Kunst / Expo binnenland

Een monnik met talent

recensie: Fra Bartolommeo. De goddelijke renaissance

Fra Bartolommeo (1473-1517) werd aan het begin van de 16e eeuw geroemd om zijn fenomenale schilderkunst. Hij ging niet over één nacht ijs, maar maakte uitgebreide voorstudies van zijn personages en composities. Museum Boijmans van Beuningen heeft een indrukwekkende tentoonstelling in huis.

In de periode tussen 1500 en 1520, ook wel de Hoogrenaissance genoemd, is de dominicaner monnik Fra Bartolommeo een van de kunstenaars die de Florentijnse schilderkunst tot grote hoogte doet stijgen. Zijn inmiddels beroemde tijdgenoten Leonardo da Vinci, Michelangelo en Rafaël werken aan hun topstukken in een wereld die voornamelijk wordt bepaald door de pauselijke macht in Rome. Na zijn opleiding bij de schilder Rosselli begint Bartolommeo een eigen schildersatelier in Florence.

Portret van Girolamo Savonarola (1498-1500) Florence, Museo di San Marco

Portret van Girolamo Savonarola (1498-1500) Florence, Museo di San Marco

Kathedraal

In Museum Boijmans van Beuningen is de grote Bodonzaal omgebouwd tot een lichte ruimte met een vloerplan gebaseerd op de klassieke kerkarchitectuur. Het ruime ‘middenschip’ wordt links en rechts begrensd door een serie ‘zijbeuken’ waarin telkens een groot werk van Fra Bartolommeo centraal staat. Die kunstwerken zijn niet allemaal aanwezig, wegens zeldzaamheid of fragiliteit of simpelweg omdat het een ‘muurvast’ werk betreft. De elf aanwezige hoogtepunten zijn stuk voor stuk meesterwerken en vertegenwoordigen de uitzonderlijke kwaliteit van de schilderkunst in het laatste tijdvak van de renaissance. Dat Boijmans deze werken kan laten zien – dat ze überhaupt naar Rotterdam getransporteerd zijn – is een wonder op zich en geeft blijk van de eersteklas reputatie en bruikleenpositie van het museum in de internationale kunstwereld.

Het illustere portret van de boeteprediker Girolamo Savonarola, aan het begin van de tentoonstelling, markeert het startpunt van het succes van Fra Bartolommeo. Deze Savonarola domineerde tijdelijk het leven in Florence met zijn opzwepende preken en profetieën. Bartolommeo, toen nog Baccio geheten, behoorde tot zijn grote schare volgelingen en trad na de onherroepelijke veroordeling en verbranding van Savonarola toe tot de dominicaner orde. Als kunstenaar-monnik werkt hij eerst in Prato en later in het atelier van het klooster van San Marco in Florence.

Studie voor een bijfiguur in Madonna della Misericordia (ca. 1515) Rotterdam, Museum Boijmans van Beuningen

Studie voor een bijfiguur in Madonna della Misericordia (ca. 1515) Rotterdam, Museum Boijmans van Beuningen

Vrije hand

In de ruimtes links en rechts worden de grote schilderijen en altaarstukken vergezeld van series tekeningen die allen een detail, meestal een personage, uit het grote werk vertegenwoordigen. Fra Bartolommeo lijkt eindeloos gestudeerd te hebben op de weergave van zijn onderwerp. Hij schetst vele malen een gewenste houding – volgens de overlevering ook gebruikmakend van een ledenpop – en past de meest perfecte uitkomst toe in het grote schilderij. Ook gelaatsuitdrukkingen en de plooival van tunieken en mantels zijn een dankbaar onderwerp van studie. Het is de vrije hand van de kunstenaar die goed te volgen is in de tekeningen, de zoekende lijnen die meerdere malen dezelfde vorm proberen te vangen, net zo lang totdat de juiste positie is bepaald.

De in zwart en rood krijt gemaakte tekeningen, voor het grootste deel afkomstig uit de eigen collectie van Museum Boijmans van Beuningen, geven een goed beeld van de werkwijze die Fra Bartolommeo volgde. Het voorbereidende tekenwerk is te zien als een tentoonstelling op zichzelf, met als hoogtepunt de toepassing van de schetsmatige studie in het grote schilderij dat de ruimte overheerst. De kunstwerken die niet aanwezig zijn, worden weergegeven door een monochrome reproductie, een wat ongelukkige keuze die goed uitkomt in het grote geheel, maar als referentie moeilijk te onderzoeken is.

Madonna della Misericordia (ca. 1515) Lucca, Museo Nazionale di Villa Guinigi

Madonna della Misericordia (ca. 1515) Lucca, Museo Nazionale di Villa Guinigi

Madonna

Aan het hoofd van de tentoonstelling, het ‘altaar’ in deze kerk, hangt het enorme Madonna della Misericordia (ca. 1515), een altaarstuk bestemd voor de kloosterkerk van San Romano in Lucca. In deze dynamische compositie staat Maria centraal, met boven haar een alles omarmende Christus, terwijl ze met een door engelen opgehouden blauwe mantel de bevolking van Lucca bescherming biedt. Vier meter hoog en boordevol beweging en geconstrueerde ruimtelijkheid. De houdingen, de gezichten, de lichtval en stofuitdrukking, hier komt alle klasse bijeen en wordt het uitzonderlijke talent van Fra Bartolommeo in volle glorie geëxposeerd.

Tijdens de hoofdtentoonstelling in de Bodonzaal toont het museum in het Prentenkabinet een selectie van 15e en 16e eeuwse tekeningen en prenten. In een prachtige doorloop worden hier voornamelijk Italiaanse voorlopers en tijdgenoten van Fra Bartolommeo tentoongesteld, waaronder twee portretten van Michelangelo. Samen met de uitstekend gedocumenteerde tentoonstellingscatalogus heeft Museum Boijmans van Beuningen ‘de goddelijke renaissance’ op een imposante wijze gepresenteerd.

Boeken / Fictie

Šindelka’s ongrijpbare roman

recensie: Marek Šindelka - Anna in kaart gebracht

Met Anna in kaart gebracht is de Tsjechische Marek Šindelka (1984) internationaal doorgebroken. Deze roman-in-verhalen is bij vlagen origineel en briljant, maar vaak ook ongrijpbaar.

Šindelka, een ‘supertalent’ volgens Das Mag (de metaforische ‘it-girl’ onder de uitgeverijen), lijkt in Anna in kaart gebracht uit te zijn op een gevoel van desoriëntatie. In het eerste hoofdstuk, dat ‘De show gaat beginnen’ heet, volgen we een man die op het punt staat een toneel te betreden. De eerste zin is ‘Het begon heel lichamelijk’ en wat volgt is elf pagina’s monologue intérieur. Daarna, ‘De schelp’, verschuift het perspectief naar Sylvie. Is Anna in kaart gebracht wel een roman? Is ‘De schelp’ een hoofdstuk? Of een verhalenbundel, en is het een van de verhalen?

Dat soort genre-duidende vragen zijn doorgaans niet zo interessant, maar Šindelka maakt ze interessant. Je zou kunnen zeggen dat Anna in kaart gebracht voor een traditionele roman te los in elkaar zit, en voor een verhalenbundel te strak gecomponeerd is. Šindelka breidt de spanning die zo ontstaat goed uit. Wanneer volgt de ontknoping? Zijn er aanwijzingen hoe dit boek in elkaar steekt? Desoriëntatie.

Claustrofobisch

Om kort te gaan: ja, er zijn aanwijzingen. Šindelka heeft zijn roman – ja, hier kies ik voor – slim opgebouwd. Zinnen die in eerste instantie weinig lijken te betekenen, komen later terug. Die openingszin, ‘Het begon heel lichamelijk’ is er zo een. Deze keert terug in het hoofdstuk ‘Anna in kaart gebracht’, waarin Anna aan de hand van haar lichaam wordt beschreven. Het verhaal is geschreven in de stijl van een A-Z: Botten. Lippen. Linkermondhoek (‘Je komst op deze wereld was een ramp’). Het begon lichamelijk, maar langzaam wordt het lichaam geschiedenis. Het vertoont tekens van tijd en ruimte.

Het desoriënterende keert ook terug, vaak in ruimtelijke zin. Duisternis, bijvoorbeeld. Kleine, krappe ruimtes. Anna in kaart gebracht krijgt er iets claustrofobisch van. Personages lijken af en toe zelf ook moeite te hebben met de ruimte bevatten. Zo beschrijft Sylvie walvissen als ‘beesten zo groot als een huis’. Alsof het onvoorstelbaar grote slechts begrepen kan worden middels huiselijke metaforen.

Functioneel

Het is moeilijk grip te krijgen op de wereld die Šindelka in Anna in kaart gebracht oproept: enerzijds lijkt hij deze geheel dichtgetimmerd, afgesloten te hebben, anderzijds blijft veel onduidelijk. Daardoor wordt de roman zo claustrofobisch. Deels past dat bij deze roman, bij zijn thematiek – deels is deze verwarring dus functioneel. Soms wil je echter meer dan een roman die telkens uit je handen glipt.

 

Boeken / Non-fictie

Schrijver tegen de huichelarij

recensie: Konstantin Paustovski - Goudzand

Konstantin Paustovski is herontdekt, of misschien terug van nooit weggeweest. Hoe het ook zij, afgelopen zomer was Goudzand niet aan te slepen. En dat verdient deze literaire reus.

Paustovski is bij het grote(re) publiek bekend als de schrijver van de romans De romantici en  De baai van Kara-Bogaz, maar vooral vanwege zijn memoires, die verschenen als Geschiedenis van een leven. Hij wist zes delen te voltooien, die tot in de jaren dertig voeren. De tweede helft van Paustovski’s leven, tot aan zijn dood in 1968, heeft die boeken dus niet gehaald. Goudzand biedt uitkomst.

Op het eerste gezicht is Goudzand een rare verzameling: het bevat ‘verhalen, dagboeken en brieven’, zoals de ondertitel vertelt. Dat lijken verschillende genres, maar door ze tussen twee kaften samen te brengen blijkt juist hoe literatuur en leven samenhangen. Anekdotes uit een brief of korte dagboekaantekeningen komen later terug in verhalen.

Oorlog en liefde

Goudzand is verdeeld in drie delen, die corresponderen met wat wel zijn ‘drie grote liefdes’ zijn genoemd. Het eerste deel bestrijkt de jaren 1914 tot 1935, oftewel de Eerste Wereldoorlog, het revolutiejaar 1917 en het begin van de Sovjetunie. De kern van het tweede deel, dat loopt van 1936 tot 1948, is de Tweede Wereldoorlog, die hij meemaakte als correspondent. Het laatste deel van Goudzand loopt van 1950 tot 1968, toen Paustovski’s roem tot grote hoogten steeg.

Daarmee is de kern van dit boek duidelijk: de liefde enerzijds, en anderzijds oorlog, revolutie en geweld. Geen van de grote twintigste-eeuwse Russische auteurs kan om die spanning heen; de behoefte aan een dagelijks leven, aan een ‘normaal’ leven, in de uit vele excessen en contrasten bestaande Sovjetunie. Liefde in tijden van de goelag: kan dat?  Mag dat? Kunst, leven, politiek: elk van deze lijkt de andere twee te bijten. Een mooi voorbeeld daarvan komt tegen het einde van Goudzand. Wanneer de ‘oude schrijver’ in 1958 van het tijdschrift Novy Mir te horen krijgt dat een van de delen van zijn memoires niet sociaal-realistisch genoeg is (en dat men dus niet tot publicatie over zal gaan), beticht hij de redactie van ‘huichelachtigheid’. Die anti-autoritaire houding had hem nog vijf jaar daarvoor de kop kunnen kosten, maar Paustovski, 66 jaar oud, schrijft het toch. Het is maar een van de vele prachtige voorbeelden uit Goudzand.

Hij ziet, en hij schrijft

Aan het einde van Goudzand is Paustovski veranderd, en Rusland ook. Huwelijk zijn gebroken, bloed is vergoten. Wat niet verandert, in de meer dan vijftig jaar die dit boek beslaat, is Paustovski’s observeringsvermogen en de kracht van zijn pen. Hij ziet, en hij schrijft. Zoals deze dagboekaantekening uit 1920, die ook nu weer van toepassing lijkt:

‘Het is zover: de verschrikkelijkste tijd aller tijden, waarin alle idioten het gelijk aan hun kant hebben, is aangebroken!’

Boeken / Non-fictie

Leven met het lichaam

recensie: Bregje Hofstede - De herontdekking van het lichaam. Over de burn-out

Bregje Hofstede volgt haar twee jaar geleden verschenen debuutroman op met de essaybundel De herontdekking van het lichaam. ‘Over de burn-out’ is de ondertitel, maar de stukken in dit boek gaan over veel meer.

Lichaam en geest, mind over matter: sinds René Descartes is dit dualisme centraal komen te staan in de Westerse filosofische traditie, en in de bredere samenleving. Diëten is gebaseerd op het idee dat we onze lichamelijke impulsen en seinen kunnen negeren – anorexiapatiënten gaan uit van eenzelfde idee. En we lijken steeds meer te doen: moeheid is een zwaktebod. Negeren.

Nee, zegt Bregje Hofstede (1988) in De herontdekking van het lichaam, negeer die signalen van je lichaam maar niet. Je kan jezelf wel tot steeds verdere uitersten dwingen, je kan wel en studeren, een bijbaantje hebben, een aantal avonden per week feesten en elk weekend je ouders zien, of zestig uur per week werken, de kinderen naar sport brengen en voor je zieke ouders zorgen, maar op een gegeven moment is de koek op. Hofstede beschrijft het als ‘desinteresse en een milde minachting’ voor het lichaam. Die houding is funest.

Ken uzelf

De kern van De herontdekking van het lichaam bestaat uit het drieluik dat Hofstede eerder dit jaar voor De Correspondent schreef. ‘Wat er met je hoofd gebeurt als je je lichaam vergeet’ heet het, en het gaat over controle. Controle over ons lichaam, als zogenaamde oplossing voor een burn-out. Dat is volgens Hofstede niet een oplossing, maar eerder de continuering van het probleem. Het hoofd kan het lichaam niet aansturen zonder naar datzelfde lichaam te luisteren: naar de signalen van pijn en plezier, van vermoeiing en interesse. ‘Ken uzelf,’ dat mooie motto, gaat volgens haar dan ook niet over intellectuele, maar fysieke zelfkennis.

Veruit het beste essay van de bundel is het laatste, ‘Wat de fuck is water?’ Hofstede schrijft over een recente reis door Israël en Palestina, waar ze tegen wil en dank een vrouwelijk lichaam is, over in het kruis gegrepen worden in Maastricht, over Sylvia Plath en Susan Sontag. Dat is een breed scala aan onderwerpen en denkers, en Hofstede zorgt er voor dat de boel op z’n pootjes terecht komt. Telkens komt het in dit essay, en in deze hele bundel eigenlijk, neer op controle en vrijheid, op lichaam en geest: op wat je wil en wat er mogelijk is en of je het verschil tussen die twee ziet.

Leef met je lichaam

De herontdekking van het lichaam zit vol met sterke beelden: Hofstede op een bankje in een park, die in paniek haar vader opbelt omdat ze niet meer weet hoe ze moet lopen, of Hofstede die haar pasgeboren neefje vasthoudt. Er zijn er meer. Of het nu over de burn-out, over schrijvers en denkers of over gebeurtenissen in haar leven gaat, Bregje Hofstede blijft haar centrale boodschappen herhalen en telkens een beetje verder uitdiepen: leef niet tegen, maar met je lichaam.

Marcela Bovio @ Paradox
Muziek / Album / Concert

Marcela Bovio: Unprecedented – Interview & Live

recensie: Krachtige en bijzondere start
Marcela Bovio @ Paradox

De van oorsprong Mexicaanse Marcela Bovio gaat na een carrière als zangeres van verschillende metal en progrock bands haar succes solo zoeken. Met haar eerste album Unprecedented legt ze op een heel andere en bijzondere wijze de lat artistiek hoog. Veel van haar fans zullen zich mogelijk niet onmiddellijk kunnen vinden in dit solowerk.

 

Het lag voor de hand dat ze in het verlengde van haar eerdere werk in de metal en progrock verder zou gaan. Toch kiest Bovio voor een avontuurlijk album dat zweeft tussen de klassieke muziek en de progrock. Haar klassiek geschoolde stem ontwikkelde ze met haar zus al vanaf haar vijfde jaar. Het leidt tot een interessant gemixt album waarin ze begeleid wordt door een strijkkwartet of zelfs zonder begeleiding. Reden genoeg om Bovio zowel live tijdens een optreden te horen als persoonlijk te spreken over haar keuzes.

Persoonlijke liedjes

Op 6 oktober legt 8WEEKLY telefonisch contact met Bovio om wat meer van over haar achtergrond te horen. Bovio spreekt na acht jaar wonen en werken in Nederland prima onze taal. “Het was voor de carrière beter om Mexico voor Nederland te verruilen. Bovendien had ik een relatie gekregen met de bassist van Stream of Passion waarmee ik inmiddels samenwerkte. De liefde bracht me uiteindelijk naar Nederland; toch mis ik de mensen daar en vooral het weer. Zeker nu de herfst hier weer in aantocht is”.

Welke van de vele samenwerkingen was het belangrijkste voor je? “De samenwerking met Arjen Lucassen in Ayreon voor het album The Human Equation was artistiek belangrijk voor me, maar ook voor mijn carrière. Ik had er ook wat eigen inbreng in. Toen we dit jaar in Rotterdam het album live uitvoerden was dat opnieuw een bijzondere ervaring. Lucassen stond toen zelf niet op de planken, maar heeft wel even zijn gezicht laten zien aan de prima band die hij had samengebracht.”

Met de crowdfunding voor deze eerste solo-cd haalde je het viervoudige op. “Ja, dat was heel bijzonder. Ik heb dat geld kunnen steken in de promotie van het album en ook de tournee die ik nu ga doen. Ook geeft het de ruimte om wat sneller met meer nieuw werk te komen. Zo heb ik plannen om volgend jaar ook met wat hardere muziek te komen. Het is nog niet zeker wat dat gaat worden, dus daar wil ik nog niet te veel over zeggen.”

Waar gaan de liedjes op dit album over? “De liedjes zijn heel persoonlijk en omdat ik het zo klein in de begeleiding heb gehouden, durfde ik nog persoonlijker en dichter bij mezelf te blijven dan anders het geval zou zijn geweest. Mijn meest persoonlijke liedje is de albumafsluiter ‘The One’. Ik vind het fijn dat luisteraars ook hun eigen betekenis aan mijn liedjes geven in plaats van dat ik ze uitleg. Soms zing ik in het Spaans en soms in Engels, omdat bij het schrijven de woorden de ene keer vanzelf in de ene taal komen en dan weer in de andere. Sommige zaken kan ik ook beter in het Spaans vertellen dan in het Engels.”

Binnenkort treed je op met pianobegeleiding en geen strijkerskwartet, waarom? “Erik van Ittersum heeft mooie pianobewerkingen gemaakt van mijn liedjes. Die voer ik samen met hem in een kleine tournee uit, en ook als voorprogramma van de akoestische coverband van Iron Maiden: Maiden United. Maar daarna ga ik ook in Europa op tournee met een kwartet.”

Nieuwsgierigheid

Het album Unprecedented werd in september in eigen beheer uitgebracht. Toch vindt het zijn weg nu gestaag naar diverse critici. Het album is een bijzondere samensmelting tussen twee stijlen van een zangeres die duidelijk haar sporen verdiende in de metal en progrock. In deze hoofdzakelijk klassieke setting gaat ze dat ook niet helemaal uit de weg, al moet je de begeleiding van de gitaren er dan wel zelf bij denken. Haar geschoolde stem laat ook haar klassieke kant horen, zoals bijvoorbeeld in ‘Stars’, dat menig operahart sneller zal doen laten kloppen. Het album opent daarnaast met ‘Hay Amores’: een Spaans lied dat handelt over de passie in ons leven. Soms is dat een passie die ons ten goede drijft, maar soms ook een vergiftigende passie; een passie die ons samenbrengt of een passie die ons juist uiteendrijft. Je kan alleen maar raden waar het in het leven van Bovio zou passen.

Ook live zingt Bovio de nummers prachtig voor een ademloos publiek op 6 november jongstleden (zie foto’s) in Tilburg. Daar speelt ze ook ‘Saboteurs’ dat gaat over de stemmetjes in je hoofd die zeggen dat je iets niet kan. Bovio bewijst echter dat ze het allemaal wel degelijk kan en een nieuwe stap zet in haar carrière. Dit doet ze met liedjes die zowel tot hun recht komen met een strijkerskwartet waar veel afwisseling in is te horen, als in een pianobewerking waarbij de spanning iets minder lijkt te zijn en het onderhoudende moet komen uit de zang van Bovio zelf.

De aanwezigheid van een diepere betekenis samen met de bijzondere uitvoering met een krachtig geschoolde stem, begeleidt door een creatief kwartet, maakt dat Bovio met Unprecedented haar solocarrière krachtig start en ons nieuwsgierig maakt naar wat deze dame ons nog meer gaat voorschotelen.

Live in Nederland:
24 november, Peeriscoop Theater, Gorinchem
28 december, Tivoli de Helling, Utrecht (met Stream of Passion)

 

Kraak_Lekhoofd
Boeken / Fictie

De smaak van potloodpunt

recensie: Haro Kraak - Lekhoofd
Kraak_Lekhoofd

In de debuutroman van Haro Kraak gaat de lezer met hoofdpersoon Noah op een ontdekkingstocht in de wereld van de synesthesie. De vermenging van de zintuigen wordt in Lekhoofd op interessante wijze verkend, maar het verhaal als geheel beklijft nauwelijks.

De tienjarige Noah heeft moeite met opletten in de klas en heeft geen vriendjes. Hij merkt dat zijn brein anders werkt dan dat van anderen, maar waarom en hoe dat kan, begrijpt hij niet. Voor hem is de letter P appelgroen, hoort de kleur blauw bij de warme klanken van blaasinstrumenten en smaakt de naam van zijn mentor naar potloodpunt. Als hij dat aan anderen vertelt, wordt hij voor gek versleten; daarom houdt hij het maar voor zichzelf.

Alleen klasgenoot Teun is geïnteresseerd in de ongewone associaties die Noah maakt. Op zijn grote zolderkamer onderwerpt Teun Noah elke dag na school aan een serie tests. ‘Er moet een systeem inzitten’, zegt Teun, als hij moedeloos wordt van de willekeurigheid. Hun gezamenlijke zoektocht naar de grenzen van de perceptie vormt de hoofdmoot van het boek.

Synesthesie

Kleuren proeven en geluiden zien zijn kenmerken van synesthesie. Het verschijnsel is vaak in verband gebracht met grote creativiteit. Vincent van Gogh, Franz Liszt, Vladimir Nabokov en Miles Davis zouden allen synestheet zijn geweest. Kanye West is een hedendaags voorbeeld; niet voor niets zei hij eens over zijn liedjes: ‘I paint sonic landscapes’. In Lekhoofd legt Kraak echter vooral nadruk op de nadelige gevolgen van synesthesie.

In het hoofd van Noah lekt alles. Alle indrukken die hij opdoet komen ongefilterd binnen, waardoor zijn hersenen op hol slaan. Daarnaast is Noah natuurlijk ook een gewone puber met bijbehorende problemen. Die puberproblemen worden helaas weinig diepgaand uitgewerkt. Het element van synesthesie maakt deze roman speciaal, maar is niet genoeg om het verhaal te dragen.

Een grijze stijl

Qua stijl heeft Kraak op safe gespeeld. Zijn zinnen zijn helder, maar soms op het grijze en conventionele af. Een uitgesproken stijl moet nog ontwikkeld worden. Daarnaast zijn de dialogen soms ronduit matig. Kraak laat de tienjarige hoofdpersoon uitspraken doen die niet bij zijn leeftijd passen en heeft duidelijk moeite gehad om de gesprekken tussen Noah en zijn ouders vorm te geven.

Het eigenaardige verschijnsel van synesthesie geeft de roman kleur, maar heeft niet geleid tot een bijzonder verhaal. Het debuut van Kraak zal vooral in de smaak vallen bij tieners die getriggerd worden door de verkenning van de zintuigen.

Buwalda
Boeken / Fictie

Over Suzy, L.J. Veen en Elvis

recensie: Peter Buwalda - Verse probz
Buwalda

De columns van Peter Buwalda zijn weer gebundeld. De lezer krijgt de bekende onderwerpen, reflecties en schrijfstijl voorgeschoteld, maar dat maakt de bundel van de auteur van Bonita Avenue niet minder goed.

In 2014 verscheen al Suzy vindt van niet en in 2015 was er Van mij valt niets te leren. Het zijn de columns van Buwalda die iedere donderdag in de Volkskrant staan, maar dan gebundeld. Verse probz is de derde editie, met daarin 53 columns en een extra verhaal.

Buwalda brak uiteraard door met de roman Bonita Avenue, maar neemt het schrijven van columns naar eigen zeggen niet minder serieus. Het is “draaien, keren, zagen, vijlen, vloeken en raspen”, aldus Buwalda.

Worsteling

De worsteling die het schrijven van een column soms voor hem is, schrijft Buwalda ook graag op. “Het lukt niet. De column, bedoel ik. Wat u leest, is heel laat geschreven – ver na de deadline. Dat heb ik afgebedeld bij de Volkskrant.” Zo krijgt Buwalda het voor elkaar dat de lezer benieuwd wordt naar wat er verder dan toch nog in deze column is beland.

Er komen vele snelle associaties voorbij. In een column over Mart Smeets schrijft Buwalda: “Mart is mij nabij. Ooit, toen ik nog galeislaaf was bij Uitgeverij L.J. Veen, heb ik een paar van zijn sportboeken geschreven. Nou ja, hérschreven. Vooruit, formeel heet dat ‘redigeren’, maar toch, beste mensen, er bestaat een moment waarop ‘de rug van naam verandert’, zoals Gerard Reve het jongenskontje graag mocht noemen.”

Elvis en Lyndon B. Johnson

Veel anekdotes uit Buwalda’s tijd bij L.J. Veen passeren de revue. Verder figureert Suzanne Rethans onder de naam ‘Suzy’ in flink wat columns. Elvis-verwijzingen en opmerkingen over de biografie van Lyndon B. Johnson zijn ook niet van de lucht. Als toegift er is nog het verhaal ‘Joni’s vriendinnetje’, over een interview van Buwalda met pornoster Sasha Grey. Op haar is het personage Bobbi Red in Bonita Avenue gebaseerd.

De kenmerkende stijl van Buwalda (vlot, beeldend en met humor) loodst de lezer zo door de columns heen. Het is moeilijk een moment te kiezen om de bundel weg te leggen, omdat de verleiding om toch nog een stukje te lezen groot is. Toch zou Buwalda de meeste lezers een groter plezier doen door gestaag verder te werken aan zijn tweede roman dan door columns te tikken.

symbool vrouw
Boeken / Non-fictie

Stop met aardig gevonden willen worden

recensie: Chimamanda Ngozi Adichie - We moeten allemaal feminist zijn
symbool vrouw

Niets wat Chimamanda Ngozi Adichie in haar feministische pleidooi We moeten allemaal feminist zijn aanhaalt is nieuw te noemen. Vrouwen zijn gelijk aan mannen en moeten daarom ook zo behandeld worden. Toch is haar werk een internationaal succes. Adichies humorvolle en toegankelijke logica dwingt namelijk tot luisteren.

Het was 2012 toen Adichie haar pleidooi op een TedX-conferentie voor het eerst ten gehore bracht. Het filmpje, waarop de net uitgegeven tekst is gebaseerd, werd meer dan drie miljoen keer bekeken. Beyoncé verwerkte de woorden van de Nigeriaanse feminist in een nummer en wereldwijd wordt de schrijfster omarmd als een toegankelijke, maar krachtige feminist.

Adichie, die zowel fictie als non-fictie schrijft, bezocht kort geleden ook Nederland. Het warme onthaal door haar Nederlandse medefeministen benadrukte haar sterrenstatus. Maar haar ongemakkelijke gesprek bij tv-programma Buitenhof liet ook zien dat Adichies standpunten nog lang geen gemeengoed zijn.

Penissen grijpen

‘Wat zou Trump zeggen als hij een vrouw was?’ vroeg interviewer Pieter Jan Hagens. ‘Waarschijnlijk zou ze zeggen dat ze de penissen van mannen grijpt’, antwoorde Adichie enigszins ongemakkelijk. Waarop Hagens vrolijk zei dat dit hem ‘geweldig’ leek.

Dat dit Adichie niet zo geweldig leek, is gerust een understatement te noemen. En het feit dat Hagens dit als man niet inziet, is precies haar zorg. Haar oproep tot feminisme zou niet een nichekwestie moeten zijn, niet eens één voor de helft van de bevolking. Feminisme, zoals haar titel duidelijk maakt, gaat ons allemaal aan. Des te pijnlijker zal het ook voor Adichie zijn geweest dat Trump, ondanks zijn seksistische houding, tot president van Amerika is gekozen.

Academici zijn saai

Dat Adichie, die op latere leeftijd naar Amerika verhuisde, hierin een voorbeeldfunctie inneemt zit hem niet in haar uitzonderlijke inzichten. Sterker nog, de schrijfster gaat er prat op dat ze de academische benadering van het feminisme vaak saai vindt. In plaats daarvan kiest ze voor een toegankelijke en humorvolle logica die in haar bedrieglijke eenvoud moeilijk te weerleggen is.

In deze houding schuilt ook haar succes. Adichie weet haar pleidooi begrijpelijk uiteen te zetten zonder op haar eigen standpunten in te boeten. Ze heeft er geen enkel probleem mee dat verschillende feministische stromingen uiteenlopende strijdpunten prioriteren. Maar nooit zal zij accepteren dat dit ten koste gaat van het grondprincipe: vrouwen en mannen zijn gelijk, met alle consequenties op het gebied van rechten en behandeling die daaruit voortvloeien.

Een geleidelijke weg bestaat niet

Een van de grootste kwesties die afleidt van de kern van het feminisme zijn de negatieve connotaties die aan het begrip kleven. Om deze af te schudden is het volgens Adichie belangrijk om te accepteren dat Het Feminisme niet één geheel is. In de strijd om gelijkheid voor vrouwen bestaat oneindig veel variatie. Adichie pleit er dan ook voor al deze variaties naast elkaar te laten bestaan.

Alleen een zogenaamd feminism light gaat er bij Adichie niet in. Zeggen dat vrouwen mogen werken zolang ze ook voor het gezin zorgen, kan ze niet voor feminisme door laten gaan. Er bestaat geen geleidelijke weg naar gelijkheid. Mannen en vrouwen zijn of gelijk, of niet.

‘Ik ben boos’

Een van de belangrijke vragen die Adichie zichzelf en haar lezers stelt is waarom iedereen er zich toch zo over verbaast, en erover struikelt, dat mensen boos zijn. In veel gevoelige discussies, of het nou om feminisme of zwarte piet gaat, wordt boosheid snel weggezet als ‘te emotioneel’ en niet constructief. ‘Het huidige gendermechanisme is een ernstige onrechtvaardigheid’, zegt Adichie. ‘Ik ben boos. We zouden allemaal boos moeten zijn, want boosheid heeft al vaak positieve verandering teweeggebracht.’

Opnieuw weet Adichie met haar directheid precies juiste toon aan te slaan. Dit is boosheid vanuit kracht, vanuit een gevoel van onrechtvaardigheid. Niet een slachtoffer dat vraagt of er ook misschien rekening met haar kan worden gehouden. Adichie eist dit op en vindt dat iedereen, ook mannen, hier zonder enige twijfel achter zouden moeten staan.

Luiers verschonen is geen gunst

Ook de vrouw spreekt Adichie streng toe. Laten we niet meer dankbaar zijn omdat we bij de vergadering aanwezig mogen zijn, zegt ze. Laten we niet gaan juichen als een man een luier verschoont. Dit is normaal, iets waar je recht op hebt, geen gunst. Laten we, als vrouwen, alsjeblieft stoppen met aardig gevonden willen worden.

Net als de titel, die een niet-te-bediscussiëren opdracht lijkt, is Adichies tekst een simpele vaststelling van de status quo. Een status quo die negatief uitvalt voor vrouwen. ‘Hoe kun je dan geen feminist zijn?’ is de prangende vraag die achterblijft.

Boeken / Non-fictie

Degelijk en volledig maar ietwat droog

recensie: H.W. Brands
 - Reagan: de biografie

Over Ronald Reagan zijn enorm veel boeken geschreven. Voor een groot deel zijn dat halve hagiografieën. Historicus Henry William Brands voegt daar een dikke, wetenschappelijke biografie aan toe.

Weinig Amerikaanse presidenten roepen zoveel tegenstrijdige emoties op als Ronald Reagan. Door links wordt hij verguisd als de wegbereider van het neoliberalisme dat met lagere belastingen en deregulering de oorzaak is van toenemende ongelijkheid, torenhoge staatsschulden en de financiële crisis. Door rechts wordt hij vereerd als een halfgod. De Republikeinse voorverkiezingen zijn al jaren niet veel meer dan een wedstrijdje ‘wie het meest op Reagan lijkt’.

Van die politieke gevoeligheid merk je in Brands’ nieuwste biografie niets. Het is een en al zakelijkheid. Dat kun je aan Brands wel overlaten: hij beschrijft liever dan dat hij beoordeelt. Dat laatste laat hij aan de lezer over.

Humor


Ondanks Brands’ droge beschrijving is het tijdens het lezen van dit boek moeilijk om géén sympathie voor Reagan te krijgen. Zelfs op de meest onverwachte momenten wist Reagan gebruik te maken van zijn gevoel voor humor. Nadat hij was neergeschoten en met spoed naar het ziekenhuis werd gebracht, zei hij tegen de artsen die op het punt stonden hem te opereren:

“Ik hoop dat jullie allemaal Republikeinen zijn.”

Dit is maar één voorbeeld van de vele grappen van Reagan die Brands heeft opgeschreven. Reagan gebruikte zijn gevoel voor humor vaak voor politieke doeleinden. Hij was er namelijk van overtuigd dat mensen makkelijker te overtuigen waren als je ze aan het lachen maakte.

Aandacht


Dat was misschien wel Reagans voornaamste talent: het vermogen een publiek weten te bespelen. Als kind ontdekte hij dat hij genoot van de aandacht van het publiek. Als zoon van een alcoholistische vader met losse handjes, kwam de aandacht en het applaus dat hij eens na een toneelstukje kreeg als een verademing.

Reagan bleef heel zijn verdere leven het publiek zoeken: als sportverslaggever op de radio, als filmacteur in Hollywood, als woordvoerder voor het bedrijf General Electric en uiteindelijk als politicus. Volgens Brands ging Reagan niet de politiek in voor de macht, zoals veel van zijn voorgangers, maar voor de aandacht:

“Hij wilde de aandacht en het applaus waarnaar hij als kind was gaan smachten. Hij wilde een podium. Hij wilde altijd een podium.”

Zijn sterke performances en zijn verleden als acteur werden door critici ook vaak tegen hem gebruikt. Volgens Brands sloegen zij de plank volledig mis. “Reagan acteerde niet als hij sprak; hij ontleende zijn retorische kracht aan het feit dat hij met hart en ziel geloofde in alle fantastische eigenschappen die hij de Verenigde Staten en het Amerikaanse volk toedichtte.”

Simpel


Reagan kon zo helder en overtuigend spreken, omdat zijn politieke visie ook vrij helder en simpel was. Hij had twee doelen. Het terugdringen van de overheid in het binnenland en het verslaan van het communisme in het buitenland.

Op die twee kernbeginselen kwam hij telkens terug. Hij wist ze dan ook kernachtig te formuleren. Tijdens zijn inauguratiespeech zette hij een tot dan toe dominante politieke visie op zijn kop: “De overheid is niet de oplossing, de overheid is het probleem.”

Reagan stelde voor eerst de belastingen te verlagen om zo de overheid te dwingen te bezuinigen. Zijn tactiek had echter geen succes. De belastingverlagingen kwamen er wel maar ondanks de verminderde inkomsten, lukte het Reagan niet genoeg te bezuinigen. Gevolg: het begrotingstekort en de staatsschuld liepen op. Gedeeltelijk had dat te maken met het feit dat de Democraten in het Huis van Afgevaardigden weigerden in te stemmen met de bezuinigingspakketten. Voor een ander deel lag het aan Reagan zelf.

Strijdbaar


Er was namelijk één terrein waarop Reagan niet wilde bezuinigen: defensie. Sterker nog, de budgetten voor het defensieapparaat moesten omhoog. Voor Reagan was meer geld voor defensie een onderdeel van zijn tweede kernprincipe – het verslaan van het communisme – en daarmee onbespreekbaar.

Ook zijn visie op de Koude Oorlog wist hij namelijk kernachtig te formuleren:

“Wij winnen, zij verliezen.”

Dat mag in eerste instantie als een dooddoener klinken, dat was het niet. Terwijl zijn voorgangers er alles aan deden om een confrontatie met de Sovjet-Unie te voorkomen, zocht Reagan die juist op. Hij was ervan overtuigd dat de Koude Oorlog te winnen was – een idee dat in Amerika en de rest van de wereld veel weerstand opriep.

In plaats van de wapenwedloop te stoppen, wilde Reagan deze juist opvoeren. Niet omdat hij uit was op oorlog, maar omdat hij ervan overtuigd was dat de Sovjet-Unie zo’n nieuwe wapenwedloop zich economisch gezien niet kon veroorloven. Door zich bereid te tonen een nieuwe wapenwedloop te starten, dwong Reagan Moskou naar de onderhandelingstafel. De wapenwedloop was het middel, wapenvermindering het doel.

Winnen


En zo geschiedde. Samen met de Sovjet-leider Michail Gorbatsjov werd de grond gelegd voor de akkoorden die uiteindelijk onder Reagans opvolger, George Bush, werden getekend. Ondanks de onderhandelingen bleef Reagan in het openbaar de Sovjets moreel onder druk zetten om vrijheid toe te staan. Zijn befaamde oproep aan Gorbatsjov om de Berlijnse Muur neer te halen, was daarvan wellicht het hoogtepunt.

Brands concludeert dat Reagan in zijn eerste doelstelling maar half is geslaagd: hij wist de overheid te verkleinen maar liet daarbij de staatsschuld enorm oplopen. Maar zijn tweede doelstelling heeft hij bereikt: dat de Sovjet-Unie ophield te bestaan, was voor een groot deel te danken aan Reagans politiek.

Taai


Tot zulke conclusies komt Brands pas in het slotwoord. En ook daar blijft hij voorzichtig zijn mening aan de lezer op te dringen. Wellicht is hij daarbij te voorzichtig geweest, wat het boek van 800 pagina’s, behalve degelijk, ook een beetje droog maakt.

Wellicht als compensatie voor die droogheid en om wat spanning te creëren, hebben veel hoofdstukken een open einde. Dat pakt niet zo goed uit. Omdat hij tal van verschillende onderwerpen door elkaar heen behandelt (van belastinghervormingen tot onderhandelingen over gijzelaars), komt hij op zo’n open einde pas weer een aantal hoofdstukken later terug. Eerder dan voor spanning zorgt dat voor verwarring.

Vrijheid


Desalniettemin wordt uit het boek duidelijk dat Reagan een enorme stempel heeft gedrukt op de wereldgeschiedenis. Op het moment dat hij het Witte Huis verliet, was dat nog niet helemaal duidelijk. Maar na de ineenstorting van de Sovjet-Unie begon het Amerikaanse volk hem meer te waarderen en is een groot deel van de Amerikanen nóg meer van hem gaan houden. En die liefde was wederzijds: Reagan hield van het Amerikaanse volk en vertrouwde erop dat het alleen vrijheid nodig had om te kunnen floreren. Zijn liefde voor vrijheid kwam voort uit het geloof en vertrouwen in de goedheid van de mens. Wellicht vormde dat bij uitstek de grondslag van zijn politieke visie.

Theater / Voorstelling

Kattenfilmpjes hoogtepunt van saai onderzoek naar hulpeloosheid

recensie: NTGent - Learning how to walk

Bij aanvang van Learning how to walk van NTGent is de Grote Zaal van Stadsschouwburg Amsterdam voor ongeveer driekwart gevuld. Twee uur later zijn er vier rijen publiek overgebleven. Na afloop van de pauze zitten er nog slechts een stuk of vijftien die hards in de zaal. Hoe het verder is afgelopen met dit stuk, dat dan nog een kleine twee uur zal duren, kan deze recensent u niet vertellen.

Benny Claessens, acteur en regisseur van Learning how to walk, ontdekte een paar jaar geleden dat hij rustig urenlang op een Spaans strand kon zitten kijken naar wat er allemaal om hem heen gebeurde zonder zich te vervelen. Dat lukte hem nooit in het theater bij het kijken naar acteurs. Zijn streven was om een voorstelling te maken die leek op wat hij toen meemaakte.

Saaier dan saai

1516_eigen_producties-learning_how_to_walk-pers_1-julesaugust_lhtw_staand_10Learning how to walk bestaat uit vijf delen en is een vier uur durende oefening in hulpeloosheid en traag en teder leven. Lopen, praten, aanraken, alleen zijn, sterven. Het doel is vrijheid. Er zijn vijf acteurs, naast Claessens zelf onder andere Elsie de Brauw en Risto Kübar, die afgelopen september de Arlecchino won voor de beste mannelijke bijrol van het afgelopen jaar. Met Claessens zelf meegerekend, aan talent geen gebrek zou je toch zeggen. Maar vijf volwassenen die net doen of ze onschuldig en hulpeloos zijn, die gemaakt onhandig over een steen stumperen, ongerichte bewegingen maken met handen en armen, zogenaamd spontaan rondrennen, zijn niet alleen enorm onecht maar ook saaier dan saai. Waarschijnlijk is de bedoeling om als kinderen te zijn, maar kinderen hebben altijd een richting. Ze weten wat ze willen.

Het rare is dat Claessens de kinderlijkheid aan zijn kont heeft hangen, daar hoeft hij helemaal niets voor te doen. Nu zien we een eindeloos oninteressant gehannes zonder enig doel. Behalve misschien om te provoceren?

Sigaret

Want dan steekt Claessens, midden in dit diepgaande onderzoek naar traag en teder leven, een sigaret op. Een beter bewijs van de futiliteit van waar hij mee bezig is en dat hij er zelf ook geen idee van heeft wat dat nou precies is had hij niet kunnen leveren.

Na het eerste deel komt er goddank iets grappigs: op een televisie naast het podium worden kattenfilmpjes vertoond. Plotseling is het publiek geanimeerd en aan het reageren en lachen. De filmpjes redden de voorstelling tijdelijk, maar als ze bij het begin van het derde deel gestopt worden, betekent dat de genadeklap.

Niets

1516_eigen_producties-learning_how_to_walk-pers_1-julesaugust_lhtw_liggend_05Als het Claessens inderdaad te doen is om in een voorstelling te onderzoeken hoe ver je kunt gaan in hulpeloosheid, moet hij niet zelf ook hulpeloos zijn. Nu gebeurt er urenlang totaal niets. Dat is prima aan het strand of als je je hebt opgegeven voor een meditatiecursus, maar we zitten in het theater. Je kunt je alleen maar afvragen: waarom laat NTGent, dat in grote financiële problemen verkeert, dit gebeuren? Want deze voorstelling heeft absoluut geld gekost. In tegenstelling tot het vertoonde spel zijn de kostuums en het decor, met onder andere een levensechte replica van de Minard in Gent, wel mooi en goed gemaakt.

In het gedeelte voor de pauze zitten twee aardige momenten. Een van de actrices loopt over het podium en beschrijft zingzeggend wat ze allemaal ziet. Onderwijl zijn de kattenfilmpjes nog in volle gang en de combinatie doet je glimlachen. Een ander moment is wanneer Elsie de Brauw staat te stotteren. In eerste instantie denk je, oh god, nu dit weer, in het echt stottert ze toch helemaal niet? Maar dat deed ze ooit wel toen ze jong was. Beide actrices zitten in de verkeerde voorstelling.