Film / Films

Niet hoe, maar wanneer loopt dit af?

recensie: Underworld

Een film over een al duizend jaar durende oorlog tussen vampiers en weerwolven in de stijl van The Matrix en Blade. Altijd leuk, zou je denken. Nou, niet echt dus. Door de kille stijl en het rommelige script wordt de eerste film van regisseur Len Wiseman, Underworld, geen één moment echt spannend of boeiend en is zelfs ronduit saai.

Waarom Underworld er niet in is geslaagd te zorgen voor twee uur lang spanning en sensatie is moeilijk aan één ding te wijten. Aan het plot kan het niet liggen: weerwolven en vampiers zijn al duizend jaar met elkaar in oorlog wanneer vampier Selene (Kate Beckinsale) ontdekt dat de weerwolven, oftewel Lycans, achter een mens aanzitten. Ze is vastberaden van plan het geheim achter de man, Michael Corvin (Scott Speedman), te ontdekken, maar ze komt in de problemen wanneer er een onmogelijke liefde tussen hen beiden lijkt te ontstaan.

~

Rommel

Maar waar ligt het dan wel aan? Om te beginnen is het script een rommel: alles loopt door elkaar en het geheel brengt eerder verwarring dan opheldering met zich mee. Hierdoor is het voor de kijker erg moeilijk geboeid te blijven kijken en interesseert het je eigenlijk niet hoe het de personages verder zal vergaan.

Dat brengt ons automatisch bij de tweede ‘oorzaak van mislukking’: de tweedimensionale personages. Een van de belangrijkste punten van een film is dat de kijker zich betrokken moet voelen bij de personages en met hen mee kan leven. Bij Underworld is dit allesbehalve het geval. Naarmate de film vordert, wordt er wel geprobeerd de personages wat diepgang en verleden te geven, maar het mag dan al niet meer niet baten. Hoofdpersoon Selene blijft – ondanks het oprakelen van een pijnlijk verleden – zo plat als een ouderwets dubbeltje, net als de rest van de personages.

Cool

Het enige lichtpuntje in deze ‘film zonder richting’ is de stijl. De lange, leren jassen en duistere sfeer doen denken aan The Matrix en Blade en toegegeven, het ziet er cool uit. Vooral de vampiers met hun dramatische baljurken en pakken zetten in het begin van de film de sfeer neer. In het begin van de film, want naarmate het verhaal zich verder ontplooit, verschuift de sfeer van cool naar kil. Al snel verlang je naar wat kleur – en dus niet alleen blauw en zwart – en een dosis humor, iets dat in Underworld al helemaal ontbreekt.

Wat een leuke, spannende actiefilm had kunnen worden, is dus een saaie vampier/weerwolffilm gebleken. Kortom: een film waarbij je je niet afvraagt hoe hij zal aflopen, maar wanneer hij zal aflopen. Verontrustend gegeven is dan ook dat het einde van Underworld schreeuwt om een vervolg. Iets dat waarschijnlijk helaas niet zal uitblijven…

Film / Films

Videotapes op een schijfje

recensie: Editie januari 2004

Het is jammer dat sommige dvd-makers nog steeds denken dat een schijfje niet veel meer is dan een platte en ronde videoband. Er worden nog steeds dvd’s op de markt gebracht waarop alleen de film staat, terwijl andere vol staan met leerzaam audiocommentaar, lachwekkende bloopers, diepzinnige documentaires en andere leuke extra’s. Een dvd met ‘niks’ erop kan haast niet meer. Langzaamaan dringt dat ook tot distributeurs door. Als nu de kwaliteit van het gebodene ook nog beter wordt, kunnen we met gerust hart een punt zetten achter deze rubriek: videotapes op een schijfje.

Whale Rider

(Niki Caro • 2002 • RCV)

Deze film werd op filmfestivals wereldwijd geroemd om zijn boeiende kijk op de Nieuwzeelandse Maori-cultuur. Dit volk hoopt al sinds het begin der tijden op de Grote Leider die hen zal redden en bewaren tot in de oneindigheid. Koro, de oude en zeer orthodoxe hoofdpersoon van de film, is een afstammeling van de oerwalvis Paikea, maar de bloedlijn van de familie wordt bedreigd als de mannelijke helft van een tweeling, Koro’s kleinzoon, bij de geboorte sterft en alleen het meisje achterlaat. Koro heeft er een filmlengte voor nodig voordat het bij hem doordringt dat niet alleen mannen een natuurlijk leiderschap bevatten. Deze boodschap ligt er in Whale Rider een beetje te dik bovenop, maar het verhaal zelf is mooi en ontroerend, vooral dankzij de prachtige rol van de jonge actrice Keisha Castle-Hughes.

Max

(Menno Meyjes • 2003 • A-Film)

Alleen het uitgangspunt van deze film is al intrigerend genoeg om hem eens te gaan zien: wat zou er namelijk gebeurd zijn als Adolf Hitler, die na de Eerste Wereldoorlog artistieke aspiraties had, kunstenaar was gebleven en zich niet met de politiek had bemoeid? Max is het verhaal van kunsthandelaar Max Rothman (John Cusack), die Hitlers werk bij toeval onder ogen krijgt en wel iets in de gepassioneerde maar wereldvreemde man ziet. Hij neemt hem onder zijn hoede, maar raakt door Adolfs politieke ideeën en idealen steeds verder van hem vervreemd. Scenarist Menno Meyjes schreef eerder The Color Purple voor Steven Spielberg, en bood hem ook het script voor Max aan, maar Spielberg wilde zijn handen er niet aan branden en gaf Meyjes de eer. Gelukkig maakte deze er een indringende film van. De intense rol van Noah Taylor als de ontluikende Adolf Hitler zal nog weken door je hoofd spoken.

The Eye

(Pang Brothers • 2003 • A-Film)

The Eye wordt door de Aziatische spin doctors tot de engste films aller tijden gerekend, maar waar er bij Ju-On: The Grudge (binnenkort uit op dvd) nog een hoop te genieten valt boven de enge stukjes, wil The Eye eigenlijk maar één ding: je bang proberen te maken. Helaas lukt dat niet, en door een belachelijke finale vol slechte computereffecten valt de film helemaal in het water. Het regisserende duo Danny en Oxide Pang heeft zeker oog voor mooie plaatjes, maar het Thaise antwoord op The Exorcist is The Eye zeker niet – denk eerder aan een mislukte mengeling van The Sixth Sense, de jaren-90-thriller Blink en Oliver Stones verzwegen regiedebuut The Hand.

Love’s Labour’s Lost

(Kenneth Branagh • 1999 • Indies)

Kenneth Branagh is niet alleen bekend als Gilderoy Lockheart, hij heeft zich ook nog eens tot doel gesteld alle werken van Shakespeare te verfilmen, zo lijkt het wel. Want naast Henry V, Much Ado About Nothing en een integrale Hamlet maakte hij in 1999 deze lichtvoetige musicalversie van de komedie Love’s Labour’s Lost. Het verhaal (over een koning en zijn drie vrienden die zweren zich drie jaar lang alleen aan de studie te wijden en geen contact met vrouwen te hebben) is weinig memorabel en het kost enige moeite om Alicia Silverstone te zien in de rol van een Franse prinses, maar de lol spat van het scherm en de liedjes zijn leuk, vooral voor degenen die bekend zijn met big-bandmuziek uit de jaren 30 en 40. De menu-optie Behind the Scenes bevat bijna twintig minuten ruwe video-opnamen die tijdens de repetities en opnamen van de film zijn gemaakt.

Equilibrium

(Kurt Wimmer • 2003 • RCV)

Van alle Matrix-klonen is dit een van de leukste. Equilibrium mengt zijn inspiratiebron met de Big Brother-scenario’s van George Orwell en Aldous Huxley tot een vlotte actiefilm over een toekomstmaatschappij waarin emoties verboden zijn. Emoties zijn de bron van alle kwaad, en daarom moet iedereen verplicht dezelfde pakjes dragen en in dezelfde steriele woonblokken leven. Christian Bale is een lid van een speciale politie-eenheid die sense offenders oppakt, maar door een paar dramatische gebeurtenissen zelf emoties begint te voelen. De Matrix-invloed is in de actiescènes het duidelijkst te merken, maar gelukkig voegt regisseur Wimmer genoeg innovatieve shots toe aan de film om de boel interessant te houden. Equilibrium is geen briljante film, maar zeker goed voor het begin van een vermakelijk filmavondje.

The Terminator

(James Cameron • 1984 • MGM)

Dit eerste deel van de Terminator-saga verveelt nooit, hoewel hij twintig jaar later wel duidelijk is gedateerd. MGM heeft de film opnieuw op dvd uitgebracht in een zwaar uitgeklede versie die werkelijk geen enkele extra bevat. Toegegeven, hij is met een kleine 15 euro niet echt duur, maar de echte fans zullen deze versie willen overslaan. Tenzij het je alleen om de film gaat natuurlijk.

Muziek / Achtergrond
special: Noorderslag 2004

Van gelikt tot gedreven

Het Noorderslagfestival in Groningen is altijd weer een mooie gelegenheid om te kijken wat er in de Nederlandse popmuziek gebeurt. De belangrijkste bandjes van het afgelopen jaar en de beloftes van komend jaar komen begin januari traditioneel naar het noorden. Als altijd leverde dat ook dit jaar weer een drukke bedoening op in muziekcentrum Oosterpoort. Vierenvijftig acts speelden in acht ruimtes – zelfs in de entreehal en de kelder werden bands neergezet. Ook waren er thema-ruimtes: in de Marathonzaal kon worden gedanst en in de Binnenzaal speelden de bij het grote publiek weinig bekende multi-culti-groepen.

Bløf

Gelikte soul

Openingsact in die Binnenzaal was de Kaapverdiaanse Suzanna. In december won Suzanna Lubrano, die op haar vierde naar Nederland verhuisde, twee prestigieuze Kora All African Awards, waaronder die voor de beste Afrikaanse zangeres. Een veelbelovend meisje dus, die Suzanna. Haar zang en de band bleken op Noorderslag inderdaad erg goed. De zoetige exotische liedjes lagen prettig in het gehoor, maar na twee nummers werd duidelijk dat het allemaal wel erg gelikt was. De liedjes werden zorgvuldig gezongen, zoals ze ook op plaat staan. Een opwindend gevoel in de onderbuik gaf het optreden daardoor zeker niet.

Het is een onderhand bekend probleem van de R&B en nu soul: liedjes maken kunnen de dames wel, maar de optredens ontberen originaliteit, opwinding en onrust. Dat bleek ook het manco bij Tasha’s World. Evenals Suzanna doet Natasha Slagtand, de drijvende kracht achter de groep, het goed in het buitenland: het debuut van de band is uitgebracht op een Brits label en ze zijn vooral in Japan erg hip. In Groningen sloeg de muziek echter minder aan. Ook dit optreden was te gelikt, te weinig authentiek.

Di-rect

Di-rect vs. passie

Bij Di-rect leek het even spannender te worden. De band rockte er lustig op los en gitarist Spike sprong als een jonge hond over het podium. Ook hier ging het echter na een paar nummers vervelen. De band doet de optredens nu al op de automatische piloot en de bokkesprongen van Spike bleken eveneens in steeds dezelfde patronen te gaan. Het is de vraag hoe de band zich zal ontwikkelen. De muziek kent momenteel weinig diepgang; het is vooral oppervlakkige gitaarpop, duidelijk door jongeren gemaakt. Dat zal komende jaren moeten veranderen, wil Di-rect niet net als bijvoorbeeld de Heideroosjes tot in lengte van dagen voor zalen vol met kinderen tussen de twaalf en zestien jaar spelen. Het wordt interessant te zien hoe de band zich door dat proces van volgroeiing heen worstelt, maar momenteel voegt Di-rect weinig toe aan de Nederlandse rockscène.

Terwijl Di-rect in de grote zaal speelde, was de kelder afgeladen met liefhebbers van We vs. Death. De instrumentale Utrechtse band speelt op surf geënte muziek. Overeenkomsten liggen er duidelijk met de Treble Spankers en Calexico, alleen zijn de Utrechters lomer, minder gehaast. We vs. Death staat in driemansformatie op het podium, maar wordt bij sommige nummers uitgebreid met een violiste. Sfeer staat voorop, maar de band speelt wel met passie. Dit in tegenstelling tot een ‘sfeerband’ als This Beautiful Mess, die eerder op de avond in de Oorzaal speelde. This Beautiful Mess grossiert in mooi gespeelde, maar erg saaie liedjes.

Stuurbaard Bakkebaard

Intellectueel geneuzel

De drift die acts als This Beautiful Mess en Suzanna misten, was later op de avond bij steeds meer bands terug te vinden. Echte hartstocht was er voor het eerst bij Stuurbaard Bakkebaard. De contrabassist, drummer en zanger annex gitarist toonden werkelijk geweldig te kunnen spelen, alleen deden ze dat te weinig. De band rockte niet lekker door, maar onderbrak het optreden regelmatig voor intellectueel geneuzel. Gelukkig werd dat tegen het eind van het optreden, toen de tijd snel opraakte, steeds minder. De band speelde toen lekker door, waardoor de chemie tussen band en publiek sterker werd. Er gingen zelfs enkele benen van de vloer.

Na Stuurbaard Bakkebaard was het de beurt aan echt energieke acts: eerst League of XO Gentlemen en Peter Pan Speedrock, daarna Green Hornet als afsluiter van het festival. Laatste twee verrasten niet, maar zetten wel erg goede optredens neer. Vooral Peter Pan wist te overtuigen met de harde gitaarpartijen. Zelden heb ik ook een band gezien die zijn muziek zo goed betitelde: het was drie kwartier pure speedrock uit Eindhoven.

League of XO Gentlemen

Muzikaal gezien was League of XO Gentlemen, de nieuwe band van Rudeboy, interessanter. Over de mengeling tussen hiphop en rock op de debuutplaat Smiling At The Claptrap Circuses waren wij al redelijk positief, maar live is de band nog veel beter. De League vervalt niet in Korn- of Limp Bizkit-achtige muziek, maar zoekt haar eigen weg tussen de twee stromingen. Voorspelbaar is het nooit, overtuigend des te meer. Rudeboy sleepte publiek en de band mee in zijn oneindige enthousiasme, waardoor een heerlijk energieke wisselwerking ontstond. Voor het eerst werd ook buiten de Marathonzaal enthousiast gedanst. Vooral tijdens de afsluiter, een cover van One Armed Scissors van At the Drive In, gingen zowel band als publiek helemaal los. De League was weliswaar niet de officiële afsluiter van het festival, maar de als Jon Spencer rockende Green Hornet en het wat flauwige Olabola vielen er volledig bij in het niet. De League of XO Gentlemen was zonder enige twijfel de meest overtuigende band op Noorderslag.

Boeken / Fictie

Krabbeltjes

recensie: Ingmar Heytze - Ik ben er voor niemand

.

Ik ben er voor niemand (2003), Heytze’s prozadebuut, voldoet echter niet aan het standaardbeeld van het begrip ‘proza’. Het bevat geen volle pagina’s met dichte doorlopende tekst en geen meeslepende verhaallijn. Het boek lijkt eigenlijk meer op een poëziebundel. Het bestaat uit kleine stukken tekst, die min of meer los van elkaar staan (gescheiden door witregels en kleine illustraties). Deze stukjes gaan over uiteenlopende dingen: reuzenpanda’s die maar een milde desinteresse voor elkaar tonen, een Japanse kers in bloei tijdens sneeuwval, een kapotte roltrap in een warenhuis op zaterdagmiddag, bezoek dat te laat komt, enzovoort.

Scheurkalender

Tussen al deze stukjes is er één verhaal dat een kleine lijn vormt door het boek. Het is het eind-goed-al-goed verhaal van een ik-persoon, Retour Afzender (hij ontvangt de post die door anderen is afgewezen) die verliefd is op een meisje genaamd Egel. Om hen heen lopen verdwaalde sprookjesfiguren die het geheel een surrealistisch karakter geven. Een kabouter (met een mutsje en rode wangen!) schopt tegen schenen, een vos praat sluw en een verre Eenhoorn stuurt brieven.
Deze vertelling vormt echter niet de hoofdmoot. Het gaat hier niet om de psychologie van de ik-persoon, het doordringen in een relatie of het vertellen van een geschiedenis. Dit verhaal bestaat net als de rest uit een verzameling losse anekdotes en verzinkt tussen al de andere observaties, gedachtes, vragen en mooie zinnen. Al met al doet Ik ben er voor niemand aan als een scheurkalender.

Luchtig en ontredderd

Is er iets mis met een boek dat gaat voor het kleine en losse in plaats van het grote samenhangende? Nee, niet persé. Heytze heeft een charmante, licht voortkabbelende toon van ‘er is niets aan de hand alleen enkele kleine dingen die niet iedereen ziet’. Zo observeert hij hoe het achterlichtje van zijn fiets dat op batterijen werkt steeds zwakker gaat branden: ‘Het achterlicht van mijn Gazelle doet mij zodoende aan allerlei dingen denken, maar wat voor een dingen, daar krijg ik de vinger dan weer niet achter.’ Het is een luchtige toon, vermengd met lichte ontreddering.

Net naast

Maar het lijkt alsof Heytze zich door zijn eigen charme heeft laten verleiden. Veel van de stukjes zitten er net naast. Zo maakt hij zijn eigen tegeltjeswijsheden: ‘Je hebt altijd een jas te veel bij je, of juist een sjaal te weinig’, ‘Waarom zou je vechten tegen dingen waarvan je helemaal niet wilt winnen?’. De teksten zijn net te wijs, en net te grappig (‘Ik kan je alleen dronken voeren als je een beetje meewerkt, bijvoorbeeld door af en toe iets te drinken. Verder zou het prettig zijn als je niet zo goed tegen drank kon, want ik heb weinig geld bij me.’), net te slim (‘Weet jij wat “groeten” eigenlijk precies zijn? “Liefs” en “dag” dat begrijp ik wel, maar “groeten”???’) en net te filosofisch (‘Dieren, wonen die eigenlijk wel?’). Veel van de stukjes zouden waarschijnlijk alleen leuk zijn wanneer je ze met handgebaren in het café zou horen vertellen (de vraag waarom camembert nooit terug in de verpakking past, of waarom serveersters toch tot de groep mensen behoren die niet reageren op jouw wuiven en roepen).

Aantekenboekje

Dit, en het feit dat de stukjes zo willekeurig door elkaar staan, maakt dat het boek niet aandoet als een zorgvuldig samengesteld eindproduct. Het verbaast dan ook niet om achterin te lezen: ‘Ik ben er voor niemand is geschreven op een Apple iBook, in diverse Utrechtse bibliotheken en cafés’, hoewel je je kunt afvragen waarom dit expliciet vermeld wordt. Het lijkt een excuus voor de totale luchtigheid. Inderdaad: we zijn aan het lezen in het aantekenboekje van een dichter die in het café zit. We kunnen misschien meegrinniken met de maker, maar nergens vallen we van onze stoel. Dit zijn geen scherpzinnige ‘prozagedichten’, zoals de achterflap doet geloven, maar schetsjes, krabbeltjes, en de lezer blijft achter met de vraag: Waarom is hier geen dichtbundel uit gekomen?

Muziek / Achtergrond
special: Eurosonic 2004

Overdaad

Vorig jaar duurde het Groningse Eurosonic/Noorderslag-weekeinde voor het eerst drie dagen: donderdag en vrijdag Eurosonic, zaterdag Noorderslag. Toen constateerden we al in onze recensie dat overvoering dreigde. Ook dit jaar is weer voor dezelfde opzet gekozen, waardoor het ook nu weer bij vlagen doorbijten was: lang niet alle bandjes op Eurosonic zijn de moeite waard en de organisatie was erg matig, zo niet slecht.

Sioen

Kijken op de gok

De opzet van Eurosonic is dat onbekende, maar naar het schijnt veelbelovende bandjes uit alle Europese contreien vijfenveertig minuten krijgen om zichzelf te presenteren. Dat gebeurt in ieder mogelijk zaaltje dat de Groninger binnenstad kent. Het is een leuk concept, waarbij je van het ene cafeetje naar het andere loopt, maar het grote nadeel is dat je meerderheid van de tijd verdoet bij een band die weinig bijzonders presteert. Slecht is het allemaal zeker niet, maar het zoveelste gitaarpopbandje dat maar weinig van zijn voorgangers verschilt, weet de aandacht niet vast te houden, waardoor het snel weer zoeken naar een volgende, leukere band is. Hoewel dat ook juist de charme van het festival is, is het frustrerend als je in de twee dagen die Eurosonic duurt maar weinig boeiends ziet.

Om toch zeker te zijn van enkele leuke bands, stroomde het publiek massaal naar de enkele bekende naam die geprogrammeerd was. Zo stond vrijdag bij het Britse I Am Kloot al een uur voor aanvang een flinke rij voor de zaal. Die rij heeft vervolgens heel de avond aangehouden, omdat de hippe dance act T. Raumschmiere de avond daar zou afsluiten. Als je als bezoeker zo’n bekendere band wilt zien, moet je de afweging maken of je al die tijd buiten in de rij wilt staan, terwijl er op andere plaatsen zoveel andere bands spelen, of dat je doorloopt en de enige zekere goede band aan je voorbij laat gaan. Als je besloot verder te kijken, hielp het programmaboekje maar weinig. De informerende stukjes waren slecht geschreven, grossieren in clichés en vertellen – heel knap – bijna niets over de bands. De bezoeker is dus volledig aan zijn lot overgelaten, en moet maar op goed geluk een zaal binnenstappen. Hierdoor heb je op een festival als Eurosonic al een goede dag als je twee écht goede bands ziet.

The Gathering

Leed met drank

Bijkomend probleem was het krijgen van verfrissingen. Iedere zaal werkte met een ander systeem, waardoor ik op den duur met zoveel verschillende soorten muntjes op zak liep, dat ik geen idee meer had welke waar in te wisselen. Volgend jaar kan de organisatie beter bedingen dat overal met geld kan worden betaald, of er moet een centraal muntensysteem worden ingevoerd; zoals het nu was, kon echt niet. Misschien kan dan ook meteen de kwaliteit van het gebodene gelijk worden geschakeld. Nu was het bier in het Grand Theatre lauw (en de barjongens konden niet tappen), bij Minerva kreeg je voor een muntje (€ 1,70) een minuscuul glaasje jus d’orange en bij Vindicat was het bier ronduit smerig. Wel goed was het in bijvoorbeeld Huize Maas. Het bier was er koel, kwam uit een echt glas in plaats van plastic bekers en de barjongens wisten hoe te tappen. Een verademing na al het eerdere leed.

Vermaak met Jerney

Het was echter niet allemaal kommer en kwel op Eurosonic. Als je wel het geluk had een paar keer bij een leuk bandje binnen te stappen, waar er – ondanks de voorgaande klachten – voldoende van speelden, ben je voor weinig geld (€ 10,- op donderdag, € 15,- op vrijdag) op een boeiend festival geweest. En ook als je geen leuke bands treft, kun je je vermaken met Jerney Kaagman (de strenge meesteres van Idols) of de andere bekende Nederlanders die op het festival rondlopen (of aan de bar hangen).

Onze voorkeur ging echter naar de muziek. Ondanks het gemopper op het festival, hebben we zeker interessante bands, acts en artiesten gezien. Zoals gebruikelijk stonden er weer veel gitaarbandjes geprogrammeerd, waarvan er maar een paar waren die boven het gemiddelde uitstaken (The Ex, Myslovitz, Mintzkov Luna). Vooral bands die grensoverschrijdend werken (Anima Sound System, Ralph Myerz & Jack Herren Band, Soulvation) of akoestische muziek brengen (British Sea Power, Beth Hart) wisten ons te beroeren. Een overzicht van de beste bands volgens 8WEEKLY.

Donderdag

Anima Sound System

Anima Sound System (Hongarije)

Een vrolijke dance-act, met echte instrumenten. Een jongen en meisje zijn het gezicht van de band. Zij is een vrolijk Macarena-meisje dat voor de sfeer zorgt, hij is het bedachtzame geweten van de band. Hij draagt een T-shirt met de opdruk ‘Buddhism’ en lijkt zelf ook op een boeddhistische monnik: kaal hoofd, zijn zinnen murmelend als waren het mantra’s en iedere beweging ingecalculeerd. De band gebruikt veel fluitjes en andere, grotere blaasinstrumenten. Het publiek werd gaande het optreden steeds enthousiaster. Jammer is alleen dat de band op donderdag als opener stond geprogrammeerd. Later op de avond was de muziek beter tot zijn recht gekomen. [JAB]

The Gathering (Nederland)

Dromerig, ijl en vooral: heel mooi. Zo is The Gathering na hun recente metamorfose het best te omschrijven. De death metal-plus-sopraan heeft plaatsgemaakt voor een psychedelische sound die rechtstreeks tot de jaren 70 is terug te voeren. Met wolken keyboard, diffuse vocalen van Anneke van Giersbergen en spaarzame gitaarpartijen (veel nootjes, weinig distortion) is het geluid van The Gathering uniek in Nederland en, op dit festival tenminste, uniek in Europa. Een band om zorgvuldig te koesteren. [MZ]

British Sea Power

British Sea Power (Groot Brittanië)

De band opende met een geweldige clip, waarin standbeelden tot leven zijn gewekt en een nummer van de band zingen. Het publiek bereidt zich voor op een groots optreden, maar dan stapt de manager op het podium. De zanger is zijn paspoort kwijt en kon daarom het land niet uit. ‘Om toch te laten zien waartoe de band in staat is’ worden drie nummers akoestisch gespeeld. We verwachten eigenlijk dat het om een grap gaat, en dat uiteindelijk de volledige band een knallende rockshow zal neerzetten, maar als de dj begint te draaien, is het zeker dat het bij de drie liedjes blijft. Het waren wel erg mooie liedjes, maar het was een anticlimax dat het daarbij moest blijven. [JAB]

The Ex (Nederland)

Een bijna eeuwenoude Nederlandse punkband. Zelfs de eerste winnaar van de op Noorderslag uitgereikte Popprijs. The Ex is 25 jaar geleden begonnen als standaard punkband, maar heeft zijn grenzen verlegd. Zowel qua instrumenten als qua invloedssferen werd de muziek breder, maar aan energie en enthousiasme heeft de band nooit ingeboet. The Ex heeft nu onder andere Afrikaanse muziek omgewerkt tot pittige gitaarstukken. Het publiek was dolenthousiast en ook wij konden niet stil blijven staan. [JAB]

Vrijdag

Beth Hart

Beth Hart (Verenigde Staten)

Vier jaar geleden scoorde ze met het nummer L.A. Song een enorme hit, en nu is ze terug. In de kelder van het Newscafe gaf ze alvast een akoestisch voorproefje van haar nieuwe album, dat over een paar maanden in de winkel ligt. Haar nieuwe liedjes klinken goed, ze beschikt over een geweldige stem en een goede podiumpresentatie; ik voorspel haar een grootse toekomst. Het publiek was bij aanvang van het optreden (sterker nog: bij de soundcheck) al enthousiast, en dat werd gaandeweg de drie kwartier alleen maar erger. Binnenkort is ze terug in Nederland, en ze heeft ons een fijne rockshow beloofd, dus gaat dat zien! [JAB]

Ralph Myerz & Jack Herren Band (Noorwegen)

Dit jaar was er wederom een Noorse band die wist te overtuigen, net als bij de vorige editie waar Erlend Øye en Kaizers Orchestra verrassend uit de hoek kwamen: niet op het USVA-podium (waar onder de noemer ‘Norway Now!’ vier Noorse bands stonden geprogrammeerd) maar in Simplon kwam de Ralph Myerz & Jack Herren Band uit Bergen de goede Noorse reputatie verdedigen. Terwijl achterin op een verhoging het brein van de band, Ralph Myerz (Selleveld), de elektronica bediende, zorgden een bassist en maar liefst twee drummers annex entertainers voor het betere livespektakel. De vriendenclub bracht een mix van allerlei muziekstijlen met als constante factor een vette dansbare groove gelardeerd met een zweetspetterend percussieduel, waarbij op het drumstel werd gestaan en er lustig met de handen gedrumd werd. Aan het slot speelden ze nog een extra nummer waarbij een sample van het publiek in hun muziek werd geïntegreerd. Met hun enthousiaste performance en kwaliteitsmuziek verdient deze band het om echt door te breken bij een groter publiek.[BM]

Soulvation

Soulvation (Nederland)

Ronald Molendijk was als dj al zeer succesvol, maar vormt tegenwoordig de spil van een ware band. De andere belangrijke persoon in Soulvation is Jeroen Rietbergen, die ervaring opdeed achter de toetsen bij Marco Borsato. Soulvation is echter meer: in totaal staan er zeven man op het podium. De band heeft zichtbaar plezier in wat ze doet, en weet dat over te brengen op het publiek. De muziek is een mengeling van van alles, maar is vooral bedoeld om op te dansen. En dat gaat erg goed. Als ze in de buurt zijn en je hebt zin in een feestje, moet je Soulvation absoluut eens bekijken. En ook als je depressief bent moet je er naar toe, want je knapt er gegarandeerd van op. [JAB]

Myslovitz (Polen)

Terwijl de Poolse rockscene vaak Poolstalig is en refereert aan traditionele muziek, is Myslovitz uit de Zuid-Poolse stad Myslowice veel meer geïnspireerd door Westerse melodieuze (en alternatieve) rock. Myslovitz is nu al meer dan tien jaar bezig, gelauwerd met prijzen (onder meer Beste Poolse Groep tijdens de MTV European Music Awards), en dat viel ook aan hun optreden af te zien: een boeiende set met strak gespeelde nummers en relatief veel afwisseling. Op de setlist van het drukbezochte concert in de Muziekschool stonden, naast de huidige single Sound of Solitude, ook meer alternatieve rocknummers. Aan het slot werd een langgerekt vrijwel instrumentaal nummer gespeeld, waarbij allerlei akkoordenschema’s en loopjes van de drie gitaren prachtig door elkaar werden verweven. De sologitarist, die al enigszins wild met zijn gitaar slingerde tijdens het spelen, draaide daarbij ook nog eens wild aan een effectenkastje, zodat het publiek uiteindelijk in lichtpsychedelische sferen werd achtergelaten. Sterke veelzijdige band. [BM]

Spillsbury

Spillsbury (Duitsland)

Bij het energieke Spillsbury kan een Mini Cooper volstaan als tourbus, want de band bestaat uit een meisje, een jongen, zijn basgitaar en een minidiscspeler. Gelukkig kende ik hun geweldige cd Raus! al, want anders hadden we dit optreden gegarandeerd gemist. De fantastische elektronische punkpopliedjes gaan na verloop van tijd wat op elkaar lijken, maar wat maakt het uit als ze zo aanstekelijk zijn? [MZ]

Mintzkov Luna (België)

In Minerva speelde een jong bandje uit België aanstekelijke popsynthrock. Vooral de op het distortionpedaal van de versterker gespeelde loopjes van de zanger-gitarist gaven de nummers een broodnodige extra bite in de richting van de voortdenderende basgitaar, drums en synthesizer. De songs waren soms wel aan de langdradige kant, waardoor je aandacht afdwaalde naar een waterflesje dat door een trillende gitaarversterker dreigde om te vallen. Ook de kunst van het weglaten (meer ruimte geven aan de individuele instrumenten) zou de overigens verder sterke nummers veel beter maken. Toch een veelbelovende band. [BM]

Theater / Voorstelling

De mens moet vergeven

recensie: Het Toneel Speelt - Braambos

Moet je iedereen kunnen vergeven? Kan dat wel? Wat zegt de bijbel daarover? In hoeverre kun je iemand vergeven? En wat moet je doen om tot vergeving te komen? Braambos: een pittig stuk rond dit thema. Het is een tragedie in vier bedrijven met schitterende teksten geschreven door Willem Jan Otten.

Braambos is een stuk dat tot denken aanzet; niet alleen vanwege het hoofdthema vergeven, maar ook door de vele subthema’s zoals eenzaamheid, identiteit, spijt, verdriet, vertrouwen en godsdienst. De schrijver heeft het het publiek niet gemakkelijk gemaakt. Er komen zoveel gevoelens en boodschappen aan bod dat je soms de weg kwijt zou kunnen raken. Dat gebeurt niet, omdat het stuk een duidelijke rechte weg bewandelt. Toch wordt het stuk interessanter wanneer het zich zo nu en dan op de zijpaden begeeft. Enig nadeel is dat er zelden iets gerelativeerd wordt, waardoor Braambos zwaar op de maag ligt.

Bizarre dingen

In het stuk gebeuren een aantal bizarre dingen. De verkrachter van Lena (de tweelingzus van Guusje) komt een jaar nadat zij zich heeft opgehangen aan Guusje om vergeving vragen. Een onmenselijke vraag, zeker als hij vertelt wat hij Lena allemaal heeft aangedaan. De ontmoeting vindt plaats in het ouderlijk huis dat Guusje verkocht heeft aan een kunstenaar (en zijn vriendin), die toevallig ook vroeger het vriendje was van Lena. Uitgerekend in dit huis wil hij werken aan een grote opdracht: een schilderij over de kruisiging.

IJzersterk

Stuk voor stuk moeten ze vergeven en vergeten. En ze zetten dit ieder op hun eigen manier neer. Complimenten voor Ariane Schluter die Guusje speelt. Het is zeker geen gemakkelijk rol, maar ze is ijzersterk in het laten gaan en inhouden van haar emoties. Ze steekt uit boven de ander acteurs in dit spel, die het wel aardig doen, maar er net niet genoeg uithalen. En dan is er ook nog ene dokter Pion, een huisvriend die ook in het Braambos woont. Hij is zo nu en dan de verteller van het verhaal en komt met details. Daarnaast speelt hij ook mee in de dialogen. De manier waarop zijn verhaal en herinneringen verweven zijn in het toneelstuk is heel mooi gedaan.

Onbevredigend

Wat ook mooi is, zijn de dialogen. Het is niet voor niets vaak muisstil in de zaal. Braambos heeft een poëtisch karakter: niet zo raarals je weet dat Otten ook dichter is. In de loop der jaren heeft hij alle grote genres in de literatuur tot zijn werkterrein gemaakt: poëzie, verhalend proza, toneel, kritiek en essayistiek. In 1999 werd zijn gehele oeuvre bekroond met de Constantijn Huygensprijs. Otten gaat in Braambos de diepte in en stelt een paar vragen om over na te denken. Het is alleen zonde dat hij nog te veel vragen onbeantwoord laat en dat er suggesties worden gewekt, die niet uitgewerkt zijn. Dat zorgt voor een onbevredigend gevoel. Misschien wilde hij gewoon te veel.

Sec

Regisseur Willem van de Sande Bakhuyzen kennen we onder meer van de voorstellingen Cloaca (Het Toneel Speelt), Festen (’t Bos Theaterproducties) en The Prefab Four (Orkater). Ook hier heeft hij de touwtjes goed in handen en heeft hij van Braambos een toneelstuk gemaakt dat je van het begin tot het eind blijft boeien. Al heeft hij het zo hier en daar wel wat sec laten brengen; iets meer emotie in het spel had geen kwaad gekund.

Braambos is geen lichte kost. Er valt weinig te lachen, maar des te meer om over na te denken tijdens en na de voorstelling. Hoe makkelijk kan jij vergeven?

Braambos is nog tot en met 27 maart in het land te zien.

Film / Films

Bloedmooi, maar verstand op nul

recensie: Alias: Het complete eerste seizoen

Waar in de filmwereld regisseurs de dienst uitmaken (of in ieder geval zouden moeten maken), is de tv het domein van de schrijvers. Mensen als Chris Carter, Aaron Sorkin en Josh Whedon bedenken complete seizoenslange spanningsbogen voor series als The X-Files, The West Wing en Buffy, en meestal schrijven ze voor de afzonderlijke afleveringen ook nog eens het complete scenario.

J.J. (Jeffrey) Abrams is een relatief nieuw talent in televisieland. Met zijn eerste serie Felicity was hij relatief succesvol, maar hij brak pas echt goed door met Alias, een actieserie over een studente die een dubbelleven leidt als geheim agent voor de CIA. Alias is het equivalent van een gemiddelde B-film die met je verstand op nul en een bak chips op schoot prima te verteren is. Elke aflevering staat bol van de ingewikkelde plots die zich afspelen in verafgelegen landen met bizarre namen, en de Amerikaanse versie van 007’s Q komt elke week weer met een paar vergezochte (en uiteraard reuze handige) gadgets.

Bloedmooi

~

Maar gadgets en plotwendingen alleen kunnen niet garant staan voor een succesvolle tv-show, en dus kwam Abrams met het gouden idee om de bloedmooie Jennifer Garner te kiezen voor de hoofdrol van Sydney. Garner wisselt in elke aflevering gemiddeld tien keer van kostuum, en is het ene moment dodelijk en acrobatisch en het volgende moment sensueel en verleidelijk. Dankzij Garner hangt half puberend Amerika elke week weer kwijlend voor de buis, wachtend op Sydney’s volgende sexy outfit.

Formule

Het eerste seizoen van Alias (uitgezonden in 2001) is nu uitgebracht in een mooi verzorgde zesdelige dvd-box. De 22 afleveringen zorgen voor prima vermaak, maar worden na een tijdje wel vermoeiend, zeker als je er meer dan drie achter elkaar kijkt (en geloof me: vooral aan het begin zul je niet anders willen). De episodes zijn meestal opgebouwd volgens dezelfde formule, en Sydney’s missies lijken vaak op elkaar. Desalniettemin houden de vele plotwendingen je bij de les (alleen al in de eerste, extra lange, aflevering ontdekt Sydney al meer over haar familie, vrienden en werkgever dan een normaal mens in een heel leven doet) en is Jennifer Garner gewoon altijd een lust voor het oog. Als je Alias in kleine porties tot je neemt en het advies “verstand op nul” aanhoudt, is er geen beter entertainment op tv te vinden.

Geleuter

Zoals het hoort, bevat de Alias-box ook enkele extra’s. Mastermind Abrams en zijn ster Garner voorzien de pilotaflevering van commentaar, maar helaas heeft hun gebabbel meer weg van het gemiddelde geleuter op een feestje dan van enig ter zake doend commentaar. De crewleden die tijdens aflevering vier meepraten zijn iets serieuzer, en van hen leer je dan ook een stuk meer over het pittige tempo waarin zo’n show gemaakt moet worden: elke week een kleine speelfilm afleveren, van script tot muziek, is geen kattepis.

Felicity

Ook het al eerder genoemde Felicity is in eenzelfde boxset uitgebracht, maar ik kwam eerlijk gezegd niet verder dan de tweede aflevering van dit studentikoze antwoord op Melrose Place. Het is aardig dat Abrams ook de dames wil plezieren met een leuke show (de heren hebben immers genoeg aan Alias), maar de liefdesperikelen van het titelpersonage waren gewoon te oninteressant voor deze recensent, ondanks de pittige dialogen en bijna absurde situaties. Ik houd het maar bij Alias.

Theater / Achtergrond
special: Het blijft niet bij commerciële musicals alleen

Musicals zijn hot!

The Phantom of the Opera, Miss Saigon, Grease, Aïda: de zalen zaten bomvol. Musicals zijn hot! Het is een schot in de roos geweest om meer mensen naar het theater te lokken, want o wat waren we bang dat het misschien te hoogdravend zou zijn dat theater. Gelukkig bleef het niet bij alleen maar laagdrempelige en commerciële musicals, maar hebben de producenten laten zien wat ze in hun mars hebben. Wat is er dit jaar te zien op musicalgebied? 8Weekly zet een aantal tips voor je op een rijtje.

Lion King

~

We verwachten erg veel van de musical The Lion King, de tweede coproductie tussen Joop van den Ende Theaterproducties en Disney Theatrical Productions. Maar liefst zestig acteurs, prachtige kostuums, mooie liedjes en bovendien een prachtig verhaal wat toch bij iedereen wel bekend is. Het is inmiddels al een groot succes in Londen. De hoofdrol van Simba wordt het theaterdebuut van Etiënne Poeder. En zijn vriendinnetje Nala wordt gespeeld door Carolina Dijkhuizen (Aïda).
Speelperiode: vanaf 19 maart

Eternity – a musical happening!

Deze ‘backstage musical’ is nu al in de theaters te zien. Eternity gaat over een vampier rockster die alles heeft wat er te wensen is: rijkdom, beroemdheid en natuurlijk de gift van het eeuwige leven. De musical is een reis door de eeuwen heen, met muziek van het Orkest van de Koninklijke Luchtmacht die uiteenlopende muziekstijlen speelt. Een reis die de kruistocht van de hoofdpersoon volgt door liefde, moord, wraak en intriges.
Speelperiode: vanaf heden

Romeo & Julia

~

Wat zou Shakespeare er van vinden? Verschillende varianten van zijn liefdesdrama zijn al de revue gepasseerd, maar dit is nieuw. Romeo & Julia, het muziek- en dansspektakel van Gérard Presgurvic, komt naar Nederland. Nu afwachten of deze wervelende show, die veel belooft op muzikaal en choreografisch vlak, het hier ook gaat maken. Of is dit verhaal nu echt uitgekauwd? De Vlaamse pers was in ieder geval enthousiast over deze musical: “Indrukwekkende fysieke scènes” en “Een opmerkelijk kijkstuk”.
Speelperiode: vanaf 27 januari

Nonsens, lieve heren

Afgelopen seizoen mochten we kennis maken met de vrouwelijke versie van Nonsens. Vijf nonnen moesten geld inzamelen voor een goed doel. Een erg komische en onverwachte voorstelling, waarin ze zo’n beetje alles deden wat God verboden had. Maar het kan gekker en deze opvolger gaat het bewijzen(zeggen ze): de beurt is aan de mannen! Weten zij beter te improviseren en te verassen dan de vrouwen?
Speelperiode: vanaf april

Een zomerzotheid

In 1927 schreef Cissy van Marxveldt de bestseller Een zomerzotheid, het eerste Nederlandse boek waarvan meer dan 100.000 exemplaren werden verkocht. De roman is bewerkt tot een musical en de regie is in handen van Bruun Kuijt (Mysterie van Charles Dickens en Nijntje). Het is een spel van persoonsverwisselingen en misverstanden waaruit ten slotte vijf romances opbloeien, ademt de vrolijke en ongedwongen sfeer van de jaren twintig van de vorige eeuw.
Speelperiode: vanaf 16 februari

Film / Films

Bloed en vleermuizen

recensie: Lord of the Flies (1990)

Er zijn drie versies van Lord of the Flies. Het boek, in 1954 geschreven door William Golding, een filmversie uit 1963 en deze filmversie uit 1990, die nu uit is op dvd. Het verhaal gaat over een groep jongens die in de oceaan neerstort met een vliegtuig. De jongens overleven en vinden een tropisch onbewoond eiland. Eerst proberen zo goed en zo kwaad als het gaat de orde en regelmaat van thuis aan te houden, maar al gauw gaat het mis. De groep valt uiteen in agressieve varkensjagers en vredelievende maar slappe fruiteters, die door de jagers tot prooi verkozen worden.

Het boek is geniaal en beklemmend. Golding schetst een zeer negatief wereldbeeld: zelfs kleine jongetjes kunnen zich gedragen als gewetenloze wildemannen. Als er één ding is dat je na lezing van het boek bijblijft, dan is het wel het bloed. Wat begint met het moeizaam doden van een klein varken, eindigt groots en gruwelijk.

Volgzaam

Deze verfilming uit 1990 is zeer volgzaam, al is een aantal elementen aangepast: er is in eerste instantie ook een volwassen overlevende en de jongens hebben de beschikking over een gloeistaaf, een soort zaklamp. Maar ondanks die aanpassingen blijft de film heel dicht bij het boek. Zo dicht zelfs, dat je je af kunt vragen waar de spanning in de film blijft. Op geen enkel punt voegt deze film iets toe aan het boek. (En dat terwijl het voor mij al meer dan een jaar geleden was dat ik het boek voor het laatst las.)

Slap aftreksel

De jonge cast, die alleen op de aftiteling staat en niet aangekondigd wordt, acteert goed en een paar scènes zijn zeer sterk. Maar nergens in de film is de gruwelijke gewetenloosheid van de kinderen terug te vinden. Script noch beelden weten te overtuigen en ondanks het vele bloed word je niet meegesleept of bang gemaakt. Het is zonde dat van een zo sterk verhaal zo’n slap aftreksel is gemaakt.

Halve gezichten

Het geluid van deze dvd is allesbehalve optimaal. Achtergrondgeluid is nauwelijks aanwezig, wat bijzonder vreemd aandoet wanneer je op het scherm toch echt een troep vleermuizen ziet krijsen. Het beeld is aan beide zijkanten een paar centimeter bijgeknipt, waardoor sommige shots bestaan uit twee halve gezichten. Extra’s zijn er op deze dvd – op een trailertje na – ook niet te bespeuren.

Als je per se film wilt kijken, probeer dan de filmversie uit 1963, maar sla deze Lord of the Flies alsjeblieft over. Maar wat je eigenlijk moet doen, als je het nog niet gedaan hebt, is gewoon dit meesterwerk op papier tot je nemen.

Boeken / Strip

Lach of ik schiet

recensie: Fokke & Sukke: Het afzien van 2003

Het zit er weer op: 2003 is inmiddels verleden tijd, en we zijn nu bezig aan een nieuw jaar met nieuwe kansen. Natuurlijk kunnen we altijd een paar van die nieuwe kansen verprutsen door onze tijd lekker te verdoen met terugkijken naar het verleden. En wie kunnen ons daar beter bij terzijde staan dan Fokke en Sukke? Deze twee eigenwijze vogels brengen nu al weer hun vierde jaaroverzicht uit.

Fokke en Sukke hebben tegenwoordig twee verschillende soorten boekjes in de schappen liggen. De gewone boekjes bevatten grappen die op zichzelf staan, terwijl de Afzien-reeks vooral actuele grappen bevat. Deze grappen verschenen eerst in het NRC, en de daar bijbehorende website. Zo gaven Fokke en Sukke hun mening over de vogelpest, Idols, bolletjesslikkers, het integratiebeleid, Balkenende en de zwangerschap van Maxima. Natuurlijk is dit slechts een kleine greep uit alle onderwerpen die voorbij komen.

Lach of ik schiet

Wat maakt Fokke en Sukke nou leuk? Soms bedienen ze zich van de “lach of ik schiet-humor”. Dit type grappen is gewoon recht voor z’n raap, de tekst en het plaatje spreken voor zich. Een voorbeeld is de grap waarin Fokke en Sukke verkleed als een Arabisch zelfmoordcommando een busje volladen met dynamiet. Vervolgens bijt Fokke Sukke toe: “Nee, jij was vanavond de BOM.” Een mooi voorbeeld van een geslaagde Fokke & Sukke grap. Hij is zo droog en flauw dat hij weer leuk wordt, en de grap is hard, maar op het randje. Nog zo’n heerlijk flauwe grap is de woordspeling “de enquête over de Betuwelijn lijkt een gepasseerd station!” Te flauw voor woorden natuurlijk, maar zodanig gebracht dat het toch weer erg leuk wordt. En dat is mijn inziens de grote kracht van Fokke en Sukke: flauwe grappen in combinatie met geweldig melige tekeningen.

Studentengrappen

Fokke en Sukke worden vaak getypeerd als zeer studentikoos. Dat de makers van de strip het studentenleven niet vreemd zijn, blijkt ook wel weer uit dit deeltje uit de serie. Als ze van hun studieadviseur het bindende studieadvies krijgen om te kappen antwoordt het duo: “Nog één ding meneer de decaan, de hoogte van onze vertrekbonus?” Bij de studentengrappen lopen Fokke en Sukke erbij zoals de Lullo’s van Jiskefet. Ook over de zojuist ingevoerde BAMA maken deze twee corpsballen zich geen zorgen, want ook met de BAMA ontvangen ze nog een ruime toelage van PAMA.

Gewoon kopen

Waarom moet je nu naar de winkel om dit boekje snel te kopen? Daar zijn twee redenen voor. Ten eerste verwijst elke grap naar een dag van 2003. De Afzienboekjes van Fokke en Sukke doen op humoristische wijze hetzelfde als al die andere jaaroverzichten: ze nemen je toch weer even mee naar voorbije tijden. Ik bezit ook de andere Afziendelen, en het is toch leuk om bij een cartoon over het World Online drama in 2000 te denken: “O ja, dat was toen!” Maar de belangrijkste reden die ik kan geven is dat Fokke en Sukke gewoon een briljant gevoel voor humor bezitten. Het is te vergelijken met de grappen van Monty Python: je vat de absurde humor of je hebt er niks mee. Gelukkig geeft de Stripschapsprijs die de tekenaars van Fokke en Sukke dit jaar ontvingen aan dat veel mensen in Nederland het vatten.