Boeken / Fictie

Gesprekken na het hiernamaals

recensie: Een lichte fluistering – Anne Griffin
Afbeelding Een lichte fluisteringPixabay

De één zijn dood, de ander zijn brood. Dat concept nam Anne Griffin wel héél letterlijk: in haar roman Een lichte fluistering zijn Jeanie Masterson en haar vader in staat om met de doden te communiceren. Op die manier kunnen ze een laatste geheim ontfutselen aan de overledene, een diep gekoesterde wens postuum laten uitkomen óf een diepgemeend excuses overdragen aan naasten. Het originele idee kiemde uit tot een gelaagde roman, waarin de geloofwaardigheid en de te drukke schrijfstijl soms het onderspit delven.

Een heel opmerkelijk familiebedrijf

De Mastersons hebben het goed voor elkaar: hun familiebedrijf, een begrafenisonderneming in het kleine Iers stadje Kilcross, loopt als een tierelier. Tenminste, iedereen die gelooft dat vader en dochter écht met de doden kunnen praten, willen graag na hun overlijden een woordje uitwisselen met de twee. Zo zijn ze ervan verzekerd dat hun laatste wensen gehoor vinden. Helaas belandt niet iedere overledene uit de buurt in een kist in hun werkruimte. Treurig genoeg bereikt ook de verdrietige schreeuw om hulp van een jong slachtoffer het oor van Jeanie en kan ze de politie bijstaan in de zoektocht naar de plek van de moord.

Wie de bewoners moet bijstaan in hun laatste uren voordat hun ziel opstijgt naar de hemel, heeft dus een sterk gemoed nodig. Zeker als er tussen de overleden personen ook goede vrienden van Jeanie’s ouders zitten of een oude geliefde. Terwijl Jeanie soms worstelt met de ethische kant van haar beroep, merkt ze dat er ook andere zaken ‘rondspoken’ in haar gedachten. Zo twijfelt ze over haar huwelijk met Niall, die altijd al meer hield van haar dan zij van hem. Zeker wanneer ze haar jeugdliefde Fionn tegen het lijf loopt. Als haar ouders ook nog eens aankondigen dat ze het bedrijf aan haar willen overdragen om in Baltimore te kunnen genieten van hun pensioen, bereiken de paniek en onzekerheid een hoogtepunt in haar leven…

Een dodelijk vermoeiend levendig idee

Je moet het Griffin nageven: ze tracht met ieder hoofdstuk om haar originele idee met precisie uit te voeren. Zodoende ontstaat een gelaagde roman, waarin alle personages zich vrijelijk kunnen ontwikkelen. Hoofdpersonage Jeanie Masterson heeft iets heel aangenaams, ze komt – met enerzijds haar ongeëvenaarde enthousiasme en anderzijds haar diepe twijfels – heel menselijk over tussen de doden. Niemand kan echter ontkennen dat een link naar de Amerikaanse televisieserie Pushing Daisies (2007-2009) makkelijk is gemaakt. In deze serie helpt de 28-jarige Ned de politie met het oplossen van moorden, aangezien hij de doden weer voor één minuut tot leven kan wekken om te kunnen achterhalen wie en/of wat hen vermoord heeft. Ook heeft het enige trekjes van het plot van de serie Ghost Whisperer (2005-2010), waarin het Melinda Gordons taak is geesten te helpen met hun onopgeloste ‘business’ zodat ze alsnog naar het ‘Licht’ toe kunnen. De gelaagdheid en het verfrissende onderwerp zijn prijzenswaardig, maar de roman heeft zo zijn eigen haken en ogen. De vlotte schrijfstijl kent soms wel een héél hoog tempo. De gedachten en dialogen buitelen soms iets te snel over elkaar heen, waardoor het verhaal soms lastig te volgen is. De té drukke gedachtegangen maken van Jeanie soms een nogal hyper figuur en dan is het fijn om haar, met al haar paniekerige gedachten, even aan de kant te leggen.

In de roman gebeurt meer dan genoeg én de schrijfstijl is – hetzij ietwat te druk – zeker beklijvend. Daarmee is dit echt een opmerkelijke aanvulling in het segment ‘roman’ binnen de uitgeverij HarperCollins en in deze categorie in het algemeen. Ondanks het bijzondere thema, verliest Griffin de karakterontwikkeling van haar personages niet uit het oog. Ze zorgt ervoor dat het verloop van de gebeurtenissen verrassend blijft, waarbij ze laat zien wat voor invloed deze allemaal hebben op de psyche van de hoofd- en bijfiguren. Een kakofonie van geluiden uit het graf, had eerder niet zó interessant geklonken…

Boeken / Fictie

McGurl moet alle zeilen bijzetten om de aandacht van de lezer vast te houden

recensie: De verloren zus – Kathleen McGurl
Afbeelding De verloren zusPixabay

‘Driemaal is scheepsrecht’, oftewel: als iets niet direct lukt, dan lukt het een derde keer vaak wel. Niet echt een spreekwoord dat van toepassing is op de in armoede vervallen familie van Emma in het boek De verloren zus, geschreven door Kathleen McGurl. Wanneer Emma op de Titanic gaat werken, denkt ze dat ze voor altijd alle ellende kan omzeilen. De problemen waarmee ze wordt echter geconfronteerd, vormen slechts het topje van de ijsberg…

Prille liefde en lastige zusjes

Intussen zou je McGurl ‘bedreven’ kunnen noemen in het genre historische fictie. In haar nieuwste roman, De verloren zus, brengt ze de Titanic tot leven en al zijn opvarenden. Als lezer volg je de reis vanuit de ogen van de twee geliefden Emma en Martin. Zij mogen – nadat ze op eerdere bootreizen hebben aangetoond goede werklui voor de White Star Line te zijn – meevaren op de groteske Olympic. Hun liefde voor elkaar, die stilaan gestalte krijgt, wordt op de proef gesteld door de jongere zus van Emma: Ruby. De wijk waarin de twee zussen met hun jongere zus Lily en hun moeder wonen, spreekt kwaadaardig over Ruby. Ze heeft zich ingelaten met de getrouwde vrek Harry Paine. Als hij haar zomaar dumpt, besluit Ruby dat ze ook voor de White Star Line wil werken. Ze heeft gehoord dat er een nieuw schip in de haven ligt, de Titanic, en ze ziet zichzelf al helemaal de zeelucht inademen op het dek. Tot groot ongenoegen van haar zus Emma, die haar moeder heeft beloofd om een oogje in het zeil te houden en Ruby te behoeden voor nog meer onheil. Emma en Martin besluiten om met Ruby mee te varen op de Titanic, het schip dat niet zou kunnen zinken’…

De geschiedenis herhaalt zich

Spoiler alert: één van de twee zussen overleeft de ramp en vaart vervolgens nog met een ander schip mee. Ook de volgende bootreis loopt uit op een fiasco. Van een grote mate van dramatiek is de lezer dus zeker verzekerd. Daarnaast is er een tweede verhaallijn aanwezig. Lees je op het ene moment nog hoe Emma de vloeren van de schepen dweilt in 1911, het volgende moment lees je hoe een toekomstig familielid, Harriet, anno 2019 wordt getergd door de ziekte van haar kleinzoon Jerome. Haar dochter, Sally, en haar man John gaan van chemokuur naar chemokuur. Harriet ondergaat ook een innerlijke strijd: haar oudste dochter Davina wil al jaren niet met haar praten, vanwege een bizarre actie van Harriet en Sally uit het verleden. Ook Sally en Davina hebben al jaren geen woord meer uitgewisseld met elkaar. Hun relatie is al even ijzig als die van Emma en Ruby. Een familietrekje, misschien? Nu Sally naarstig zoekt naar een donor voor Jerome, is het relevanter dan ooit dat de twee zussen zich met elkaar verzoenen.

Ramp na ramp

Om een of andere reden, is de verhaallijn van Harriet niet heel pakkend. Wellicht komt dat doordat de andere verhaallijn zoveel interessanter is. Je weet al vanaf pagina één dat de Titanic gaat zinken, maar je vraagt je af wie van de twee zussen de ramp zal overleven. Daarna wordt al heel snel duidelijk dat de ‘overlevende zus’ haar leven ook niet meer zeker is… De spanningsopbouw is dus veel beter uitgewerkt in de verhaallijn van Emma. Ook krijg je te maken met verrassende plotwendingen en zie je duidelijk hoe de karakterontwikkeling is vormgegeven. Harriet, Sally en Davina bevinden zich in een lastige driehoeksverhouding, waarin geen uitweg mogelijk is en hun koppigheid – een eigenschap die ze dan wél met elkaar delen – maakt het ook niet bepaald leuk om te lezen. Tel daarbij op dat hun dispuut is begonnen naar aanleiding van een banaal conflict tussen Harriet en Sally, die volkomen onrealistisch aandoet.

Het boek is aantrekkelijk genoeg om te lezen, vanwege de verhaallijn over de Titanic. Dan zie je dat McGurl echt haar best heeft gedaan om het enthousiasme over de Titanic destijds door te laten sijpelen. Wat betreft de passages over Sally en haar familie is ze soms echt aan zwemmen en dreigt de auteur te ‘verdrinken’ in ellenlange, saaie passages. Je hoopt op een of andere inhoudelijke of stilistische reddingsboei, maar die blijft uit. McGurl moet in het begin alle zeilen bijzetten om de aandacht van de lezer te vangen. De stijl van McGurl is vrij alledaags en weinig sprankelend; figuurlijk taalgebruik – tot de verbeelding sprekende beeldspraak, stijlfiguren of spreekwoorden – is niet aan haar besteed. Het boek kan worden overstelpt met kwalificaties als ‘begrijpelijk’ en ‘toegankelijk’, maar het is en blijft (simpelweg) een van de zoveelste romans waaruit blijkt dat sentimentaliteit zegeviert boven originaliteit en verdieping.

Op zoek naar toegankelijke, simpele lectuur, waarbij je ook nog een stukje geschiedenis meekrijgt? Dan kun je fijn meedeinen op de woorden van McGurl.

Boeken / Fictie

Derde deel van de koffietrilogie is geen zuivere koffie

recensie: Magdalena's droom - Paula Stern

De cirkel is rond en daarmee eindigen alle problemen die de nazaten van het koffiebedrijf Ahrensberg hebben geteisterd. Het derde deel van de koffietrilogie (Magdalena’s droom) laat voor eens en voorgoed alle ellende achter zich. Het slotstuk van deze serie, geschreven door Paula Stern, is iets minder dramatisch dan het voorgaande deel, Sarahs vertrouwen, maar heeft te weinig om het lijf om de lezer te kunnen bekoren. Het is als duiken in een slappe bak koffie die al uren heeft staan pruttelen in een afgedankt koffiezetapparaat.

Geluk gaat hand in hand met trammelant

De roman begint – in tegenstelling tot wat we bij de eerdere twee delen zagen – eens op een positieve noot. Niet alleen Corinne Ahrensberg en haar verloofde Noah treden in het huwelijksbootje; op dezelfde dag worden ook haar broer Alexander en zijn Thomas in de echt verbonden. Ze zijn niet de enigen die stralen van geluk en liefde: Corinnes jeugdvriend Sebastian heeft zijn hart verloren aan Frieda. Deze knappe Duitse is de werkneemster van Corinne, die nog steeds in hartje Aken de koffiebranderij Öcher Boontje runt. Het uitvoeren van de werkzaamheden is nu iets lastiger voor Corinne, aangezien ze een spruit met de naam ‘Mia’ op de wereld heeft gezet. Gelukkig kan ze altijd rekenen op de steun van Susan, die café Emotion runt, en op Sarah, haar tachtigjarige vriendin.

Al in de eerste hoofdstukken doen zich de bekende problemen voor: er is weer eens sprake van trammelant op de plantage waar Corinne haar bonen vandaan haalt. Diefstal is aan de orde van de dag, maar Corinne kan niet zomaar naar Brazilië vliegen om orde op zaken te stellen. Ze zal de verantwoordelijkheid moeten leggen bij de behoeder van de plantage, Fernando, want in Aken loopt er in de gedaante van Maximilian Rosenbaum een volgend probleem rond. Na het overlijden van een dierbaar persoon, komt hij zijn deel van de erfenis opeisen en hij blijft tot het einde van het boek een pain in the ass voor Corinne.

Als zoete koek

Zoals in ieder deel verweven twee verhaallijnen zich met elkaar. De totstandkoming van het grootse familiebedrijf Ahrensberg wordt voornamelijk uiteengezet in de hoofdstukken die gaan over Eberhard en Magdalena Ahrensberg. Zij moeten er in de julimaand van 1948 niet alleen voor zorgen dat ze zelf in leven blijven, maar ze nemen ook nog de zorg voor enkele vrienden en familieleden op zich. Waar de problemen van Eberhard en Magdalena heel reëel op je overkomen, lijken de moeilijkheden waar Corinne op stuit maar ‘kinderspel’. Corinne lijkt nooit echt in staat te zijn om vooruit te kijken en alle penarie komt altijd vanuit het niets op haar af. Urenlang mijmert Corinne over de meest pietluttige zaken en ze komt nog altijd niet van het stigma ‘zeur’ af. Zolang ze maar continu kan verdwalen in heerlijke dagdromen en kan voortleven in haar fijne bubbel, is er niets aan de hand.

Nee, dan zijn de passages over Corinnes voorvader Eberhard toch echt iets aantrekkelijker om te lezen. Dat heeft ook deels te maken met het feit dat de Tweede Wereldoorlog het decor vormt voor de hoofdstukken die gaan over Corinnes grootvader. Het betreft fragmenten die veel meer spanningsopbouw in zich dragen en ook veel geloofwaardiger op je overkomen, zonder dat het zo ontzettend mierzoet wordt. Want – laten we eerlijk zijn – iedere keer als Corinne haar mond opentrekt om zich verbaal te weren tegen de kleinste bedreiging, verandert ze in een grote feeks.

Koffie voor een hoge prijs

De koffie wordt nooit zo heet gedronken als zij wordt opgediend. Maar Paula Stern heeft haar concept over de koffiebranderij iets te lang laten pruttelen. Ieder deel in de koffietrilogie heeft zo weinig om het lijf, dat ze de drie delen beter had kunnen bundelen tot één grootse roman over het bedrijf Ahrensberg. Nu gebeurt er niet alleen zo verdomd weinig in ieder boek, maar als er dan eindelijk iets interessants gebeurt, wordt het in een ongeloofwaardig snel tempo aan je opgedrongen. De schrijfstijl is ook echt ondermaats – de paar verwijzingen naar andere boeken (zoals naar Harry Potter met het woord ‘dreuzels’) of de actualiteit daargelaten, is het zo oppervlakkig en dodelijk saai geschreven. Zowel op inhoudelijk als stilistisch vlak krijg je het gevoel dat het boek in erg snel tempo is afgeraffeld. Wat blijft er over van een boek dat de lezer zowel qua inhoud als qua stijl zo weinig kan charmeren? Het riekt te veel naar een mierzoete koffie à la Starbucks. Je kan er zoveel shots karamel, toppings slagroom, chocoladekruimels en volle lagen melk tegenaan gooien, het is en blijft moeilijk te verorberen zoete meuk. Jammer genoeg heeft Stern dit keer te veel suiker in de koffie gegoten.

 

Boeken / Non-fictie

Final Blues – De kruispunten van Harry ‘Cuby’ Muskee

recensie: De definitieve biografie van Cuby?!
dominik-scythe-griI_dZ4-AE-unsplashDominik Scythe

Jeroen Wielaert duikt voor de derde maal in het leven van Harry ‘Cuby’ Muskee, de legendarische voorman van Cuby + Blizzards. Feitelijk is het boek Final Blues een versie 3.0 van het boek dat eerder onder de naam De Missie verscheen en al twee edities kende. Wielaert doet een poging de finale versie te schrijven. Waarom poging? Daar kom ik graag later op terug.

Het schrijven van een biografie van een nog levende persoon is natuurlijk altijd riskant en nooit volledig. Nu Muskee al vele jaren niet meer onder ons is, zal een herziene versie dichter bij de finale versie kunnen komen dan eerder geval was. Of Wielaert slaagt in zijn missie valt te bezien en zal ook de toekomst leren.

Het boek als boek

Het boek Final Blues – De kruispunten van Harry ‘Cuby’ Muskee is een weldaad om te lezen voor de liefhebber van de muziek van Cuby + Blizzards. De stijl van schrijven van Wielaert is makkelijk leesbaar, maar roept tevens steeds de honger op om verder te willen lezen. Mogelijks bevat het boek zelfs voldoende elementen om het boek ook fijn leesbaar te maken voor niet-fans van de band. Daar uw recensent daar niet onder valt is dat lastig objectief te beoordelen.

Het boek kent zoals veel biografieën een sterk chronologisch karakter zonder doorkijkjes naar de toekomst. Het grote voordeel is dat we populariteit en ook de historische waarde van ontwikkeling van muziek van de band uitstekend kunnen volgen.

De betekenis van Muskee voor de bluesmuziek in Nederland wordt helder verwoord met het nodige perspectief. De latere bedevaartreis van Muskee naar de bakermat van de Blues in de USA staat op de juiste plek in het boek. Dat is historisch gezien op het moment van de erkenning van de status van Harry Muskee reeds lang en breed uitgekristalliseerd

Verhaal en leven verweven met muziek

Dat de composities van Cuby + Blizzards nauw verbonden is met het leven van voorman Harry Muskee en zijn bandleden The Blizzards is natuurlijk geen verrassing.

Dat de ontstaansgeschiedenis van de mooiste en historische liedjes ‘Window Of My Eyes’ en ‘Somebody Will Know Someday’ gelegen is in het liefdesverdriet van Muskee na het eindigen van zijn relatie met Miep Huisman, staat als een paal boven water. Het boek maak duidelijk dat de composities toch weer in een groepsproces zijn uiteindelijke vorm kregen. De invloeden van bijvoorbeeld Herman Brood en Eelco Gelling die ten tijde van bijvoorbeeld ‘Window Of My Eyes’ deel uitmaakten van de band is groot, vandaar dat ze als medeauteur genoemd worden. Liedjes die het hele muzikale leven van Muskee overigens al meegaan en hun plaats in bijvoorbeeld het collectieve muziekgeheugen van menigeen gegrift staan. Dat de toedracht van het verbreken van de relatie pas in 2006 voor Muskee een andere wending krijgt, stemt de muziekliefhebber blij dat deze liedjes er gekomen zijn. Het had immers zomaar anders kunnen zijn.

Het wel en wee van de band en muzikanten wordt op de voet gevolgd met al zijn ups-and-downs. Zo ook de ontwikkeling van de band met alle drie de fases is fijn om te lezen. Deze geschiedenis werpt een blik op hoe Cuby + Blizzards meerdere momenten in zijn gloriedagen heeft gekend en hoe dat historisch gezien tot stand kwam.

De finale versie?

Zowel Wielaert laat in het boek de vraag open of dit de finale of totale geschiedenis van Cuby + Blizzards zal zijn. Muskee schreef vlak voor zijn heengaan aan leverkanker teksten voor de opvolger van het album “Lost Cats”. Het album zou “Lost Dogs” moeten gaan heten. Die teksten zijn in het bezit van Daniël Lohues, die ook nauw betrokken was bij het laatste album. Of dat er ooit zal komen is een vraagteken. Lohues heeft wat dat betreft nog geen actie ondernomen.

Een ander punt is dat dit jaar voor het afronden van het boek er plots een livealbum verscheen van de band onder de titel “Grolloo Blues”. Een recensie van dat album verscheen eerder op onze site. Het album heeft de discografielijst in het boek net niet meer heeft gehaald. Een lijst die overigens uit eigen onderzoek meer gaten kent, ondanks de schijnbare volledigheid van het noemen van verschillende hoezen en misdrukken. Zo staat er de overzicht box van 28 CD’s + 1 DVD “Alles uit Grolloo” er niet in alsook minimaal één livealbum en samenwerkingsalbum “Boom Boom Bang In The Spirit Of John Lee Hooker”. Dat laatste is verbazingwekkend omdat de periode rond Hooker wel uitgebreid beschreven wordt. Een lijst met DVD’s ontbreekt eveneens, waardoor het optreden in Afrika niet is opgenomen in het boek.

Ondanks deze kleine puntjes is vooral de tekst van het boek zeer lezenwaardig en een aanrader voor de Nederlandse Blues liefhebber om meer inzicht te krijgen in de ontstaansgeschiedenis van deze muziekstroming in ons land.

Voor de liefhebbers van Cuby + Blizzards is het zelfs min of meer verplichte kost!

Muziek / Achtergrond
special: Spotify-playlist van onze muziekredactie

8WEEKLY Playlist – Halloween: The Theater Edition

Oktober is de maand van Halloween en dat is lastig te missen. Zo staan op televisie verscheidene horrorfilms klaar, is het bijpassende snoepgoed in menig winkel te vinden en staan social media platforms alweer vol met mensen die hun kostuums uitproberen. Voor Halloween putten we inspiratie uit van alles dat eng is, of het nu gaat om heksen en monsters uit het fantasy genre of om moordernaars uit het thriller genre. Hoewel musicals vaak een vrolijk en extravagant imago hebben, passen ze juist perfect bij Halloween. Er zijn talloze musicals over enge monsters, lugubere moorden en verschrikkelijke geschiedenisverhalen.  

De muziek van deze musicals is te vinden in de nieuwste 8WEEKLY playlist: Halloween: The Theater Edition. Gelukkig zijn enkele van deze musicals ook verfilmd. Voor wie nog twijfelt over welke musical of musicalfilm op de kijklijst moet heeft 8WEEKLY enkele aanraders op een rijtje gezet. 

1. Sweeney Todd, een moordlustige kapper

Het lugubere verhaal over de demonische kapper van Fleet Street is een klassieker. De prijswinnende musical van Stephen Sondheim stamt uit 1979 en is sindsdien vele malen ten tonele gebracht. De musical komt in 2023 naar Nederland, waar Hans Peter Janssens en Simone Kleinsma de hoofdrollen van Sweeney Todd en Mrs. Lovett op zich zullen nemen. Voor wie eerder al een kijkje in de macabere wereld van de wraaklustige kapper en onsuccesvolle bakker wil krijgen is er de Oscar-winnende verfilming uit 2007, waar Johnny Depp en Helena Bonham Carter de rollen vertolken van Sweeney Todd en zijn partner in crime mrs. Lovett.  

2. De Horror van High School 

Dat voor velen de middelbare school de perfecte setting is voor een moordlustig verhaal blijkt wel uit de vele films in musicals die zich in high school afspelen. Bekende klassiekers als Carrie en Heathers zijn van film naar theater vertaald en vertellen beiden op geheel eigen wijze een verhaal vol tienerproblemen en bloedvergieten. Bij de off-Broadway musical We Are The Tigers lijkt er een seriemoordenaar het gemunt te hebben op leden van het cheerleader team. De off-Broadway komediemusical Zombie Prom gooit het over een iets andere boeg en draait om de rebelse Jonny die na zijn zelfmoord, die een nucleaire ramp veroorzaakte, op school terugkeert als zombie. Benieuwd hoe dat afloopt? Deze musical is verfilmd als short film waarin RuPaul de rol van de strenge schooldirectrice miss Strict vertolkt. 

3. Ultieme horror: iemand die niet van musicals houdt

Er zijn nog meer zombies te vinden in The Guy Who Didn’t Like Musicals van de producent StarKids Productions. Het team dat bij het grote publiek bekend raakte met A Very Potter Musical brengt nog met enige regelmaat nieuw, hilarische (parodie)musicals uit via YouTube. In The Guy Who Didn’t Like Musicals maakt de kijker kennis met Paul die als enige niet van musicals lijkt te houden en daaropvolgende zombie uitbraak waarbij de zombies met elkaar lijken te communiceren door in zingen en dansen uit te barsten. Zijn zombies niet je ding? Wees niet getreurd, StarKids Productions heeft ook de musical Twisted online gezet. Deze musical vertelt, met een dikke knipoog naar het welbekende Wicked, het verhaal van Alladin vanuit het perspectief van de slechterik Jafar. 

4. Een bloederige geschiedenis met powervrouwen

De wereldgeschiedenis blijkt een onuitputtelijke inspiratiebron vol bloederige verhalen. Dat deze verhalen goed samengaan met een enorme portie powervrouwen blijkt wel uit LIZZIE en Six: The Musical. Voor wie fan is van waargebeurde misdaadverhalen is LIZZIE een aanrader, deze female-fronted rockmusical vertelt het verhaal van moordenaar Lizzie Borden en haar zus. Wie liever verder de geschiedenis in duikt kan kiezen voor Six: The Musical waarin de zes (ex-)vrouwen van Henry VIII opscheppen over wie het het meest zwaarst had terwijl ze getrouwd met hem waren. En goed nieuws, deze internationale succesmusical komt in september 2023 in de originele versie naar Nederland.  

Of je nu inspiratie zoekt voor welke film je gaat kijken met Halloween of wilt meezingen met verschillende musicals klassiekers, het kan allemaal met de nieuwste 8WEEKLY playlist. Naast hits uit de musicals Sweeney Todd, Heathers, The Guy Who Didn’t Like Musicals en LIZZIE wachten nog nummers op je. Veel luisterplezier! 

De playlist van oktober

  • Beetlejuice: Say My Name – Alex Brightman, Sophia Anne Caruso, Kerry Butler, Rob McClure 
  • Little Shop Of Horrors: Dentist! – Steve Martin, Michelle Weeks, Tichina Arnold, Tisha Campbell 
  • Sweeney Todd: The Ballad of Sweeney Todd – Stephen Sondheim 
  • The Rocky Horror Picture Show: Time Warp – Little Nell, Patricia Quinn, Richard O’Brien 
  • The Book Of Mormon: Spooky Mormon Hell Dream – Benjamin Schrader, Kevin Duda, Brian Tyree Henry, Maia Nkenge Wilson, Lewis Cleale, Andrew Rannells, Michael Potts 
  • Heathers The Musical: Dead Girl Walking – Carrie Hope Fletcher, Jamie Muscato 
  • Love Never Dies: ‘Til I Hear You Sing – Andrew Lloyd Webber, Ramin Karimloo 
  • Jeckyll & Hyde: Dangerous Game – Floor Jansen, Henk Poort 
  • Tanz der Vampire: Der Tanz der Vampire – Original (German) Cast of “Tanz Der Vampire” 
  • The Guy Who Didn’t Like Musicals: The Guy Who Didn’t Like Musicals – The Guy Who Didn’t Like Musicals Cast 
  • Six: The Musical: Don’t Lose Ur Head – SIX, Christina Modestou 
  • The Phantom Of The Opera: The Phantom Of The Opera – Andrew Lloyd Webber, Sarah Brightman, Steve Harley 
  • The Scary Family: When You’re an Addams – Moonlight Heroes 
  • Carrie: The Musical: Carrie – Molly Ranson 
  • We Are the Tigers: The Breakdown – Lauren Zakrin, Jenny Rose Baker, Wonu Ogunfowora 
  • Sweeney Todd: Epiphany – Michael Ball, Imelda Staunton 
  • Crazy Ex-Girlfriend: The Cringe – Crazy Ex-Girlfriend Cast, Patton Oswalt 
  • Heathers The Musical: Freeze Your Brain – Ryan McCartan, Barrett Wilbert Weed 
  • Dracula the Musical: Life After Life – Jeremy Roberts, Frank Wildhorn, Lauren Kennedy, James Barbour 
  • Jekyll & Hyde: Someone Like You – Linda Eder 
  • The New Mel Brooks Musical – Young Frankenstein: Transylvania Mania – Christopher Fitzgerald, Sutton Foster, Fred Applegate, Ensemble 
  • Jasper In Deadland: The Killing – Matt Doyle, Jasper World Premiere Company 
  • LIZZIE: Sweet Little Sister – Storm Large, Carrie Manolakos 
  • Once Upon a Time: The Musical Episode: Love Doesn’t Stand a Chance – Lana Parrilla, Giancarlo Esposito, Lee Arenberg, Tony Amendola, Beverly Elliott, Ginnifer Goodwin, Josh Dallas 
  • Anna And The Apocalypse: Nothing’s Gonna Stop Me Now – Paul Kaye  
  • Zombie Prom: Blast From The Past – Original Off-Broadway Cast of Zombie Prom 
  • Carrie: The Musical: The Destruction – Molly Ranson, Carrie: The Musical Ensemble 
  • Beetlejuice: Fright of Their Lives – Alex Brightman, Rob McClure, Kerry Butler, Beetlejuice Original Broadway Cast Recording Ensemble 
  • American Psycho: Killing Time – Matt Smith, Jonathan Bailey 
  • Hadestown: Road to Hell – André De Shields, Hadestown Original Broadway Company, Anaïs Mitchell 
  • The Guy Who Didn’t Like Musicals: Join Us (And Die) – The Guy Who Didn’t Like Musicals Cast 
  • LIZZIE: What the F**K Now, Lizzie?! – Storm Large, Carrie Manolakos 
  • Nightmare Before Christmas: This Is Halloween – The Citizens of Halloween 
  • Something Rotten!: Hard to Be the Bard – Christian Borle, ‘Something Rotten’ Ensemble, Wayne Kirkpatrick, Karey Kirkpatrick 
  • Cry-Baby: The Musical: A Whole Lot Worse – Carly Jibson, Meg Buckley 
  • Next To Normal: Didn’t I See This Movie? – Alice Ripley 
  • The Phantom Of The Opera: Down Once More/Track Down This Murderer – Andrew Lloyd Webber, Gerard Butler, Patrick Wilson, Emmy Rossum 
  • Twisted: Twisted – Original StarKid Cast of Twisted, Dylan Saunders, Jaimy Lyn Beatty, Nick Gage, Robert Manion 
  • Six: The Musical: All You Wanna Do – SIX, Aimie Atkinson 
  • Little Shop Of Horrors: Suddenly, Seymour – Rick Moranis, Ellen Greene, Michelle Weeks, Tichina Arnold, Tisha Campbell 

 

Theater / Voorstelling

Een viering van het woord in al zijn vormen

recensie: Mensen Zeggen Dingen
MZD_EKKO_Utrecht_28 september 2022_Rosa Quist_034Rosa Quist

Elke avond een andere groep performers, elke avond andere verhalen, elke avond een eigen thema. Dat is het idee van Mensen Zeggen Dingen, dat na een drukke festivalzomer weer aan een clubtour begonnen is in Nederland en België. Wij namen een kijkje bij de aftrap van het nieuwe seizoen bij EKKO in Utrecht.

Mensen Zeggen Dingen is een platform voor spoken word, letterlijk vertaald ‘gesproken woord’: de voordracht van allerlei verschillende vormen van literatuur. Het is inmiddels een vaste waarde geworden in EKKO, de ongedwongen bruine kroegsfeer van het kleine Utrechtse cultuurpodium leent zich dan ook perfect tot een literaire avond. In de volle zaal zijn houten banken neergezet, maar ook op de trappen en tegen de bar zit of staat publiek. De avond wordt vlot aan elkaar gepraat door Teddy Tops, de artistiek leider van Mensen Zeggen Dingen. Die maakt ook meteen duidelijk dat je pech hebt als je je wil opgeven als deelnemer: alle dichters, artiesten en performers worden gescout – ergens je werk gaan voorlezen en hopen dat je opvalt is dus de boodschap. Die strenge selectie maakt wel dat het niveau van de sprekers duidelijk een stuk hoger ligt dan bij de doorsnee poetry slam.

Zware materie luchtig verteld

Nog voor Tops op het toneel verschijnt, wordt de avond lichtelijk abrupt afgetrapt door Mahat Arab, die niet officieel op de line up staat en ook niet wordt aangekondigd, maar dienst doet als een soort opwarmer voor het publiek. Als winnaar van de ILFU Verhalenwedstrijd vorig jaar slaagt hij goed in dat opzet: het eerste vingergeknip (een minder verstorend alternatief voor klappen, gangbaar tijdens poetry slams) klinkt steeds minder voorzichtig door de zaal. Na de officiële openingswoorden van Tops is het de beurt aan de jonge spoken word artieste Nour Jordan, bij wie de thema’s onrechtvaardigheid en culturele identiteit een rode draad vormen doorheen haar werk. Door te beschrijven hoe ze zich voelt met metaforen als “een kamerplant in een terracotta pot”, weet ze de zware materie luchtig en bij momenten zelfs grappig te houden. Vooral haar monoloog die ze richt aan ingebeelde witte man ‘Peter’, geïnspireerd door de Amerikaanse dichteres Porsha Olayiwola, valt in de smaak.

Special guest van de avond is Linde van Wingerden, die tweede werd op het NK Poetry Slam dat het weekend daarvoor plaatsvond. Net als tijdens het NK was hun gedicht over nachtvlinders en seksueel ongewenst gedrag – waar netjes een trigger warning voor kwam – het hoogtepunt van de performance. Als toeschouwer kan je hierdoor alleen maar hopen dat van Wingerden snel hun vooralsnog kleine repertoire uitbreidt.

Aanstekelijke energie

De avond telt maar liefst twee pauzes die ietwat overbodig aanvoelen: waren ze een tegemoetkoming aan de slinkende aandachtsspanne van de huidige generatie of dienen ze vooral om de bar van EKKO te spekken? Na elke pauze wordt de zaal ietsje leger, maar de mensen die vertrokken zijn hebben ongelijk. Ze missen namelijk het optreden van gepubliceerde dichter Merlijn Huntjens, die ter plekke nog even moet bedenken welke gedichten hij nu eigenlijk wil voorlezen, maar wiens poëzie over alledaagse dingen een schot in de roos blijkt bij het publiek. Schrijver Marthe van Bronckhorst is met haar performance van een column, een gedicht én een strijdlied ongetwijfeld de meest diverse act van de avond. De prijs voor meest enthousiaste duo gaat ongetwijfeld naar zus en broer Cheyenne Toney en Guillano Herdigein, die voor de eerste muzikale noot zorgen deze avond. Het gaat niet helemaal van een leien dakje, maar uiteindelijk is de energie van vooral Cheyenne aanstekelijk en zingt het publiek soms zelfs voorzichtig mee.

Oude bekenden en nieuw talent

De laatste spoken word artiest is Sabina Lukovic, en aan alles is te zien dat zij bij Mensen Zeggen Dingen een oude bekende is: haar standvastige tred naar het podium, de geluiden van herkenning uit de zaal, maar vooral haar slimme teksten over kwetsbaarheid en mentale gezondheid die keihard raken. De hekkensluiter van de avond is nederpop singer-songwriter Tim Koehoorn. Met teksten als “Ik droomde ooit dat mijn verlatingsangst mij verliet” snap je waarom hij dit jaar het voorprogramma van Lucky Fonz versierde, en zijn knullige intermezzo’s maken hem onweerstaanbaar sympathiek.

Mensen Zeggen Dingen is als vanouds weer een fijne viering van het woord in al zijn vormen, en deze seizoensopener belooft veel goeds voor de rest van het seizoen. Of ze nu van poëzie houden of niet: trommel je vrienden, familie en collega’s op, check de agenda voor de rest van het seizoen en ga een avondje luisteren naar de dingen die mensen te zeggen hebben.

Pieter Claesz, Ontbijtstilleven, 1625, Olieverf op paneel in microklimaatdoos, 48 x 66,5 cm, Frans Hals Museum, Haarlem, in bruikleen van particuliere collectie
Kunst / Expo binnenland

Hink-stap-sprong tentoonstelling

recensie: Nieuwkomers - Vlaamse kunstenaars in Haarlem
Pieter Claesz, Ontbijtstilleven, 1625, Olieverf op paneel in microklimaatdoos, 48 x 66,5 cm, Frans Hals Museum, Haarlem, in bruikleen van particuliere collectie

De tentoonstelling Nieuwkomers in het Frans Hals Museum (HOF) in Haarlem zou je een ‘conversation piece’ kunnen noemen; je moet door de zalen heen hink-stap-sprongen maken om in gesprek te gaan met het thema ‘Vlaamse kunstenaars in Haarlem’. Er staan zes kunstenaars centraal: Frans Hals, Lieven De Key, Karel van Mander, Esaias van de Velde, Adriaen Brouwer en Pieter Claesz. Het voornaamste thema is de bloei van de stad Haarlem tussen 1580-1630, de tijd van wederopbouw na het Spaanse beleg en een grote stadsbrand. Een wederopbouw waaraan de kunstenaars bijdroegen die in Vlaanderen werden geboren of Vlaamse wortels hadden.

Zes Vlaamse kunstenaars?

Hier wringt meteen de schoen. Kun je tweede generatie kunstenaars die in Haarlem zelf werden geboren, zoals Adriaen van Ostade en Willem Heda, nog Vlaams noemen? Anno 2022 zouden we zeggen dat daar de uitsluiting begint. Overigens voelde de een zich ook meer Vlaming dan de ander. Frans Hals, die als vierjarige met zijn ouders uit Antwerpen naar Haarlem kwam, was bijvoorbeeld lid van de Haarlemse Rederijkerskamer en niet van de Vlaamse.

Door de nadruk te leggen op die zes kunstenaars wordt de invloed van de Vlaamse kunst op de Hollandse vooral een invuloefening voor de bezoeker, en dat is misschien wat teveel gevraagd. Mede omdat er geen catalogus bij de tentoonstelling beschikbaar is. Er is alleen het augustusnummer van het periodiek De lage landen met een bijdrage van de conservator oude kunst van het Frans Hals Museum, Norbert Middelkoop.

Nu moet je als bezoeker zelf letten op zaken als een lage of hoge horizon, Hollandse luchten of juist niet, de invloed van zuidelijke kunstenaars als Bruegel enzovoort. Slechts een enkele keer wordt er in een bijschrift op gewezen, zoals bij het Keukentafereel met een vrolijk gezelschap (1596) van Cornelis Cornelisz. van Haarlem, die het Vlaamse genre in Haarlem introduceerde. Een genre waaruit ‘zich de genres van het maaltijdstilleven en de vrolijke gezelschappen’ ontwikkelden. Wanneer je de invloed van de Vlaamse kunst(enaars) op de Hollandse wat meer en duidelijker naar voren had willen laten komen, zou dat natuurlijk een heel anders opgezette tentoonstelling hebben opgeleverd. Daar is door Middelkoop en het team van het Haarlemse museum nu eenmaal niet voor gekozen.

Pieter Claesz, Ontbijtstilleven, 1625, Olieverf op paneel in microklimaatdoos, 48 x 66,5 cm, Frans Hals Museum, Haarlem, in bruikleen van particuliere collectie

Pieter Claesz, Ontbijtstilleven, 1625, Olieverf op paneel in microklimaatdoos, 48 x 66,5 cm, Frans Hals Museum, Haarlem, particuliere collectie

Veel topstukken

De andere kant van de medaille is dat in korte tijd veel topstukken en een enkel zwak werk bij elkaar werden gebracht. Daaronder bevinden zich enkele unieke bruiklenen, zoals zeven schilderijen van Frans Hals – de centrale kunstenaar, die een aparte zaal kreeg toebedeeld. Twee hiervan zijn voor het laatst in 1937 in Nederland te zien geweest en een is nog nooit in Nederland getoond: Jongeman (ca. 1617) uit een privécollectie (Otterloo Collectie). Waarschijnlijk is dit een proeve van bekwaamheid waarin Hals wilde laten zien dat hij ook op klein formaat wat te vertellen had.

Naast grote en zeer grote doeken zijn er nog meer kleinoden te zien, zoals De aanbidding van de herders (1598) van Karel van Mander. Een werk uit de eigen collectie. Verder zijn er onder meer enkele sierschotels, borden en kommen te zien en ook twee onlangs gerestaureerde linnendamast doeken die wellicht als relatiegeschenk dienden. En ook een excuus Truus mocht blijkbaar niet ontbreken: een portret door Judith Leyster, vermoedelijk een leerlinge van Hals en tweede generatie migrant.

Een schilderij van de Haarlemse Grote Markt van de Noord-Nederlander (!) Gerrit Berkheyde en een model van de toren van de Nieuwe Kerk nodigen uit tot een wandeling door de stad. Ook wel de meest Vlaamse stad van Nederland wordt genoemd. Bij het VVV lag geen wandeling langs Vlaamse geïnspireerde gebouwen, maar wat niet is kan nog komen. Want een ding is zeker: het Frans Hals Museum is sterk in samenwerken en netwerken. Anders hadden ze nooit die bruiklenen uit zowel musea als privécollecties kunnen verkrijgen. Die zijn de moeite waard, maar het verhaal eromheen moet je veelal zelf invullen.

Gerrit Berckheyde De Grote Markt te Haarlem met de Grote of St. Bavokerk, 1696 Olieverf op doek, 91 x 112,1 cm Frans Hals Museum, Haarlem, langdurig bruikleen van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed Foto: Tom Haartsen

Gerrit Berckheyde, De Grote Markt te Haarlem met de Grote of St. Bavokerk, 1696
Olieverf op doek, 91 x 112,1 cm
Frans Hals Museum, Haarlem, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, foto Tom Haartsen.

Theater

Tom Driesen ademt poëzie

recensie: ILFU Festival - NK Poetry Slam 2022

Op het ILFU festival in Utrecht werd wederom traditiegetrouw uitgemaakt wie de allerbeste slamdichter van Nederland is tijdens de twintigste editie van het NK Poetry Slam – een ‘verbale bokswedstrijd’, zoals ze het zelf noemen. Op 22 september stonden acht dichters op het podium die de regionale halve finales hadden doorstaan. Stuk voor stuk hebben ze dapper gestreden, maar de jury en het publiek waren unaniem over de winnaar Tom Driesen: ‘Tom ademt poëzie.’

Als tegenhanger van droge poëzievoordrachten ontstond in de jaren 70 het idee van de eerste poetry slam in de Verenigde Staten. Zoals wel vaker duurde het even voor dat idee overwaaide naar Nederland: pas eind jaren 90 kwam het fenomeen hier echt op gang en sinds 2005 is Utrecht, toepasselijk de ‘UNESCO City of Literature’, vaste gastheer. De finalisten komen uit voorrondes georganiseerd door verschillende organisaties in heel Nederland. Ook uit België komen twee kandidaten overgewaaid: traditiegetrouw wordt er ook een voorronde in Antwerpen georganiseerd.

Omstreden decibelmeter

Zoals het een goede poetry slam betaamt, was de mening van het publiek doorslaggevend: die werd na elke ronde bepaald aan de hand van een decibelmeter. Een driekoppige vakjury bestaande uit schrijver en voormalig stadsdichter van Groningen Joost Oomen, spoken word artieste Esohe Weyden en muzikant Thijs Boontjes deed daarnaast zijn best die mening van het publiek zo goed mogelijk te vormen en kneden door onderbouwd commentaar en een cijfer op tien. Die kans kreeg de jury echter enkel in de eerste twee rondes; in de finalebattle streden de twee laatst overgebleven dichters om het hoogste cijfer op de decibelmeter. Het is een gebruikelijk format, maar wel een die vaak op kritiek stuit. Wint de dichter die het beste kan slammen, of wint de dichter die de meeste vrienden en familie heeft meegebracht?

Vriendjespolitiek?

In de eerste ronde kregen alle acht kandidaten drie minuten de tijd om het beste van hun schrijf- en voordrachtkunsten te laten zien. Een rode lamp gaf het naderende einde van hun voordracht aan, en als de dichters langer door zouden gaan dan de aangegeven tijd, zouden ze gestraft worden (alleen waren presentatoren Daan Doesborgh en Sophia Blyden even vergeten te vermelden waar die straffen dan precies uit bestonden). Uit die eerste ronde kwamen de Belgische docent en ervaren dichter Tom Driesen, maar ook Utrechtse student Linde van Wingerden en tatoeëerder en kunstenaar Ko de Kok als duidelijke publieksfavorieten naar voren.

Verrassend was het gebrek aan enthousiasme voor spoken word artiest en ervaren slammer Suzanne Krijger: ondanks haar voorgeschiedenis wist ze deze keer het publiek en de jury niet helemaal te bekoren, wél wist ze een stempel op de avond te drukken. Toen het optellen van de decibelmeter en het cijfer van de jury even op zich liet wachten, trad Krijger in de spotlights met een gedicht dat een staalharde kritiek vormde op de vermeende vriendjespolitiek van grote slamwedstrijden. Dat ze haar plek op het podium claimde seconden nadat er op het grote scherm achter haar verschenen was dat ze niet doorging naar de tweede ronde had heel ongemakkelijk kunnen zijn, maar Krijger gaf geen krimp en stal alsnog de show. Een knap staaltje lef en een mooi voorbeeld van het onvoorspelbare karakter van poetry slams.

Rechttoe rechtaan versus vernuftige woordkunst

Vijf dichters bleven over in de tweede ronde: naast de bovengenoemde drie favorieten dongen ook Angelika Geronymaki en Madelief Lammers nog mee naar de winst. Beiden hadden ze duidelijk hun beste materiaal bewaard voor de tweede ronde. Waar de beeldende poëzie van Geronymaki eerst nog wat moest landen bij het publiek, bracht ze in dit stadium van de wedstrijd duidelijk een golf van ontroering teweeg in de zaal, mede door haar sterke performance. Ook Lammers absurdistische stream of consciousness werd gewaardeerd. Ko de Kok bleef sterk, maar maakte een minder duidelijke evolutie door dan de andere kandidaten.

Topfavorieten Driesen en Van Wingerden stootten uiteindelijk door naar de battle. Men kan zich afvragen of het een eerlijk gevecht was: de strijd tussen een doorwinterde poëet die zichzelf al stadsdichter van Turnhout heeft mogen noemen, en een student die maar liefst drie (!) studies combineert met hier en daar een gedicht schrijven. Hoewel van Wingerden sterk uit de eerste twee rondes kwam, leek de uitkomst van de battle al beslist voor die überhaupt begonnen was: diens rechttoe rechtaan poëzie was simpelweg niet opgewassen tegen de vernuftige woordkunst van Driesen. Die laatste ging naar huis met lovend commentaar van de jury, een roodgloeiende decibelmeter, duizend euro prijzengeld en de Gouden Vink wisseltrofee, vernoemd naar Simon Vinkenoog. Een terechte afgevaardigde voor het Europees Kampioenschap Poetry Slam, en een mooie afsluiter van een enerverend avondje slam poetry.

Theater / Voorstelling

Circusartiesten als uitstervend ras

recensie: Trapeze - Burghardt & Van Wees

Beneden, in de piste, dáár gebeurt het. Daar speelt zich het leven van de echte circusartiesten af. De wachtende trapezewerkers Bert en Henri kijken erop neer, vanaf hun basis in de nok van de tent, terwijl ze kibbelend het leven doornemen. Ze zijn tot elkaar veroordeeld, maar de vraag is voor hoe lang nog.

Het circus is definitief op zijn retour, als we Trapeze van schrijvers Kees Prins en Roel Bloemen moeten geloven. De artiesten zijn zo stokoud dat ze hun houdbaarheidsdatum allang zijn gepasseerd wanneer ze ten langen leste de laan worden uitgestuurd. Zelfs de ezel is vanwege zijn vergevorderde leeftijd afgemaakt.

Acrobaten die tegen beter weten in volhouden, zijn eigenlijk sneue, beklagenswaardige mensen. Henri en Bert, een duo van trapezewerkers, zijn van die types, die het archaïsche vak volhouden. Een lange betweter en zijn korte collega die weliswaar de slimste is, maar die zich de les laat lezen om de lieve vrede te bewaren.

Op verzoek van zijn vriendin wil ‘vlieger’ Bert (Bas Hoeflaak) de rekstok in de wilgen hangen, maar hij durft dat niet te vertellen aan ‘vanger’

Henri (Peter Blok). Henri is een telg uit een oude circusfamilie, voor wie de trapeze niet alleen een baan is, maar een manier van leven. Samen staan ze in zo’n strak wit pakje met geprononceerde geslachtsdelen in de nok van de prachtige rood/wit gestreepte circustent te wachten tot hun act eindelijk aan de beurt is.
De buitenwereld dringt zich meer en meer aan de trapezewerkers op via een mobiele telefoon. Die confronteert hen, daar boven op hun plankje, steeds met de echte wereld, waarop zij geen vat hebben.

Jiskefet

Schrijvers Prins en Bloemen betogen in deze Jiskefetachtige tragikomedie dat het zieltogende circus eigenlijk niet meer van deze tijd is, met zeehonden en olifanten en slangenmensen.
Kees Prins regisseert Trapeze ook. Hij laat zijn spelers tussen naturel acteren en vet schmieren in bungelen. Die tweeslachtigheid is jammer, omdat daarmee de tragische angel van het commentaar op het ouderwetse circusleven minder scherp wordt. Peter Blok en Bas Hoeflaak zijn als spelers wel aan elkaar gewaagd, als lange wijsneus en korte slimmerik.

Witzen

De tekst van Prins en Bloemen speelt wel erg op de lach, wat lastig is wanneer de grappen melig zijn: de eenwieler heeft een lekke band; de messenwerper heeft de ziekte van Parkinson; dat soort flauwe witzen komt geregeld langs.

Eigenlijk komen spelers en tekst pas echt goed op stoom wanneer de voorstelling al een heel tijdje onderweg is. Pas dan vallen tekst, timing en samenspel mooi op hun plaats. Dan wint de voorstelling aan spanning, wordt de situatie van de twee mannen op hun eenzame plankje daadwerkelijk ontroerend en tragisch.

Muziek / Concert

Authentiek en eigenwijs

recensie: Merel van de Keer – Ghost in The Storm & Live @ Wagenberg
Merel van de Keer live IMG_0700Joost Festen

Merel van de Keer debuteert zoals zoveel artiesten tegenwoordig met een EP. Ghost In The Storm bevat louter eigen composities. De zes composities zijn samen met Joost Verbaak en Jan van Bijnen opgenomen en hebben een hoog blues, maar ook roots gevoel in zich. Van de Keer presenteert een heel authentieke sound.

MVDKArtiesten die fan zijn van grootheden en daarnaast ook eigen composities schrijven, zijn natuurlijk talrijk. Om jezelf te onderscheiden van de massa moet je ook een zekere mate van eigenwijsheid in je hebben, naast een flinke dosis talent en vakmanschap. Merel van de Keer heeft van alles voldoende om al met haar debuut op te vallen.

Historie van de EP

Merel van de Keer wilde samen met Joost Verbaak en Hans van Bijnen een EP met vijf eigen liedjes opnemen. Uiteindelijk zijn het er toch zes geworden op aandringen van Verbaak, die na de opnames van de eerste vijf aan Van der Keer vroeg of ze niet nog een nummer wilde spelen om de set compleet te maken.

Een ingetogen liedje dat al even op de plank lag ‘Will You Still Love Me’ werd als zesde toegevoegd, wel moest ze het even oefenen voor de opname. Verbaak verleidde haar tot de opname van dit laatste liedje van haar debuut. Het verhaal achter deze opname vertrouwde ze toe tijdens de presentatie van haar EP.

De opnames van de EP werden in één dag gemaakt in de gang van het oude huis waar ze woont in Raamsdonksveer. Reden van deze locatie is de natuurlijke galm die er klinkt. De resonator gitaar van Van de Keer klinkt daar heerlijk vervormd, vergalmd en toch bijzonder warm. Het geluid dat Van de Keer graag wilde hebben hoorde ze steeds daar en is de reden waarom alle apparatuur voor de opnames van de studio verhuisde naar de gang van het huis.

Presentatie van de EP

De presentatie van de EP vond plaats in de platenzaak waar Merel van de Keer al jaren graag komt om albums van blues grootheden als Rory Gallagher te bemachtigen. De grootste platenzaak van Nederland was op zaterdag 24 september 2022 het toneel voor liefhebbers van authentieke muziek. Kay’s Odyssey – The Experience is gevestigd in het dorp Wagenberg en is met voorsprong de grootste winkel van het kleine dorp.

De galm van de gang zoals deze klinkt op haar EP moet nu uit de apparatuur gehaald worden. Het bezielde optreden tussen de deuren in de platenwinkel laat een bevlogen artieste horen. Het schuchtere meisje van voor het optreden transformeert tijdens het optreden tot een zelfverzekerde vrouw die weet hoe ze haar zesentwintig jaar oude resonator gitaar de mooiste klanken laat ontlokken. Wanneer ze zingt laat ze de woorden klinken alsof ze ontstoken is in extase. Ook wanneer ze zoals in ‘Phoenix’ alleen het instrument laat zingen, weet ze de aandacht volledig naar zich toe te trekken.

Ze opent haar optreden met een gloedvolle uitvoering van het titelnummer van haar EP. ‘Ghost In The Storm’ staat direct als een huis en zet de toon voor de rest van haar optreden. Tijdens deze uitvoering speelt ze tegelijkertijd gitaar en de basdrum met haar linkervoet. De storm lijkt gearriveerd. Toch houdt ze ook in de meer rustige nummers als ‘Western Plain’ de aandacht op zich gevestigd, waarbij ze vaak de drum laat rusten.

Extra’s naast de eigen liedjes

Als extra’s speelt Van de Keer een drietal covers samen met een vrijwilliger van Kay’s Odyssey, Auke Bergsma op de elektrische basgitaar. De meest opvallende compositie is het door Salomon Burke als eerste gezongen en later door The Cats gecoverde ‘Goodbye Baby (Baby Goodbye)’. Het liedje werd ooit door Van der Keer opgenomen vroeg in haar carrière door meerdere tracks te dubben. Zij kende het liedje van The Cats. Het was Arnold Muhren die na publicatie van de opname van zich liet horen.

De uitvoering die wij deze middag te horen krijgen heeft niets met de palingpop van The Cats te maken en ook niets met de soul van Salomon Burke. Van de Keer heeft het liedje een bluesy makeover gegeven dat smaakt naar heel veel meer.

Nu de EP ten doop is gehouden is het natuurlijk lang wachten op een volledig album van deze gitariste / zangeres / songschrijver. In de tussentijd moet dit half dozijn liedjes ons geboeid houden met de cd-speler op repeat. Ondertussen trekt deze dame de verschillende locaties langs om haar live-spel te laten horen. Dat dit een aanrader is moge duidelijk zijn!