige kleurgebruik, hun primitieve masker- en dierenmotieven en hun gezamenlijke projecten. Cobra-leden bestreden kunst als investering en ageerden tegen snobistisch vertoon van macht, voorbehouden aan welke heersende klasse dan ook.

Het begon in Denemarken

De Deense schilders Asger Jorn, Egill Jacobsen en Ejler Bille staan aan de wieg van de Cobra-beweging. Zij experimenteerden al voor de Tweede Wereldoorlog met spontane expressie, kleur en vorm. De kunstenaars werden in Parijs geïnspireerd door schilders als Picasso en Kandinski. Egill Jacobsens ‘Orange Object’ uit 1940 laat al veel karakeristieke kenmerken zien van wat acht jaar later de Cobra-beweging zou worden.

Asger Jorn zou aanjager van de groep worden. Onder de Duitse bezetting gaf hij het kunsttijdschrift Helhesten uit. De titel Helhesten, die verwijst naar een driepotige aankondiger van de dood uit de Noorse mythologie, zinspeelt met dit ‘paard van godin Hel’ op de Duitse bezetting. Daarnaast staat het driepotige, mank lopende paard, dat moeite heeft zich van levensonderhoud te voorzien, symbool voor de toestand van de pre-Cobra kunstenaars tijdens de oorlog. Ook geeft het gebruik van het paard uit de Noorse mythologie versterking aan de eigen volksaard van symbolisme. De Denen keerden bij zichzelf naar binnen en gaven op een directe manier uiting aan wat ze daar tegen kwamen. Jorn, wiens werk in het Cobra-museum in Amstelveen hangt maar vooral in het Asger Jorn Museum in het Deense Silkeborg, schilderde archaïsche, soms monsterachtige wezens, grijnzende of gapende maskers en fabeldieren met roofzuchtige klauwen. Vaak met dikke zwarte lijnen geaccentueerd. Afwisselend verwezen deze beelden naar oorlog en destructie en, als tegenkracht, naar het vrije spel van kinderen en naar de vrede en vitaliteit van de naoorlogse Deense samenleving.

Maar in Nederland en België gebeurde er ook wat

De Nederlandse beeldende kunsten en literatuur stonden tijdens de Tweede Wereldoorlog vrijwel stil. Wie geen lid werd van de ‘Kulturkammer’, de door de nazi-bezetters gecontroleerde kunstenaarsbond, kon het vergeten. Je kwam dan niet aan het benodigde materiaal, laat staan aan een expositie om je werk tentoon te stellen. Vlak na de oorlog bleek er een gat tussen vooroorlogse kunst en de moderne tijd, waarin een nieuwe groep kunstenaars inspiratie zocht. Bij gebrek aan binding en sturing vanuit de kunstwereld in het eigen land, ontstond er een grote vrijheid. Men sloeg aan het experimenteren. Eind 1948 ontstond de Experimentele Groep in Holland, met als oprichters Constant Nieuwenhuys, Karel Appel en Corneille. Het tijdschrift dat ze uitbrachten, Reflex genaamd, nam naast hun eigen werk ook werk van de Deense Asger Jorn op. Ondertussen was er in België ook beweging genoeg. Dichter Christian Dotremont richtte Le Surréalisme Révolutionnaire op: een experimentele kunstgroep met een Franse tak.

Oprichting Cobra

Eind 1948 werd er een conferentie in Parijs gehouden. Naast bovengenoemde groepen was ook de Tsjechische groep Czech Ra aanwezig om de avant-gardistische situatie in de landen te bespreken en eventuele samenwerkingen aan te gaan. Tijdens die conferentie brak Christian Dotremont voorgoed de Franse tak van zijn Surrealisme Révolutionnaire af. Ook met Tsjechië wilde het niet erg boteren. In de avond kwamen de heren uit Kopenhagen, Brussel en Amsterdam bij elkaar in het café. Cobra werd dan toch eindelijk geboren. CO staat voor Copenhagen, BR voor Brussel en A voor Amsterdam.

Rel rond het Stedelijk Museum Amsterdam

In Amsterdam organiseerde Willem Sandberg in november 1949 de eerste expositie van de Cobraleden. De dichters Schierbeek, Kouwenaar, Elburg en Lucebert sloten zich bij de beeldend kunstenaars aan. Gezamenlijk presenteerden zij de catalogus, met een provocerende omslag: uit een wijd geopende mond stak een flinke tong.

De recensenten en het publiek waren razend. ‘Geklad, geklets, geklodder’ en ‘Waanzin tot kunst verhevenstond er in de keurige kranten. Bijna vijfenzeventig jaar later is het moeilijk voor te stellen hoe agressief de sfeer rond de groep was. ‘Geef een aap een kwast en je zal geen verschil zien’, was een veelgehoorde kreet van de gewone burgers. Ondertussen gingen de internationale contacten en de onderlinge samenwerking tussen de groepsleden door. Ook in Frankrijk sloten er uiteindelijk kunstenaars aan.

Willemijn Stokvis heeft in dit boek de kunsthistorische en ideologische lijnen van deze letterlijk kleurrijke groep kunstenaars volledig nagetrokken en in perspectief geplaatst. Deze uitgave in groot formaat met heel goede reproducties vol kleurrijke creatieve impulsen is een aanrader voor iedereen die nu een tegenwicht zoekt voor de machteloze woede en droefenis bij alle nationale en internationale crises.

 

Kunst / Expo binnenland

Alphonse Mucha: veelzijdiger dan je denkt

recensie: Alphonse Mucha: Art Nouveau in Parijs – Kunstmuseum Den Haag

Veel mensen zullen Alphonse Mucha’s illustraties herkennen, zo niet cliché vinden – met hun statige vrouwen, gestileerde bloemen en harmonische kleuren. Maar Mucha heeft een rijk gevarieerd oeuvre en een interessante internationale loopbaan. Kunstmuseum Den Haag toont zijn veelzijdigheid in een mooie overzichtstentoonstelling.

Art Nouveau, Jugendstil, Slaoliestijl: allemaal benamingen voor min of meer dezelfde decoratieve kunststroming vol vloeiende lijnen, gestileerde flora en elegante vrouwen. De Tsjechische kunstenaar Alphonse Mucha (1860-1939) heeft zo sterk zijn stempel gedrukt op deze laatnegentiende-eeuwse stijl dat zijn naam er synoniem mee is gaan staan: le style Mucha. Het oeuvre van Mucha bevat onder andere affiches, illustraties, juwelen en schilderijen. Kunstmuseum Den Haag toont nu in samenwerking met de Mucha Foundation een uitgebreid overzicht van zijn werk.

Midden in het bruisende Parijs   

Alphonse Mucha, Gismonda, 1894, kleurenlithografie. Copyright © 2021 Mucha Trust

Parijs was aan het einde van de negentiende eeuw een levendige culturele hoofdstad. Kunstenaars uit heel Europa trokken ernaartoe om zich te ontplooien te midden van de galeries, musea en het bruisende nachtleven. Zo ook Alphonse Mucha. In 1887 kwam hij naar Prijs en zeven jaar later brak hij plotsklaps door met een affiche voor Gismonda, een theaterproductie met de bekende actrice Sarah Bernhardt. Het was het begin van een succesvolle carrière.

Kunstmuseum Den Haag heeft door haar samenwerking met de Mucha Foundation een schat aan materiaal tot haar beschikking uit de Mucha Trust. Het museum biedt extra context door dit tegenover de achtergrond van het bruisende Parijs te zetten met de eigen collectie, zoals gelijktijdige kostuums, schilderijen, glaskunst of affiches van Henri de Toulouse-Lautrec en Jules Chéret. Zo reflecteren de laatnegentiende-eeuwse kostuums de flanerende Parijzenaren geschilderd door Claude Monet. Een zicht wat Mucha welbekend moet zijn geweest. Deze opzet komt mooi tot zijn recht als je de centrale hal inloopt. De muur om de ingang is behangen met foto’s van de façades van de moderne Parijse warenhuizen. Eenmaal binnen zie je kleurrijke vazen van Émile Gallé, duidelijk vergelijkbaar met Mucha’s kunst eromheen. Op de achtergrond is nog een grote muurfoto van het interieur van een luxueus warenhuis. Je bent subtiel van de binnen- naar de buitenkant geleid.

Verheven idealen achter populaire kunst

Mucha was overtuigd van de verheffende kwaliteiten van kunst. Het moest toegankelijk zijn voor iedereen. Dat is gedeeltelijk gelukt, omdat zijn werk in oplage relatief betaalbaar was, maar artistieke vrijheid had hij weinig. Liever zou hij meer gelaagde, spirituele kunst maken in dienst van grotere idealen. Die andere kant van Mucha zien we in zijn boek Le Pater (1899), een symbolistische interpretatie van het Onze Vader met een vrij duistere sfeer. In de jaren hierna gaat de Mucha zich volledig inzetten voor zijn vaderland en het Slavische volk, culminerend in een Slavisch epos. Begrijpelijkerwijs is er helaas weinig te zien van zijn monumentale schilderijen, maar ook de nationalistische affiches zijn een interessante
mengeling tussen kenmerkende Mucha-elementen en serieuze onderwerpen.

Alphonse Mucha, Rêverie, 1897, kleurenlithografie. Copyright © 2021 Mucha Trust

Rijkdom aan details

En wat zijn er veel herkenbare elementen in Mucha’s oeuvre. Als je de tijd neemt om de in elkaar overlopende details te bestuderen zie je steeds vaker motieven terugkomen: van sterren tot bloemenpatronen tot schrijfveren. De tentoonstellingsteksten helpen daar gedeeltelijk bij. Zo is de toegelichte ‘Q-formule’ van een zittende vrouwenfiguur in een hoefijzer- of cirkelmotief, met uitstekende staart van draperieën, gelijk overal te herkennen. De beschrijving van Mucha’s mengelmoes van onder andere Byzantijnse, Slavische, Japanse en Keltische motieven smaakt echter naar meer. Dit verdient meer toelichting in de zaalteksten. Zonder uitgelichte details smelten de werken naarmate de tentoonstelling vordert samen en wordt de kracht van herhaling juist een sleur. Buiten dat weet de tentoonstelling haar werken zowel de ruimte te geven als connecties te leggen. Elke zaal heeft een eigen kleur, van paars tot geel, om de werken tot hun recht te laten komen. Subtiele gouden art nouveau details verbinden de ruimtes.

De tentoonstelling sluit af met een tijdsprong naar de jaren zestig en zeventig, waar je de herontdekking van Mucha’s werk ziet in platenhoezen en concertposters van acts als The Grateful Dead, Cat Stevens en Pink Floyd. Flowerpower en psychedelische rock sluiten perfect aan bij Mucha’s bloemenpatronen en droomvrouwen. De afsluiting van de tentoonstelling is een kleurrijk eerbetoon aan de tijdloosheid van le style Mucha, een ideaal dat de kunstenaar altijd heeft nagestreefd.

 

 

Kunst / Expo binnenland / Expo buitenland

Zelfportret van een genereuze fotograaf

recensie: Wish I Were Here van Bertien van Manen
Bertien van Manen, Odessa, Ljalja, uit de serie Lets sit down before we go, 1991-2Bertien van Manen

De overzichtstentoonstelling Wish I Were Here van Bertien van Manen in het Antwerpse FOMU belooft een ‘intieme vorm van documentaire’. De expo lost die verwachting ruimschoots in. De tentoonstelling is nog tot 28/08/2022 te bezichtigen.

De overzichtstentoonstelling komt wat stroef op gang met fotoboeken in een vitrinekast waarin Van Manens eerste ‘sociale foto’s’ verzameld staan: geëngageerde fotoreeksen waarin nonnen en vrouwelijke gastarbeiders uit Nicaragua de hoofdrol spelen. Met dank aan de kadrering en het belichaamde perspectief doen de foto’s al wel het grote talent van de fotografe vermoeden; ze fotografeert bijvoorbeeld vanuit een licht schuine hoek, zodat de kijker zich bewust wordt van haar aanwezigheid als fotograaf. Zowel ruimtelijk als thematisch staan deze foto’s echter nog te ver van de kijker af om echt aan te grijpen. Het is bijvoorbeeld niet voldoende duidelijk waarom Van Manen precies deze mensen wilde fotograferen en welke aspecten van hun leven ze precies wilde vatten.

Generositeit en perfecte beelden

In de volgende zaal is het eerste wat men ziet een potloodtekening van Willem van Manen. Hij beeldt zijn geliefde Bertien naakt en in zijaanzicht af, terwijl ze met gezwinde pas vooruit lijkt te lopen. Lang, mager en omgeven door een immense bos haar doet ze denken aan een veel levendiger versie van een Giacometti-beeld. Vanaf dat punt in de expo beklijft Van Manen onophoudelijk. Het is tekenend voor haar generositeit dat ze eerst zichzelf in haar blootje zet vooraleer ze ons haar onderwerpen toont.

De expo blijkt pas echt te beginnen met de reeks die Van Manen in de Appalachen maakte. Het is meteen een van de meest beklijvende series van de hele tentoonstelling. Deze fotoreeks, die het leven van mijnwerkers en hun families toont, bevat perfecte beelden waarnaar je wil blijven kijken. Zoals het beeld van een jongen die zich al schommelend bevindt in de contrastrijke clair-obscur wereld van bomen en lucht: zijn hoofd in de nek geworpen, de duisternis in, zijn blik in het licht. De foto’s van kinderen worden vaak gekenmerkt door die aanwezigheid van licht, zelfs overbelichting. Bij een mindere fotograaf zou dit gemakkelijk tot kitsch vervallen, maar niet bij Van Manen die een rauw thema combineert met visuele perfectie.

Uit ieder beeld rijst de liefde op die Van Manen voor haar onderwerpen voelt. In het bijzonder de liefde voor Mavis en Junior, een mijnwerkerskoppel bij wie ze tijdens haar reizen door de Appalachen inwoonde. Prachtig is dan ook het boek The other side of the moon dat ze in een oplage van drie liet maken als cadeau voor Mavis en waarvan een exemplaar in de expo te bezichtigen is.

Leven en dood

De generositeit van Van Manen zet zich voort in de manier waarop ze anderen toestaat met het werk om te gaan. Jeroen de Vries en muzikante Coco Zhao maakten een video-installatie van het fotoboek East Wind West Wind. Deze reeks, die foto’s toont uit het China van de late jaren negentig, wordt geprojecteerd op strakgespannen doeken. Telkens als iemand er tussendoor loopt deinen ze een tijdlang op en neer, waardoor de foto’s soms een beetje buiten hun kader vallen. Het is een mooie, simpele manier om de reeks tot leven te brengen.

Het laatste deel van de expo, een fotoreeks die van Manen in Ierland maakte na het verlies van haar man Willem, hakt erin. Als kijker word je geconfronteerd met de plotse stuurloosheid van haar werk. Het houden van mensen, waar ze zo goed in is, kan zich niet meer richten op een levenspartner. En opeens zijn het geen mensen meer, maar lege landschappen, die de fotograaf vastlegt.

Het gat in de buik

Een koptelefoon nodigt uit de beelden met muziek te beluisteren. Het is een van de weinige betreurenswaardige ingrepen in de tentoonstelling. De foto’s zijn in combinatie met de muziek bijna onverdraaglijk. Het fijne gevoel dat door de expo heen werd opgebouwd, krijgt hier iets wrangs en de toeschouwer verlaat de tentoonstelling met een gat in de buik. Desondanks is die wrange afsluiter ook een blijk van Van Manens kunnen en van haar veelzijdigheid.

Bertien van Manen is naast een fenomenale fotograaf ook een inspirerend mee-lever, die mensen in al hun schoonheid en lelijkheid mocht afbeelden. De liefde en interesse waarmee ze naar mensen kijkt zijn inspirerend, haar omgang met haar onderwerpen ontroerend. Wish I Were Here toont zoals beloofd een intiem portret van de fotograaf en haar onderwerpen. Van Manens werk is een zelfportret, samengesteld uit beelden van anderen.

Kunst / Expo binnenland

Zwierig én modern

recensie: Amsterdam - Fré Cohen

Zo kun je haar, op grond van foto’s en een film op de tentoonstelling Fré Cohen. Grafisch kunstenares in het Museum Het Schip in Amsterdam voorstellen: als een zwierige vrouw, met een bos (rood) haar. Zo is haar werk eigenlijk ook, vanaf eind jaren twintig van de vorige eeuw tot haar zelfgekozen dood in 1943.

Het is werk dat eenzelfde sfeer ademt als de bouwkunst uit die tijd in de Amsterdamse Westerparkbuurt, waar het Amsterdamse School Museum is gehuisvest. Een stijl die nog steeds doorwerkt, getuige de prachtige woningen van korthtielens architecten en Marcel Lok in de Krommeniestraat. Zij wonnen er in 2021 de prijsvraag van het Spaandammerhart mee. Ze zijn geïnspireerd door de Amsterdamse Schoolstijl van Michel de Klerk en toch modern, zoals het werk van Cohen zelf dat ook is, getuige bijvoorbeeld haar fotocollages.

Fré Cohen – leven en werk

Fré (Frederika Sophia) Cohen werd in 1903 geboren in een joods diamantbewerkersgezin. Van haar vijfde tot haar tiende jaar woonde ze in Antwerpen en ging daar naar school. Fré tekende eigenlijk altijd al

Fré Cohen aan het tekenen ca. 1928

en volgt, weer terug in Amsterdam cursussen, onder meer aan de Grafische School. Ze raakt beïnvloed door het werk van de Amsterdamse School en van architect en grafisch ontwerper Hendrik Wijdeveld, de man van het tijdschrift Wendingen. Wat ze van hem (en overigens ook van Berlage) overneemt, is de eenheid die ze nastreeft; ze ontwerpt zelf ook letters, die een combinatie zijn van dikke blokken en zwierige lijnen. Zelfs haar latere werk, dat de sfeer van de Nieuwe Zakelijkheid nabij komt, wordt hierdoor gekenmerkt. Een mooi voorbeeld op de expositie is de wijnkaart die ze ontwierp voor restaurant Schiller (1934).

In 1941 krijgt ze als joodse geen opdrachten meer van haar werkgever, de Gemeente Amsterdam. Ze wordt docente aan de Joodse Kunstnijverheidsschool W.A. van Leer en ondertekent haar werk met de naam Freco. Een jaar later duikt ze onder, op het laatst in Borne. Daar wordt ze opgepakt. Ze neemt gif in en na twee dagen in het ziekenhuis in Hengelo te hebben gelegen, sterft ze en wordt begraven op de Joodse begraafplaats in Hengelo. 

Grafisch werk

Behalve voor de Gemeente Amsterdam ontwierp Cohen ook voor bijvoorbeeld de Sociaal Democratische Arbeiders Partij (SDAP), de Arbeiders Jeugd Centrale (AJC) en een uitgever als Querido. Op de tentoonstelling zijn daar tal van voorbeelden te zien. Het begint met affiches voor een demonstratie in Den Haag voor de achturige werkdag, voor de 1 mei-viering in 1928 en boekomslagen, zoals voor een boek van Koos Vorrink, de voorman van de AJC en de jeugdafdeling van de SDAP.

Haar socialistische hart klopte ook in het werk dat ze vanaf 1929 voor de Gemeente Amsterdam maakte, geheel conform het idee van de culturele verheffing van de arbeidersklasse; het omslag van het giroboekje (1929) is daar een mooi voorbeeld van. Dit is één van de thema’s die in deze expositie naar voren komt. Verder valt het verhaal te volgen van het vooroorlogse Amsterdam, de rol van de joodse bevolking daarin (Cohen zette zich in voor joodse vluchtelingen), de vrouwenemancipatie en de strijd voor een ‘Nieuwe Samenleving’. 

Vrij werk

In de film van Kees Veling (Captain Video) die wordt getoond, wordt ook kort even gerept van Cohens vrije, niet in opdracht vervaardigde werk. Rie Keesje-Hellebregt, haar AJC-vriendin bij wie ze ook is ondergedoken, vertelt dat ze op een reis naar Ascona al mooie tekeningen en schilderijen vervaardigde. Daar blijft het een beetje bij. Ook op de tentoonstelling lijkt haar vrije werk in eerste instantie spaarzaam te zijn vertegenwoordigd; er lijken slechts enkele tekeningen uit bijvoorbeeld de collectie van het Stedelijk Museum in Amsterdam te zien (De rebbe uit 1936 en Maurice Schwartz uit 1935).
Dan komt de verrassing: in een pijpenla op het eind van de tentoonstelling wordt door middel van grote foto’s en enkele attributen een idee gegeven van Fré Cohens atelier in de Karel du Jardinstraat 11 (ca. 1933). Op een ezel staat een schilderij, op de lange wand hangen er veel meer, waaronder enkele modelstudies en een groot portret van haar vader Levie (ca. 1930). 

Natuurlijk: Museum Het Schip is een Amsterdamse School Museum, maar de invloed van de (zwierige!) Jugendstil en de Bergense School via Fré Cohens leermeester Wim Schumacher, en haar invloed weer op de grafische ontwerpen van bijvoorbeeld Willem Sandberg, directeur van het Stedelijk Museum in Amsterdam hadden ook best aandacht verdiend, maar dit doet verder niet veel af aan deze mooie overzichtstentoonstelling van een belangrijke kunstenares in de eerste helft van de vorige eeuw.

 

 

Film / Films

Jonge studente staat voor duivels dilemma

recensie: Ninjababy - Yngvild Sve Flikke

De drieëntwintigjarige Rakel staat midden in het studentenleven als blijkt dat ze al zes maanden zwanger is zonder het te weten. Wat nu? Ninjababy volgt de strijd van een jonge vrouw die er nog niet klaar voor is om moeder te worden.

Herkenbaarheid

Het personage van Rakel (Kristine Thorp) is enorm herkenbaar voor alle jonge vrouwen. Ze studeert, woont in een typisch ranzig studentenhuis met haar beste vriendin en ze gaat veel en vaak uit. Ze droomt van een carrière als illustrator, maar is er nog net niet aan toe om er helemaal voor te gaan. Deze halfbakken zelfstandigheid maakt het proces dat Rakel doorloopt als ze ontdekt zwanger te zijn enorm ingewikkeld. In theorie vindt ze zichzelf verantwoordelijk genoeg om de situatie aan te kunnen. Ze is er alleen emotioneel nog niet klaar voor. Het feit dat Rakel een jonge student is maakt dat de kijker zich goed in kan leven in haar dilemma. In principe zou iedereen van haar leeftijd dit kunnen overkomen. Het gevoel van echtheid wordt versterkt door het passende acteerwerk van actrice Kristine Thorp. Gedurende de hele film straalt zij een bepaald soort chaos uit die de emotionele strijd benadrukt waar Rakel zich in bevindt. 

De kracht van animaties 

De kijker wordt op een originele manier meegenomen in het hoofd van Rakel. Zo worden er animaties ingezet die over het beeldscherm bewegen en terugpraten naar Rakel. Dit is een grappige knipoog naar het feit dat de film gebaseerd is op een stripboek  (Fallteknikken, Inga H Sætre) zorgt ook voor een humoristische aanpak van een verder zo serieus thema. Hoewel de animaties zeker een toevoeging zijn aan het verhaal, duurt het hierdoor wel even voor de kijker erin meegenomen wordt. In het begin lijkt alles wat over de top en uit context. Maar naarmate het verhaal vordert wordt een geheel geschetst waarbij, hoe komisch ook, de serieuze verhaallijn niet uit het oog wordt verloren. Hierbij helpt het dat de animaties vaak ontstaan vanuit tekeningen die Rakel maakt. Zo vormt alles een duidelijk verhaal.

Een heftig einde

Ninjababy gaat door waar andere films ophouden. Juist dát maakt deze film zo bijzonder. De fysieke pijn van de bevalling, de emotionele pijn van het vasthouden van een kind dat je eigenlijk niet wil: regisseur Yngvild Sve Flikke schrikt nergens voor terug. Zo breekt de film met het stereotype beeld dat een moeder toch wel meteen liefde voor haar kind gaat voelen zodra het geboren wordt. En met het idee dat alles uiteindelijk zonder meer goedkomt. Hoewel dit een gewaagde keuze is om te maken, onderscheidt deze film zich zo van veel andere verhalen over jonge zwangerschappen. Hierdoor is deze film dan ook een grote aanrader voor jonge vrouwen om te zien, omdat er een nieuw perspectief gegeven wordt. De film vertelt namelijk dat het soms ook oké kan zijn om voor jezelf te kiezen en niet alles hoeft te wijken voor een kind.

 

Boeken / Film / Kunst / Muziek / Theater / Boeken / Film / Kunst / Muziek
special: De redactieleden van 8WEEKLY bespreken het recente cultuurnieuws en meer!

8WEEKLY podcast – Aflevering 7

De gevarieerde redactie van online cultuurmagazine 8WEEKLY.nl bespreekt het recente cultuurnieuws, nieuwe releases, evenementen en festivals. Wij bespreken scherpe culturele stellingen en geven cultuurtips over boeken, films, muziek, podiumkunsten, beeldende kunst en meer!

In de nieuwe aflevering bespreken Sanne, Vick en Jorien het cultuurnieuws en raden ze de voorstellingen en films aan die ze bezocht en gezien hebben. In deze aflevering worden de volgende zaken besproken:

– Cultuurnieuws: tegenvallende bezoekersaantallen na corona voor de culturele sector, de uitreiking van de oscars en de nominaties van de musical awards.

– Recensies:

  • Come from away en het musicalcollege
  • Documentaire Kanye West
  • Aladdin
  • Concert Sting
  • Tina Turner de musical

– De vraag: in welk tv-, boek-, film- of musicalpersonage herken jij jezelf het meest.

Beluister de podcast via spotify of klik hier:

Muziek / Concert

Kaspar Baum: onbevangen en ervaren tegelijk

recensie: Optreden Kaspar Baum in dB's

Vanwege twee supportacts wordt het geduld van de bezoekers in dB’s voor de albumrelease van Kaspar Baum aardig op de proef gesteld. Gelukkig zijn de optredens van rockveteraan Henk Koorn en nieuwkomer Ismena ook de moeite waard. Pas laat op de avond speelt de kersverse Utrechtse formatie Kaspar Baum een bezielde set, beïnvloed door new wave van de jaren 80 en alternatieve rock uit de jaren 90, maar ook door een band als The War on Drugs.

De aftrap van vanavond is voor Henk Koorn, zanger en gitarist van Hallo Venray. Met zijn Haagse band staat Koorn met enige regelmaat op het podium van dB’s. Vanavond speelt hij in zijn uppie alvast een aantal liedjes van het nieuwe album van Hallo Venray, dat dit najaar zal verschijnen. Dat doet hij op zijn kenmerkende manier: met een paar akkoorden, een lijzige stem en een droogkomische presentatie. Sommige liedjes vereisen nog enige verfijning, en af en toe is Koorn de draad kwijt. Maar hij krijgt de lachers op zijn hand met teksten over zijn jaloezie voor het publiek, dat rustig achterover kan leunen terwijl hij op het podium peentjes zweet. Of over het treurige dat er resteert na een overlijden: koffie met cake.

Muzikaal avontuur

De tweede opwarmband van de avond is Ismena, een vierkoppige band die laveert tussen donkere indie en melancholische droompop. De hoge stem van zangeres Ismena Goossen contrasteert mooi met het soms stevige geluid van haar band. Het debuutalbum van Ismena is in Utrecht geproduceerd, in de Vuurland studio van Erny Green. Geheel toevallig is het niet dat Ismena fungeert als support-act voor Kaspar Baum. Kasper Baum is namelijk de nieuwe formatie van Erny Green (echte naam: Ernst Grevink). Samen met drummer Jelmer de Haas, gitarist Rempe Kooij en bassist Evert Smit (die inmiddels is vervangen door Erwin Raasveld) is deze ervaren Utrechtse muzikant en liedjesschrijver begonnen aan een nieuw muzikaal avontuur.

Vanavond krijgt Kaspar Baum eindelijk de kans om hun eerste album Vuurland te presenteren aan het Utrechtse publiek, na (m)eerdere annuleringen vanwege corona. De cd verscheen al op 10 december vorig jaar. Met veel energie speelt de band de tien nummers van hun prima debuut. Net als op de albumhoes zijn de mannen vanavond gekleed in een overall, die naar alle waarschijnlijkheid op het kleine podium van het uitverkochte dB’s tot enige oververhitting geleid zal hebben.

Kinderlijke onbevangenheid

De bezielde zang van Erny Green, de inventieve gitaarpartijen van Rempe Kooij, en de rake klappen van Jelmer de Haas zorgen, samen met de sterke nummers, voor een prima optreden. Stevige rock en stemmige ballads wisselen elkaar af. Het puntige ‘Licking My Wounds’ klinkt live een stuk feller dan op het album. In de toegift wordt het nummer, bij gebrek aan ander nieuw materiaal, nogmaals uitgevoerd. De gitarist Kooij begeeft zich dan tussen het publiek en weet met zijn capriolen het enthousiasme in de zaal nog aardig wat op te poken.

Tijdens het donkere, slepende ‘Ugly Black Monster’, aan het begin van de show, wordt op de achtergrond de bijbehorende clip geprojecteerd. Verrassend feit: de clip is gemaakt door een negenjarig kind. ‘We waren bezig met een clip voor onze single ‘Blindfolded’. Onze videomaker draaide dat nummer thuis en zijn dochter begon op haar iPad spontaan tekeningen te maken van draakjes. Die liet hij ons zien, met het lied op de achtergrond, en we dachten: ‘Een leuke clip voor Ugly Black Monster!’ vertelt Erny Green in een interview met de NUK .

Met diezelfde kinderlijke onbevangenheid willen de door de wol geverfde muzikanten van Kaspar Baum meer nieuwe muziek blijven maken, zo vertellen ze in datzelfde interview. Het sterke optreden in dB’s en het prima debuutalbum hebben de verwachtingen voor de toekomst van deze Utrechtse band alvast flink opgeschroefd.