Kunst / Expo binnenland

Rondreizen in een driedelig universum

recensie: Vermeer - Rijksmuseum Amsterdam

Als mens hoort Johannes Vermeer (1632-1675) thuis in het pantheon van ‘wereldberoemde onbekenden’. We weten nog steeds heel weinig over zijn persoon. Maar zijn fenomenale schilderijen zijn in de loop der eeuwen tot in de kleinste details onderzocht en beschreven. Het kan je moeilijk zijn ontgaan dat in het Rijksmuseum momenteel een unieke Vermeer-expositie te bewonderen is. 

De enorme belangstelling voor de grote Vermeer-tentoonstelling overvalt zelfs het Rijksmuseum. Maar wat wil je. Eén van de twee allergrootste Hollandse Meesters; 28 van zijn 37 bekende werken tentoongesteld; volop aandacht in binnenlandse en buitenlandse media … Dit moet je zien! Wie bang is dat het dringen wordt, kan gerustgesteld zijn. Met een beetje geduld kom je echt wel oog in oog te staan met alle schatten. Zelfs bij de kleinste Vermeers – waar je je bijna op een postzegelbeurs waant – kom je zonder al te lang wachten aan de beurt. Gelukkig maar, want Vermeer hield het vaak klein. Een (niet zo snelle) rekensom leert dat de totale oppervlakte van de 28 schilderijen 13,37 m² bedraagt. Dat is nauwelijks meer dan driekwart van De Nachtwacht (17,21 m²). En daar zijn dan nog stukken afgesneden ook. 

Maar uiteraard zal geen bezoeker zich bekocht voelen qua omvang van de expositie. Nooit eerder zijn zoveel Vermeers bij elkaar gebracht. Met bijna alle topstukken die je graag eens wilt zien, en onderverdeeld in heldere thematische categorieën. Gezicht op Delft, Het melkmeisje, De geograaf, Vrouw met parelsnoer, het ene schilderij nog iconischer dan het andere.  

Geloof en wetenschap

Vrouw met weegschaal, Johannes Vermeer, olieverf op doek, ca. 1662-64, National Museum of Art, Washington, Widener Collection

Een van de dingen die opvalt is dat Vermeer toch heel wat religieuze symboliek in zijn schilderijen heeft verwerkt. Van origine was hij protestants, maar na zijn huwelijk met de katholieke Catharina Bolnes raakte hij kennelijk al snel in de ban van die andere geloofsstroming. Van zijn vroege (historie)schilderijen tot het late Allegorie van het katholieke geloof (ca. 1670-1674) is ‘het laatste oordeel’ een terugkerend thema. Neem bijvoorbeeld Vrouw met weegschaal (ca. 1662-1664). De decoratie op de achterwand bevat, zoals vaak bij Vermeer, een duidelijke boodschap. Staar je niet blind op aardse rijkdom, de echte eindbalans wordt na je dood opgemaakt! Wat dat betreft doet Vermeer toch iets minder modern aan dan Rembrandt met zijn focus op o zo menselijke innerlijke worstelingen en contemplatie. 

Dit is ook relevant omdat Vermeer juist leefde in een tijd van grote ontdekkingen en vernieuwingen. In de 16e en 17e eeuw vond er een ongekende wetenschappelijke revolutie plaats die het middeleeuwse wereldbeeld flink op zijn kop zette. Van Copernicus tot Newton, van Columbus tot Descartes; traditionele aannames sneuvelden bij bosjes. De modernisering reikte zeker ook tot Delft. Als Vermeer wilde, kon hij daar dagelijks zijn leeftijdgenoot Antoni van Leeuwenhoek tegen het lijf lopen, de baanbrekende lenzenslijper en uitvinder van de microscoop. De overeenkomst is sowieso treffend. Beiden geobsedeerd door optische vraagstukken en meester in het ontsluiten en ‘beschrijven’ van een eigen microkosmos. 

Delft, de wereld en het hiernamaals

Er zijn ook twee werken van Vermeer waarin de ‘ontdekking van de wereld’ het expliciete hoofdthema is: De astronoom en De geograaf. Toevallig of niet zijn dit de enige werken met een mannelijke hoofdpersoon. In Amsterdam is het prachtige De geograaf (1669) nu te zien. Er is wel serieus gespeculeerd dat de wetenschapper op beide schilderijen Antoni van Leeuwenhoek zou zijn (Arthur K. Wheelock Jr., Jan Vermeer, New York 1988), maar daar zijn geen echte aanwijzingen voor. Een geval van wensdenken? 

Hoewel Vermeer de buitenwereld en het bovenaardse op veel manieren in zijn werken betrekt – via ramen, brieven, bezoekers, landkaarten, decoraties – tovert hij ons in de eerste plaats zijn eigen, Delfts mini-universum voor. Helemaal op een expositie als deze zie je mooi hoe allerlei elementen en voorwerpen terugkeren in de schilderijen. De stoelen, de kleden, de muziekinstrumenten… het zijn onlosmakelijke onderdelen van het persoonlijke universum van Vermeer. Een universum waar je niet snel in verdwaalt maar waarin je – overmeesterd door het schitterende kleurenpalet, de aandacht voor detail en de geniale lichtval – eindeloos kunt rondreizen. 

Sophie Straat: Smartlap is niet dood album cover (groot)
Muziek / Album

Zangeres met een missie

recensie: Sophie Straat – Smartlap is niet dood
Sophie Straat: Smartlap is niet dood album cover (groot)

Het is een spannende week voor Sophie Straat, 3 maart komt haar langverwachte debuutalbum Smartlap is niet dood uit en 6 maart worden de Edisons uitgereikt, waarvoor ze in de categorie ‘Hollands’ een nominatie binnen wist te slepen. Met het nieuwste album bewijst Sophie dat ze die nominatie én het wachten op dit album meer dan waard is.

Langverwacht debuutalbum

Sophie Straat (artiestennaam van Sophie Schwartz) is een Amsterdamse protestzangeres en kunstenares, die samen met haar partner Wieger Hoogendorp allerlei maatschappelijke misstanden aan het licht wil brengen door middel van haar muziek. Al voor het uitkomen van haar debuutalbum heeft ze een stevig muzikaal cv opgebouwd. Haar debuut-EP ’T Is niet mijn Schuld leverde haar een Edison op in de categorie ‘Hollands’, ze stond op het podium met artiesten als Willeke Alberti en The Opposites, en scoorde in 2021 samen met Goldband een flinke zomerhit met ‘Tweede Kamer’. Dat we dan ook vol smart wachtten op de release van haar langverwachte debuutalbum Smartlap is niet dood is een understatement.

Levenslied met een moderne twist

De protestzangeres weet op haar debuutalbum licht te werpen op belangrijke thema’s, waaronder machtsmisbruik, politiegeweld, seksisme (met fenomenen als mansplaining en het patriarchaat), grensoverschrijdend gedrag op studentenverenigingen en racisme. Elk lied draagt een duidelijke boodschap met zich mee, die ondubbelzinnig in de teksten wordt benoemd. Voor wie die boodschap nog onduidelijk is, wordt er in het bijgeleverde boekje per nummer extra uitleg geboden.

Zoals Sophie in het eerste nummer `Smartlap is niet dood´ bezingt, had de Zangeres Zonder Naam een missie met het levenslied en Sophie wil deze missie voortzetten. Ze wil verhalen die we te weinig horen een stem geven en de mensen die het niet met haar eens zijn, ook hard mee laten zingen. En met een lading pakkende teksten én aanstekelijke melodieën, is dat haar zeker gelukt.

Wie denkt dat met dit album de smartlap op de hak wordt genomen of dat het album alleen maar clichématige smartlappen bevat, heeft het mis. Sophie en Wieger zijn diep in de geschiedenis van het genre gedoken en hebben zich duidelijk ingelezen in de thema’s die ze willen bezingen. Zo wordt elk nummer in een uniek jasje gestoken. Het lied dat het meeste lijkt op die typische, oer-Hollandse smartlap, is het nummer ‘Mannen’. Waar dit lied over gaat is duidelijk: mannen. Specifieker gaat het over mansplaining, een fenomeen waar veel vrouwen mee te maken krijgen. De oproep aan mannen om toch eens bewuster te worden, wordt begeleid met een flinke lading draaiorgels, accordeons én een mannenkoor. Een nummer dat heerlijk is om mee te zingen in de kroeg, maar allicht minder snel bij mensen in hun playlist gaat belanden.

Je krijgt het niet meer uit je kop

Ook voor wie niks heeft met die oer-Hollandse sound, is er genoeg te vinden op dit nieuwe album. De aanstekelijke banger ‘Tweede Kamer’ (in samenwerking met Goldband) heeft een pakkend skageluid en doet bij vlagen denken aan Doe Maar. Zo wordt feminisme weer funky en wordt de luisteraar opgeroepen om op een vrouw te stemmen tijdens de verkiezingen. Enthousiast meezingen en dansen is ook goed mogelijk met de bonustrack ‘De stad is van ons’, van dewelke het stevige elektronische geluid niet zal misstaan in menig uitgaansgelegenheid.

Een persoonlijke favoriet is het nummer ‘Vrijheid, gelijkheid, zusterschap’, waarin een prachtige droomwereld wordt bezongen waarin van alles mogelijk is. In die droomwereld kan je als man met een andere man zoenen tijdens een voetbalwedstrijd en kan je in Texas gewoon naar de abortuskliniek, zelfs mét een buddy aan je zij. In het refrein komen we er helaas achter dat het inderdaad écht een droom was en dat onze huidige wereld misschien meer op de achttiende eeuw lijkt dan we willen toegeven. Een nummer met een belangrijke boodschap en een pakkende melodie, een aanrader voor iedereen die door de ietwat bizarre videoclip heen kan kijken.

Een akoestische traktatie

Dat Sophie ook straalt in de kleinere, eenvoudigere liedjes bewijst ze met het nummer ‘Mooier als je lacht’. Een nummer waarin het fenomeen van straatintimidatie, iets waar 94 % van de vrouwen mee te maken krijgt, wordt bezongen. Dit lied is een van de hoogtepunten van het album, maar haast nog beter is de akoestische versie die kortgeleden op YouTube verscheen:

Het levenslied is weer cool

Nadat haar debuut-EP met een Edison werd bekroond, wachtten we met smart (pun intended) op haar debuutalbum. Smartlap is niet dood is het wachten meer dan waard geweest. Sophie Straat bewijst dat ze in meerdere genres kan stralen én weet het levenslied weer hip te maken. De smartlap is zeker nog niet dood!

Muziek / Concert

Impressie en expressie

recensie: Recensie: NTR Zaterdagmatinee 25 februari 2023
Portret Eric WhitacreMarc Royce

Het schijnt dat je óf een bewonderaar bent van zijn muziek, óf er niets mee hebt. Maar kan het ook zo zijn, dat je er dubbel over bent? Ja – dat kan.

De bewonderaars van de composities van Eric Whitacre (1970) – want over hem gaat het – lopen weg met bijvoorbeeld diens ‘Sing gently’, dat afgelopen zaterdag als toegift werd gezongen door het Groot Omroepkoor onder leiding van de componist. In coronatijd werd het opgenomen door Eric Whitacre’s Virtual Choir:

De tegenstanders vinden zijn muziek te eenvoudig, te zoet en sentimenteel, maar The Sacred Veil (2018) voor koor, cello en piano dat voorafgaand aan deze toegift de Nederlandse première beleefde, heeft van beide wat. Je zou zelfs kunnen zeggen, dat het door de compositie zelf is ingegeven.

The Sacred Veil

Het twaalfdelige, een uur durende werk gaat over leven en dood. Over de rollercoaster waarin Whitacre’s vriend en schrijver Charles Anthony Silvestri en diens met kanker gediagnostiseerde, zwangere vrouw Julia Lawrence Silvestri en hun kinderen terechtkomen. Én over het thuis komen, dat wil zeggen de eeuwige rust na de dood.
De titel van het stuk slaat op de sluier tussen twee werelden, leven en dood. Whitacre noemde het in zijn inleidende praatje overigens ‘energy’, wat een andere, meer new age-achtige kleur aan het geheel geeft.

Die heilige sluier, dat thuiskomen, die eeuwige rust en energie staan voor de zoete kant van het werk. Nog benadrukt door een korte sopraansolo van Varvara Tishina die zich tegen het eind losmaakt uit het koor en er als een ziel of een engel hoog bovenuit zweeft.
De minder zoete en sentimentele kant van het stuk ligt in de rusten (‘In weary gratitude, they stand’) die voor het stokken van de adem staan, in de kakofonie ook van het deel waarin de arts de definitieve uitslag bekend maakt en in kleine, dissonante passages die zinsneden laten schrijnen (‘It’s so soft and clean!’).
De minder zoete kant uit zich verder in tegenstellingen die naar voren komen in de tekst (‘You rise; I fall’) en afwijkingen daarbinnen die je niet verwacht: ‘Child of mourning / child of night’ in plaats van ‘child of morning’.

Misschien kun je in dit verband met de Nederlandse componist JacobTV (1951) spreken van ‘peperen met suiker’, in het geval van Whitacre extra benadrukt door de piano en cello die dan weer wat in de schaduw van de koorpartijen treden, een kabbelende onderlaag spelen of een echo geven van het thematisch materiaal (‘I am here’ van ‘I’m afraid’ in het hart van de compositie).
Alles bij elkaar intrigerend en prachtig uitgevoerd door het Groot Omroepkoor en de twee instrumentalisten: Quirine Viersen (cello) en Nicolas van Poucke (piano).

Toek Numan: 3 Haiku

Voorafgaand aan dit werk zingt het Groot Omroepkoor (ingestudeerd door Martina Batič) en met twee andere instrumentalisten (Ellen Versney, harp en Esther Doornink, marimba) 3 Haiku (2013) van de Nederlandse componist Toek Numan (1971).

In lange, vloeiende lijnen, met verglijdende samenklanken zingt het koor een Engelse vertaling van de tekst van Matsuo Bashō, omstrengeld door het spel van de twee instrumentalisten.

Waar Whitacre de luisteraar volgens het programmaboekje bij dit concert meeneemt op een ‘emotionele reis’, nam Numan de luisteraar mee ‘op de stroom van zijn eigen associaties, gevoelens en gedachten’. Een subtiel verschil, maar wel degelijk een verschil: de expressie van leven en dood en de impressie van de schoonheid van het leven en de natuur. Allebei de composities krijgen een groot onthaal. Naast mij zit iemand die na de tweede Haiku uit Numans compositie zegt: ‘Prachtig’ en na Whitacre een traantje wegpinkt.
Whitacre loopt met verende, haast dansende tred de trap op en af, zijn halflange haar op en neer wapperend, zoals je van een klassieke rockstar kunt verwachten.

Muziek / Achtergrond
special: Spotify-playlist van onze muziekredactie

8WEEKLY Playlist: Steengoede covers

Soms kiezen artiesten ervoor om de kunst af te kijken bij de buren. Zo coveren popsterren van tijd tot tijd nummers van hun rock buren, en andersom. Het resultaat is vaak verrassend, en soms zo succesvol dat de cover het origineel ver overstijgt in verzamellijsten als de Top2000. Natuurlijk betekent dit niet dat alle covers beter zijn dan het origineel, maar dit is wel een goede reden om eens stil te staan bij een aantal steengoede covers. 

 

 

Wederzijds gecoverd: Frank Turner en NOFX

Dat singer-songwriter en punkrocker Frank Turner niet vies is van een cover, dat weten zijn fans wel. Bij live optredens covert hij graag zijn eigen favorieten, waaronder “Somebody To Love” van Queen en “Dancing Queen” van ABBA. Zijn persoonlijke helden die meer in zijn eigen genre vallen passeren natuurlijk ook de revue, waaronder Blink-182 en NOFX. Met laatstgenoemde wist Turner er een volledig album uit te halen, waar de artiesten elkaar coveren. Op het album West Coast vs. Wessex uit 2020 covert Turner enkele hits van NOFX, waaronder “Bob” en “Falling In Love”, maar worden zijn eigen hits waaronder “Thatcher Fucked the Kids” gecoverd door de Amerikaanse punkers van NOFX. Het wordt een ware inception op YouTube bij de videoclip van Bob (in Turners’ versie), waar in de videoclip de leden van NOFX verkleed gaan en acteren als Frank Turner en zijn band. Benieuwd hoe de andere nummers klinken? Die zijn te vinden in onze nieuwste playlist! 

Punkversies van diva’s

Dat de zanger van NOFX, Fat Mike, ook van covers houdt is niet vreemd: hij is bassist bij de punkcoverband Me First and the Gimme Gimmes. Deze supergroep bestaat uit leden van verschillende punk- en rockbands, waaronder Lagwagon, Foo Fighters en Swingin’ Utters. De band ontstond als hobbyproject van de leden en speelt alleen covers van andere nummers. Zes studioalbums later kunnen we wel stellen dat dit hobbyproject in de categorie “uit de hand gelopen hobby” valt. Het zesde album Are We Not Men? We Are Diva! focust zich, zoals de titel al kenbaar maakt, op diva’s. Ze coveren (bijna alleen) bekende zangeressen die volgens hun in de categorie diva vallen, dus zangeressen als Barbra Streisand, Madonna en Cher ontbreken zeker niet. Waarom bijna alleen zangeressen? De Britse zanger Boy George van Culture Club kan ook rekenen op een dikke knipoog en wordt ook gecoverd op dit album. Benieuwd hoe “Straight Up” van Paula Abdul klinkt als punk nummer? Ook deze hit is te vinden in de nieuwe playlist.  

Disturbed: groter dan het origineel

Het is elk jaar weer een spannende strijd: welke versie van “The Sound Of Silence” zal dit jaar hoger eindigen in de Top2000? Jarenlang stond het origineel van Simon & Garfunkel het hoogst, maar sinds 2019 staat de versie van Disturbed hoger dan het origineel. Hoewel “The Sound Of Silence” ongetwijfeld de bekendste cover van Disturbed is, hebben ze al een jarenlange traditie waar ze op elk album een cover plaatsen. Vaak pakken ze een oude hit en verhogen ze daarvan het tempo én maken ze het iets agressiever. Eerdere nummers die al een ware Disturbed transformatie hebben ondergaan zijn “If I Ever Loose My Faith In You” van Sting en “Land Of Confusion” van Genesis, beiden te vinden in de nieuwste playlist. 

Naast de covers van Frank Turner, NOFX, Me First and the Gimme Gimmes en Disturbed staan er nog vele andere rockcovers op je te wachten in de nieuwste playlist van 8WEEKLY. Veel luisterplezier! 

  • Disturbed – The Sound of Silence (Origineel: Simon and Garfunkel) 
  • Apocalyptica, Till Lindemann – Helden (Origineel: David Bowie) 
  • Me First and the Gimme Gimmes – Straight Up (Origineel: Paula Abdul) 
  • Floor Jansen, Henk Poort – Phantom of the Opera  
  • Apocalyptica, Nina Hagen – Seemann (Origineel: Rammstein)
  • The Cranberries – Go Your Own Way (Origineel: Fleetwood Mac) 
  • Guns N’ Roses – Knockin’ On Heaven’s Door (Origineel: Bob Dylan) 
  • Green Day – Working Class Hero (Origineel: John Lennon) 
  • The Struts – Dancing In The Street (Origineel: Martha Reeves and the Vandellas) 
  • Maneskin – Beggin’ (Origineel: Frankie Valli and the Four Seasons) 
  • The Ataris – The Boys Of Summer (Origineel: Don Henley) 
  • Red Hot Chili Peppers – Higher Ground (Origineel: Stevie Wonder) 
  • Chris Cornell – Watching The Weels (Origineel: John Lennon) 
  • Limp Bizkit – Behind Blue Eyes (Origineel: The Who) 
  • Disturbed – If I Ever Lose My Faith In You (Origineel: Sting) 
  • Blink-182 – Another Girl Another Planet (Origineel: The Only Ones) 
  • Five Finger Death Punch – Bad Company (Origineel: Bad Company) 
  • Joan Jett & The Blackhearts – I Love Rock ‘N Roll (Origineel: The Arrows) 
  • Shinedown – Simple Man (Origineel: Lynyrd Skynyrd) 
  • The Smashing Pumpkins – Landslide (Origineel: Fleetwood Mac) 
  • Tenacious D – The Last In Line (Origineel: Dio) 
  • Led Zeppelin – Dazed and Confused (Origineel: Jake Holmes) 
  • Billie Joe Armstrong, Green Day – Kids in America (Origineel: Kim Wilde) 
  • Disturbed – Land of Confusion (Origineel: Genesis) 
  • The Interrupters – Bad Guy (Origineel: billie eilish) 
  • Alanis Morissette – King of Pain (Origineel: The Police) 
  • Kula Shaker – Hush (Origineel: Joe South) 
  • NOFX – Thatcher Fucked the Kids (Origineel: Frank Turner) 
  • Pearl Jam – Rockin’ in the Free World (Origineel: Neil Young) 
  • No Doubt – It’s My Life (Origineel: Talk Talk) 
  • George Harrison – Got My Minds Set On You (Origineel: James Ray) 
  • Venice Sunlight – Flagpole Sitta (Origineel: Harvey Danger) 
  • Tim Akkerman – Nemo (Origineel: Nightwish) 
  • Miley Cyrus – Heart of Glass (Origineel: Blondie) 
  • Frank Turner – Falling in Love (Origineel: NOFX) 
Theater / Voorstelling

Het boeiende leven van een legendarische danser

recensie: Recensie: première Nureyev - Jan Kooijman
Jan Kooijman danst in NureyevAnnemieke van der Togt

Geboren in een rijdende trein, achterna gezeten door de KGB en uiteindelijk gevlucht van de beknellende Sovjet-Unie naar het vrije Frankrijk: het leven van danser Rudolf Nureyev (1938-1993) klinkt als een spannende roman. Niet gek dat hij onderwerp was van boeken, documentaires en een film. In Nureyev brengt Jan Kooijman de legendarische danser tot leven in het theater.

De meeste mensen zullen Jan Kooijman kennen als presentator van programma’s als So You Think You Can Dance, Dance Dance Dance en Hij, Zij, Hen. Als acteur verkreeg hij naamsbekendheid in GTST en verscheen hij in films als Verliefd op Ibiza en Hartenstraat. Voor zijn overstap naar televisie en film was hij jarenlang actief als danser bij het Scapino Ballet. In Nureyev gaat hij terug naar zijn roots als danser en keert hij terug in het theater in deze serieuze en complexe rol. Hierbij wordt hij vergezeld door de twee jonge dansers Kiran Gezels en Nehanda Péguillan.

Een bijzondere repetitie

In het stuk zien we Nureyev op 54-jarige leeftijd werken aan zijn zwanenzang: het choreograferen van een nieuwe versie van het ballet La Bayadère voor de Opéra in Parijs. Hij lijdt al enkele jaren aan AIDS en zijn gezondheid wordt steeds zwakker. Hij onderbreekt tijdens een woede-uitbarsting de repetitie en stuurt het gezelschap weg, alleen de hoofdrolspelers dienen te blijven. Hij vertelt over het beroemde ballet, over de verboden liefde tussen strijder Solor en tempeldanseres Nikiya. Hij sommeert de dansers om meer te voelen tijdens het dansen, in plaats van alles alleen perfect uit te voeren.

Jan Kooijman acteert in Nureyev

Een fascinerende levensgeschiedenis

Nureyev begint vervolgens snel te vertellen over zijn bijzondere leven. Van het moment dat hij verliefd werd op het ballet tijdens een bezoek aan een voorstelling van Song of the Cranes tot het intense verzet tegen zijn ziekte. Vanaf het begin van de voorstelling wordt verwezen naar het meest bepalende moment in zijn leven: zijn vlucht naar Frankrijk. Nureyev is in Parijs voor optredens met het Mariinsky Ballet en wordt continu gevolgd door de KGB. Hij moet terug naar de Sovjet-Unie, maar weigert. In een steriele witte ruimte neemt hij het besluit om asiel aan te vragen in Frankrijk, waarna een indrukwekkende balletcarrière in het Westen van start gaat bij onder andere The Royal Ballet. Hij dompelt zich al snel onder in een losbandig leven vol feesten, maar komt altijd terug bij zijn grote liefde, de Deense danser Erik Bruhn.

Knap uitgevoerde monoloog mist soms diepgang

Kooijman levert een zeer knappe prestatie door de 80 minuten durende monoloog foutloos voor te dragen. Hij laveert overtuigend tussen de gefrustreerde, zieke man en het jonge feestbeest. Zelfs dialogen weet hij in zijn eentje levendig te maken voor de toeschouwer. Kooijman heeft echter soms moeite om het opvliegende en narcistische karakter van Nureyev geloofwaardig neer te zetten. De tekst van Allard Blom is daarbij niet altijd even ondersteunend. De focus ligt vooral op een beschrijving van gebeurtenissen en feiten en minder op de emoties en de beleefwereld van Nureyev. Hierdoor heb je niet het gevoel dat je de danser écht leert kennen tijdens deze voorstelling.

Jan Kooijman danst in Nureyev

Mooie combinatie van theater en dans

De voorstelling heeft voldoende vaart en blijft boeien. Wanneer de monoloog langdradig begint te worden, wordt dit afgewisseld door danssegmenten uitgevoerd door Gezels en Péguillan. De choreografie is in handen van Rinus Sprong, een oude bekende van Kooijman uit de tijd van So You Think You Can Dance. Een klassieke choreografie gaat naadloos over in een modernere dans wanneer Péguillan haar spitzen uittrekt. De dansers hebben tijdens de voorstelling geen tekst. Hierdoor fungeren zij als een blank canvas op wie verschillende personages worden geprojecteerd, zoals de dansers van La Bayadère, geliefde Erik Bruhn en vriendin en collega-danser Margot Fonteyn. Kooijman voegt zich sporadisch tussen de dansers, maar voert geen ingewikkelde choreografieën uit. Een goede keuze, aangezien het geloofwaardig ‘nadoen’ van een grootse danser als Rudolf Nureyev wel erg veel uitdaging met zich meebrengt.

Aanrader voor de liefhebber

Nureyev is zonder twijfel een zeer een originele en vernieuwende Nederlandse productie en is een aanrader voor liefhebbers van theater en dans. De monoloog legt veel nadruk op de feitelijke levensloop van de danser, waardoor het geheel soms wat oppervlakkig blijft. Desalniettemin blijft de voorstelling boeien door het vermengen van een monoloog met dansfragmenten. De toeschouwer wordt meegenomen door een indrukwekkende levensgeschiedenis van een van de beste dansers uit de 20ste eeuw én het mooie verhaal van het ballet La Bayadère.

Film / Films

Een film zacht als groen fris Iers glooiend gras

recensie: The Banshees of Inisherin
The Banshees of InisherinCopyright 2022 Searchlight Pictures

The Banshees of Inisherin vertelt over een vriendschap die verzandt op de kusten van een fictief Iers eiland. Twee voormalige vrienden verzeilen in een absurde strijd om vriendschap en erkenning.

Colin Farrell en Brendan Gleeson spelen weer een interessant duo zoals in de debuutfilm In Bruges (2008) van regisseur Martin McDonagh. Regisseur McDonagh biedt de kijker met The Banshees of Inisherin een Oscarwaardige film.

Wachten op het onvermijdelijke

Colm – ook wel ColmSunnyLarry genoemd – voelt de tijd voorbijdrijven. Hij wil enkel nog muziek componeren met zijn viool en hij wil geen tijd meer besteden aan saaie gesprekken met zijn vriend Pádraic. Terwijl hij een einde maakt aan de vriendschap met de simpele ziel, speelt hij vol passie elke avond muziek in de enige pub op het eiland.

In de verte hoor je kanonschoten weerklinken vanaf het vaste land: de Ierse Burgeroorlog is volop aan de gang. Het eiland lijkt wel afgesloten te zijn: omgeven door een stolp waarin de buitenwereld nauwelijks kan binnentreden. In deze idylle wordt de eenvoud doorbroken door een vriendschap die op de klippen loopt. Beide vrienden durven niet meer toe te geven dat ze ondanks hun verschillen toch niet zonder elkaar kunnen.

Even melancholisch als een Ierse stout

De impasse tussen een simpele man die vooral met zijn dieren bezig is en een melancholische zolderkamerfilosoof die alleen maar componeren wil, mondt uit in absurde situaties. En net in het absurde schuilt realisme.

Het zijn juist de knotsgekke gebeurtenissen die leiden tot reflectie. Een dronken gesprek tussen twee voormalige vrienden verandert in poëzie. Iedereen op het eiland lijkt zich te vervelen. En wanneer het kookpunt bereikt is, wanneer een impasse de gemeenschap doet opschudden, ontstaat er iets moois. Juist dan, ontstaat poëzie. Net als bij een gedicht, vul je zelf de betekenis aan en interpreteer je. Net als bij een gedicht, weet je dat je naar poëzie kijkt, al kan je niet benoemen waarom.

‘God geeft niet om kleine ezels’

Regisseur Martin McDonagh laat de situatie meer en meer ontsporen. Net zoals in zijn vorige film Three Billboards Outside Ebbing, Missouri (2017) vertrekt de film met een simpel hoofdplot en escaleert de beginsituatie. Het dispuut tussen twee vrienden zorgt voor zoveel vraagstellingen, maar ook humoristische situaties.

Naast de schitterende dialogen, is ook het acteerwerk van hoog niveau. De zus van Pádraic, gespeeld door Kerry Condon, en de dwaze Dominic, vertolkt door Barry Keoghan, vullen de twee protagonisten perfect aan en geven kleur aan het tragikomische verhaal.

Kortom: The Banshees of Inisherin verdient alleen maar applaus. Na de release verschenen er terecht vele positieve recensies. De hoge verwachtingen werden niet alleen ingelost, maar zelfs overtroffen. De film toont wat een film moet zijn: meeslepend en doorspekt met inhoud en symboliek die je als kijker zelf moet invullen.

 

Gezien in: Cinema Zed Vesalius, Leuven

Nog te zien tot: 28 februari 2023

FEHD-CD-Pack-Shot
Muziek / Album

Mac DeMarco brengt album met instrumentale nummers uit

recensie: Five Easy Hotdogs
FEHD-CD-Pack-Shot

Het is altijd de moeite waard als Mac DeMarco met een nieuw werk komt. De laatste keer dat er iets nieuws van hem online kwam was twee jaar geleden en toen week hij flink af van zijn oeuvre. In 2020 releasede hij ‘Enter the Sandman’, een cover van Metallica. Het was echter geen originele interpretatie, maar eerder een vervalsing, die in menig kroeg over de speakers kan dreunen zonder dat iemand het verschil door heeft.

Koning van de Indie

Voor zijn nieuwste album Five Easy Hotdogs lijkt de koning van de indie weer op de gebaande paden te komen. Letterlijk paden, want het hele album is on the road geschreven in de USA en Canada. Alle nummers zijn vernoemd naar de plaatsen waar ze zijn opgenomen. Op een enkele song na, komt er geen vocaal aan te pas. We moeten het louter doen met gitaren, drums, percussie en synths.

Unheimische muzak

Al vanaf het eerste nummer is duidelijk dat de kenmerkende sound van DeMarco weer de boventoon voert. Er zijn de welbekende jangly gitaren, die voelen alsof je in een bedje in de wolken wiegt, de synths die nooit groots en meeslepend worden maar charmant blijven door hun zorgvuldige plaatsing en bijna komische sound, en de warme broeierige sfeer die alles opwekt.

Het dreigt nu en dan te verzanden in een bevreemdende soort muzak. Alsof het een koortsdroom betreft in een wachtkamer ontworpen door David Lynch. Niet gek als je je bedenkt dat touren vooral bestaat uit wachten. Charlie Watts zei eens over zijn samenwerking met de Rolling Stones: ‘worked five years and spent 20 years hanging around’. De uitzichtloosheid van het wachten wordt versterkt door de vele repetitieve frases die de nummers herbergen. Na acht keer hetzelfde thema te horen snak je naar ontwikkeling. Maar die komt niet. En als die komt lijkt het eerder een poging tot een halfslachtige variatie dan een thematische ontwikkeling. Alles lijkt kalmte, controle en orde uit te willen stralen. Toch voelt het eerder unheimisch en desolaat.

Wat mist is een heldere lijn, iets waar ik mij als luisteraar aan vast kan klampen. Er is zelden sprake van een lead die mij meeneemt op deze vreemde roadtrip zonder begin of eind. Zelfs na meerdere luistersessies is er weinig dat blijft hangen in de vorm van een melodie. Zijn het keuzes uit pure verveling, gemakzucht of berusting?

Meta werk

Als luisteraar ben ik op mijn hoede, en tracht ik – wellicht vergeefs – te zoeken naar een diepere betekenis. Het is net geen achtergrondmuziek, maar ook niet iets dat je volledige aandacht vraagt. Makkelijk te eten, maar niet bevredigend, zoals hotdogs bijvoorbeeld. Het lijkt eerder een metawerk waarin de maker ons een spiegel voorhoudt, en ons zodanig bevraagt op wat onze verwachtingen van zijn muziek zijn, en wat hij zelf nog toe te voegen heeft als zijn publiek toch wel weet hoe zijn werk moet klinken.

Het is lastig om dit album op een lijn te zetten met zijn eerdere albums, zoals zijn kopie van ‘Enter the Sandman’. Het lijkt alsof Mac DeMarco een lome parodie heeft geschreven, ditmaal niet op een andere act, maar op zichzelf. DeMarco is zich bewust van de kracht, en tegelijkertijd ook zwakte van zijn oeuvre. Zijn nummers kunnen als easy listening weggezet worden, ook al zingt hij over zware thema’s als de moeilijke relatie met zijn vader, of over zijn drang tot vernietiging in ‘Freaking out the Neighborhood’. Gek genoeg doet het album me wat  dat betreft alleen maar meer verlangen naar het volgende, want DeMarco moet vroeg of laat kleur bekennen en dat kan alleen maar interessanter worden. En hopelijk meer verzadigend.

Muziek / Achtergrond
special: Loren Connors

De onverzettelijke zachtheid

Voor mij ligt een pakketje dat ik enkele weken geleden ontving van distributeur en uitgever Soundohm uit Milaan. Het bevat werk van Loren Connors een heruitgave van het album ‘Airs’ op vinyl, een catalogus van de schilderijen expo ‘Night of Rain’, beiden uitgegeven door Sean McCann’s uitgeverij Recital, en het al wat oudere boekje ‘Autumn’s Sun’, een uitgave van Blank Forms Edition. De inhoud van het pakket geeft een mooi beeld van het palet van elektrisch gitarist en beeldend kunstenaar Loren Connors.

Loren Connors, geboren in 1949 in New Haven in de Amerikaanse staat Connecticut, woont en werkt in New York City. Hij speelt de blues, en wordt ook wel de ‘modern master of the avant blues and the abstract’ genoemd. De laatste jaren krijgt Loren steeds meer naamsbekendheid, mede door een groot artikel in THE WIRE in 2016 en een mooi stuk in de The New York Times afgelopen september. Zijn werk wordt nu heruitgegeven en bekende muzikanten, zoals Thurston Moore en Jim O’Rourke, maar ook filmregisseur Jim Jarmusch, spreken hun bewondering uit.

Lange weg naar de top

Jaren lang woont Loren Connors in kraakpanden en brengt hij platen uit die niemand wil hebben. Hij werkt vijftien jaar als congiërge aan Yale University, maar Loren is geen klager. Yale University betekent ook dat hij zich vijftien jaar lang kan verdiepen in de blues,
gebruikmakend van de omvangrijke muziekbibliotheek van de universiteit. In deze periode, die zich tot 1990 afspeelt in New Haven, ontwikkelt hij zijn persoonlijke stijl, geïnspireerd op de blues.

In zijn boekje ‘Autumn Sun’ vergelijkt hij de blues met de Haiku. Beiden trachten met eenvoudige middelen, een gedicht van drie zinnen of een lied met drie akkoorden, een ervaring op te roepen: een directe schoonheidsbeleving, even het onaantastbare kunnen aanraken. De blues blijft ook later, als zijn stijl zich ontwikkelt en hij nieuwe wegen inslaat, fundamenteel in zijn werk.

In 1986 bezoekt Loren een tentoonstelling van kunstschilder Mark Rothko en benoemt de enorme invloed die het werk van Rothko op hem heeft gehad. Naast de blues is Mark Rothko een andere pijler in zijn kunstenaarschap. Hij vertegenwoordigt Lorens gedrevenheid voor het tekenen en schilderen. Sierlijke portretten staan op de talloze hoezen die hij maakt voor zijn vinyl albums en cd’s.

Loren Connors in 2022

En ook muzikaal maakt hij op dat moment een belangrijke ontwikkeling door, hij ontdekt de multi-tracker, een 4 sporen cassette recorder, die een revolutie ontketent in het leven van muzikanten. Met de multi-tracker kunnen muzikanten zonder tussenkomst van dure
studio’s hun muziek opnemen. Hij maakt gebruik van deze viersporentechniek om het album ‘Blues / The Dark Paintings of Mark Rothko’ op te nemen. De multi-tracker stelt hem in staat om meerdere gitaartracks naast elkaar op te nemen. Hieruit ontstaat een volkomen eigen manier van spelen: de “Loren- Connors stijl”, uniek en onuitwisbaar.

Zijn improvisaties daarna blijven niet langer beperkt tot de blues. Er gaan nieuwe deuren voor hem open, waarin hij zijn Ierse muzikale roots onderzoekt. Het album Airs is het hoogtepunt van deze ontwikkeling. Een nieuwe periode breekt aan, waarin Loren meerdere albums maakt met muzikale miniaturen. De albums ‘portrait of a soul’ en ‘As Roses Bow Collected Airs 1992-2002’ geven hier een mooi overzicht van, gekenmerkt door composities met een korte lengte en een beknopte eenvoudige vorm.

Parkinson

In 1991 wordt de ziekte van Parkinson geconstateerd bij Loren, een ziekte waar hij ondertussen al meer dan dertig jaar mee leeft. De ziekte heeft een enorme invloed op zijn leven: het sloopt hem. In het New York Times-artikel zegt hij: “Parkinson’s is a curse, it doesn’t kill you, but it just makes your life terrible. I’m hanging in there.” Hij kan nauwelijks meer lopen, en zijn spraakvermogen is ernstig aangetast door de grote hoeveelheid medicatie die hij dagelijks moet innemen

Maar zijn handen doen het nog, en zijn onverzettelijkheid en vastberadenheid maken dat hij door blijft werken, elke dag opnieuw. Zijn muziek wordt abstracter. Zijn instrumenten worden kleiner, lichter en dus beter hanteerbaar, maar zijn geluid wordt groter. Golven van harmonische klanken worden afgewisseld met momenten van ruis en relatieve stilte. Kleur in de rauwheid van het dagelijkse bestaan.

A Coming to Shore

 

Inmiddels heeft Loren meer dan honderd albums uitgebracht, die een mooi beeld geven van het leven van de kunstenaar. Nu zijn er ook twee boeken gepubliceerd over zijn teken- en schilderwerk. Waar zijn vroege vinyl- en cd hoezen vaak portretten zijn, laat hij in zijn huidige werk ruimte voor subtiele, vaak ontroerende, wilde bloemen [‘Wild Weeds’] en landschappen [‘Night of Rain’].

Wild Weeds

Wild Weeds

Boeken / Fictie / Poezie

De mensheid met kleine m

recensie: wonen op de rand van het wonder - Saskia Stehouwer

Saskia Stehouwer behoort tot de kerngroep van de klimaatdichters, een groep Nederlandstalige woordkunstenaars die middels het woord oproept het klimaat te redden. Het thema klimaat is zeer duidelijk aanwezig in Stehouwers recentste bundel wonen op de rand van het wonder. Dit toont zich al in de afwezigheid van hoofdletters in de hele bundel, als om de mensheid met kleine m eens wat perspectief te bieden over haar belangrijkheid. Naast klimaat hebben ook thema’s als liefde en (interpersoonijke) verbondenheid een plek in deze bundel 

wonen op de rand van het wonder komt wat moeizaam op gang. Het ontbreken van ritme en de soms schurende regelafbrekingen vragen enige gewenning. Ook op stilistisch vlak lijkt er soms iets te wringen. Veel mooie vondsten gaan wat verloren in gedichten die net niet strak genoeg zijn en waarin de beeldspraak matig tot flauw is. Stehouwer gebruikt regelmatig de truc de ene beeldspraak in de andere te laten overvloeien – iets wat niet altijd even goed werkt.  

‘Niet zwichten voor de stomping’

Zo is ‘wij die hier op een houtje bijten / dat kromtrekt van ons speeksel / plaatsen vraagtekens rond onze woorden / tot ze gaan liggen’ iets te veel van het goede en klinkt ‘onze blik laten liggen in de handen van de ander / om ons verhaal te kunnen dragen’ wel mooi, maar ook een beetje hol. Hetzelfde geldt voor ‘we zijn alleen met deze liefde / die in de zon om ons heen rent / ze is gelijk aan andere liefdes / die als nomaden de wereld doorkruisen’. In dit beeld is plots ook weinig terug te vinden van de verbinding die in de rest van de bundel zo goed wordt vastgehouden. 

Stehouwer weet in deze bundel echter ook ten overvloede aan te tonen waar ze goed in is: het omschrijven van hoop in krachtige beelden. De hoop op een leven na menselijke passage omschrijft ze schitterend in het beeld van gras dat zich weer opricht nadat er over gelopen is. Ze beschrijft ook heel mooi hoe ze voor haar activisme kracht put uit verbondenheid met anderen: ‘niet zwichten voor de stomping / maar met een vinger door het haar / van de ander blijven strijken’. Even verderop in dit gedicht volgt een van de mooiste omschrijvingen van identiteit die ondergetekende al las: ‘alleen zo blijft het draaglijk het geweld dat ons / kan overspelen alleen zo komt het in beweging / gedragen door wie je bij elkaar hebt geleefd’. Ook in de dierenwereld vindt ze inspiratie om ons denken over de wereld te wijzigen, wanneer ze omschrijft hoe een krab niet vooruit denkt, maar om zich heen.  

Verdwaalde man

wonen op de rand van het wonder bestaat uit vijf cyclussen van gedichten. Behalve bij de cyclus voer voor het vuur, waarin alle gedichten vanuit het perspectief van een niet-menselijk organisme worden geschreven, is het nergens echt duidelijk waarom bepaalde gedichten tot een welbepaalde cyclus moeten behoren. Dat is meteen ook een van de grootste bezwaren. De bundel voelt meer aan als een samenraapsel van eerder geschreven gedichten (veel van de gedichten in de bundel verschenen eerder al op andere plekken) met min of meer gelijkaardige thema’s dan als een bewust gecomponeerd geheel.  

In de vierde cyclus staat bijvoorbeeld een aandoenlijke passage te lezen over een man die zichzelf kwijt is en van zijn buurman te horen krijgt dat hij laatst gezien werd bij de slager. Het blijft helaas onduidelijk wat deze man in dit gedicht, en bij uitbreiding in deze bundel, komt doen. De man lijkt in al zijn verwarring kortstondig in een verkeerde bundel te zijn beland. Jammer, want het is een passage die naar meer doet verlangen.  

De gedichten in de reeks voer voor vuur werden overigens geschreven bij tekeningen van de Belgische dichter en illustrator Lies Van Gasse. Het is jammer dat de lezer in deze bundel slechts het eindresultaat van die wisselwerking te zien krijgt. De tekeningen van Van Gasse zouden absoluut een meerwaarde vormen bij deze cyclus, die tot de beste van de bundel behoort. 

De moed om door te gaan

Hoewel haar gedichten op papier niet altijd even goed werken, is Saskia Stehouwer de dichter die je je wenst wanneer je al uren loopt te klimaatmarsen. Haar woorden bieden houvast en gemeenschapsgevoel en haar gedichten kunnen de krop in de keel teweegbrengen die aanzet tot moedig verder marcheren richting verbetering. wonen op de rand van het wonder is een wisselende bundel die omwille van de goede vondsten het lezen zeker waard is. 

 

Expo binnenland

Gedenkwaardige botsingen tussen mens en dier

recensie: Dode dieren met een verhaal
Het Natuurhistorisch

Het Natuurhistorisch Museum in Rotterdam heeft een verrassende verzameling dieren in haar collectie. Naast uitgestorven diersoorten en de keurige exemplaren ter documentatie van de biodiversiteit, bevinden er zich dieren die beroemd zijn geworden om hun noodlottige einde. In de kleine tentoonstelling ‘Dode dieren met een verhaal’ vertelt een handjevol opgezette dieren onder wat voor omstandigheden zij stierven.

In eerste instantie is het een grappig gezicht: een musje naast een rij dominostenen, of een egel met zijn kop in een McFlurry beker. De welbekende gele ‘M’ met de spreuk I’m lovin’ it duidelijk zichtbaar op de verpakking. De kennismaking van schuwe bosbewoners met de bewoonde wereld is bijna cartoonesk, totdat je beseft hoe gruwelijk deze ontmoeting voor de dieren afliep. Zo blijkt het musje de beruchte Dominomus te zijn, die in 2005 een evenementenhal in Leeuwarden binnenvloog. Hij fladderde 23.000 dominostenen omver, die er voor het televisieprogramma Domino Day geplaatst waren en werd doodgeschoten om verdere ‘sabotage van de recordpoging’ te voorkomen.

Onschuldige uitvindingen met fatale gevolgen

Mensen hebben de wereld zo ingericht dat ze voor ons zo praktisch en veilig mogelijk is. Er zijn kooktoestellen en waterkranen,  maar ook glazen ruiten en elektriciteitsleidingen. We houden er niet altijd rekening mee dat bepaalde uitvindingen het dodental opdrijven onder andere aardbewoners. De dieren in deze tentoonstelling drukken je met de neus op de feiten.

Zo kwam de McFlurry-egel om het leven omdat hij, net zoals veel mensen, een zwak had voor de ijsjes van de McDonalds. Met zijn hoofd paste hij precies door de smalle opening aan de bovenkant van de beker. Toen hij was uitgegeten bleef hij, net zoals veel van zijn soortgenoten, achter de plastic kraag hangen en verhongerde. Behalve de egel liggen er nog andere dieren wiens contact met plastic afval fataal afliep. Opeens wordt je bewust van de keren dat je zelf achteloos iets hebt weggegooid. Jezelf toen wijsmakend dat het voor deze ene keer geen kwaad kon.

Enthousiaste verzamelaars

Wat opvalt is de trots waarmee het Natuurhistorisch Museum de dieren presenteert. Het museum moet er flink voor lobbyen en soms concurreren met souvenirjagers die dieren opsporen voor hun persoonlijke collectie. Veel dieren zijn grootscheeps in het nieuws geweest waardoor ze op de radar van enthousiaste verzamelaars verschijnen.

De dertienjarige Christoph van Ingen bijvoorbeeld, ontdekte in 2018 een ingevroren ijsvogel in het ijs van een sloot in Oostzaan. Hij was waarschijnlijk op zoek naar vissen, die door de vorst onbereikbaar waren, en is door de honger overleden. Nadat de jongen zijn vondst op sociale media had gedeeld, kwamen er al snel andere mensen op af. Uiteindelijk zaagde hij de vogel uit het ijs om te voorkomen dat hij door iemand werd meegenomen. Hij borg hem op in zijn vriezer. Uit dit, en andere verhalen in de tentoonstelling, blijkt de brede belangstelling voor het lot van dieren in de moderne samenleving.

Prettige afwisseling

De onconventioneel opgezette dieren in ‘Dode dieren met een verhaal’ vormen een prettige afwisseling met de andere dieren uit de vaste collectie. Ze zijn opgezet zoals ze zijn gevonden en niet op een manier waarop ze weer levend lijken. Het is jammer dat het een toch betrekkelijk kleine tentoonstelling is, die zich direct achter de ingang in de hal van het museum bevindt. Het is er al snel druk en krap omdat iedereen via die route moet om de rest van het museum te kunnen bekijken. Dit nodigt er niet toe uit om lang te blijven kijken.

Desondanks is de tentoonstelling in combinatie met de rest van het museum een bezoek waard. In de vaste opstelling zijn de skeletten van een mammoet en een sauriër te bewonderen, en fossielen van schelpen, zee-egels en haaientanden. Daarnaast staat er in de torenkamer het skelet van de in 1998 overleden olifant Ramon uit Diergaarde Blijdorp.

Tot en met 12 maart 2023 zijn er dan ook nog de röntgenfoto’s te zien die medisch specialist Arie van ‘t Riet maakte om de geheimen van de dierlijke anatomie bloot te leggen. Alles bij elkaar kun je in het Natuurhistorisch Museum Rotterdam heerlijk een aantal uur genieten van wat de natuur allemaal te bieden heeft.

McFlurry egel – Het Natuurhistorisch

Dode dieren met een verhaal
Natuurhistorisch Museum Rotterdam
Onderdeel van de vaste collectie (altijd te zien)