Theater / Voorstelling

Nog steeds moeilijk te bewerken

recensie: Toneelgroep Oostpool - On the road

Het was al een kluif om het boek te verfilmen. De filmrechten waren al in 1968 verkocht, maar pas in 2012 werd de boekverfilming werkelijkheid. Vijf jaar later trekt regisseur Marcus Azzini de stoute schoenen aan om er een toneelbewerking van te maken.

Zoals dat vaak gaat bij klassiekers zijn de verwachtingen hoog. De roman On the road van Jack Kerouac was het begin van een nieuwe na-oorlogse generatie. Het verhaal gaat over de jonge schrijver Sal Paradise (gespeeld door Matthijs van de Sande Bakhuyzen) die eind jaren ’40 door Amerika en Mexico reist. Soms reist hij samen met zijn makkers, zijn collega-kunstenaar Carlo Marx (Ludwig Bindervoet) en muze, de stoere Dean Moriarty (Reinout Scholten van Aschat) en diens vriendinnetje Marylou (Judith van den Berg, die overigens alle vrouwenrollen op zich neemt). Soms reist hij alleen, van New York, naar Denver, naar San Francisco, zelfs naar Mexico – en ga zo maar door. Onderweg komt hij tig plaatsen en opmerkelijke figuren tegen en moet, als een echte romanticus, telkens zien te overleven van weinig geld.

Brug tussen heden en verleden

Als de verfilming al met moeite ging, hoe vergaat dat dan een toneelbewerking? De ruimte en personages zijn immers beperkt, wat betekent dat Azzini creatieve oplossingen moet bedenken. Die pakken soms interessant uit. Het dwingende, rusteloze karakter van de roman wordt in het stuk treffend vormgegeven. Al vanaf het begin zijn de personages in beweging. Het decor, gemaakt door Ruben Wijnstok, bestaat uit enkele pallets met daaronder een lopende band. Hierop rennen de personages, terwijl op de achtergrond een saxofoon à la bebopstijl het tempo hoger opvoert. Zodoende slaat het stuk een brug tussen de tijd van Kerouacs verhaal en de huidige, technologische tijd.

on-the-road-03-sanne-peperDat komt ook op tekstueel vlak naar voren. Hanna van Wieringen neemt net als in (In) koud water, het deel waarmee dit drieluik over jongeren en hun extreme leven en keuzes begon, weer de toneelbewerking voor haar rekening. Ze verwerkt het hoge tempo van de roman in de toneeltekst. Zelfs in hun manier van spreken zijn de personages rusteloos. ‘Geen revisie,’ zeggen ze. Elke pauze moet worden vermeden.

Metafictie versus dramatiek

Ironisch genoeg wordt er juist op Kerouacs verhaal gereflecteerd. Dit levert soms interessant metafictie op. De personages zijn namelijk tevens de vertellers. Ze structuren het verhaal, maar zijn ze er tegelijkertijd onderdeel van. Ze hoeven maar ‘klik’ te zeggen of ze gaan alweer door naar een andere gebeurtenis en locatie. Hierdoor weet Van Wieringen het aantal gebeurtenissen enigszins in het gareel te houden. Bovendien krijgen de personages de mogelijkheid om op Kerouacs beschrijvingen te reageren. In de roman komt regelmatig het woord ‘neger’ voor en worden de meeste vrouwen als passieve, seksuele objecten neergezet. Door vanuit de hedendaagse context naar dergelijke beschrijvingen te kijken wordt het duidelijk hoe de huidige samenleving verschilt met die van Kerouac. Erg treffend is de scène waarin Marylou het verhaal onderbreekt en afrekent met het eenzijdige, domme karakter dat Kerouac haar heeft toegekend.

on-the-road-05-sanne-peperVoor iemand die de roman heeft gelezen zijn deze verwijzingen en reacties op de brontekst wellicht interessant, maar het is de vraag of dat ook geldt voor iemand die het boek niet kent… Het merendeel van het stuk wordt verteld, alsof romanpassages letterlijk worden geciteerd. Hoewel het bewonderenswaardig is hoe de acteurs het tempo en de energie hooghouden, heeft het stuk niet de dramatiek en kwetsbaarheid die de roman wel bezit. Gebeurtenissen worden met veel gewichtige bijvoeglijke naamwoorden omschreven, maar dat betekent nog niet dat de gebeurtenis, of breder: het stuk, tot leven komt. Heel soms weet het stuk te raken, bijvoorbeeld wanneer de personages beseffen dat hun rusteloosheid en wederzijdse afhankelijkheid hen enkel belemmert. Maar dat is eerder te danken aan het energieke, humoristische en kwetsbare acteerwerk.

Dyab Abou Jahjah - Pleidooi voor radicalisering - uitgelichte afbeelding van een boom
Boeken / Non-fictie

Positieve radicalisering

recensie: Dyab Abou Jahjah – Pleidooi voor radicalisering
Dyab Abou Jahjah - Pleidooi voor radicalisering - uitgelichte afbeelding van een boom

Nog voordat Pleidooi voor radicalisering van Dyab Abou Jahjah verscheen, veroorzaakte het pamflet al de nodige opschudding. Geheel ten onrechte, zo blijkt na lezing van het werk. Abou Jahjah is genuanceerd, helder en positief.

Op 19-jarige leeftijd vlucht Abou Jahjah weg uit Libanon. Hij krijgt asiel in België en studeert politieke wetenschappen. Na zijn studie richt Abou Jahjah de Arabisch-Europese Liga op, een organisatie die pleit voor de integratie van moslims met behoud van de eigen identiteit. Sinds 2014 is hij voorzitter van Movement X, een organisatie die allochtonen en autochtonen wil verenigen in de strijd tegen discriminatie. Abou Jahjah heeft in de loop der jaren bekendheid verworven in Europa, met name door zijn vaak ietwat geduchte uitspraken. Toen begin 2015 bleek dat juist deze man bij De Bezige Bij een boek zou uitbrengen, brak de hel los. Verschillende vooraanstaande schrijvers stopten hun samenwerking met deze uitgeverij. Toen bekend werd dat Abou Jahjah te gast zou zijn bij het programma Zomergasten was het hek van de dam. Een aanzienlijk aantal mensen zei hun lidmaatschap op de VPRO op. En dat allemaal vóórdat Abou Jahjah zijn zegje had gedaan.

Politieke filosofie

We lezen dus een omstreden figuur, wat het boek natuurlijk alleen nog maar interessanter maakt. Want wat zégt Abou Jahjah nou eigenlijk in zijn Pleidooi voor radicalisering? Wie controverse en razernij verwacht zal teleurgesteld worden. De bewoordingen van Abou Jahjah zijn niets van dien aard. Als politiek wetenschapper poogt hij een bijdrage te leveren aan het hedendaagse politiek-filosofische denken, en zijn pleidooi dient dan ook op die manier gelezen te worden.

Het is duidelijk dat Abou Jahjah weet waarover hij schrijft. Tal van hedendaagse filosofen en kapitalismecritici passeren de revue en vullen het pamflet op een zinvolle manier aan. De stellingen van Abou Jahjah zijn genuanceerd en doordacht. Hassan Bahara, recensent bij de Volkskrant, noemt het ‘taaie academische kost’. Maar voor eenieder die weleens academische kost gelezen heeft, is direct duidelijk dat dit pleidooi allesbehalve taai genoemd kan worden. Abou Jahjah noemt hier en daar filosofische termen, maar altijd op zo’n manier dat volstrekt duidelijk is wat ermee bedoeld wordt en waarom juist dat begrip nuttig is om te gebruiken. De manier waarop Abou Jahjah schrijft is spannend, alarmerend, kort en bondig. Daarmee is het pleidooi uitermate geschikt voor iedereen die geïnteresseerd is in politiek en filosofie, mét of zonder academische achtergrond.

Crisis en opstand

Abou Jahjah schetst in zijn werk de huidige tijd. We leven in een tijd van crisis en onzekerheid. Crisis van het kapitalisme, het klimaat, Europa en de vele vluchtelingen. Al deze onzekerheden zijn tot stand gekomen binnen de manier waarop het huidige systeem functioneert. De enige manier om tot oplossingen te komen en weer op een progressieve manier over de toekomst te kunnen denken, is door te breken met die status quo die de crises veroorzaakt heeft. Om dat te kúnnen doen is een manier van denken nodig die loskomt van het huidige conservatieve discours. Dit noemt Abou Jahjah progressief radicalisme. Progressief radicalen breken met de status quo, maar willen wél alle positieve verworvenheden van het systeem behouden. De slechte zaken worden aangepast, de goede blijven bestaan. Dit in tegenstelling tot destructief radicalen. Zij hebben als doel de gehele samenleving omver te werpen om op de ruïnes ervan een utopie te stichten.

Progressief radicalisme

Abou Jahjah staat dus voor een progressief radicale manier van denken.

Zonder afbreuk te doen aan de verworven mensenrechten en democratische instellingen, is de tijd rijp de democratie op een hoger niveau te brengen.

Hij pleit voor een vrije manier van redeneren en reflecteren die inziet dat de crises veroorzaakt worden door het huidige systeem, en dat enkel een verandering van dat systeem tot een duurzame oplossing kan leiden. Dit is een bijzonder interessante en spannende gedachtegang. Hij is radicaal, want hij wijkt af van de gebaande paden. Ook is hij positief, want hij zoekt naar een betere manier van leven. En tegelijkertijd ook agressief, omdat hij pleit voor een radicale omwenteling. Pleidooi voor radicalisering is daarmee een gedegen politiek-filosofisch werk dat op een verhelderende wijze de werkelijkheid op een andere manier beziet.

De grote afwezige

Wel is er één ding dat steeds meer gaat knagen bij het lezen van het pamflet. De gedachtegang die Abou Jahjah poneert is interessant, maar niet geheel nieuw. Er is één wereldberoemde hedendaagse filosoof die in al zijn werken dezelfde denkwijze uiteenzet. Toch wordt Slavoj Žižek door Abou Jahjah nergens genoemd. Hij wordt niet geciteerd, niet geparafraseerd, zelfs zijn naam wordt nergens vermeld. En dat terwijl de filosofie die Abou Jahjah uiteenzet zoveel lijkt op die van Žižek, dat het domweg onmogelijk is dat hij nog nooit van deze Sloveense filosoof heeft gehoord. Zeker als je nagaat hoeveel andere hedendaagse filosofen Abou Jahjah wél noemt.

Dat is een grote misser. De reden voor dit stilzwijgen is niet duidelijk. Waarschijnlijk zou het vernoemen van Žižek het betoog enkel sterker hebben gemaakt. Daarnaast zou Abou Jahjah daarmee direct een groter publiek hebben. Pleidooi voor radicalisering kan gelezen worden als een zeer kwalitatief en origineel werk binnen eenzelfde filosofie, en is dus interessant voor fans van Žižek. Abou Jahjah is bovendien uitermate geschikt voor iedereen die op zoek is naar iets mals en die de kost van Žižek te taai vindt. Abou Jahjah schijft namelijk niet alleen inhoudelijk goed, maar ook helder, kort en duidelijk. Dat laatste vind je niet snel in een filosofisch werk. Jammer van de grote afwezige dus, maar dat maakt het pleidooi niet minder sterk. Hopelijk hebben de critici de openheid van geest om het boek tóch te lezen, want het is zeker de moeite waard en helemaal niet zo griezelig.

Marilynne Robinson - De gegevenheid der dingen - uitgelichte afbeelding van een kruis
Boeken / Non-fictie

De religie van de Amerikaanse samenleving

recensie: Marilynne Robinson - De gegevenheid der dingen
Marilynne Robinson - De gegevenheid der dingen - uitgelichte afbeelding van een kruis

De romans van Marilynne Robinson gaan over de levens van ‘kleine luyden’, haar essays over de grootste, meest wezenlijke zaken. Het is echter moeilijk haar essays, nu vertaald als De gegevenheid der dingen, volledig op waarde te schatten.

Zo af en toe vlamt, online of in geprinte media, de discussie over intellectuelen in de eenentwintigste eeuw op: welke plaats nemen zij in? Welke functie hebben ze, kunnen ze hebben? Tot welke traditie verhouden zij zich? In dergelijke debatten neemt de Amerikaanse schrijfster Marilynne Robinson een bijzondere positie in, niet vanwege uitlatingen over dit onderwerp, maar vanwege de bronnen waar zij zich op beroept en de onderwerpen waar ze zich mee inlaat – haar intellectuele genealogie, zogezegd. Robinson heeft toegang tot Barack Obama en geeft les aan de befaamde schrijversopleiding in Iowa. Maar boven dat alles, lijkt het wel, gelooft ze in God.

Marilynne Robinson is een christelijk intellectueel, en dat is dezer dagen een zeldzaamheid. Religie komt over het algemeen in het Westen doorgaans voor als bedreiging of als teken van achterlijkheid, als gebrek aan beschaving. Westerse staten zijn seculier, religie is iets voor de privésfeer. Dat dit meer fictie dan realiteit is, meer wens dan wil, blijkt telkens weer: van diezelfde Obama tot de christendemocraat Angela Merkel en Eurocommissaris Frans Timmermans, allen zijn ze openlijk christen. Religie is dus verre van afwezig in Europa en de VS. Marilynne Robinson is een van de weinige denkers die daar niet in eerste plaats afwijzend op reageert.

De werkelijkheid zien

Robinson, die in 1980 debuteerde met de roman Housekeeping en later een trilogie over de dominee John Ames schreef, heeft in De gegevenheid der dingen een verzameling recente essays verzameld. Uitgeverij De Arbeiderspers heeft de bundel van de hoogdravende ondertitel ‘Over wat het betekent om mens te zijn in onze tijd’ voorzien: woorden die eerder valse verwachtingen wekken dan verduidelijken. Veel stukken in deze bundel gaan over de Amerikaanse identiteit en hoe Amerika naar zichzelf kijkt. De essays kunnen ook gelezen worden als een betoog tegen het al te gecompartimenteerde wereldbeeld dat zijn oorsprong heeft in de exacte wetenschappen en van daaruit de samenleving doordesemd heeft. Robinson pleit ervoor niet op deelgebieden gericht te blijven, maar over grenzen heen te kijken en de wereld in haar totale gegevenheid tot ons te nemen.

In De gegevenheid der dingen treedt een niet nader genoemde neurowetenschapper aan, in wie insiders Patricia Churchland kunnen herkennen. Robinson en Churchland hadden, tijdens een bijeenkomst van het Nexus Instituut enkele jaren geleden, een aanvaring over precies dit punt: hoe nemen wij de werkelijkheid tot ons? Volgens de neurowetenschapper is angst ‘een patroon van verhevigde activiteit’. Dit lijkt misschien op een ‘helder plekje op een scherm’, schrijft Robinson, maar dat is een illusie. Mensen zijn geconditioneerd door ‘cultuur en samenleving’, oftewel door hun mens-zijn. Die context maakt een kwalitatief verschil dat in de gladgestreken wetenschappen onzichtbaar blijft.

Paradox

Argumenten zoals deze worden in de bundel afgewisseld met theologische bespiegelingen en kerkhistorie. Dan zakt het boek in: seculiere staten zijn in dusverre succesvol dat kennis van het christendom bij veel mensen verdwenen is. Dat zorgt ervoor dat De gegevenheid der dingen in deze passages moeilijker te volgen is dan op de momenten dat Robinson vanuit haar religieuze, historische perspectief het Europees humanisme verdedigt en uitdraagt. Bij elkaar genomen levert dat een bevreemdende paradox op: Marilynne Robinson neemt een perifere positie in het intellectuele leven in, en omdat haar argumenten ten diepste gestoeld zijn in de leer van het christendom blijft die diepere lading voor veel van haar lezers in nevelen gehuld. Het is moeilijk haar essays ten volle te waarderen – tegelijkertijd is dat voor iedereen de uitdaging.

 

dansdans-patriciakaas-thepriests
Muziek / Album

Wereldmuziek update – volume 2: Dans Dans, Patricia Kaas & The Priests

recensie: Niet ver van huis
dansdans-patriciakaas-thepriests

In deze tweede wereldmuziek update blijven we bij aanvang dicht bij huis. Onze zuiderburen maken soms bijzondere muziek dat maar mondjesmaat de grens over lijkt te trekken.

Het is goed om na de muziek van Dans Dans het nieuwe Franse album van Patricia Kaas aandacht te verlenen. Het was alweer zo’n veertien jaar geleden dat Kaas iets met eigen liedjes liet horen. In de tussentijd had ze een intermezzo met muziek van Edith Piaff.
Tot slot steken we even het water over naar Ierland voor The Priests. Een heel bijzonder groepje.

Onuitwisbare indruk in zand

Er zijn van die albums die tijd nodig hebben om te rijpen. Zo’n proces kan vele draaibeurten kosten en is een periode van wikken en wegen. Dat gebeurt vaak met instrumentale muziek waar je geen houvast hebt aan de tekst. Hebben we hier nu te maken met een goed album of een album dat goed geprobeerd is maar niet gelukt is?Het Belgische Dans Dans heeft zich met hun avant-gardistische album Sand op dat gladde ijs begeven, waarbij de titel ook nog eens een verdraaiing van de bandnaam lijkt.

De heren Bert Dockx (Flying Horseman), Frederic Jacques (Mark Lanegan) en Steven Cassiers (DAAU en Dez Mona) hebben de lat vrij hoog gelegd om als luisteraar helemaal in hun muziek te treden. De eigenzinnige muziek van Dans Dans grijpt je uiteindelijk bij de oren. De band geeft het gevoel dat alles altijd anders kan, dat het moet wringen maar dat ze je ook mee mogen voeren op hun beeldende kant van de muziek. Eenmaal horen we stuk herkenning als Dans Dans het van Ennio Morricone bekende ‘Chi Mai’ onder handen weet te nemen.

Wie eenmaal gegrepen wordt door de tegendraadsheid van Dans Dans ontdekt ook met gemak de tijdloosheid van deze bijzondere muziek. Het Belgische trio heeft op dit inmiddels vierde album weliswaar de naam in zand geschreven, maar laten toch een onuitwisbare indruk achter.

 

Franse Kaas

Franse muziek staat vanwege de taal per definitie in ons land op achterstand. Toch zouden we eens wat vaker over die taalgrens heen moeten stappen. Zeker als het niet gebracht wordt als een traditionele Franse Chanson. De liedjes van Kaas zouden op deze manier heel anders ontvangen worden dan wanneer ze in het Engels zou zingen. Gelukkig blijft deze Franse wereldster dicht bij zichzelf en zijn het toch echt Franse liedjes die we horen op dit nieuwe album dat tevens haar vijftigste verjaardag markeert.

Het album opent met ‘Adéle’ dat met een beetje goede wil in de Americana-hoek had kunnen zitten. Maar Kaas blijft niet bij één stijl. We horen net zo makkelijk wat gospel en soul bij ‘Sans Nous’ als jazz in ‘Ma Meteo Personelle’ of het lichtvoetige poppie ‘Madame Toute Le Monde’ dat ook zomaar in een musical had kunnen zitten.

Om dit album goed te laten klinken, ging Patricia Kaas in zee met twee Britse producers. Jonathan Quarmby gooide vorig jaar hoge ogen met de productie van het debuutalbum van Benjamin Clementine en Fin Greenall die tevens bekend is onder zijn eigen artiestennaam Fink. Toch zoekt Kaas het avontuur op door te werken met liedjesschrijvers en tekstschrijvers waarmee ze nooit eerder werkte. Het geeft een sterk en vooral afwisselend album. Een album dat soms ook de grootsheid van Robbie Williams in zich heeft. Dat is het geval bij het uitbundige ‘La Maison En Bord De Mer’ waarin stevig wordt uitgepakt in grootsheid die de stem van Kaas alle recht doet. Het album Patricia Kaas kan bij voldoende luisteraandacht zomaar uitgroeien tot een groots album dat nog lang na zal naklinken.

 

Bijzondere priesters

Uit Ierland komt een bijzondere groepje priesters dat zich dan ook The Priests noemt. Deze drie Father’s uit het Noorden van Ierland begonnen met samen zingen toen ze studeerden aan St. MacNissi’s College. In 2008 brachten ze hun debuutalbum uit dat ze een ontzettend groot onverwacht succes bracht. Met Alleluia zijn we bij het derde album van Eugene O’Hagan, Martin O’Hagan en David Delargy aangeland. Op dit album laveren de priesters met hun bijzondere stemmen tussen klassieke-, religieuze- en popmuziek. Reden genoeg om ze toch een stukje verdiende aandacht te geven. Wie met open geest luistert naar dit album zal zich verbazen.

Het album opent met het Cat Stevens nummer ‘Morning Has Broken’ en wordt afgesloten met het Beatles nummer ‘Eleanor Rigby’. Daartussen bevinden zich dertien liedjes die variëren van ‘Ave Maria’ tot ‘Lord of The Dance’. Eenmaal worden de priesters bijgestaan door de Ierse zangeres Moya Brennan in de vertolking van ‘Be Thou My Vision’. Het klinkt onwaarschijnlijk, maar deze drie priesters spelen het klaar om van deze grote verscheidenheid aan muziek toch een coherent geheel te maken. Ook als je je niet thuis voelt in een klooster of kerk. Het gezang van deze mannen zal je toch meer aanspreken dan je bij het lezen van deze recensie zal verwachten. Het advies kan dan ook niet anders zijn dan: luisteren is in dit geval geloven!

Mathieu Segers - Europa en de terugkeer van de geschiedenis - uitgelichte afbeelding van Europese vlag
Boeken / Non-fictie

De twijfel en de schittering van Europa

recensie: Mathieu Segers - Europa en de terugkeer van de geschiedenis
Mathieu Segers - Europa en de terugkeer van de geschiedenis - uitgelichte afbeelding van Europese vlag

Een tijdje – zo ongeveer de jaren negentig – dacht Europa in een posthistorische periode te leven. Alle vijanden waren overwonnen. Dat dit niet zo is, blijkt uit Mathieu Segers’ Europa en de terugkeer van de geschiedenis.

‘Is de orde van Maastricht wel levensvatbaar? Wat is Europese integratie? Wat zou het moeten zijn?’ Vragen die, geeft Mathieu Segers in de inleiding van Europa en de terugkeer van de geschiedenis meteen toe, geen eenvoudig antwoord hebben. Op het eerste oog is dat gek: de Europese Unie is al zo’n beetje vijfenzestig jaar in wording, dat proces zou toch op z’n minst enkele antwoorden moeten kunnen geven?

Europa als toeval

Segers, hoogleraar eigentijdse Europese geschiedenis en Europese integratie in Maastricht, ontkent dat niet, maar legt de nadruk juist op alle onvoorspelbare en onverwachte wendingen die sinds de jaren vijftig zijn gebeurd. Integratie is vaak de uitkomst van ‘onbedoelde uitkomsten van Europese politieke processen’. Oftewel: vooraf opgestelde plannen kunnen vaak meteen weer de prullenbak in. ‘Europa’, dat even suggestieve als ongrijpbare woord, ontstaat door toeval en in crises. Naast academicus is Segers ook columnist voor het Financieele Dagblad en in Europa en de terugkeer van de geschiedenis zijn een aantal van zijn columns verzameld.

Wat meteen opvalt, zeker in vergelijking met Het vervloekte paradijs, een selectie columns van Caroline de Gruyter, is dat Segers een meer academische toon aanslaat. Hij schuwt niet de dagelijkse ontwikkelingen in een academisch kader te plaatsen, ze op die manier te kleuren en uit de oneindige stroom gebeurtenissen te tillen. In een column van begin 2015 bespreekt Segers de paradox dat steeds meer mensen in Europa naar Duitsland kijken voor leiderschap, terwijl dat land minder vat heeft op Europese instituties. Dan concludeert hij: ‘De situatie onderstreept dat Duitsland de positie van Europese hegemoon verworven heeft.’ Wat dat precies betekent, wordt niet helemaal duidelijk – wat een simpel, maar krachtig inkijkje geeft in Segers’ publiek in het FD.

Verschillende zienswijzen

Waar De Gruyter de blaam voor het moeizame functioneren van de EU doorgaans bij de lidstaten legt, wijst Segers eerder naar de supranationale instituten in Brussel. Af en toe steekt hij daarbij een soms verwarrend, soms amusant moraliserend vingertje op. Het legt verschillende zienswijzen op de Europese integratie bloot – en precies dat is de reden dat de vragen die Segers oproept in de inleiding nog geen (definitief) antwoord hebben.

Europa en de terugkeer van de geschiedenis eindigt met een langer stuk, over ‘schemer en schittering’ in Europa. Dit essay is veruit het interessantste uit dit boek: gedurfder, scherper. ‘De Europese schittering komt van de twijfel, en de honger naar kennis en inzicht die daarbij past. (…) De dag dat Europa lui of zelfgenoegzaam wordt in deze zaken, zal de catastrofe opnieuw dichterbij brengen.’ Het essay gaat over dichters en denkers, politici en economen: dat is alles wat Europa is.

Kunst / Expo binnenland

Kunstenaar met een sociale boodschap

recensie: Johan van Hell, op klare toon

In Museum MORE te Gorssel is momenteel een tentoonstelling gewijd aan de kunstenaar en musicus Johan van Hell (1889-1952). De tentoonstelling draagt zijn naam met als toevoeging ‘Op klare toon’. Deze ‘klare toon’ heeft zowel betrekking op zijn werk als beeldend kunstenaar als op zijn werk als musicus. Bij een musicus is die toon wel duidelijk, maar hoe uitte hij dit in zijn schilderwerk en grafiek?

Johan van Hell werd geboren in Amsterdam en volgde daar zijn schilder-, teken- en muzieklessen. Naast het schilderen, was hij tot aan zijn dood werkzaam als tekenleraar op diverse scholen. Verder speelde hij regelmatig als invaller klarinet in het Concertgebouworkest en gaf hij klarinetlessen bij hem thuis. Vanaf 1918 raakte hij actief betrokken bij de Arbeiders Jeugd Centrale (AJC), de jongerenbeweging van de SDAP. De AJC was een socialistische jeugdbeweging, die tot doel had de arbeidersjeugd op te voeden en te ontwikkelen. Hij maakte pamfletten en affiches. In zijn werk probeerde hij kunst voor iedereen toegankelijk te maken, door een herkenbare wereld van alledag te tonen.

Johan van Hell

Opkomend onweer, 1921

Ontwikkeling in stijl

De tentoonstelling geeft in drie zalen een mooi overzicht over het leven van Van Hell. Er wordt aandacht besteed aan zijn vroege en latere schilderwerk, zijn grafiek en zijn liefde voor muziek. Dit laatste komt tot uitdrukking door de vele schilderijen waarop muzikanten worden afgebeeld. Tot ongeveer 1925 schilderde Van Hell voornamelijk portretten en landschappen, waarin hij duidelijk nog op zoek is naar zijn eigen stijl. Daarna is er een verandering te zien in zowel zijn manier van schilderen als de keuze van zijn onderwerp. Zijn thematiek hangt nauw samen met zijn socialistische overtuiging en zijn werkzaamheid tijdens de crisisjaren (1929-1940). Van Hell schilderde deze beelden in zijn eigen gestileerde stijl. Hoewel zijn geometrische composities raakvlakken hebben met De Stijl en het Constructivisme, blijven zijn figuren herkenbaar. Dat had ook te maken met het feit dat kunst voor hem toegankelijk moest blijven voor de gewone mens. Vanaf 1940 kiest Van Hell voor meer levendige en gedetailleerde schildertrant. De tentoonstelling zet hiervan een goed overzicht neer. Je ziet duidelijk de tijdgeest van deze jaren in Amsterdam. Van Hell portretteerde de mensen van de straat. Vaak maakte hij ook litho’s van zijn schilderwerken, om ze toegankelijk te maken voor minder draagkrachtigen.

Straatmuzikanten,1930 Collectie Stedelijk Museum Amsterdam

Straatmuzikanten, 1930, Collectie Stedelijk Museum Amsterdam

Crisisjaren

Het schilderij Man met sandwichbord uit 1922 is het eerste werk waar Van Hell zijn betrokkenheid bij de arme stedeling laat zien. Lopen met een sandwichbord doe je alleen als de nood groot is. Amsterdam wordt op dat moment geteisterd door armoede en werkeloosheid. Het is een somber schilderij. De houding van de man en zijn gezicht laten een en al treurigheid zien. De klompen verwijzen naar armoede, die droeg je alleen als je geen geld had om schoenen te kopen. Het gezicht van de man, de achtergrond, de straat en de klompen tonen duidelijk kubistische invloeden.

De wereldwijde economische crisis die in 1929 ook Nederland trof, veroorzaakte veel werkloosheid.
Vooral arbeiders werden getroffen. De werklozensteun die zij kregen was laag en daarom probeerden zij op allerlei manieren wat bij te verdienen, bijvoorbeeld als straatverkoper, acrobaat of muzikant. De schilderijen: Olieman (1928), Straatmuzikanten (1930), Acrobaten ( 1935) en Fruitkar (1936) tonen duidelijk zijn stijl en thematiek in heldere kleuren.

Fruitkar, 1936, Collectie Stedelijk Museum Amsterdam

Fruitkar, 1936, Collectie Stedelijk Museum Amsterdam

Op klare toon

Van Hell gaf door middel van zijn onderwerpkeuze duidelijk zijn socialistische opvattingen weer. Een combinatie van verhalende kunst weergegeven in heldere kleuren, vorm en inhoud. Hij liet geen groot oeuvre achter, omdat hij aan zijn dubbele talent, kunst en muziek, evenveel aandacht schonk. Ondanks het feit dat zijn werk geen vrolijk onderwerp heeft, wekken de meeste werken, door veel gebruik van felle primaire kleuren, geen verdrietige emoties op.

Theater / Voorstelling

Verrukkelijk danstheater voor kinderen van 8 tot 88

recensie: Maas theater en dans - Liefde

In Liefde gaan acht performers op zoek naar de liefde. Kinderen kunnen zichzelf herkennen, ouderen in feite ook. Maas theater en dans maakt een heerlijke voorstelling waar je ademloos naar kijkt en helemaal rozig van enthousiasme uitkomt.

Het toneel is kaal met op de achtergrond een brede uit drie treden bestaande trap gemaakt van metalen roosters met een piepklein fonteintje bovenop. Acht jonge performers – dansers, mimers, spelers – lopen rond in het soort kleren dat kinderen graag dragen: behaaglijke vesten en mutsen met berenoren. Sommigen hebben een knuffel die al snel in de hoek wordt gegooid. Het bewegen is aanvankelijk minimaal, iedereen kijkt vooral de kat uit de boom.

Verandering

Dan komen er veranderingen: de bewegingen worden groter, speelser, risicovoller. Sommige jongens worden durfallen die van de trap af springen of vallen. De meisjes gaan mooie jurken dragen. Er is een jongen die ook graag jurken draagt, maar die hem steeds door een van de meisjes worden afgepakt. Uiteindelijk brengt hij haar alles wat hij vindt en zo krijgt ze een prachtig prinsessengewaad met een heel wijde rok.

4_hr_liefde_maas-theater-en-dans_philedeprezHet zijn kinderen die we langzaam tot jonge mensen zien uitgroeien. De jongen met de grote bek die iedereen wegduwde ontplooit empathie en het verlegen meisje danst in een opvallende outfit de sterren van de hemel. Het steeds naar ons lachende kind wordt stil en trekt zich terug en de nette jongen krijgt tot zijn verrukking alle meisjes achter zich aan. We zien hoe aanvankelijk iedereen zich uitslooft en laat zien wat ze allemaal durven en kunnen. Later zoeken ze bewust contact met elkaar en proberen ze zelfs te zoenen, aanvankelijk op een prachtig gevonden manier met de handen voor de mond. Een van de jongens is dolenthousiast als het hem echt lukt, hij vormt een hartje met zijn vingers en geeft aan dat ze nu bij elkaar horen, maar het meisje trekt een vies gezicht en veegt haar mond af.

Zielig

Op een discofeest waar iedereen elkaar de loef probeert af te steken met hippe kleren en de allerbeste moves wordt een zwart meisje door de anderen in de steek gelaten. Als ze weer probeert aansluiting te zoeken, lukt dat niet. Een kind naast me verzucht: ‘zielig’. Hoe het zit en waarom dat gebeurt wordt niet uitgelegd. Dat is zowel frustrerend als mooi. In het leven gebeuren vaak onbegrijpelijke dingen. Door het te laten zien en het daarbij te laten, raakt het des te meer.

5_hr_liefde_maas-theater-en-dans_philedeprezWaterballet

Liefde is een adembenemende en, soms letterlijk, spetterende voorstelling, waarin je als publiek constant gefascineerd kijkt naar wat er gebeurt, hoe iedereen met elkaar omgaat en op elkaar reageert. Er wordt prachtig en aanstekelijk bewogen en gedanst. Er zijn mooie vondsten: een jongen trekt glimmende rode schoenen aan waarna hij, zoals in het sprookje, niet meer kan stoppen met dansen. Er wordt een potje voetbal gespeeld waarbij de spelers gracieuze posities uit het klassieke ballet aannemen. En we zien een jongen die heel graag wil zoenen, maar het niet durft en het meisje op het laatst dan maar snel op haar billen kust. Wat ze niet kan waarderen.

Aan het einde blijkt het kleine fonteintje ook te zijn gegroeid en kunnen we genieten van een heerlijk waterballet met grappige momenten, maar ook ontroerende, waarin iedereen eventjes het middelpunt van alle aandacht is.

Liefde, danstheater voor kinderen van acht tot achtentachtig: het nieuwe jaar kon niet beter beginnen.

Toon Michiels - Holiday Motel
Kunst / Achtergrond
special: De 8WEEKLY-kunstredactie selecteert de beste tentoonstellingen van het afgelopen jaar
Toon Michiels - Holiday Motel

De beste tentoonstellingen van 2016

Traditiegetrouw heeft de kunstredactie zich gebogen over de bijna onmogelijke vraag: wat waren de beste tentoonstellingen van 2016? Het resultaat is een gevarieerd lijstje met stuk voor stuk imponerende tentoonstellingen die gezamenlijk een representatie vormen van het afgelopen jaar op gebied van kunst. De volgende tien tentoonstellingen zetten wij graag nog een keer in het zonnetje.

Ai Weiwei safepassage recensie

Safepassage, Facebook. Ai Weiwei Camps

1. Ai Weiwei – #SafePassage, Foam

Het Foam fotografiemuseum toonde afgelopen jaar een nieuwe reeks foto’s van de controversiële Chinese kunstenaar en activist Ai Weiwei (1957), bekend om zijn sociale projecten, objecten en interventies in de publieke ruimte. In deze fotoserie verbindt hij vluchtelingenkampen in Europa overtuigend aan zijn eigen ervaringen van gevangenschap in China. Ai Weiwei is altijd op zoek naar maatschappelijk kwesties die hij aan kan kaarten, en wat is nu actueler dan de vluchtelingenproblematiek? Met zijn kunst spreekt hij vooral jongeren aan, door gebruik te maken van vluchtige foto’s en het gebruik van de #, wat een directe verwijzing is naar Instagram. Een indrukwekkende tentoonstelling die aan het denken heeft gezet.
Lees hier de recensie: Het systeem versus het individu

2. Toon Michiels – American Neon Signs by Day & Night, Nederlands Fotomuseum

Ontwerper en fotograaf Toon Michiels (1950-2015) reisde in de jaren zeventig van de vorige eeuw langs Amerikaanse autowegen en fotografeerde systematisch de neon signs die zijn pad kruisten. Zijn prachtige serie ‘tweeluiken van vergane glorie’ was te zien in het Nederlands Fotomuseum in Rotterdam.
Lees hier de recensie: Magie in licht en donker

Title: Zoo, Oxford Artist: Craigie Horsfield Date: January 1990, 2008 Material: tapestry Size: rhino 1 370x552 cm, rhino 2 370x552cm Photo: courtesy the artist

Craigie Horsfield, Zoo, Oxford, January 1990, 2008. Photo: courtesy the artist

3. Craigie Horsfield – How the world occurs, Centraal Museum

De eerste solotentoonstelling – bestaande uit zo’n veertig werken – van de Engelse kunstenaar Craigie Horsfield (1949), in de voormalige negentiende eeuwse stallen van het Centraal Museum in Utrecht, kwam ongenadig hard binnen. Een relevante tentoonstelling, nog te zien tot en met zondag 5 februari 2017 in het Centraal Museum.
Lees de recensie: Kunst als grenservaring

4. Robin de Puy – If this is true… 10.000 km door Amerika op een motor, Fotomuseum Den Haag

Fotografe Robin de Puy (1986) trok 10.000 kilometer door Amerika. Alleen, op een motor, met de camera paraat en op zoek naar nieuwe beelden. Fotomuseum Den Haag toonde de uitkomst van deze opzienbarende reis: veel weirdo’s met bijzondere uitdrukkingen en in ontwapenend zwart-wit.
Lees hier de recensie: Beeldmaker op de vlucht

Jheronimus Bosch, Adoration of the Magi, ca. 1470-80, New York, The Metropolitan Museum of Art, John Stewart Kennedy Fund, 1913. Photo Rik Klein Gotink and image processing Robert G. Erdmann for the Bosch Research and Conservation Project.

Jheronimus Bosch, Adoration of the Magi, ca. 1470-80, New York, The Metropolitan Museum of Art, John Stewart Kennedy Fund, 1913. Photo Rik Klein Gotink and image processing Robert G. Erdmann for the Bosch Research and Conservation Project.

5. Jheronimus Bosch – Visioenen van een genie, Het Noordbrabants Museum

Het leeuwendeel van de schilderijen en – minder bekende – tekeningen van Jheronimus Bosch waren te zien in een publiekstrekker in de plaats waar hij geboren werd en werkte: ’s-Hertogenbosch. Mooi vormgegeven tentoonstelling die uitnodigde om je in Bosch’ werk en tijd te verdiepen én er met volle teugen van te genieten.
Lees de recensie: Hemel en hel

6. Fra Bartolommeo – De goddelijke renaissance, Museum Boijmans Van Beuningen

Fra Bartolommeo (1473-1517) werd aan het begin van de 16e eeuw geroemd om zijn fenomenale schilderkunst. Hij ging daarbij niet over één nacht ijs, maar maakte uitgebreide voorstudies van zijn personages en composities. Prachtige, soms zelfs wat onbeholpen tekeningen en enkele schilderijen van de Italiaanse tijdgenoot van de grote Leonardo da Vinci, Michelangelo en Rafaël in een fraaie overzichtstentoonstelling in Rotterdam. Museum Boijmans van Beuningen heeft een indrukwekkende tentoonstelling in huis, welke nog te zien is tot zondag 15 januari 2017. Neem er de tijd voor om alles te bekijken, en de uitgebreide tekstbijschriften te lezen.
Lees de recensie: Een monnik met talent

Eye Love You - van der Elsken

Eye Love You, heruitgave Uitgeverij Lecturis (2016)

7. Parademuseum: Eye Love You – Ed van der Elsken, Theaterfestival de Parade

Theaterfestival De Parade was afgelopen editie een nieuwe attractie rijker: het Parademuseum. Geen statische tentoonstelling van beelden uit de oude doos, maar een korte, hevige ervaring die de zintuigen prettig overrompelde. In 2016 verzorgde het Nederlands Fotomuseum in Rotterdam de aftrap met een dynamische presentatie van het werk van fotograaf en filmer Ed van der Elsken (1925-1990).
Lees hier de recensie: Lust for life

8. Jan Toorop, Gemeentemuseum Den Haag

Jan Toorop (1858-1928) is in Nederland vooral bekend geworden door zijn affiche voor de Delftsche slaolie. Wie denkt dat dit zijn werk zo’n beetje omvat, vergist zich schromelijk. De overzichtstentoonstelling in het Gemeentemuseum Den Haag opende vele ogen. De werken die het museum bijeen had weten te brengen waren indrukwekkend.
Lees hier de recensie: Balancerend tussen werkelijkheid en symboliek

Erich Heckel-Vlaamse-vlakte-1916-tempera en olieverf op doek - Stadtisches Museum Abteiberg.

Erich Heckel-Vlaamse-vlakte-1916-tempera en olieverf op doek – Stadtisches Museum Abteiberg.

9. Wilden. Expressionisme van ‘Brücke’ & ‘Der Blaue Reiter’, Museum de Fundatie

Museum de Fundatie kreeg het voor elkaar de aandacht van de bezoeker steeds te verleggen en toch vast te houden. Expressionisme, de kunsthistorische canon, maar ook de achtergrond van WO I en een combinatie met verrassend tegengesteld werk maakte van Wilden een imponerende tentoonstelling. De tentoonstelling was inhoudelijk sterk, met prachtige en belangrijke stukken van de Duitse expressionisten en een maatschappelijke en ideologische lading.
Lees de recensie: Idealisme verandert van kleur

10. Amy Winehouse – A Family Portrait, Joods Historisch Museum

Geen glitter en glamour, geen ode aan de dode, maar een gewone familiegeschiedenis. Dat is wat de tentoonstelling over Amy Winehouse in het Joods Historisch Museum wilde laten zien. De bezoeker kreeg een kijkje in haar privéleven en zag haar als tiener en jonge vrouw die nog niet is beïnvloed door de enorme media-aandacht en sensatiezucht die haar later fataal werden. Een ontroerende tentoonstelling, veroorzaakt door haar eenvoud.
Lees hier de recensie: Een doodgewoon joods meisje

Boeken / Fictie

Zekerheden maken plaats voor angst

recensie: Kristine Bilkau
 - De gelukkigen

In De Gelukkigen beschrijft de Duitse journaliste Kristine Bilkau hoe een jong stel omgaat met weggevallen zekerheden als gevolg van de economische crisis. Haar debuutroman wordt geprezen als een sociologisch portret van een generatie. Maar het is meer dan dat.

Isabell en Georg wonen in een hippe wijk van een grote Duitse stad. Hij is redacteur bij een belangrijke nationale krant en zij is celliste. Ze hebben samen een zoontje, Matti. Ze zijn gelukkig en hebben hun leven op orde.

Maar hun zorgeloze leventje wordt aan het wankelen gebracht. Isabell kan haar werk als celliste niet meer voortzetten door trillingen in haar hand. Georg wordt het slachtoffer van een reorganisatie bij de krant. Ze moeten allebei op zoek naar een nieuwe baan.

Frustratie


Terwijl hun inkomen terugloopt, wordt alles om hen heen duurder. De huur stijgt, de koffie bij de hippe koffietentjes wordt steeds duurder en de oude bakker is vervangen door een ambachtelijke bakkerij: ‘authentiek’, maar wel ontzettend prijzig. Ze hebben er altijd aan meegedaan maar als de werkloze Isabell bij de bloemist 35 euro voor wat bloemen moet afrekenen, voelt ze zich bedonderd.

Isabell en Georg gaan met deze nieuwe situatie verschillend om. Georg legt zichzelf en zijn gezin een sober regime op. Het heeft iets weg van boetedoening: als we geen geld verdienen, verdienen we ook niets, zo lijkt Georgs motto te zijn. Hij lijkt voldoening te halen uit het tot op de laatste cent uitrekenen van de uitgaven en het uitpluizen of hij een paar cent kan besparen op de tandpasta.

Ondanks, of misschien wel dankzij Georgs zuinigheid, weigert Isabell te besparen. Ze blijft dure jurken kopen en sushi bestellen, hoewel ze zich dat eigenlijk niet kan veroorloven. Ze ergert zich aan de demonstratieve zuinigheid van Georg. Op zijn beurt verwijt hij haar dat ze zich niet aanpast aan de nieuwe situatie.

Vlucht


Georg droomt van een uitvlucht. Op internet kijkt hij naar boerderijen waar hij met Isabell zelfvoorzienend zou kunnen leven. Maar wil hij dat echt? Als hij het stel opzoekt dat hij ooit voor de krant over hun zelfvoorzienende boerderij heeft geportretteerd, lijkt hij teleurgesteld als hij ziet dat ze het nog steeds volhouden. Hij had ze liever zien falen, dan had hij die optie ook kunnen afstrepen.

Isabell wil juist alles behalve die vlucht naar voren maken. Zij klampt zich vast aan alles wat ze heeft, ze wil ‘zich verstoppen voor de tijd die almaar doortikt’. Tijdens het schoonmaken kan ze Matti’s vingerafdrukken op de deur niet wegpoetsen: ze laat ze zitten, als herinnering.

Ook zij wil vluchten, maar juist de tegengestelde kant op als Georg. Maar omdat dit alles onuitgesproken blijft, groeien de onderlinge frustraties en krijgen ze steeds meer ruzie.

De reden dat dit alles onuitgesproken blijft, is schaamte. Schaamte voor de buitenwereld maar ook voor elkaar. Ze willen niet aan elkaar toegeven dat ze – in ieder geval in hun eigen ogen – zijn ‘mislukt’.

Mislukkelingen


De gegentrificeerde buurt wrijft dat er ongenadig in. Isabell hoort ’s nachts het gelach van de cafétafeltjes bij haar in de buurt: ‘ze drinken wijn en espresso en hebben geen tijd voor zwakkelingen (…), de straten van haar buurt zijn niet voor mislukkelingen.’

Voor Georg is een avondwandeling door de buurt een kwelling geworden. Een blik in de smaakvol ingerichte huizen van vreemden gaf hem voorheen een behaaglijk gevoel. Nu zeggen ze hem allemaal hetzelfde: ‘Wij kunnen het, jij niet’.

Generatieportret


Bilkau’s debuutroman is het portret van een generatie. De dertigers en veertigers startten hun werkende leven in de tijd waarin economische groei vanzelfsprekend leek. Nu worden zij ineens geconfronteerd met het risico dat alles wat ze hebben opgebouwd, zomaar kan verdwijnen.

Maar De Gelukkigen is meer dan het portret van een generatie. Bilkau laat op overtuigende wijze zien wat angst met een relatie kan doen en hoe man en vrouw op elkaar reageren als hun levensplannen dreigen te mislukken. Externe factoren, in dit geval werk en inkomen, kunnen een negatieve uitwerking hebben op de liefde tussen twee personen. Dat is zonde. Want hoewel het geen vanzelfsprekendheid is, heeft juist de liefde de kracht soeverein te zijn.

Boeken / Fictie

Wereldramp op komst gezien door kinderogen

recensie: Irmgard Keun - Kind van alle landen

Irmgard Keun (1905-1982) bewijst met haar exilroman Kind van alle landen maar weer eens dat het verleden meer schatten kan opleveren dan de overladen dag van vandaag. Dat er twee eerdere vertalingen zijn gemaakt, in 1939 en 1980, zegt ook wel iets.

Het is niet de enige roman die vanwege het nazisme door Querido in Amsterdam werd uitgegeven, in 1938, toen ook de Duitse schrijfster al het hazenpad had moeten nemen. In Oostende volgde een liefde met Joseph Roth, waaraan door diens overmatige jaloezie en het nodige gedistilleerd na anderhalf jaar een eind kwam. Intussen had Keun hem de nodige eer gegeven met de op hem geïnspireerde vaderfiguur in Kind aller Länder. Die wordt in de hele roman gezien door de ogen van pittig dochtertje Kully, als verteller het eigenlijke hoofdpersonage.

Kinderlogica

Vader Peter is succesvol journalist, schrijver en innemer. Hij is weinig bij zijn gezin omdat hij voortdurend op reis is om her en der geld te lenen en van zijn uitgevers voorschotten los te peuteren op boeken die hij meestal nog schrijven of voltooien moet. Een thuis is er niet, want er wordt steeds van hotel en ook nog van stad en land gewisseld. Aan de ogen van Kully trekt in die vooroorlogse tijd heel wat turbulentie voorbij. De lezer bevindt zich in de alwetende positie ten opzichte van de wereldramp in voorbereiding. Nog niet de helft daarvan dringt echt tot Kully door. Geen nood, want wat ongerijmd lijkt, rijmt haar fantasie en kinderlogica tot iets wat klopt. Vaak is dat grappig en van een zeker schattigheidsgehalte.

Voor de afwisseling van taal is het goed dat Kully hier en daar van grote mensen een brief leest of gesprekken weergeeft. Het kinderperspectief gaat Keun zo goed af dat je haar ervan verdenkt ook zelf de wereld als een kind bekeken te kunnen hebben. Het is niet alleen een kwestie van denken, maar ook van formuleren: bijvoorbeeld niet ‘tegenwind’, maar ‘de wind hield ons tegen’. Al met al kun je in het verhaal drie lagen zien die elkaar organisch aanvullen: de kinderlijke, de volwassen en de literaire. Niet mis, zo’n compositie.

Onmacht

We beleven het leventje van het meisje goeddeels zintuiglijk. Ze ziet en hoort de wereld om zich heen als een fait accompli, terwijl de volwassenen weten dat die wereld nooit zo had mogen verscheuren en zij angstig en onzeker zijn over de nabije toekomst.

Waarom moet je eigenlijk volwassen worden als je daar alleen maar verdrietig van wordt? (…) Mijn moeder heeft een keer gezegd dat je als volwassene schuldig wordt en niets ter wereld maakt je verdrietiger dan schuldig te zijn.

Moeder Anni, Annchen in de wandeling, lijdt onder de gedurige armoe en de stress er steeds maar alleen voor te staan. De vader lijdt op zijn meer wereldse manier. Door zijn schijnbaar opgewekte onmacht, waaraan heel wat alcoholische slokjes zijn toegevoegd, wordt zijn lijden en daarmee het lijden van zijn gezin niet bepaald verholpen. Tegen Annchen: ‘De tijden zijn erger dan ooit. Eigenlijk zou ik eerst jou en Kully en dan mijzelf moeten vermoorden. Maar je weet dat ik geen greintje verantwoordelijkheidsgevoel heb.’

Springerig

Het kinderlijk associatieve vertaalt zich in springerige alineaatjes, vaak niet langer dan één zin. Kully staat niet lang ergens bij stil. Het is veel meer dat haar zintuigen op scherp staan dan dat ze overdenkt. Dat komt vooral door de stroom van nieuwe ervaringen dankzij de moeilijk berekenbare vader, en dat dan ook nog op een breekpunt in de wereldgeschiedenis. Daardoor geeft de roman naast een indrukwekkend verhaal een uniek tijdsbeeld.