Muziek / Album

Southern gothic in het hoge Noorden

recensie: Willie Darktrousers – Goede raad is duur

Soms duurt het even voordat iets goeds je bereikt. Goede raad is duur bijvoorbeeld verscheen in 2014 op vinyl. Een jaar later volgde de cd-versie, die voorzichtig op enige aandacht kan rekenen. Dat Darktrousers’ debuut is opgepakt wordt is fijn, hij heeft een fraaie plaat gemaakt.

Darktrousers (a.k.a. Emiel Joorman; hij komt uit Donkerbroek, vandaar het pseudoniem) heeft het voor elkaar. Niet alleen zijn zijn teksten boeiend en humoristisch (daarover straks meer), maar hij schrijft ook gewoon sterke nummers met dito melodieën. Uw recensent zag Darktrousers een paar keer live en vroeg zich af of die grappige liedjes grappig blijven. Dat blijven ze, omdat ze muzikaal goed in elkaar steken. Een groot deel van de plaat bestaat uit alleen zang en gitaar, maar soms is er sprake van extra instrumentatie. Die varieert van een fraaie toetsenpartij tot stompende percussie. Die bijdrages voorkomen eenvormigheid. En telkens weer drijven de melodieën weer naar boven, waardoor de nummers bijblijven.

Supermarkt

Maar de grootste troef van Goede raar is duur zijn uiteindelijk toch de teksten. De liedjes zijn allemaal in hetzelfde anonieme dorp gesitueerd. Daarin gebeuren vreemde dingen: er komt bijvoorbeeld bloed uit een kraan, de melkman is hondsdol en ene Jacob verandert in een supermarkt. Die laatste casus is een van de absolute hoogtepunten van het album, omdat Darktrousers gedetailleerd en droog, bijna zakelijk verslag doet van de transformatie: ‘Uit zijn vingertoppen groeiden tl-buizen en een systeemplafond / Er groeide een schuifdeur in zijn gezicht / Zijn aderen veranderen in kabels, zijn huid in een tegelvloer / kraakhelder verlicht’.

In het slotnummer komen bovendien situaties en personages uit veel van de eerdere liedjes nog eens langs, waardoor het gevoel versterkt wordt dat dit alles echt in één klein dorpje gebeurt. Darktrousers’ wereld doet denken aan de Amerikaanse southern gothic: groteske, vervreemdende en beklemmende plattelandssituaties. Alleen bevindt dit dorp zich eens niet in het diepe Zuiden, maar aan Darktrousers’ accent te horen ergens in het hoge Noorden.

Rondspokende zanglijn

Wie zich toch nog afvraagt of onze held ook zonder die surreële teksten zou kunnen: ja, dat kan hij. ‘Een liefdesliedje’, het op één na laatste nummer, is een gewoonweg mooi liedje over een eerste liefde. De hoofdpersonages worden eenvoudig, maar levendig getypeerd: ‘Hij hield van brommers en zij hield van zwemmen / en ze waren allebei zeventien jaar’. En dan is er toch nog die geslaagde tekstuele kwinkslag: ‘Ze lag naakt in de varkensstal met haar kont omhoog / De gereformeerde kerk, die ging in vlammen op’. Dit alles is voorzien van een zanglijn die nog lang rond blijft spoken.

Goede raad is duur is een overtuigend, verrassend sterk debuut geworden, waarin sterke liedjes en wonderbaarlijke teksten elkaar aanvullen. Op een aantal wat mindere nummers na, blijft het consistent. Darktrousers ontstijgt zo makkelijk het niveau ‘iemand die grappige liedjes zingt’. Hij staat niet in de cabaret-, maar in de folktraditie. Je zou het niet op het eerste gehoor niet zeggen, maar Willie Darktrousers blijkt uiteindelijk een serieuze singer-songwriter te zijn.

Boeken / Non-fictie

Zonder God gaat het zozo

recensie: Hans Boutellier - Het seculiere experiment: hoe we van God los gingen samenleven

Sinds de jaren zestig is God van het Nederlandse toneel verdwenen. We leven volgens Hans Boutellier in een seculier experiment waarbij we nergens meer in geloven, en daardoor overal in kunnen geloven, waardoor we uiteindelijk toch wel íets moeten geloven.

Al jaren staat Hans Boutellier te boek als kritisch denker over de moderne samenleving. In Het seculiere experiment komen vrijwel al zijn vorige publicaties op indrukwekkende wijze bijeen, met religie en secularisering als overkoepelend perspectief. Boutellier vraagt zich af of ons seculiere experiment geslaagd is en probeert die vraag te beantwoorden door de ontwikkelingen omtrent criminaliteit, veiligheid, seksualiteit en integratie te bestuderen.

Een balancerende academicus

Boutellier slaagt erin om zijn eigen ervaringen als bijzonder hoogleraar in harmonie te brengen met heldere statistieken, recente onderzoeken en baanbrekende theorieën. De lezer wordt moeiteloos aan de hand genomen bij het behandelen van vooraanstaande sociale wetenschappers. Boutellier refereert graag aan De Barbaren van Alessandro Baricco waar het gaat om het cultuurbesef en in het kader van de netwerksamenleving wordt Manuel Castells veelvuldig aangehaald. Denkbeelden van Michel Foucault, Norbert Elias, Jürgen Habermas en Anthony Giddens passeren ook de revue.

Het seculiere experiment is een intrinsiek gemotiveerde publicatie van een academicus. Het is geen academisch referaat, maar ook geen boek dat zich gemakkelijk laat lezen. Boutellier heeft de balans proberen te zoeken tussen volledigheid en leesbaarheid, met wisselend resultaat. Sommige pagina’s staan bol van de vakterminologie, terwijl op andere bladzijden nauwelijks nieuwe informatie wordt overgebracht.

Op zoek naar vervulling

Volgens Boutellier zit Nederland vol met ietsisten, die individuele keuzes maken rondom het ‘vervuld zijn’ en zoeken naar iets wat groter is dan zijzelf. We leven in een onttoverende wereld waarin de grote verhalen zijn uitgestorven. Ideologieën als het socialisme en het communisme zijn verdwenen en religies zijn eveneens aan de kant geschoven in de westerse wereld. We zijn kapitalisten en consumenten, die individueel aan zelfverrijking doen, maar als collectief nergens meer voor weten te strijden.

Toch schrikken we van die enorme vrijblijvendheid en de leegte van het liberale mensbeeld van het hyperconsumentisme, stelt Boutellier. Het maakt ons onzeker en kwetsbaar, waardoor we op zoek gaan naar iets groters. We hebben God proberen te vervangen door ratio, Geist, kunst, cultuur, de staat en de gemeenschap, maar niets beklijft.

Boutellier is liefhebber van de paradox: in de westerse wereld is de seculiere diepe twijfel gemeengoed geworden, maar die dwingt ons juist om iets te vinden en ergens in te geloven. De narratieve parameters waarmee we bepalen waarin we geloven, zijn eindeloos:

We laten ons inspireren door de verhalen van weleer en van vandaag. Van Griekse deugden tot Deense politieseries, van christelijke deugden tot wetenschappelijke teksten, en van Nelson Mandela tot Oprah Winfrey.

Een historisch perspectief

De studie van Boutellier berust op de aanname dat we vanaf de jaren zestig in een seculier experiment leven. Zijn analyse van de ontwikkelingen tussen 1960 en nu is vanuit sociologisch oogpunt magnifiek, maar mist toch een overkoepelende historische dimensie. Mensen hebben immers altijd gezocht naar een gevoel van ‘vervuld zijn’ en spanningen tussen collectiviteit en individualiteit zijn ook niet nieuw.

Dat nog niets heeft kunnen beklijven in onze zogenaamde postreligueuze samenleving is ook niet gek, als je aanneemt dat dit experiment pas een halve eeuw geleden begonnen is. Het Nederlandse leven zonder God is nog lang niet uitgekristalliseerd, net zoals het Nederlandse leven met God nog niet is uitgestorven. We zitten in een overgangsfase waarin religie en secularisering door elkaar heen lopen. De studie van Boutellier is een sociologische tussenstand die ons op een nieuwe manier laat nadenken over deze onderwerpen.

Boeken / Non-fictie

Italiaans maatpak

recensie: Alan Friedman - Silvio Berlusconi, een portret

Silvio Berlusconi is één van de meest controversiële figuren ter wereld. Zijn gladde maniertjes, onhandige uitspraken en escapades met het vrouwelijk schoon kent vrijwel iedereen. Alan Friedman slaagde erin om Berlusconi over Berlusconi te laten vertellen zonder zijn eigen kritische, journalistieke houding te verliezen.

Friedman, een Amerikaanse journalist die in het verleden onder andere correspondent in Milaan was voor de Londense Financial Times, kreeg in 2014 toestemming van Berlusconi om diens levensverhaal op te tekenen. De twee spraken gedurende zeventien maanden uitvoerig met elkaar en de biograaf heeft een fair en evenwichtig portret kunnen maken.

Shakespeareaanse voorstelling

Friedman laat Berlusconi aan het woord, maar schuwt de mogelijkheden niet om zijn eigen kanttekeningen en observaties aan de lezer mee te geven. Bovendien heeft Friedman ook veel personen in de directe omgeving van Berlusconi geïnterviewd om een meer gelaagd beeld te krijgen. In het hoofdstuk over de vriendschappelijke band tussen George W. Bush en Silvio Berlusconi laat Friedman het volgende weten:

Als hij over zijn gevoelens voor Bush praat, brengt hij zijn hand met een overdreven gebaar naar zijn hart. Het is niet helemaal duidelijk of hij dit intuïtief doet of voor het theatrale effect. Elke keer als hij een verhaal vertelt, elke keer als hij met een anekdote komt, is het een shakespeareaanse voorstelling. Hij is van nature een showman, een performer, een acteur. Maar hij is ook iemand die een deel van de geschiedenis van dichtbij heeft meegemaakt.

Juist omdat hij enorm betrokken is geweest bij een belangrijk deel van de contemporaine geschiedenis is dit portret van een bijzonder wereldleider het lezen waard. Berlusconi probeerde eigenhandig een einde te maken aan de Koude Oorlog, stond zo ongeveer in het centrum van de eurocrisis, was druk in de weer met de Arabische Lente en maakte zich hard voor het voorkomen van een oorlog in Irak na 9/11. Hij kon overigens niet alleen goed overweg met Bush, maar óók met Vladimir Poetin en Muammar Khadaffi.

Van crooner tot premier

Het boek is opgedeeld in dertien hoofdstukken die zijn levensloop volgen. Zo wordt in het eerste hoofdstuk beschreven hoe Berlusconi in Milaan opgroeide tijdens de Tweede Wereldoorlog en is het laatste hoofdstuk een schets van de situatie waarin hij zich nu bevindt, op 79-jarige leeftijd. Daartussenin komt aan bod hoe Berlusconi koeien melkte bij een boer, zong als crooner op cruiseschepen, deals maakte als vastgoedhandelaar, furore maakte als mediamagnaat, eigenaar werd van voetbalclub AC Milan, premier werd van Italië en drie huwelijken en vijf kinderen later vervolgd werd door vele rechters en uiteindelijk weer min of meer van het politieke toneel verdween.

Het portret van Berlusconi staat vol met informatie. Een minpunt is dat Friedman op een gegeven moment wel erg diep ingaat op de internationale betrekkingen rond de eurocrisis en de Arabische lente, waardoor Berlusconi bijna naar de achtergrond wordt verwezen. Een goede analyse van deze gebeurtenissen is geen straf om te lezen, maar past niet helemaal in de algehele lijn van het boek. Friedman heeft de neiging om, naarmate de biografie dichter bij het heden komt, zaken uitgebreider te beschrijven.

Het fijne van deze biografie is dat Friedman niet alleen heeft opgeschreven wat er is gezegd. Door de setting waarin de gesprekken plaatsvinden en door de lichaamstaal van de geïnterviewden telkens te benoemen, krijgt het geheel meer volume. Friedman is erin geslaagd om de geromantiseerde, opgeklopte vertellingen van Berlusconi uit te balanceren met zijn eigen kritische en journalistieke houding. Het resultaat is een interessant portret van een man die gezien kan worden als de archetypische Italiaan.

Film / Achtergrond
special: De filmredactie maakt een selectie van de beste films van 2015

De beste films van 2015

 

De filmredactie van 8WEEKLY blikte terug op een mooi en zeer artistiek filmjaar en selecteerde een top 10 van de beste films van het afgelopen jaar.

 

sonofsaul

  1. Son of Saul – (2015, László Nemes)
    Son of Saul volgt twee dagen het leven van een sondernkommando, Saul, in de hel van Auschwitz. Het laatste beetje menselijkheid wat nog rest, is een degelijke begrafenis voor zijn zoon. De Hongaar László Nemes laat een zeer realistische, harde en verre van romantische beeld zien van de gruwelen van het concentratiekamp.
  1. Phoenix (2014, Christian Petzold)
    In de complexe thriller van Petzold zien we hoe men worstelt met de eigen identiteit in het naoorlogse Berlijn.
  2. Turist (2014, Ruben Östlund)
    Een Zweeds gezin komt tijdens de wintersport vakantie bijna in aanraking met een lawine. Regisseur Ruben Östlund laat op zwarte doch komische manier zien hoe zwak de mens eigenlijk is en houdt de kijker een spiegel voor: wat zou jij doen?
  1. Birdman or (the Unexpected Virtue of Ignorance) (2014, Alejandro González Iñárritu)
    De clichés vliegen je om de oren bij Birdman waarin een zelfingenomen en arrogante toneelacteur zijn comeback probeert te maken. Knap staaltje acteerwerk en origineel camerawerk.
  1. X + Y (2014, Morgan Matthews)
    X + Y portretteert een autistische en begaafde tiener die meedoet met Internationale Wiskunde Olympiade. Een sportfilm over mensen met een stel hersens in plaats van spieren.
  1. Amy (2015, Asif Kapadia)Amy
    Amy geeft een intieme inkijk in de getalenteerde en veel te vroeg overleden Amy Winehous. Het beeld dat ondanks haar zichtbare teloorgang blijft beklijven, is dat van een verlegen jonge meid met twee talenten die groter werden dan zijzelf, waardoor haar identiteit, haar ‘ik’, vergeten werd.
  1. The Lobster (2015, Yorgos Lanthimos)
    In de dystopie van Lanthimos gaan singles vrijwillig naar een hotel waarin ze binnen een x aantal dagen hun ware moeten zien te vinden. Als ze dat niet lukt, veranderen ze in een dier. Surrealistisch doch ergens ook heel herkenbaar.
  1. Carol (2015, Todd Haynes)
    Een zeer geslaagde boekverfilming over homoseksualiteit in de jaren vijftig. Het verhaal over de relatie tussen twee vrouwen is niet alleen spannend maar ook mysterieus.
  2. Taxi Tehran (2015, Jafar Panahi)
    Een ‘verboden film’ in land van herkomst maar wel de Gouden Beer winnaar op het Berlijns festival. Taxi Tehran volgt een taxichauffeur met een verborgen camera. Een film vol tegenstrijdigheden.
  1. Our little Sister (2015, Hirokazu Koreeda)
    Een van de betere Japanse films van het jaar. De plotloze film, over drie samenwonende zussen die hun halfzusje in huis nemen, is gebaseerd op een manga, maar duidelijk het geesteskind van de regisseur.

 

 

 

Winter in Teylers
Kunst / Expo binnenland

DOOR WEER EN WINTER

recensie: Echte winters. Het winterlandschap in de negentiende eeuw
Winter in Teylers

‘Winteren zal het dit jaar niet meer’ kopt het weerbericht in een landelijk dagblad. Nee, concludeert een bezoeker in het Teylers Museum te Haarlem, ‘voor echte winters moet je naar het museum’. Naar het Teylers, waar de tentoonstelling Echte winters is te zien. Met negentiende-eeuwse Nederlandse winterlandschappen.

Winter in Teylers

Andreas Schelfhout: Winterlandschap, 1846, collectie Teylers Museum

Het is voor alles een romantische tentoonstelling, in verschillende betekenissen van het woord: als levensvisie, als kunstperiode. In de eerste plaats door de haast sentimentele afbeeldingen van echte winters met veel sneeuw en ijspret. En prachtig roze-oranje winterluchten zoals Andreas Schelfhout (1787-1870) en Louis Apol (1850-1936), één van de meesters van de Haagse School die als geen ander konden schilderen.

Ruïnes en armoede

Maar ook romantisch in de weergave van een kapotte molen, zoals Wijnand Nuijen (1813-1839) die op het doek zette. Molens kwamen veelvuldig voor op winterlandschappen uit de negentiende eeuw, maar ze kapot afbeelden was een zeldzaamheid en doet denken aan ruïnes zoals Van Ruisdael ze in de Hollandse barok schilderde.

En tenslotte wordt er in dit verband in Haarlem ook aandacht geschonken aan een derde aspect dat je tot de romantiek kunt rekenen: de ellende die een winterinval betekende voor veel mensen in de negentiende eeuw.

Winter in Teylers

Anton Mauve, kudde schapen met herder in de sneeuw, Gemeentemuseum Den Haag

De lange 19de eeuw

De samenstellers van de tentoonstelling in Haarlem hebben gekozen voor het concept van de zogenaamde lange negentiende eeuw. Dat wil zeggen dat ze deze laten doorlopen tot aan de Eerste Wereldoorlog; de tentoonstelling wordt afgesloten met een schilderij van Jan Mankes (1889-1920). Het is een doek dat vooruit wijst naar de abstractie die eraan zit te komen. Maar eerlijk is eerlijk: deed Anton Mauve (1838-1880) dat met zijn atmosferisch aandoende, haast als vlakken weergegeven schapen in de sneeuw eigenlijk ook al niet?

winter in Teylers

Andreas Schelfhout: Winterlandschap met bevroren vaart, ijsvermaak, 1838, Teylers Museum

Volledig beeld

Conservator Michiel Plomp probeert in deze tentoonstelling een haast volledig beeld van de winter in de negentiende-eeuwse schilder-, prent- en tekenkunst te geven. Zo ontbreken ook personificaties van de winter als de nadagen van het menselijk leven niet. Ook wordt aandacht besteed aan een actueel gegeven als klimaatverandering. Daarbij wordt aangegeven dat de klimaatverandering eigenlijk al in de negentiende eeuw begon als gevolg van de industriële revolutie. Slechts een enkel voorwerp (gedecoreerde schaatsen, een slee) vult de keuze van de schilderijen aan. Dat maakt dat de tentoonstelling rust uitstraalt en dat het uitgangspunt (de echte winter) goed tot zijn recht komt.
Al zouden in dit kader foto’s een welkome aanvulling kunnen zijn geweest. Juist de zwart-witfotografie uit de negentiende eeuw is in staat de nuances van diepzwart ijs en blank witte sneeuw krachtig weer te geven. Overigens staan in de catalogus wel een paar foto’s afgedrukt.

winter in Teylers

Jan Jacob Spohler: Winterlandschap met twee molens, Teylers Museum

Catalogus

De rijk geïllustreerde catalogus vormt een mooie aanvulling voor wie alles over het genre ‘winterlandschap’ vanaf de Gouden Eeuw (Avercamp, Van Goyen, Van Ruisdael) tot en met de lange negentiende eeuw wil weten. Curator Plomp vraagt zich hierin onder meer af hoe het komt dat de meeste van de Haagse School-schilders zich niet zo voelden aangetrokken tot het genre. Hij concludeert dan dat we ‘vooralsnog het antwoord schuldig moeten blijven’. In Haarlem vallen wel enkele mooie specimen in de Haagse School-traditie te zien. Deze ‘wintertooneelen’ komen in deze zorgvuldig samengestelde, eerste tentoonstelling over ‘de winter’ in de negentiende-eeuwse kunst goed tot hun recht.

Theater / Achtergrond
special:

De beste theater- en dansvoorstellingen van 2015

In 2015 werd het werkveld van de theaterredactie danig vergroot. Van cabaret tot acrobatiek, van theatrale wereldreizen tot geënsceneerde poëzievoordrachten, de definitie van theater werd flink opgerekt ten opzichte van het voorgaande jaar. Binnen dit gevarieerde aanbod kregen de onderstaande voorstellingen de hoogste scores van onze redacteurs.

Scapino Ballet – TWOOLS 17

TWOOLS Scapino Ballet

Nieuw leven ontstaat in de Scapinovoorstelling TWOOLS 17, een anthologie van acht choreografieën door gevestigde makers en nieuw talent. Ondanks de claim van de makers dat de verschillende korte choreografieën (elk niet langer dan tien minuten) geen coherent thema deelde, zag redacteur Hayco als rode draad de moderne mens ontstaan uit de jungle. Als insecten kronkelen de dansers over elkaar heen, dan weer krassen zij als raven, tot de eerste mensen de aarde bevolken. Met enkel beweging en geluid proberen deze oer-entiteiten hun intenties duidelijk te maken. Onbegrepen blijven betekent immers sterven.

geheim1Nieuw Utrechts Toneel – Geheim

Op de historische grond van Castellum Hoge Woerd, waar ooit een Romeins fort stond, speelt het NUT de voorstelling Geheim. Aan de hand van een kist van haar grootmoeder, met brieven door vijf verschillende schrijvers, reconstrueert Floor Leene samen met Greg Nottrot een geschiedenis uit 1923. De twee acteurs wisselen moeiteloos van rol en daarmee van perspectief op het verhaal. Het publiek wordt actief gevraagd mee te speculeren over de afloop van de gebeurtenissen. De voorstelling verbroedert door het collectieve geheim tussen publiek en performer, dat uiteindelijk aan de aarde van Hoge Woerd wordt toevertrouwd. 

Theatre des Bouffes du Nord – The Suit

Recensie The SuitOp negentigjarige leeftijd heeft theater- en filmregisseur Peter Brook de kunst van het vertellen als geen ander in de vingers. Meer dan wat eenvoudige attributen heeft hij niet nodig om de toeschouwer mee te voeren naar de townships van Johannesburg ten tijde van de apartheid. De Zuid-Afrikaanse auteur Can Thembé schreef een bedrieglijk eenvoudig verhaal over overspel, wreedheid en vergeving. Door de kracht van suggestie, een kraakheldere regie en een uitzonderlijke aandacht voor detail doet Brook je de tijd vergeten en brengt zijn toeschouwers in een staat van ontvankelijkheid.

TAO DanceTAO Dance Theatre – 6 & 7

Op de vijfentwintigste editie van het Julidans Festival voerde het TAO Dance Theatre de voorstelling 6 & 7 van de Chinese choreograaf Tao Ye uit. Ye kiest er bewust voor om zijn choreografieën te becijferen en niet te betitelen, omdat hij de interpretatie van de toeschouwer niet middels taal wil sturen.

De identiteit van de dansers van TAO blijft verborgen door hun uniformiteit; ze vormen een organische eenheid, volgens onze redacteur Dorien een verlengstuk van oosters communisme. De dans vertelt niets, maar is met zijn minimalistische herhaling een indringende magisch-realistische ervaring.

NDT1-Start AgainNederlands Dans Theater 1 – Start Again

De drie choreografieën in Start Again hebben als gemene deler dat ze uitvoerig gebruik maken van filmische technieken. The Missing Door van Gabriela Carrizo put inspiratie uit de thrillers van Alfred Hitchcock en de onverklaarbare gebeurtenissen in horrorfilms. Ook in The Lost Room van Franck Chartier is dit horrorelement terug te vinden: de choreografie is gesitueerd in een behekste hotelkamer. Stop-motion van Lightfoot en Léon maakt middels opstuivend meel het toneelbeeld expres wazig en rokerig. Het drieluik toont dat het Nederlands Dans Theater 1 tot veel in staat is.

Kunst / Achtergrond
special: 10 tentoonstellingen op een rijtje gezet

De beste tentoonstellingen van 2015

De kunstredactie van 8WEEKLY blikte terug op de vele gerecenseerde tentoonstellingen van afgelopen jaar en heeft de 10 beste tentoonstellingen op een rijtje gezet. Welke mocht je niet missen? Het werd een stevig en kunstzinnig lijstje.

1. Rembrandt van Rijn – Late Rembrandt, Het Rijksmuseum

Rembrandt van Rijn - Late Rembrandt, Rijksmuseum, Amsterdam. Foto: Erik Smits

Rembrandt van Rijn – Late Rembrandt, Rijksmuseum, Amsterdam. Foto: Erik Smits

Een uitzonderlijke tentoonstelling waarin Rembrandts gewaagde late meesterwerken centraal staan. Niet eerder kwam zijn vermogen om realiteit en gevoel vast te leggen op doek, zo goed naar voren. Een prachtige tentoonstelling over een van de beroemdste kunstenaars van Nederland. Lees de recensie Een meester op zijn hoogtepunt.

2. Munch : Van Gogh, Van Gogh Museum

In deze tentoonstelling is werk te zien van twee zielsverwanten. Twee expressieve meesterschilders met een gelijkende visie op het leven, die elkaar nooit hebben ontmoet. Een uniek overzicht van de parallellen tussen hun oeuvres die je niet mag missen. Nog te zien tot en met 17 januari 2016. Lees de recensie Ontmoeting van twee iconen.

3. De oase van Matisse, Stedelijk Museum

De oase van Matisse - Stedelijk Museum, Amsterdam.

De oase van Matisse – Stedelijk Museum, Amsterdam.

Een kleurrijke reis langs het oeuvre van Matisse. We zien de veelzijdigheid, vitaliteit en spiritualiteit van zijn kunstwerken, de rol die zijn kunst innam, wat Matisse heeft geïnspireerd en de rol van Matisse als inspiratiebron voor anderen. Met prachtige knipsels van Matisse in de bovenzalen. Lees de recensie De wondere wereld van Matisse.

4. A year at the Stedelijk: Tino Sehgal, Stedelijk Museum

Twaalf werken in de vorm van geconstrueerde situaties, elke maand één. Tino Sehgal choreografeert met zijn werken, die elke maand in een andere zaal van het museum te vinden zullen zijn, niet alleen hen die zijn werken vertolken, maar ook het gedrag van het museumpubliek. Een bijzonder overzicht van het werk van de Duits/Engelse kunstenaar en zeer unieke wijze van tentoonstellen. Dagelijks opgevoerd vanaf het moment dat het Stedelijk opengaat totdat het sluit. Nog te zien t/m 31 december 2015. Lees de laatste special december uit de reeks Twaalf keer Seghal.

5. William Kentridge – If We Ever Get To Heaven, EYE Filmmuseum

William Kentridge – If We Ever Get to Heaven, EYE filmmuseum, Amsterdam.

William Kentridge – If We Ever Get to Heaven, EYE filmmuseum, Amsterdam.

Een indrukwekkende tentoonstelling van de Zuid-Afrikaanse kunstenaar William Kentridge in het, net zo indrukwekkende, EYE Filmmuseum. Groots, kritisch en meeslepend. De muziek, de film en de krijttekeningen van Kentridge vormen bij elkaar een bijzondere beleving over een heel actueel onderwerp. Lees de recensie Verhalen verteld door indrukwekkende uitvergrotingen.

6. Bit Rot – Douglas Coupland, Witte de With/Center for Contemporary Art

Er is veel aan te merken op de wereld waarin we leven – dat wordt met felle commentaren, hemelbestormende ideeën en bruut geweld dagelijks over ons uitgestrooid. Douglas Coupland heeft in kunstcentrum Witte de With een andere manier gevonden: signaleren en naar je hand zetten. Zoals een schrijver hoort te doen. Nog te zien tot zondag 3 januari 2016. Lees de recensie De schrijver verbeeldt.

7. Gevaar & Schoonheid. Turner en de traditie van het sublieme. Rijksmuseum Twenthe

J.M.W. Turner, Modern Italy – the Pifferari, 1838, olieverf op doek, Glasgow museums. Uit: Gevaar & Schoonheid. Turner en de traditie van het sublieme.

J.M.W. Turner, Modern Italy – the Pifferari, 1838, olieverf op doek, Glasgow museums. Uit: Gevaar & Schoonheid. Turner en de traditie van het sublieme.

Rake ensembles van kunstwerken uit verschillende perioden. Het museum laat bijzonder werk zien van een grootse kunstenaar in een grootse tentoonstelling. Vanuit de ogen van de kunstenaar wordt het werk van Turner tegenover werk uit andere tijden en media gezet, waarmee de tijdloosheid van bepaalde kunstgrepen wordt aangeduid. Nog te zien tot zondag 3 januari 2016. Lees de recensie Ruimte om te kijken.

8. Alexander Roslin – Portrettist van de aristocratie, Rijksmuseum Twenthe

Rijksmuseum Twenthe speelt sterk in op de context en maakt het publiek ervan bewust dat deze werken vlak voor het uitbreken van de Franse revolutie zijn geschilderd (voordat velen uit de door Roslin afgebeelde hogere klasse onder de guillotine zijn beland). Een sterke combinatie met de laatste zaal waar het goud van de wanden afbladdert- dit laat de vergankelijkheid zien van pracht en praal. Lees de recensie De laatste details.

9. La La La Human Steps, Museum Boijmans van Beuningen

Cindy Sherman, Untitled (no 96 – orange shirt, tile floor), 1982 uit: La La La Human Steps - Museum Boijmans van Beuningen, Rotterdam

Cindy Sherman, Untitled (no 96 – orange shirt, tile floor), 1982 uit: La La La Human Steps – Museum Boijmans van Beuningen, Rotterdam

Met een stevige greep uit de eigen collectie heeft Museum Boijmans van Beuningen weer een fabelachtige tentoonstelling samengesteld. André Malraux’ La condition humaine staat model voor een ontdekkingsreis langs ‘het menselijk tekort’ dat op veel manieren, in veel uitdrukkingen en door veel kunstenaars is verbeeld. Een bijzonder inkijkje in de ondoorgrondelijke menselijke ziel. Lees de recensie Mens durf te leven.

10. ZERO: Let Us Explore The Stars. Radicale kunst uit de jaren 50 | 60, Stedelijk Museum.

Een historisch verantwoord overzicht van een spannende periode in de Nederlandse kunstgeschiedenis. Een prachtige terugblik op de naoorlogse radicale stroming die gezien kan worden als een belangrijk fundament van de hedendaagse kunst: de ZERO-beweging. Lees de recensie Bekende werken overzichtelijk opgesteld.

Sofie Letitre
Interview

Sofie Letitre wijzigt muzikale koers

special: interview Sofie Letitre
Sofie Letitre

Met haar tweede album Uncanny Valley slaat de Utrechtse Sofie Letitre een andere, meer elektronische koers in. Ze vertelt openhartig over de ontstaanswijze ervan: “Op mijn debuutalbum was ik naakt, nu heb ik kleren aan.”

De eerste reacties op Letitres nieuwe album zijn lovend: “We hebben een internationale perspromotor, dus duikt de plaat nu ook op in Bulgarije, Duitsland, de VS en andere landen. En we zijn al bij de BBC gedraaid.” Op Uncanny Valley staan tevens een zestal remixes van de oorspronkelijke liedjes, gemaakt door producers uit onder andere Los Angeles en New York: “Die producers hebben weer een heel eigen publiek dat erg enthousiast reageert op de remixes. We kregen zelfs een berichtje uit Mexico met de vraag wanneer we er komen optreden!” Een kleine twee maanden geleden speelde Sofie Letitre met haar band bij DWDD.

Kleren aan
Aan haar keukentafel in een knusse Utrechtse bovenwoning vertelt de zangeres over de koerswijziging op haar nieuwe album: “Ik ben al langer geïnteresseerd in elektronische muziek: Kid A van Radiohead was altijd al een van mijn favoriete platen, vanwege de combinatie van akoestische instrumenten en elektronica.” Het fraaie debuut van Letitre uit 2013, Back Were We Come From, neigde meer naar singer-songwriter, maar de elektronische muziek met invloeden uit de triphop zit haar ook als gegoten: “De kalmte en de perfecte zuiverheid van elektronica zijn een verademing. Ook is er voor mij meer ruimte om te zingen nu.” Ze vervolgt: “Mijn eerste cd was rauwer en kwam recht uit het hart. Uncanny Valley is afstandelijker van aard. Op mijn debuutalbum was ik naakt, nu heb ik kleren aan.”

Imperfect
De titel van haar nieuwe plaat is gebaseerd op een Japans onderzoek, waarbij onderzocht werd hoe mensen reageren op robots die steeds menselijker worden: “En wat blijkt? Mensen vinden het walgelijk. Perfectie creëert afstand.” Hoe vertaalt dit denkbeeld zich naar haar muziek? Letitre legt uit: “De echte mens symboliseert imperfectie, en dus nabijheid. Maar de perfecte robot, die sprekend een mens is, creëert juist afstand. In mijn muziek associeer ik me meer met imperfectie. En als je erkent dat je niet perfect bent, word je toegankelijker.” En toegankelijk is haar nieuwe plaat toch uiteindelijk ook geworden, vindt ze: “In eerste instantie lijkt het album wat afstandelijk, vanwege de elektronica, maar door het gebruik van akoestische instrumenten is het ook heel kwetsbaar en persoonlijk geworden.”

Heeft Letitre al enig idee wat haar volgende muzikale project zal zijn? “Deze gereedschapskist is nog lang niet uitgeput, dus met elektronische muziek ga ik nog wel even door. Maar ik ben vrij wispelturig: het zou ook zomaar een symfonieorkest kunnen worden!”

Broeder Dieleman - Uut de bron
Muziek / Album

Uit de bron van het leven

recensie: Broeder Dieleman - Uut de bron
Broeder Dieleman - Uut de bron

Uut de bron is de derde cd van Broeder -ofwel Tonnie- Dieleman uit Middelburg. Het album is stijlvol ingebed in een hagelwit boekwerk, met daarin al zijn songteksten tot nog toe, stemmige zwart-witfoto’s en enkele illustraties.

Een interview van Dennis Gaens bij Dieleman thuis luidt het geheel in. Gaens ontlokt de enigmatische muzikant mooie frases als: “In mijn liedjes kijkt er bijna altijd iemand uit het raam. Ramen zijn belangrijk voor me”. En: “Het liefst zou ik de hele dag dingen inlijsten”. Of: “Ik vind het raar dat niet meer bands over vogels zingen.” Ook spreekt Dieleman over “God als de grote vogelgeest”, zijn voorliefde voor The Pogues en de Zeeuws Vlaamse mysticus Omer Gielliet, naar wie hij een nummer vernoemde.

Vogelzang
Op zijn eerste twee albums, Alles is ijdelheid en Gloria, zong Dieleman met licht schuchtere stem, in het Zeeuws dialect, zijn kleine, persoonlijke folksongs. Met veel aandacht voor natuur en religie, in uitgebeende liedjes, wars van franje, vaak alleen met gitaar (of banjo) en zang. Uut de bron is anders van opzet: Tussen alle vogelzang, dialogen in de buitenlucht, non-descripte, oosterse klanken en rinkelende belletjes door is het even zoeken naar een ’traditioneel’ liedje.

Tijdens deze (fascinerende) zoektocht annex luistertrip is ‘Meilied’ het eerste ‘echte’ lied waar de luisteraar op stuit: sober, met slechts banjogetokkel en de licht klaaglijke zang van Dieleman, eindigend met een langgerekte drone-toon. Het bezwerende, bijna kerkelijke en ruim tien minuten durende ‘Lovenpolder, Boerengat’ is een ander ‘gewoon’ liedje op Uut de bron. Althans voor de helft, want dan nemen allerlei soundscapes de regie weer in handen. Belletjes, hanengekraai en weer die langgerekte toon, culminerend in veel geraas.

Eigengereid
Broeder Dieleman maakt het de luisteraar niet altijd even makkelijk: Uut de bron is dan ook geen gewoon album. Maar de eigengereide Zeeuw intrigeert wel met zijn bijzondere collage van natuurgeluiden, vreemde elektronische klanken, vage viool- en banjotonen en repeterende zang. Het beste is om het album in een keer te beluisteren. Om toch enkele referenties te noemen: David Eugene Edwards, de zanger van 16 Horsepower en natuurlijk Bonnie ‘Prince’ Billy, met wie hij eerder samen optrad.

Ergens in het interview met Gaens zegt Dieleman: “Alles betekent iets, alles moet vastgelegd worden. Ik moet van alles iets maken.” De Zeeuw kan dat als geen ander.

Muziek / Album

Emotionele synthesizers

recensie: Rival Consoles - Howl

Voor zijn project Howl zocht Ryan Lee West, beter bekend als Rival Consoles, de balans tussen muziek voor in de huiskamer en muziek voor grote danshallen. Dat is ook exact waarin hij geslaagd is. Howl is een overtuigende toevoeging aan een indrukwekkend muziekjaar voor het label Erased Tapes.

Electronica die menselijk klinkt en synthesizergeluiden vol gevoel, dat is de muziek waar Rival Consoles voor staat. Nu hij de overstap heeft gemaakt van een grotendeels digitale naar de analoge instrumentenwereld, heeft hij dat principe vervolmaakt. Daardoor is Howl zo imponerend: de warme electronica met een dikke laag sfeer is dansbaar, maar heeft daarnaast indrukwekkende emotionele diepgang. Het zou dan ook terecht zijn als dit album de weg naar een groter publiek vrijmaakt voor de Londense producer.

Vastgenageld

Neem alleen al ‘Pre’, een van de hoogtepunten van de plaat. Het vraagt weinig voorstellingsvermogen om een zaal los te zien gaan op de krachtige beat, ondertussen opgezogen door de continu doordreinende, treurige synthesizermelodie. Maar evengoed kun je ’s avonds op de bank zitten met de track door de koptelefoon, terwijl de rillingen over je rug lopen. Afsluiter ‘Looming’ is zo mogelijk nog intenser. Zonder haast bouwt West het nummer op, tot halverwege de synthesizertonen zich met pijn en moeite uit de boxen beginnen te scheuren, opbouwend tot een intense climax die zich het beste laat beschrijven als een emotionele ontlading. Je blijft vastgenageld achter.

Nee, Howl is absoluut geen luchtige dansplaat en wordt nergens vrolijk. Toch waakt West voor een gebrek aan afwisseling. Zo zorgt de drumbijdrage in ‘Low’ voor een heel andere vibe en vormt het geïmproviseerde 3 Laments, bestaande uit de onherkenbaar vervormde stem van West zelf, een kalm ambientintermezzo. Het daaropvolgende ‘Morning Vox’ is door de stuiterende loop juist een punt van energie. Gedurende het hele album blijft de sfeer echter donker en een tikkeltje melancholisch en vormt zo een sterk geheel.

Imperfecties

Het is opvallend hoe relatief eenvoudig de nummers in elkaar zitten. Je zou bij de beschrijvingen hierboven misschien een enorm gelaagd album verwachten en soms komt de volle muziek ook zo over, maar over het algemeen heeft West weinig middelen nodig. Waar het detail en de diepgang hem dan in zitten? Hij steekt hoorbaar aandacht in de klanktextuur en speelt bovendien op prachtige wijze met imperfecties. De synths in het eerder besproken ‘Looming’, bijvoorbeeld, bestaan uit drie lagen die net niet goed getimed zijn, wat het schurende effect geeft. Het zorgt voor een rauw randje en maakt dat de emotie binnenkomt bij de luisteraar.

Howl verdient het dus om gehoord worden. Liefhebbers van het in 2013 als meesterwerk binnengehaalde The Inheritors van James Holden zouden hier bijvoorbeeld eens naar moeten luisteren. Hoewel niet precies hetzelfde, is het idee immers soortgelijk: synthesizermuziek met een sterke nadruk op een menselijke dimensie en een organisch geluid. De oefenperiode is nu definitief voorbij, wie weet wat voor moois Ryan Lee West nog op de wereld los zal laten.