Boeken / Non-fictie

Dichter bij Joseph Roth is niet te komen

recensie: Vlucht en einde van Joseph Roth – Soma Morgenstern
kenny-eliason-fO9Bb-kAvak-unsplashunsplash

De titel van de Joseph Roth-biografie Eindeloze vlucht van Keiron Pim kon met recht en reden ontleend worden aan Roth’s roman Vlucht zonder einde (1927). Onder de eveneens bijna gelijkluidende titel verschenen van Soma Morgenstern de memoires Vlucht en einde van Joseph Roth (2006). Die brengen je op onvergelijkbare wijze nader tot Roth.

Hoeveel introductie heeft Joseph Roth (1894-1939) nog nodig? Zijn oeuvre is zo goed als helemaal in het Nederlands vertaald. Job en Radetzkymars zijn de bekendste titels, maar slechts twee van de hoogtepunten.

Westelijk

De joodse Galiciër Morgenstern (1890-1976) bewoog zich op heel wat chaotische kruispunten in de periode van de Eerste Wereldoorlog, het interbellum en de Tweede Wereldoorlog. Onder politici, journalisten en schrijvers maakte hij veel vrienden, waaronder Roth, met wie hij levenslang bevriend bleef. Met hem deelde hij de Galicische komaf en de koers in westelijke richting voor studie en banen. In Parijs zaten ze voor elkaars gezelschap lang in hetzelfde hotel. Roth leidde sowieso een hotelleven: een eigen huis zat hem al snel na zijn huwelijk in 1922 als reizende journalist alleen maar in de weg.

Van de romans die Morgenstern schreef zijn er een aantal vertaald, maar grote bekendheid geniet hij bij ons niet. Roth vond zijn debuut een meesterwerk, maar te joods. Zelf vermeed hij joodse personages vanwege de geassimileerde joden onder zijn lezers.

Soepel

De herinneringen in Vlucht en einde van Joseph Roth zijn zo levendig en gedetailleerd dat die in de loop der jaren wel geboekstaafd moeten zijn. De soepele vertaling van Els Snick, die onverkort haar leven aan Roth lijkt te wijden, klinkt als het equivalent van een even soepele brontaal. Genoteerd zijn alleen belangwekkende gesprekken en gebeurtenissen, vaak zo vertelkunstig dat je het boek moeilijk weg kunt leggen. De levendigheid wordt nog versterkt door werkzame sprongen vooruit en terug in de tijd. Al dan niet op de vlucht voor de nazi’s passeert een menigte aan tijdgenoten die toch stuk voor stuk, hoe gecomprimeerd ook, tot leven komen. De biografie van Morgenstern zelf komt ruim aan bod, maar verweeft zich op natuurlijke wijze met die van Roth.

Je krijgt een meer dan authentiek zicht op Roth’s karakter en wederwaardigheden. De herinneringen schetsen ook een persoonlijk, bewogen beeld van de heftige geschiedenis van die jaren. Zoiets kan een biografie vanwege de vereiste distantie niet bieden. Er wordt verrassend ingezoomd op verborgen niches in de bekende geschiedenis van politieke ontwikkelingen en oorlogen. Het gaat vaak om sprekende details die door enkelingen worden opgemerkt en verteld (door en aan Morgenstern).

Zo hield Roth niet van opera, maar ging toch mee naar een voorstelling over het trieste lot van daklozen. De schok van herkenning bracht hem drie bedrijven lang aan het huilen. ‘Hij snikte, als een dienstmeisje bij de zondagmiddagfilm, twee zakdoeken vol.’

Voorschotten

Veel staat in het teken van Roth’s slopende alcoholisme en voortdurende geldgebrek. Toch kreeg hij het voor elkaar ook nog anderen financieel te helpen. Vooral de (vergeefse) psychiatrische behandelingen en inrichtingen voor zijn vrouw kostten hem veel. Zonder de voorschotten op zijn nog te schrijven romans, met steeds meer wantrouwen verstrekt en op het laatst helemaal niet meer, en zonder de toelagen van vooral Stefan Zweig en Morgenstern zou hij het al veel eerder niet gered hebben. De laatste jaren kon hij zich nauwelijks meer zonder stok op zijn opgezwollen voeten voortbewegen. Voor de kortste afstanden moest hij met een taxi. In mei 1939 vond hij de dood.

Hoewel het in de eerste plaats gaat om het unieke oeuvre van Roth, geeft het een warm plezier om dankzij een voortreffelijke bemiddelaar zo dicht in zijn persoonlijke buurt te zijn.

 

Vertaling Els Snick

Nawoord en aantekeningen Georg B. Deutsch

Theater / Voorstelling

Absurd sketchcabaret op hoog niveau

recensie: Todesangstschrei - Rundfunk

Na meerdere malen uitstel om bekende redenen, is het eindelijk zo ver: Rundfunk vervolgt hun tour van de voorstelling Todesangstschrei. Het sinistere thema ‘de dood’ speelt de hoofdrol in dit sketchcabaret, maar toch valt er meer dan genoeg te lachen om de absurde karakters en situaties.

Het duo Rundfunk, bestaande uit Yannick van de Velde en Tom van Kalmthout, verwierf in 2015 in razendsnel tempo grote bekendheid door hun gelijknamige komedieserie. De woorden “Jullie hebben allemaal een onvoldoende!… Behalve jij!” die Pierre Bokma als de illustere leraar Duits uitsprak, hebben onder twintigers een cultstatus verworven. Yannick en Tom hebben sindsdien niet stilgezeten. In 2017 trokken zij de theaters in met hun debuutprogramma Wachstumsschmerzen (groeipijn) bekroond met de cabaretprijs Neerlands Hoop in 2018. Todesangstschrei (doodsangstkreet) is volgens de heren van Rundfunk de logische opvolger op hun eerste voorstelling. Nadat je groeipijnen zijn overwonnen en je eindelijk op eigen benen staat, kijkt immers je leven lang de onvermijdbare dood over je schouder mee. Is Todesangstschrei net zo goed als hun debuut?

Sketchcabaret in hoog tempo

Kalmthout en van de Velde beheersen hun kenmerkende stijl, het absurdistische sketchcabaret waar ze in Wachstumsschmerzen mee debuteerden, tot in de puntjes. Gekleed in matching truien en strakke maillots nemen de twee mannen een scala van verschillende personages aan. Het decor is sober, passend bij het donkere thema. Een zwart paneel met alleen een grijze deur zorgt ervoor dat alle aandacht uitgaat naar het duo.

De sketches volgen elkaar in krankzinnig hoog tempo op, van elkaar gescheiden door flikkerende lichten en bombastische operamuziek. Het kan niet anders dan dat het publiek, voornamelijk Millennials en Gen-Z’ers, zich na afloop uitgeput heeft afgevraagd waar het zojuist naar heeft gekeken. De scènes verschillen sterk van elkaar, maar zijn enigszins verbonden door hun gemeenschappelijke thema ‘de dood’. Hierdoor voelt de voorstelling toch als één geheel.

Vieze grappen op niveau

De humor van Rundfunk is gevat, soms flauw, en draait vaak om seks en geweld. Dit alles wordt kundig gemixt met een vleugje maatschappijkritiek. Een voorbeeld hiervan is het terugkerende personage van een vader die na de dood van zijn vrouw zijn puberdochter probeert op te voeden. Tijdens haar eerste menstruatie projecteert hij direct het ‘ongestelde vrouwen zijn boos en onredelijk’-cliché op haar en praat haar, wanneer hij haar betrapt op masturberen, op bizarre wijze een soort elektracomplex aan.

De mannen shockeren het publiek graag van tijd tot tijd, zoals de dans- en circusact in het midden van de voorstelling bewijst. De scène van twee pedofielen die op hun afspraakje wachten in een donker steegje en om de tijd te doden wat keuvelen over het weer, zorgt voor een gevoel van zowel hilariteit als ongemak.

Toch missen sommige sketches de x-factor. Het enige muzikale intermezzo, een rap waarin de karakters reageren op de haat van anderen, mist een goede clou. Vooral als deze rap wordt vergeleken met de briljante gangsterrap van de zevenjarige Rens uit Wachstumsschmerzen. Een ander voorbeeld van een minder geslaagde sketch is de sitcomscène, waarin de lachband stopt met meewerken. Het stuk is origineel wat betreft idee, maar duurt net wat te lang.

Verbazing voor jong en oud

Rundfunk staat garant voor topentertainment, mits de bezoeker harde en soms vulgaire grappen kan waarderen en het moordende tempo kan bijhouden. De korte sketches zijn uitermate geschikt voor het socialmediatijdperk en wellicht daarom zo populair bij de jongere generatie. Toch is Rundfunk ook echt een aanrader voor de wat oudere cabaretliefhebber, vooral voor degenen die het absurdisme, van bijvoorbeeld Jiskefet kunnen waarderen.

Todesangstschrei is een waardige opvolger van Wachstumsschermzen: dezelfde formule, hetzelfde tempo, maar een ander thema. De mannen zorgen voor verwardheid, verbazing en hilariteit bij het publiek door hun voorstelling met een hoge grapdichtheid en absurdisme. Zelfs na afloop van het slotapplaus blijft die verbazing voortduren. Kleine tip: trek oude kleren aan als je op de voorste rij zit!

Triangle-of-Sadness_st_4_jpg_sd-high_Photo-by-Fredrik-Wenzel-Copyright-Plattform-Produktion
Film / Films

Kommer op zee

recensie: Triangle of Sadness – Ruben Östlund
Triangle-of-Sadness_st_4_jpg_sd-high_Photo-by-Fredrik-Wenzel-Copyright-Plattform-Produktion

De uitdrukking triangle of sadness verwijst in de film naar het treurig ogende driehoekje tussen de gefronste wenkbrauwen en het neusbotje van een jong mannelijk model (Lewis). Maar eigenlijk is de hele film een Bermudadriehoek van triestheid waarin zo ongeveer alle ideeën over menselijke beschaving schipbreuk lijden. Ja, er kan best veel gelachen worden, maar vrolijk wordt het nooit.

Regisseur Ruben Östlund maakt het liefst ‘ongemakkelijke’ films voor mensen met een sterke maag. Zijn laatste productie, Triangle of Sadness (2022), is rijkelijk voorzien van kots en stront maar sleepte mooi wel een Gouden Palm in de wacht in Cannes. Hij roert kennelijk iets aan, zijn filmkunst prikkelt. De vraag is: heeft hij ook echt iets te zeggen?

Het verhaal is niet zo ingewikkeld. We beginnen met een flashy casting waar we kennismaken met het jonge model Lewis. Lewis blijkt al snel te daten met een populaire influencer die denkt dat alles voor haar betaald wordt, Yaya. In het eerste bedrijf zitten we bij Lewis en Yaya aan tafel in een flashy restaurant terwijl ze ongemakkelijk kibbelen over wie de rekening betaalt. ‘Talking about money is not sexy’, brengt Yaya in. Echt romantisch wordt het niet meer die avond.

Cruising away

Gelukkig heeft Yaya meer pijlen op haar boog. Zij en Lewis kunnen – gesponsord natuurlijk – in het tweede bedrijf mee op een exotische cruise. Aan boord treffen we verder een keur aan nouveau riche gasten – veel kapitaal, weinig ontwikkeling – en een bemanning die helemaal gaat voor de ultieme dienstbaarheid (lees: vette fooi). Dat de kapitein een alcoholistische socialist is, compliceert de reis wel een beetje. Maar geen nood, op het befaamde ‘kapiteinsdiner’ staat hij zijn mannetje wanneer hij geconfronteerd wordt met een ernstige klacht over de smoezelige zeilen op het cruiseschip. ’This is a motorized vessel’.

Helaas is het diner wel gepland op een onstuimige dag. Is het het voedsel of zijn het de golven? Hoe dan ook, de misselijkheid slaat ongenadig toe. Terwijl het schip alle kanten op klotst, legen de arme/rijke passagiers zowel van boven als van onderen vol overgave hun geplaagde magen. Heen en weer glijdend door de derrie klampt een oud dametje zich vast aan de toiletpot. In de gang zitten radeloze gefortuneerden in reddingsvesten te wachten op de Apocalyps. Een rijke Rus die fortuin heeft gemaakt met mestverkoop – ‘I sell shit’ – maakt zich meester van de intercom en waarschuwt de opvarenden sardonisch voor een vreselijke schipbreuk. Er kan best veel gelachen worden.

Trits machtsverhoudingen

Nog hilarischer wordt het wanneer het schip inderdaad vergaat en een select groepje overlevenden aanspoelt op een (ogenschijnlijk) onbewoond eiland. Meteen wordt duidelijk dat de rollen hier helemaal zijn omgedraaid. Alleen de Filipijnse toiletjuffrouw blijkt zich in de nieuwe situatie goed te kunnen redden. Ze kan vuur maken, ze kan vissen vangen met haar blote handen, kortom het hele zwikje is volkomen van haar afhankelijk. Al gauw roept zij zich met ieders instemming uit tot nieuwe kapitein. Volgens influencer Yaya gloort er een mooi, rechtvaardig matriarchaat. Maar het lachen vergaat haar al snel wanneer de nieuwe boss haar knappe vriendje Lewis uitkiest als seksslaaf.

Arm versus rijk, ondergeschikte versus baas, vrouw versus man … Uiteindelijk wordt de hele trits machtsverhoudingen door regisseur Östlund vakkundig op de hak genomen. Voor zover de weinigen die het zullen overleven – de redding is veel dichterbij dan ze weten – nog illusies koesterden over onze beschaving, zijn ze die aan het eind wel helemaal kwijt. De film van Östlund is een absolute aanrader voor liefhebbers van zwarte humor. Maar zijn bijna nihilistische kijk op de mensheid levert weinig nieuwe inzichten op. Dat we collectief in staat zijn een hoop triestheid te veroorzaken, wisten we al. En dat we daar soms maar beter om kunnen lachen ook.

Theater / Voorstelling

Knappe zang in een voorspelbaar kader

recensie: Opera La Bohème, Opera Keulen
LA_BOHEME_GP_2019_0089_kleinOpera Keulen

“Jij verkoopt bloemen en bent mijn poëzie. Ik ben de poëet”. Het orkest van Opera Keulen onder leiding van Lorenzo Passerini, opent met de eerste klanken van de aria Che gelida manina (‘Wat een koud handje’) door tenor Rodolfo (Arthur Espiritu) gevolgd door de openingsakkoorden voor de aria Mi chiamano Mimi (‘Mijn naam is Mimi’) door sopraan Mimi (Angela Nisi). Voor componist Puccini was het een eis: “alle emoties die de dood van een dierbare kunnen oproepen, moeten zo worden gerangschikt dat ze de diepste reactie van een zo breed mogelijk publiek opwekken”.

Puccini moet indertijd wel genoten hebben van de samenwerking met de librettisten Giuseppe Giacosa en Luigo Illica want met hen componeerde hij tussen 1890 en 1924 vier operahits: Manon Lescaut, Tosca, Madame Butterfly en La Bohème. Het oprechte respect voor elkaar was volgens Puccini het geheim van hun succes. La Bohème werd een operahit in vier bedrijven: twee luchtige, twee zware. Geheel volgens script presenteert Opera Keulen met de kerstdagen La Bohème van Giacomo Puccini. Filmisch, met levensechte decors en uitgelaten. Alles komt voorbij: fanfareorkest, ijscoman, vintage Volvo en sneeuw. Een huizenhoog, niet van echt te onderscheiden glas-in-lood raam, symboliseert het kleine appartement van de vier kunstenaarsvrienden in Quartier Latin. Beetje voorspelbaar wel maar het publiek geniet en de zang is voortreffelijk. Knap, want het orkest speelt sterk en is frontaal aanwezig.

Plot

Het is kerstavond. Vier kunstzinnige studenten, Rodolfo (dichter), Marcello (schilder), Shaunard (muzikant) en Collin (filosoof), wonen in een appartement in Parijs. Het is er erg koud; er is geen geld voor hout en eten. Shaunard heeft geluk met een baantje en brengt eten en wijn. Als de huisbaas de huur komt innen, zien de vier geen mogelijkheid die te betalen. Met de wijn voeren ze de huisbaas dronken en allen, behalve Rodolfo, gaan met het ‘uitgespaarde’ geld naar de kermis. Als Rodolfo alleen is, wordt er geklopt. Het blijkt Mimi die haar appartement niet in kan en vraagt om hulp. Rodolfo is gecharmeerd van haar en verzint een smoes om haar nog een paar uurtjes bij zich te houden.

Het tweetal wordt verliefd. Samen gaan ze naar de vrienden op de kermis. In een restaurant treffen ze elkaar, waar ook Musetta, het ex-vriendinnetje van Marcello, aanwezig is. Musetta, een uitdagende verschijning, flirt met Marcello die weer als een blok voor haar valt. Zonder te betalen verlaten de zes vrienden het restaurant.

Even later is het voorjaar en Rodolfo en Mimi blijken uit elkaar. Mimi is ziek en Rodolfo ziet de relatie daardoor niet zitten. Met een smoes heeft hij Mimi aan de kant gezet. Ze is verdrietig en beklaagt zich bij Marcello die een geslaagde poging doet het tweetal te herenigen. Mimi blijkt echter te ziek. Op een avond treft Musetta haar verzwakt op straat en tilt haar naar het appartement. De vrienden proberen Mimi te helpen met medicijnen en een warme mof maar ze sterft. Rodolfo is in tranen.

De vrienden laten een sterk staaltje zang horen. Zo ook de uitdagende in rood gehulde femme fatale Musetta. Ze zingt helder en verstaanbaar. Ook voor haar een hele opgave, de zaal geeft weinig gezien de beperkte akoestiek. Ze acteert, zingt en verleidt. Een mooie tegenhanger voor de introverte, spatzuivere Mimi enerzijds, en de bedachtzame, soms wat te zacht klinkende, zeer heldere Rodolfo anderzijds. Het koor van Opera Keulen, ingestudeerd voor koordirigent Bang-In Jung, maakt het spektakel tot een memorabel evenement.

De meermaals gelauwerde Duitse regisseur, Michael Hampe, laat hiermee een gezellige maar voorspelbare productie na. Nog t/m 15 januari 2023 te zien in Opera Keulen.

BM_Night Gradually Neutralizing the Machine that Philosophizes Selfishness, 2022
Kunst / Expo binnenland

Poëtische sciencefictionwereld

recensie: Basim Magdy: Een alligator in de wolken – KM21
BM_Night Gradually Neutralizing the Machine that Philosophizes Selfishness, 2022

Mysterieuze machines, planten, constructiewerken en schedels. Het komt allemaal terug in de fantasiewereld van Basim Magdy (1977, Egypte). In schilderijen, foto’s en film creëert hij een poëtisch mengsel van verleden, heden en toekomst. KM21 presenteert nu Magdy’s eerste tentoonstelling in Nederland.

KM21 – gelieerd aan Kunstmuseum Den Haag – brengt hedendaagse kunstenaars voor het voetlicht. Met zijn droomachtige universum verdient Basim Magdy deze spotlight zeker. Magdy is geboren en getogen in Egypte, maar woont en werkt tegenwoordig grotendeels in Bazel. Hij laat zich onder andere beïnvloeden door sciencefiction, strips, natuurdocumentaires en de apocalyptische toon van Bijbelverhalen. Daarbij beperkt hij zich niet tot één medium, maar experimenteert hij met schilderijen, foto’s, installaties en films. De resultaten zijn humoristisch, surreëel en zó kleurrijk dat het pas na een tijdje opvalt dat de tentoonstellingsmuren felgroen en -paars zijn.

De dood en andere transities

BM_Young Lumumba and His Pet Coucal Staring His 35th Birthday in the Eye, 2022

Young Lumumba and His Pet Coucal Staring His 35th Birthday in the Eye, 2022, olieverf en spuitbus op doek, 80 x 100 cm. Courtesy of the artist.

In de eerste ruimte van de tentoonstelling hangt het schilderij Young Lumumba and His Pet Coucal Staring His 35th Birthday in the Eye. Een mannenhoofd groeit uit een plant – aloë vera? – en een bloem ontspruit uit zijn hoofd. Het is Patrice Lumumba, de eerste democratisch verkozen premier van de Republiek Congo. Hij heeft de prille Congolese onafhankelijkheid van België niet lang kunnen meemaken, want hij werd begin 1961 afgezet en vermoord. Driemaal raden hoe oud hij was. Deze kleurrijke en fantasievolle omgang met thema’s als de dood en andere vormen van transitie loopt als een rode draad door de tentoonstelling.

BM_FEARDEATHLOVEDEATH_04_0

Basim Magdy, FEARDEATHLOVEDEATH (film still), 2022, Super 16mm film overgezet naar Full HD. 17 min 15 sec.

Centraal is Magdy’s nieuwste film FEARDEATHLOVEDEATH, over de absurditeit van de dood en de onmogelijkheid deze te begrijpen. In een hallucinerende reis door slaapkamers, pretparken en verlaten grottensteden komen heden, verleden en toekomst samen. Beelden overlappen elkaar en worden soms begeleid door poëtische monologen. Er is een overgang van moderne constructie, flats en autogeluiden naar oude grottekeningen – een bewijs van een beschaving die in essentie niet heel anders was. We gaan van bomen in het bos naar het beeldrijm van zuilvormige grafstenen.

Alternatieve geschiedenissen

‘Always remember there was life before the internet,’ flitst er voorbij in dikke blokletters. ‘It was called ARPANET.’ Deze voorloper van het internet is door de meesten van ons vergeten. Geschiedenis wordt volgens Magdy meestal geschreven door mensen met macht of door mensen die kunnen schrijven. Wat had er kunnen gebeuren als er andere paden waren gebaand? Als de geschiedenis werd gevormd door andere winnaars? Deze hypothetische geschiedenis onderzoekt Magdy gedeeltelijk in zijn fantasiewereld. Dit is expliciet in zijn doorlopende serie Someone Tried to Lock Up Time, waarin hij fotografische beelden combineert met tekst. Hier komt Magdy’s poëtische kracht het sterkst tot uiting.

BM_Someone Tried to Lock up Time_Clouds are Dreams copy

Basim Magdy, Someone Tried to Lock Up Time (Clouds are Dreams), 2018-heden, 5 C-prints van chemisch bewerkte dia’s op Fujiflex metallic materiaal.

Mogelijkheden van het medium

Met al die focus op de onderwerpen zou je bijna vergeten dat Magdy op technisch vlak ook sterk is. Die verscheidenheid aan media maakt het extra knap. Sommige details van zijn olieverfschilderijen doen niet onder voor een Marlene Dumas in hun gelaagdheid. Zijn films en foto’s maakt Magdy op analoge wijze. Fotoafdrukken bewerkt hij met huishoudelijke middelen als bakpoeder, Coca-Cola en azijn. Dit zorgt voor kleurige wazen en erosie, een extra laag in Magdy’s fictieve werkelijkheid. Een wereld waar het aangenaam ronddwalen is.

Theater / Voorstelling

Interactief dilemma met grote consequenties

recensie: Schuld of Onschuld: De Strafmoord

Een lastig dilemma met grote consequenties: moet meneer De Ruiter de gevangenis in voor de moord op Siegert van der Zijl? In het online theaterstuk Schuld of Onschuld: De Strafmoord moet het publiek onderzoek doen en deze vraag beantwoorden.

Een ijzersterk motief

Deze rechtszaak draait om de schuldvraag rondom de moord op Siegert van der Zijl (Waldemar Torenstra). Zijn levenloze lichaam werd aangetroffen in zijn Amsterdamse bovenwoning. Het grote aantal klappen dat Van der Zijl heeft opgevangen met zijn hoofd is hem fataal geworden. Hoofdverdachte Wim de Ruiter, gespeeld door Mark Rietman, heeft een ijzersterk motief: zijn dochter lijkt slachtoffer te zijn in een zedenzaak waar Van der Zijl bij betrokken is. Hij is hiervoor echter vrijgesproken.

Voor de detectiveliefhebbers en true crime lovers

Voor wie graag tv-programma’s als Baantjer en Wie Is De Mol? kijkt of het spel Cluedo speelt, is dit online theaterspel een ideaal tijdverdrijf om de koude wintertijd door te komen. Deelnemers krijgen toegang tot een speciale website, waar van 27 t/m 31 december elke dag meerdere video’s en dossierstukken worden geüpload. De bevlogen betogen van het OM en de advocaat van de beklaagde, maar ook getuigenverklaringen en opnames van gesprekken met 112 moeten kritisch bekeken worden. Op basis hiervan moet het publiek namelijk de volgende vraag beantwoorden: is meneer De Ruiter schuldig of onschuldig? Na het vonnis komt op 2 januari de laatste video online, waar te zien is wat er écht met het slachtoffer is gebeurd. Zo ontdek je als publieksjury of je zojuist een onschuldige de gevangenis in hebt gestuurd of misschien wel de moordenaar te pakken hebt.

Later aansluiten in het spel is gelukkig geen probleem, de video’s zullen t/m 31 januari 2023 online blijven staan. Het enige element dat wegvalt na 2 januari is je mogelijkheid om mee te stemmen op het eindvonnis.

Een grote verzameling BN’ers

Eerdere edities van Schuld of Onschuld, zoals De Kerstmoord en De Droommoord, leken hun sterrencast mede te danken te hebben aan de lockdowns. Door corona waren een groot aantal topacteurs beschikbaar. Voor deze nieuwste editie wisten Stichting TOF en Korthals Stuurman Theaterproducties echter ook een flinke sterrencast te strikken. Zo vertolken Isa Hoes en Roos van Erkel op overtuigende wijze de lastige rollen van echtgenote en dochter van de beklaagde en zien we Jeroen Spitzenberger stralen als de excentrieke buurman. De herkenbaarheid van de deelnemende acteurs is groot en dat verhoogt het speelplezier.

Voor herhaling vatbaar

Louise Korthals en Jan Kooijman nemen voor de vierde keer de rollen van de zakelijke officier van justitie Vera de Rie en charismatische advocaat Jelle Groot Kamerlink voor hun rekening. Tussen de twee is een ware strijd gaande, die door de eerdere edities alleen maar aangewakkerd is. Ze willen allebei graag hun gelijk krijgen en de publieksjury voor zich winnen. Geen van beide acteurs weet van tevoren hoe de vork écht in de steel steekt, de ontknoping op 2 januari zal voor de twee acteurs net zo spannend zijn als voor de deelnemers.

Hierdoor is het goed te begrijpen dat Korthals in een interview aangeeft dat ze zelf graag meeleest op het forum. Deelnemers kunnen namelijk theorieën met elkaar delen en maken goed gebruik van deze mogelijkheid. Wie zich een weg weet te banen door de wirwar aan berichten van anderen, komt tot nieuwe ideeën en inzichten. Details die jou eerder niet opvielen, kunnen door een ander ineens erg belangrijk lijken. Waarom begint buurman Abe Jongeneel (Jeroen Spitzenberger) tijdens zijn getuigenverklaring ineens over het nummer ‘Take Five’ en (waarom) is dit relevant? Daarnaast is er een knipperend fietslichtje wat veroorzaakt zou worden door een kapotte batterij, maar zou het lichtje in kwestie dan niet uit zijn?

De actieve schrijvers op het forum bewijzen telkens weer dat er altijd fanatieke speurders bezig zijn met deze moordzaak en jij niet alleen bent. Dit nieuwe interactieve moordmysterie, Schuld of Onschuld: De Strafmoord bewijst dat dit concept ook zonder lockdown de moeite waard is.

 

Meedoen? Tickets zijn verkrijgbaar via: https://www.schuldofonschuld.nl/

Kunst / Expo binnenland

Leven, werk en vrienden van Mari Andriessen

recensie: Dicht bij Mari Andriessen - Verwey Museum Haarlem

Iedereen kent wel een beeldhouwwerk van de Haarlemse kunstenaar Mari Andriessen (1897-1979) in de openbare ruimte. Of het nu De Dokwerker in Amsterdam is, of het beeld van Cornelis Lely op de Afsluitdijk. Monumentale beelden zijn het, net als zijn verzetsmonumenten in Heemstede, Putten, Enschede en Scheveningen. Andriessen heeft echter veel meer gemaakt: kleine beelden, penningen, tekeningen, schetsen/voorontwerpen, eerst met potlood en houtskool, later ook met balpen. Die tekeningen zijn nu voor het eerst te zien op de tentoonstelling Dicht bij Mari Andriessen in Verwey Museum Haarlem.

Voor alles beeldhouwer

Het zijn mooie tekeningen, daar niet van, maar Mari Andriessen is toch voor alles beeldhouwer geweest. Niet voor niets staat het gipsmodel van De Dokwerker in het hart van de eerste zaal, op een ’bok’ uit zijn eigen atelier, waaruit meer objecten zijn te zien. De teksten in deze zaal gaan in op de manier waarop de beelden technisch tot stand kwamen. Eerst was er een model in de dubbele betekenis van het woord. In het geval van De Dokwerker (1951-‘52) was dat de forse Haarlemse timmerman Willem Termetz die zijn mannetje stond. Dan maakte een technisch specialist een vergroting in gips en tenslotte ging in dit geval bronsgieterij Binder uit Haarlem aan het werk.

Indrukwekkend om te zien is hoe de vorm de inhoud vaak bevestigt. Dat was bij De Dokwerker het geval, maar bijvoorbeeld ook bij het bekende beeldje van Anne Frank (1975) op de Amsterdamse Westermarkt. Op een tekstbordje wordt gewezen op het onrijpe, haast onvoltooid overkomende van de frêle én fiere beeltenis van de vermoorde Anne Frank. De voorstudies die te zien zijn, worden zonder verdere aanduiding getoond, omdat ze eigenlijk voor zich spreken: handen, meisjeskopjes, een cellospeler, moeder en kind.

Brede context

Atelier Mari Andriessen, foto Cor van Weelen

Instructief is de context die wordt gegeven: een stamboom van de kunstzinnige familie Andriessen, de leraar van Mari, Jan Bronner, zijn vrienden, waaronder Godfried Bomans en de beeldhouwer en verzetsheld Frits van Hall en Andriessens enige leerling: Theo Mulder (1928-2017). Hier wordt fijntjes opgemerkt dat prinses Beatrix, die immers ook beeldhouwt, in 1970 bij een bezoek aan Andriessens atelier aanwijzingen van de meester afsloeg. Een meester die overigens lang niet altijd zeker was van zichzelf, en op het eind van zijn leven werd geholpen door zijn leerling Mulder.

Tot de context behoren ook portretten van Mari Andriessen door andere kunstenaars, zoals Willem Hofker (1924) en Otto B. de Kat, die hem vanaf de Tweede Wereldoorlog tot ca. 1978 afbeeldde, een jaar voor Andriessens overlijden. Interessant tenslotte is een foto van de leden van de Haarlemse sociëteit Teisterband, die in de kelder van Café Brinkmann op de Grote Markt bijeenkwam.

Mari Andriessen en Kees Verwey

Interessant is ook Andriessens vriendschap met de kunstschilder Kees Verwey (1900-1995), die net als Andriessen uit een kunstzinnige familie kwam. Naar Verwey is het stadsmuseum in het voormalige St. Elisabeth Gasthuis genoemd. Een museum dat nogal eens van naam veranderde: Historisch Museum (2005), Museum Haarlem (2015) en nu dus als eerbetoon aan de kunstenaar Verwey Museum Haarlem (september 2022). Op de bovenste verdieping is tot 13 februari 2023 de tentoonstelling De stille liefde van Kees Verwey te zien. We kennen zijn schilderijen van exposities in het Frans Hals Museum (locatie Hal), maar het is leuk om de gelegenheid te baat te nemen en nu eens op zoek te gaan naar overeenkomsten tussen het werk van Andriessen en Verwey, afgezien van het materiaal waarmee ze werkten.

Deze overeenkomsten geven zich niet zomaar prijs, maar ze zijn er wel: in de lossere en vrijere toets van de late Verwey en in het vergelijkbare, vrijere, ruimtelijke en zich weinig in details verliezende werk van Andriessen na ca. 1930. Vanaf die tijd was hij niet meer opgesloten in de iconografie van de rooms-katholieke beeldende traditie. Een traditie die onder meer valt te zien in zijn beelden en altaren in wat na de restauratie nu de KoepelKathedraal Haarlem heet (voorheen St. Bavo).

Van Verwey valt een voorjaarsboeket uit 1954 te zien, nog helemaal in klassieke stijl. Dan is er een schilderij uit 1975 waarop hij zijn atelier schilderde, met een sfinxkop. En uiteindelijk ook een vroeg zelfportret dat hij in 1995, het jaar van zijn overlijden weer oppakte. Met portretteren had hij verder niet zoveel, met kijken des te meer. Net zoals Andriessen: goed kijken en het model trachten te doorgronden. Niet altijd tot genoegen van dat model. Maar wel van de kijker op de twee kleine, mooi samengestelde en vormgegeven tentoonstellingen.

 

favoriete winterfilms van de redactie
Film / Achtergrond
special: De fijnste winterfilms
favoriete winterfilms van de redactie

Favoriete winterfilms van de redactie

De koude wintermaanden zijn een perfect excuus om lekker binnen te blijven en te genieten van de beste films ooit gemaakt. Maar welke winterse films zijn nou echt de moeite waard om te kijken? Onze filmredacteuren hoefden er niet lang over na te denken en tipten hun favoriete films voor de winter.

Fargo

Een topfilm in wintertijd? Volgens Frank Kremer kun je dan grofweg kiezen tussen smelten bij een knappend haardvuur of huiveren bij kil noorderlicht. Samen met The Shining van Kubrick is Fargo van de Coen Brothers toch wel zijn favoriete winterfilm. 

Frank Kremer: Hoe vaker je hem ziet, hoe zwarter de witte woestenij van Minnesota wordt. Prutsfraudeur Jerry Lundegaard heeft dringend geld nodig en verzint een amateuristisch plan.  Maar natuurlijk loopt weer niks zoals gepland. Een doorgedraaide autoverkoper van Zweedse komaf; een duo kidnappers waarvan eentje ijzingwekkend weinig scrupules heeft; een fonteintje van bloed dat de maagdelijke sneeuw besproeit… Je voelt vanaf het begin: die Jerry komt van een koude kermis thuis!


The Shining

Frank Kremer: Stephen King vond het maar niks, misschien wel omdat hij aanvoelde dat Kubricks verfilmde versie van The Shining nóg beter was dan zijn boek. Wat een klassieker is het geworden. Schrijver Jack Torrence (Nicholson) neemt een baantje aan als ‘caretaker’ van het in de winter geïsoleerde Overlook Hotel. Jack heeft een geschiedenis, en het hotel ook. Zijn meegebrachte vrouw en zoontje zullen het weten. Langzaam maar zeker verdwaalt Jack in zijn eigen ijzig labyrint terwijl helderziende zoontje Danny ons meeneemt op een gruwelijke reis door het hotel. Redrum, redrum, redrum… Kubrick lardeert Jacks psychologische helletocht met intrigerende historische verwijzingen. Voor de kerstgedachte moet je niet in het Overlook zijn.


The Holiday

Gino Punt: Het zonnige Los Angeles staat bekend als dé plek om toekomstige dromen waar te maken. Maar na het zien van de romantische winterfilm The Holiday vallen de ogen op het charmante leven op het Engelse platteland, en leer je dat er eigenlijk niet veel meer nodig is dan een huis vol boeken en een knus, warm bed om gelukzaligheid te voelen. Zo leert Amanda dat in The Holiday ook, die aan haar drukke leven in LA wil ontsnappen en met Iris, die een rustig leventje leidt in een klein Engels dorpje, tijdens de winterperiode van huis wisselt. Al snel leren de twee vrouwen veel van elkaars leven, en zorgt de ruil ervoor dat liefde op de raarste momenten om de hoek komt kijken. 


The Nightmare Before Christmas

Isolde Geritan: What’s this? What’s this? The Nightmare Before Christmas (1993) is de ideale, gezinsvriendelijke film om in december te bekijken. Jack Skellington, koning van Halloween Town, gaat op ontdekking uit in Christmas Town en stapt in de schoenen van Sandy Claws (de Kerstman).

Tim Burton slaagde erin de contrasterende vieringen Halloween en Kerstmis samen te smelten en de juiste dosis humor en romantiek toe te voegen. Deze musical-animatiefilm is gefilmd met stop-motion techniek over een periode van drie jaar en aangevuld met sprankelende geluidseffecten en muziek. The Nightmare Before Christmas is niet meer en niets minder dan een meesterwerk en moet je vroeg of laat gezien hebben.


Eternal Sunshine of the Spotless Mind

Jeroen Hoenselaar: In deze sci-fi light van Michel Gondry sijpelt overal de kilte van een bekoelende liefdesrelatie doorheen. Het winterdecor dikt dit nog eens verder aan. Het is een film over liefde en conflict, met alle knullige en weerbarstige gevolgen die ermee gepaard gaan.

Hoofdpersoon Joel komt erachter dat vriendin Clementine haar herinneringen van hem heeft laten wissen, bij een kliniek gespecialiseerd hierin. Kwaad besluit hij hetzelfde te doen. Dit loopt alleen niet zo soepel zoals gehoopt. Het is een oprecht liefdesepos met heerlijke droomachtige randjes. Het laat je nadenken over de werking van ons brein en over herinneren. Maar is vaak ook erg grappig.


Love Actually

Melody Prins: Je ligt gewikkeld in een warme deken op de bank. Warme chocomel, de kaarsen zijn aan. Wat mist hier? Dé feelgood kerstfilm Love Actually. De romantische komedie heeft tien afzonderlijke verhaallijnen die op eerste kerstdag allemaal samenkomen. Het ene verhaal is zoetsappig, het andere juist bitterzoet: het is de perfecte film om te kijken, zelfs als je verdrietig bent. Het herinnert je dat als je omringd bent door pijn en onzekerheid, er altijd liefde om je heen is. Alleen al door dat besef voel je je zoveel beter na het zien van deze film. Love Actually is een ode aan liefde en al haar hoedanigheden.

 

Film / Films

Een romantische take op kannibalisme

recensie: Bones and All - Luca Guadagnino
Photo by Yannis Drakoulidis / Metro Goldwyn Mayer Pictures

Geteisterd door het feit dat ze een kannibalist is, besluit Maren een tocht te maken door het ruige Midden-Westen van de Verenigde Staten, eind jaren 80. Om te begrijpen waar haar kannibalistische aard vandaan komt, zal ze haar jeugd onder ogen moeten zien, maar ook de ervaringen van andere zogeheten eaters moeten aanhoren en zichzelf moeten omarmen zoals ze is. De trekjes van een mensenverslinder verdwijnen namelijk niet zo snel, zo leren we uit Bones and All, en daar zal ze aan moeten wennen.

In Bones and All, een film geregisseerd door Luca Guadagnino en gebaseerd op het gelijknamige boek van Camille DeAngelis, ontdekt Maren (Taylor Russell) de verschillende, bloederige lagen van het kannibalistische bestaan. Ze raakt bedroefd wanneer ze zich realiseert dat er geen ontkomen aan is, maar zodra ze dieper verwikkeld raakt in het mysterieuze denken en doen van het kannibalisme, ontmoet ze andere personen die vastgeketend zijn aan het leven als eater, net als zij. Zo ontmoet ze Lee (Timothée Chalamet), een kannibalist die zichzelf kan inleven in Maren en haar innerlijke worstelingen. Ze besluiten samen de tocht door de Verenigde Staten voort te zetten. Daar laat gevaar om elke hoek zijn klauwen laat zien, maar er blijft genoeg ruimte voor een intieme band tussen de twee eters.

Een horrorverhaal om bij weg te zwijmelen

Hoewel het verhaal draait om een kannibalistisch leven, waar bloed en ingewanden haarscherp in beeld gebracht worden, speelt romantiek een grote rol in de film. Zodra de lugubere gebeurtenissen waar Maren mee moet leren omgaan, zijn gepasseerd, merk je dat de film afkoerst op een romantisch coming-of-age verhaal waar je hart van wegsmelt. De eerste ontmoeting, de eerste kus, liefdesverdriet en uiteindelijk de hereniging van het liefdeskoppel. Momenten die je in vrijwel elke zwijmelfilm terugziet, maar waar Guadagnino toch een originele draai aan weet te geven. Hij geeft een intense horrortwist aan de zoetsappige romance, waardoor het onschuldige liefdesbeeld op een ijzingwekkende manier verstoord wordt. Het gebeurt niet vaak dat deze twee genres zo dichtbij elkaar komen, maar de regisseur weet de genres harmonieus met elkaar te kruisen.

In eerdere werken van Luca Guadagnino is te zien hoe hij romantiek op een vernieuwende en onschuldige manier in beeld kan brengen, en dat die roze wolk in een handomdraai vernietigd kan worden, waardoor je de film verlaat met een treurig gevoel. Dit was eerder al het geval bij zijn film Call Me By Your Name, waarin Chalamet ook de hoofdrol had. Ook in zijn nieuwste film komt dit terug.

Empathie voor een kannibaal

Van Chalamet wisten we dat hij zijn rollen als geen ander kan vertolken (en zijn werk in deze film is geen uitzondering), maar van Russel hebben we eerder niet veel vernomen. Toch drukt ze beslist haar stempel op deze film. Haar personage weet ze op een indrukwekkende en zeer realistische manier neer te zetten. Haar kannibalistische trekjes in de film, zoals wanneer ze haar eerste stukje mensenvlees naar binnen werkt en de hopeloosheid wanneer ze een lange tijd niks krijgt om op te teren, laten je geloven dat het de normaalste zaak van de wereld is om kannibalist te zijn. Je ontwikkelt empathie voor bloeddorstige moordenaars, gevormd door de onschuldige, humoristische tienertrekjes van beide acteurs en de mooie emotionele reis die zij samen afleggen, zowel in het innerlijk als daarbuiten, door de VS.

Het is een indrukwekkende nieuwe take op het horrorgenre waar Timothée Chalamet en Taylor Russel de romantiek realistisch in beeld weten te brengen en met hun emoties de harten van de kijkers weten te veroveren, om ze later weer hard te verscheuren. Een beeldschone mengeling van genres die je normaal gesproken niet samen ziet, maar Luca weet het toch te flikken het als een samenhangend geheel neer te zetten. Bones and All is een coming-of age film waar je maag van omdraait, en waar menig horror- en romantiekfanaat van zal smullen.

specphotops-c07Bw2XG7oE-unsplash
Muziek / Album

Twee debutanten en een oude bekende

recensie: Americana-update volume 15
specphotops-c07Bw2XG7oE-unsplash

In de vijftiende editie van de Americana-update worden de oude bekenden van Tip Jar geflankeerd door twee debutanten in het genre. De uit Eindhoven afkomstige Aiden & The Wild sluit deze update. We starten met de Amsterdamse formatie Greener Grass die tegendraads referenties op laat borrelen en misschien zelfs ver in het verleden van het muzikale geheugen laat graven.

Het ontdekken van nieuwe muziek met hoge kwaliteit is altijd een feest voor de oren en zeker ook de geest. Deze gevoelens delen met de lezer zorgt voor een extra dimensie. Ook deze keer nemen we jullie graag mee op ontdekkingstochten.

Greener GrassGreenerGrass_GreenerGrass

De uit Amsterdam afkomstige formatie Greener Grass is een kwartet dat zich kenmerkt door drie zangstemmen en één achtergrondstem. Instrumentaal bedienen ze zich van een vibrafoon, mandoline en bas. Wat percussie maakt het beeld compleet. Een opvallend instrumentaal pallet dat zonder twijfel meteen doet denken aan folk uit lang vervlogen tijden. Een herinnering aan het Woodstock tijdperk valt bijna niet te onderdrukken.

Als we onbevooroordeeld en onbevangen luisteren naar het debuutalbum Greener Grass dan worden we al snel gegrepen door de schoonheid van de muziek van dit kwartet. Ze laten direct met hun kwalitatief hoogstaande muziek horen dat ze uit een fijn bewerkt en vooral geïnspireerd muzikaal hout gesneden zijn. De stemmen van de drie dames passen weldadig bij elkaar.

Wie eenmaal gegrepen wordt door de schoonheid van dit album zal er met regelmaat naar teruggrijpen en andermaal meegevoerd worden op de melodielijnen en harmonieën van de zanglijnen. Feitelijk klinkt de karige instrumentale begeleiding als een weldaad.

Tip JarTipJar_ Songs about love and life on the hippie side of country

Het nieuwste album van Tip Jar werd deels opgenomen in Eindhoven en gedeeltelijk in Texas, met de vriend Walt Wilkins. Het trio bestaat uit Bart de Win, Arianne de Knegt en Harry Hendriks. De liedjes op Songs about love and life on the hippie side of country rolden allemaal uit de pen van het trio, met hier en daar bijdragen van Wilkins en producer Eric van de Lest.

Dit zesde album van de band zal fans geenszins teleurstellen. Wie de band volgt, weet dat er nog een live-album op de plank moet liggen dat niet eens zo lang geleden werd opgenomen. Wat dat betreft is dit studiowerk een onverwacht extraatje.

De albumtitel, zo lees je in de release sheet, verwijst naar de unieke stijl van de band én naar de muzikale helden uit de jaren zeventig die hen hebben geïnspireerd.

Kenmerkend voor de sound van Tip Jar is nog altijd de afwisselende zang van Bart de Win en zijn levenspartner Arianne de Knegt, soms in duetten gegoten. Het toetsenspel van De Win is vaak de basis van liedjes. Het toetsenwerk van De Win klinkt vaak ook bij andere artiesten uit ons land, en zelfs bij artiesten uit Texas als zij in ons land komen optreden.

Het volle dozijn aan liedjes is een aaneenrijging van fijne liedjes waarbij het lastig is om hoogtepunten aan te wijzen zonder andere composities tekort te doen. Tussen Out of the blue en Big family huizen een tiental liedjes die stuk voor stuk niet voor elkaar onderdoen. Misschien is Love and understanding meteen wel het liedje dat met de titel alleen al meer vertelt over hoe de muzikale roots gekoppeld zijn aan de hedendaagse muziek. Dit ene lied vat samen waar al deze liedjes hun oorsprong vonden.

Aiden & The WildAidan&TheWild_revelation-never-came

Wat kan je als beginnende band pech hebben als je je debuutalbum net uitbrengt op het moment dat de hele wereld op slot gaat vanwege een pandemie. Aidan alias Diederik van den Brandt uit Eindhoven overkwam dit. Nu alle beperkingen geheel zijn verdwenen, is het tijd om het album Revelation Never Came opnieuw voor te stellen aan de wereld in een wat uitgebreidere editie. Aiden & The Wild bewegen zich op een heel mooi snijvlak van Americana, indie en folkmuziek.

Aiden krijgt op het album hulp van Merel Sophie in de compositie The Whip, een van de hoogtepunten van het album omdat de samenzang heerlijk is. Als hij zich laat omringen door meer zangeressen zoals in What it Ain’t, met Bobbie, Dési Ducrot en Baptiste W. Hamon, weet het album andermaal een hoogtepunt te bereiken. Dit doet overigens niets af aan de rest van de composities. Deze twee liedjes zijn de krenten in de heerlijke pap.

Aiden nam het album bijna volledig in zijn thuisstudio op en maakte laagje voor laagje een mooi muzikaal universum. De sessie met de anderen werden opgenomen in de lockdownperiode in Parijs, Amsterdam en Rotterdam.

Wie houdt van muziek van Ben Howard, Wilco en Kurt Vile kan het album Revelation Never Came eigenlijk blindelings kopen en zal zich kunnen verdrinken in de fijne melodielijnen en frisse zanglijnen. Deze heruitgave als Deluxe Edition bevat een viertal extra tracks live opgenomen in de Effenaar in Eindhoven.