Boeken / Fictie

Laag na laag na laag

recensie: Paul Auster - Orakelnacht

.

Sidney Orr, de hoofdpersoon uit Orakelnacht, is zelf schrijver. Hij heeft zijn beroep een tijd niet kunnen uitoefenen omdat hij erg ziek was. Maar op de dag dat hij in een papierwinkel van een Chinese eigenaar een blauw Portugees opschrijfboek koopt, begint hij weer. Het wordt een stormachtig verhaal, hij lijkt er helemaal door in beslag genomen. Ondertussen gaat het slecht met zijn goede vriend John Trausse, ook schrijver, en zijn vrouw Grace, die raar reageert de laatste tijd. Hij is echter vooral in de ban van het nieuwe verhaal dat hij gaat schrijven en de vreemde gebeurtenissen die ondertussen voorvallen.

Ik stopte een verse inktpatroon in mijn vulpen, sloeg het notitieboek open op de eerste bladzijde en concentreerde mij op de bovenste regel. Ik had geen flauw idee hoe ik moest beginnen. Het doel van de oefening was niet zozeer iets specifieks te schrijven als wel om mezelf te bewijzen dat ik het nog steeds in me had om te kunnen schrijven, en dat betekende dat het niet uitmaakte wat ik schreef, zolang ik maar iets schreef. Alles was goed geweest, ik zou tevreden zijn met elke zin die ik op papier kreeg, maar toch wilde ik het notitieboek niet openen met iets stompzinnings en dus wachtte ik op de dingen die komen gingen, starend naar de ruitjes op het papier.

Fabel over de tijd

In Orakelnacht worden fictie en fictie vermengd. John Trausse raadt Sid aan een verhaal te schrijven over een man uit een passage uit de Flitcraft-episode van de schrijver Daniel Hammett. Het gaat over een man die uit het leven stapt en verdwijnt. In het verhaal dat Sid aan het schrijven is, krijgt een redacteur een manuscript aangeboden van een schrijfster uit de jaren twintig, genaamd Orakelnacht. Naar aanleiding van dit manuscript en de kleindochter van de schrijfster die het manuscript aanbiedt, besluit de redacteur zijn leven aan andere wending te geven. Interessanter is wat Sid schrijft over het soort roman dat Orakelnacht (het manuscript) moet worden. Het wordt ‘een korte filosofische roman over het voorspellen van de toekomst, een soort fabel over de tijd’. Over het manuscript wordt niet veel meer geschreven, wanneer Sid vast raakt in zijn verhaal over de redacteur. De omschrijving van het manuscript wordt nu echter een omschrijving voor het soort roman dat Orakelnacht is geworden.

Möring

Een belangrijk idee van deze roman is het voorspellende karakter dat woorden kunnen hebben. Zoals John Trausse tegen Sid zegt: ‘Misschien is dat wel de essentie van schrijven, Sid. Niet het rapporteren van gebeurtenissen uit het verleden, maar dingen laten gebeuren in de toekomst.’ En Sid heeft dat idee ook aan het eind van het boek; de vreemde gebeurtenissen die hem overkwamen, het koortsachtige schrijven voorspelden zijn toekomst. Sid schrijft deze roman echter tien jaar later. De zaken die hij als voorteken beschouwt, verklaart hij dan met verhalen uit het verleden, die hij beter begrijpt doordat hij een overzicht van de gebeurtenissen heeft. Hij reconstrueert het verleden en dicht in het verleden een rol toe aan de toekomst. Maar hij wist al wat hem te wachten stond, toen hij het boek schreef, waardoor het idee dat woorden een voorspellende kracht kunnen hebben minder goed aangetoond is. De zaken waarvan Sid onder de indruk is keren later inderdaad terug, maar ze zijn gecomponeerd door de schrijver, hij maakte de verbindingen en liet het verhaal lopen zoals het gebeurde. Toch was ik eerst wel onder de indruk van het idee, al had ik iets soortgelijks ook bij Marcel Möring gelezen in In Babylon.

Onverklaarbaar

In die zin is Orakelnacht misschien een beetje een teleurstelling. Bijzonder is het wel dat de roman een andere roman in zich heeft en tegelijkertijd ook weer aanzetten voor andere romans in zich heeft, door gebeurtenissen die niet helemaal worden verteld en onverklaarbaar blijven. In die zin keert Auster terug naar zijn bekende thema’s zoals toeval en lot. En hij speelt ook met het gegeven schrijver te zijn, bezig te zijn met een boek, terwijl hij dat ondertussen ook is, evenals Sid. En het is interessant te bedenken wat er eerder was, de roman die Sid probeert te schijven of deze roman.

Vloeiend

Opvallend is ook het notenapparaat in het boek. Op verschillende bladzijden zijn er uitgebreide toelichtingen bij een korte mededeling. De toelichting is vaak wel leuk om te lezen, maar misschien niet relevant genoeg bevonden om in het verhaal zelf verteld te worden. Het heeft ook een grappig, misschien onbedoeld effect. Doordat de noten over verschillende pagina’s lopen en niet meer synchroon lopen met de toelichting bij de passage uit het verhaal, worden het verhaal waaruit deze roman bestaat en het verhaal dat Sid aan het schrijven is vermengd. De beide romans gaan door elkaar lopen en soms is dat verwarrend. De gevoelens van Sid zijn door zijn ziekte soms nog wat ongecontroleerd, maar mooi beschreven. Door de veelheid aan gebeurtenissen is het een vloeiend boek geworden, zij het dat de functie of rol van sommige gebeurtenissen of personen me nog niet helemaal duidelijk is geworden. Ondanks de verborgen zoektocht naar het schrijven blijft Auster een goede verteller en lijdt het verhaal niet aan de experimenten van de schrijver.

Boeken / Fictie

Een geniale biografie van een gekke componist

recensie: Simon Silber, werken voor piano solo

Het boek Simon Silber ziet er wat onopvallend en onooglijk uit. Het heeft het formaat van een cd en in een rood rondje op de voorkant staat ‘werken voor piano solo’. Wie door de eerste bladzijden bladert komt een lijst met werken tegen, verdeeld over vier cd’s, met inbegrip van de tijdsduur van elk stuk. Daarna een wat plechtige inleiding die aankondigt dat dit de erfenis van de relatief onbekende componist Simon Silber is. Je begint je af te vragen waar je aan begint: een biografie van een volslagen onbekende, die ook nog eens volslagen onbekende muziek heeft gecomponeerd.

Maar zet door! Lees verder! Want na die wat gezwollen inleiding begint een in alle opzichten bijzonder boek: een combinatie van biografie, roman en muziekbeschrijving. Tijdens het lezen van het boek betrap je jezelf erop dat je zou willen dat het echt gebeurd was en dat je de muziek van Silber zou kunnen horen.

Wonderkind

Simon Silber werd op 17 oktober 1958 geboren in Forest City, even voor zijn tweelingbroer Scooter. Simon en Scooter worden door hun vader onderworpen aan een krankzinnig streng regime om ze de beste pianisten en wonderkinderen van deze eeuw te laten worden. Maar vader Silber speelde vals: hij benoemde Simon tot zijn lievelingskind en gaf hem de meeste aandacht en training. Dat klinkt misschien mooi, maar Silber Sr. was meer dan geobsedeerd door het succes van zijn kind: hij dwong zijn zoon om 24 uur per dag naar Beethoven te luisteren, sloot hem op in een kelder om hem te harden en dwong hem tot de meest idiote gebruiken en rituelen, zoals het elke avond spelen van één akkoord dat de dag samen moest vatten.

Wanneer de biograaf Norm ten tonele verschijnt is Silber Sr. al een aantal jaren dood en leven Simon en Scooter in onmin met elkaar. De wat cynische Norm is ingehuurd om het levensverhaal van Silber, het muzikale genie, op te schrijven en hij begint daar in eerste instantie vol goede moed aan. Maar al snel blijkt dat Silber geen gewone componist is. Hij houdt er zo zijn eigen ideeën over muziek op na, experimenteert met hele trage of juist hele snelle stukken en is bezig met een sonate die een hele dag moet beschrijven en ook net zo lang moet duren.

Windorgels, honden en ijskarren

Silber vult zijn dagen met de meest vreemdsoortige experimenten: hij schiet kraaien dood en gebruikt de geluidsopnamen ervan als muziekstuk, hij componeert pianowerken van drie seconden lang en schrijft muziek die precies past op zijn regelmatige autoritje over de Route 111. Biograaf Norm probeert intussen meer aan de weet te komen: over het desastreus verlopen pianoconcours dat Silbers lancering had moeten zijn, over Silbers ziekelijke neiging alles waarvan het geluid hem irriteert te stelen, te vermoorden of onklaar te maken (windorgels, honden, ijskarren) en over Silbers vreemde broer Scooter, die zich al een leven lang achtergesteld voelt en regelmatig bij Silber langskomt om geld van hem te eisen en hem met de dood te bedreigen.

Miskende talenten

Het leven van Silber is op zichzelf al interessant genoeg, maar de schrijver voegt aan de biografie ook persoonlijke noten van de biograaf Norm toe. Silber en hij onderhouden een haat-liefderelatie, waarbij de haat en liefde geheel en al van Norms kant komen en Silber zich gedraagt met een soort vanzelfsprekende onverschilligheid tegenover deze vriendschap. Norm heeft, voordat hij biograaf werd, een boek met aforismen geschreven en beschouwt zichzelf als een licht miskend talent. De overeenkomsten tussen hem en Silber zijn groot: beide beoefenen hun kunst in de marge en beide zijn op zoek naar een zekere vorm van erkenning, die ze beiden ontberen. Silber belt regelmatig naar het lokale radiostation om daar met vervormde stem zijn eigen werken aan te vragen. Norm doet wanhopig zijn best om artistiek en onbereikbaar te lijken, maar wanneer hij een echte bewonderaar vindt, gaat dat helemaal fout. Alle verwikkelingen komen uiteindelijk samen in een hoogst originele climax met een bijzonder staartje.

De biografie van Silber is opgebouwd als een boekje dat een cd-box begeleidt: elk hoofdstuk is een beschrijving van een van de werken van de componist, en na die beschrijving volgt een stuk over de origine van de compositie en andere wederwaardigheden, die je langzaam maar zeker duidelijk maken wat Silber van plan is: aan het einde van het boek zal hij eindelijk de zo verlangde waardering en aandacht krijgen. De opbouw in muziekstukken lijkt weinig ruimte te laten voor plotontwikkeling, maar de schrijver springt daar handig mee om: via de muziek en de compositie(methode) leer je op natuurlijke wijze de idioot erachter kennen.

6. Verkeerd verbonden 1.22

Iemand die geluid op zichzelf al haat, en plotselinge geluiden in het bijzonder, zal vreemden die zijn telefoon laten rinkelen door per ongeluk zijn nummer te draaien zeker haten. In 1982 nam Silber een tijdlang de moeite dergelijke bellers te vragen welk nummer ze hadden willen bellen om dat op een speciaal kladblok te noteren nadat hij de hoorn erop had gegooid. […] Verkeerd verbonden is een soort numerieke tegenhanger van de alfabetische truc van de Babbage-transformaties: een transcriptie van al deze verkeerde nummers, uitgevoerd op een druktoetspaneeltje, niet in numerieke volgorde maar in de volgorde waarin onze componist ze had genoteerd. […] Uit de regels volgens welke het stuk is gecomponeerd is het telefoonnummer van de componist af te leiden.

Muziek?

Simon Silber ziet er misschien niet uit als een meesterwerk, het is het wel. Het is jammer dat het formaat en de kaft ervoor zorgen dat het boekje niet erg opvalt in de boekwinkel, maar dat is absoluut onterecht. Dit boek zit op een geniale wijze in elkaar: biografie, roman en muziekbeschrijving in één. Dat de opzet, uitwerking en inhoud zo goed op elkaar inwerken is nog het best te merken wanneer je aan het lezen bent: je begint je onwillekeurig af te vragen waar de cd met de werken Silber is, zodat je er eens naar kunt luisteren. Een beter bewijs voor de kracht van Simon Silber is er niet.

Theater / Voorstelling

Groot dansspektakel met weinig inhoud

recensie: Romeo en Julia

“Hier wordt gevreeën en gefeest, hier wordt gezopen als een beest.” Een zin uit het musicalliedje De Koningen, dat 12 weken op nummer 1 stond in de Belgische hitlijst. Het moge duidelijk zijn: Shakespeares Romeo en Julia is niet meer wat hij geweest is. En of we daar nou blij mee moeten zijn…

Origineel was het idee in ieder geval niet om dit liefdesdrama weer eens uit de kast te trekken. Vele toneelgroepen waagden zich eerder aan deze van oorsprong Franse productie en slechts zelden konden de vele varianten mij bevredigen. De voorstellingen waren vaak nogal saai, er werd slecht in geacteerd of het ontbrak aan originaliteit. Aan regisseur Redha de schone taak om het nu eens anders aan te pakken.

~

Flikflakken

En dat heeft hij gedaan. Romeo en Julia is een modern jasje gestoken en trekt nu na een zegetocht in Frankrijk, Canada en België door ons land. Dit muziekspektakel is groots aangepakt. Ruim dertig mensen die op het toneel zingen en dansen op hippe muziek. De blauwe Montecchi’s (de familie van Romeo) gaan de rode Capuletti’s (de familie van Julia) regelmatig te lijf en dat zorgt voor chaos. Dat kan ook niet anders als er zoveel mensen op het podium staan. Vrouwen die met hun lange haren wapperen, mannen die de ene flikflak na de andere maken, vrouwen die elkaar het haar uit het hoofd trekken, en mannen die er lustig op los trappen. De voorstelling is voortdurend in beweging en dat is in het begin leuk om naar te kijken, maar bij belangrijke scènes hadden de overige acteurs wel een stapje terug mogen doen zodat de handelingen beter zichtbaar waren, bijvoorbeeld tijdens het duel en de dood van Mercutio.

Het dansen staat centraal in deze musical. Er worden verschillende stijlen gebruikt. En eerlijk is eerlijk: het is een lust om naar te kijken. De choreografie zit ontzettend goed in elkaar en de timing van de dansers is perfect. Dat, in combinatie met de moderne bombastische muziek, maakt deze musical extra toegankelijk voor jongeren.

Jip en Janneketaal

Maar wat is er met de teksten gebeurd? Is Shakespeare zware kost? Nee hoor: “Want Romeo houdt van Julia”. De meeste teksten zijn zo kinderlijk eenvoudig dat het tenenkrommend is. En het erge is dat die zinnetjes dan ook nog een aantal keren herhaald worden in een liedje. Johan Verminnen, die de love-songs naar het Nederlands vertaalde heeft slechts een paar mooie, gevoelige poëtische zinnen over gelaten. Het is te hopen dat Gerrit Komrij het beter doet met zijn vertaling voor de toneelgroep Amsterdam, die in maart ook nog eens met een Romeo en Julia aan komt zetten. Het verhaal in de moderne productie van Musical Hall wordt verder niet netjes uitgewerkt. Ze vonden het niet nodig om alle delen van het verhaal mooi af te ronden en stapten soms wel erg snel over bepaalde kwesties heen. Ze besteden liever aandacht aan te lange liedjes waarin de liefde in korte eenvoudige zinnen wordt bezongen.

~

Echt slecht wordt er niet geacteerd in deze musical, maar het is ook niet fantastisch. Ze leven zich wel allemaal goed in in hun rol en zijn het sterkst in de gevoelige, tragische scènes. De zang is middelmatig, maar niet vervelend om naar te luisteren (gelukkig ook maar, want er zijn maar een paar momenten tijdens deze voorstelling waarin niet wordt gezongen). De hoofdrollen zijn weggelegd voor Davy Gilles (Romeo) en de Nederlandse Jennifer van Brenk (Julia), die het er redelijk van af brengen als liefdespaar, maar niet van het podium af sprankelen. Opvallend is de rol van de witte dood die meedanst in het verhaal. Het symbool van het naderende onheil wordt goed gebracht. Daarentegen valt Ben Cramer, in de rol van broeder Lorenzo, een beetje tegen. De hele groep (met zowel Belgische als Nederlandse acteurs) is overwegend jong en ik ben er van overtuigd dat we een aantal van hen over een paar jaar nog eens terug zullen zien.

Inhoud

De musical Romeo en Julia ziet er gelikt uit. Een degelijk Italiaans decor, mooie kostuums en een prachtige choreografie maken de voorstelling vooral een lust voor de ogen. Maar kom op zeg, dat is niet het enige waarvoor je naar de voorstelling Romeo en Julia komt kijken. Waar zijn die prachtige teksten? Het is ze gelukt om het publiek te verrassen met hun dansshow met power, maar ze hebben zichzelf verloren in de inhoud. Laat Shakespeare maar slapen.

Romeo en Julia is nog tot en met 4 april te zien in Nederland.

Film / Films

Degelijk vakmanschap van oude rot Friedkin

recensie: The Hunted

Regisseur William Friedkin, bekend van de klassiekers The Exorcist en The French Connection, vertelt aan het begin van zijn audiocommentaar bij The Hunted hoe hij jaren geleden de tracker (spoorzoeker) Tom Brown tegenkwam. Brown, die de kunst van de Indianen had geleerd, kon aan een paar platgetrapte grassprietjes in een weiland niet alleen zien wat voor een persoon daar langs was gekomen, maar ook hoe hij zich daarbij voelde. Friedkin raakte bevriend met Brown, en was zo onder de indruk van de man en zijn talenten dat hij graag een film over hem wilde maken.

~

Het wachten was alleen op een goed script, en toen dat op zekere dag op zijn bureau plofte in de vorm van The Hunted, wist hij dat het moment was aangebroken. Het verhaal van The Hunted is eenvoudig: Aaron Hallam, een jonge militair van een speciale Amerikaanse legereenheid, draait door nadat hij in Kosovo te veel onschuldige mensen heeft afgeslacht zien worden. Terug in Amerika begint hij in het wilde weg mensen te vermoorden omdat hij het onderscheid tussen medestander en vijand niet meer kent. L.T. Bonham, de man die hem ooit zijn technieken bijbracht, is de enige persoon die hem aankan en wordt door de FBI ingeschakeld om hem te vangen.

Kat en muis

The Hunted is een simpele maar zeer vakkundig gemaakte thriller. Eigenlijk bestaat de film uit één lange achtervolging, en dat is gezien Friedkins verleden (The French Connection bevat een van de beroemdste auto-achtervolgingen uit de filmgeschiedenis) wel aan hem besteed. Er zit vrijwel geen grammetje vet aan het verhaal: elke scène komt zonder omhaal van woorden voort uit de voorgaande, en je blijft als kijker anderhalf uur geboeid kijken naar het kat- en muisspelletje tussen leraar en leerling. Tommy Lee Jones en Benicio Del Toro zijn als de twee spoorzoekers aan elkaar gewaagd, en de bloedmooie Connie Nielsen in de rol van FBI-agent mag met recht de Sharon Stone voor de 21ste eeuw worden genoemd.

David Fincher

Friedkin leerde het vak bij het maken van documentaires, en dat is te zien aan zijn speelfilms. Hij vertelt in de bijgeleverde extra’s op deze dvd dat hij zijn actiescènes bijvoorbeeld nooit van tevoren uittekent, maar hun vorm en structuur altijd laat afhangen van de lokatie waarin ze zich afspelen. Dit staat haaks tegenover de aanpak van een moderne filmmaker als David Fincher, die voor een relatief “kleine” film als Panic Room vrijwel elk beeldje vooraf liet visualiseren. Het resultaat in het geval van The Hunted is een spannende film die door de losse cameravoering en ruimte voor improvisatie sterk geworteld is in de jaren 70.

The Hunted kan niet tippen aan Friedkins meesterlijke werk van dertig jaar geleden (en welke film kan dat wel?), maar laat wel zien dat een filmmaker-op-leeftijd nog steeds in staat is interessante films af te leveren. Degelijk vakmanschap, daarmee is The Hunted nog het beste te beschrijven.

Boeken / Fictie

Onder een dikke wollige deken

recensie: Hafid Bouazza - Paravion

Beste Hafid,
Vergeef me mijn vrijpostigheid en vergeef me het feit dat ik je niet rechtstreeks aanspreek, maar via een open brief. Ik voel namelijk de behoefte je een vraag te stellen en naar goede gewoonte van de literatuurkritiek wend ik me tot de open brief. Ik zal me beperken tot een bepaalde kwestie, maar wees me van dienst opdat ik je boeken weer met evenveel plezier zal lezen als je onvolprezen Momo.

De titel is dus al gevallen: Momo, het boek waarmee ik je leerde kennen. Deze mysterieuze novelle pakte me, greep me en liet me niet meer los. En dat was vreemd want er waren bladzijden bij waarvan ik niets begreep. Noch de handeling, noch de taal was me helder. Er schemerden vage figuren door het lommer die beschikten over het leven van Momo, maar hoe en waarom kon niemand me vertellen. Op de een of andere manier lukte het je om me te overtuigen dat dit ook niet nodig was. Waarom zou ik precies moeten weten hoe de gedachtegang van de schrijver in elkaar zat? Juist dit vormde de kracht van het boek en Momo steeg voor mij ook uit boven de al even bizarre bladzijden van Peter Verhelst. Anders dan bij jou leek deze Vlaamse mysticus veel meer te bedoelen dan er stond, en die pretentie ging me op een gegeven moment tegenstaan.

Natuurlijk was er nog die andere component. Je bent de vaandeldrager van de eerste generatie ‘allochtone’ Nederlandstalige schrijvers en terwijl ik het schrijf weet ik dat ik het niet zo moet formuleren, maar het is waar. En stel je voor: een Marokkaan die de Nederlandstaligen eens confronteert met de poëzie van hun eigen taal. Geen bladzijde kon je omslaan of er stonden drie woorden op die niet eens voorkomen in Van Dale maar waarvoor je alleen terecht kan in het Woordenboek der Nederlandse taal. Ik denk dat in ons taalgebied alleen Joris Note het je nadoet, maar ik dwaal af.

Waar het om gaat, Hafid, is je laatste boek, Paravion. Met dit boek wil je meer zeggen. De grappige vondst van de titel (par avion) laat al meteen zien in welke problematiek je je zal vastbijten. Het gaat om twee landen. Het ene land is mooi, warm, stoffig, maar arm en onderontwikkeld (de mensen zien niet voor niets de aanduiding ‘luchtpost’ aan voor de naam van het land), het andere is rijk, druk, amoreel, maar onwetend (hoeveel Nederlandse lezers zouden de verklaring van deze titel immers in de Franse taal hebben gezocht?). Kortom de verhouding tussen het land van duizend-en-een nacht en dat van de polder.

Maar dan raak ik het spoor bijster. Je vertelt een verhaal over drie generaties Baba Baloek, een dynastie van, zo blijkt later, ex-slaven, waarvan één lid aan het begin van het verhaal een brief krijgt uit Paravion die hij niet hoeft te laten voorlezen omdat de inhoud als vanzelf tot hem komt. En dat is nog maar het begin. Het ene wonder heeft zich nog niet voltrokken of het volgende staat al weer voor de deur. En dan heb ik het nog niet eens over de pagina’s waarop deze zelfde Baba Baloek de reis naar het beloofde land maakt per vliegend tapijt, of die waarop zijn zoon in onbegrijpelijke woorden onder een boom ligt.

Ik weet het, je neemt ons mee naar een sprookjesland, tenminste, naar het land waarvan wij een veel te romantisch beeld hebben. Met je wollige taal zet je al die vooroordelen, maar ook de tekortkomingen van het land en zijn volk extra dik aan. Ik weet het, maar het werkt niet meer, misschien juist vanwege het feit dat je er nu zo overduidelijk iets mee bedoelt. In plaats van dat je me verbijstert, irriteer je me deze keer. Ik weet al op pagina één wat je me wilt laten voelen en op pagina vier ben ik ermee klaar. Wat volgt zijn bladzijdenlange beschrijvingen van een droomland waarin trieste dingen gebeuren, maar ik moet eerder aan De vlaschaard van Streuvels denken dan aan Momo. Of met andere woorden: eerder aan de voorbeschikte wereld uit een negentiende eeuwse roman dan aan een beschrijving (hoe poëtisch ook) van de hedendaagse problematiek.

Ik vind het jammer, want de roman heeft een sterke opzet. Je laat zien dat de Nederlanders een verkeerd beeld hebben van het land waarvandaan de gastarbeiders komen, maar je laat ook zien wat er fout gaat in de integratie. En net daar werkt je stijl wèl. Ook de pagina’s die in Amsterdam (Paravion) spelen, schrijf je op de jou kenmerkende manier, maar hier hebben ze symboolwaarde. De Moreanen (weer een goede vondst) houden vast aan oude tradities die ook in het land van herkomst aan het vervagen zijn. Ze kijken met een dromerige, verwrongen blik naar de zondige samenleving in hun nieuwe land. Dat zijn fantastische momenten, maar had je boek niet in het geheel zo sterk kunnen zijn als je afstand had gedaan van die kennelijk onbedwingbare dwang tot wollig schrijven?

Beste Hafid, het is een oprechte vraag en het liefste dat ik wil is een helder antwoord op deze kwestie.

Een toegenegen lezer

8WEEKLY

Het Nut van ’t Algemeen

Artikel:

Voor Sinterklaas kreeg een vriendin een zingende taartschep. Wanneer je op het knopje drukte, kwam er Happy Birthday uit het handvat. Hoewel ik nog nooit zingende taartscheppen had gezien, keek ik er niet echt van op. Totdat ik erachter kwam dat de zingende taartschep in de ban was gedaan als een Nutteloos Product.

~

De vereniging Jongeren Milieu Aktief is een campagne gestart tegen nutteloze producten. Op MissKoop.nl kun je stemmen op het meest waardeloze product. De taartschep staat onbedreigd op nummer één. De reacties liegen er niet om: de taartschep is een schoolvoorbeeld van ondoordacht consumentisme. Anonieme klagers: “Happy birthday zelf zingen is gratis en leuker! Zonde van de batterijen”, en “Van dat plastic had men ook een nuttig (medisch?) instrument kunnen maken!”. Allemaal waar.

Energie

De zingende taartschep is een nutteloos product. Maar moet je je daar ook nutteloos over opwinden? Kun je je energie niet beter gebruiken? Bekijk het eens van de andere kant. De bedenkers van zingende taartscheppen en andere Nutteloze Producten hebben gepoogd een bijdrage te leveren aan een leukere wereld. En een aantal van deze uitvinders zijn daar wonderwel in geslaagd. Want er valt heel wat te lachen als je een selectie van die nutteloze producten op aarde op een rijtje zet.

~

Jij vond een zingende taartschep nutteloos? Je kunt ook een zingend taartbord kopen of zelfs een plastic taart die uit zichzelf zingt.
En wat dacht je van een peper-en-zoutstel in de vorm van een dolfijn en een haai. En ze maken ook nog geluid! De haai doet het muziekje van Jaws en het plastic zoutvat imiteert Flipper. Nutteloos is in sommige gevallen een eufemisme.

Zoem!

Van een lange dag op kantoor krijg je soms hoofdpijn. Dan zou je wel een massage kunnen gebruiken. De uitvinder van de Massage Stylus combineerde een massage-apparaat met het basis-kantoorartikel: de pen. En dan krijg je, inderdaad, een massagepen. De pen ziet eruit als alle andere, maar zoemt zachtjes en je kunt hem tegen je hoofd houden. Of ergens anders, inderdaad, maar de Massage Stylus wordt uitdrukkelijk aangeprezen als kantoorartikel. Het is overigens maar de vraag of een vibrerende balpen je hoofdpijn nu wegneemt of alleen maar verergert. Misschien kun je hem toch beter op een andere manier gebruiken.

Nutteloos of hersenloos?

~

Sommige nutteloze dingen zijn alleen maar bedacht om andere mensen geld uit te laten geven. Waarmee het dus eigenlijk geen nutteloze dingen meer zijn. Neem bijvoorbeeld Golf Pro In A Bottle. De naam zegt het al: met dit flesje word je een professioneel golfer. Smeer de pasta op je golfclub en je prestaties gaan met sprongen vooruit! Een hole in one voor de bedenker van dit product, maar waarschijnlijk niet voor de argeloze – of hersenloze? – gebruiker.

Van een meer doordachte aard is de EZ-dvd van het bedrijf Flexplay. Zij spelen in op het terugbrengen van gehuurde dvd’s. Dat kost tijd en vaak extra geld omdat je te laat bent. Met de EZ-dvd koop je (voor een lage prijs) een dvd, die je vervolgens acht uur kunt bekijken. Daarna niet meer, want dan is er een zwarte laag overheen gekomen.
Dat je gehuurde dvd’s niet terug hoeft te brengen is een smoesje om mensen geld uit de zak te kloppen. Waarschijnlijk is EZ-dvd bedacht om illegaal kopiëren te beperken, maar in die acht uur die je de dvd kunt bekijken kun je hem ook kopiëren. Nutteloos met hoofdletters.

Miljoenendeal

~

Dat je het met nutteloze dingen ook heel ver kunt schoppen, blijkt uit het succesverhaal van Peter Hodgson. Vlak na de Tweede Wereldoorlog zochten de Amerikanen naar een chemische vervanging voor rubber. Ze vonden een elastisch goedje dat je in vorm kon kneden en dat kon stuiteren, maar het had eigenlijk geen nut. Hodgson besloot het aan kinderen te verkopen en bedacht de naam Silly Putty. De multifunctionele kauwgum bestaat nu al ruim vijftig jaar en hoewel het officieel nog steeds een nutteloos product is, heeft Hodgson er wel miljoenen mee verdiend.

Het Nut van ’t Algemeen

~

Zo zijn de dingen nog niet zo nutteloos als ze soms lijken. Mocht het niet werken of geen functie hebben, dan kun je er in een aantal gevallen nog wel om lachen. Je druk maken om nutteloosheid is een nutteloze bezigheid. Bekijk liever met wat voor creativiteit mensen aan de slag gaan. Nog een voorbeeldje, om het af te leren. Ooit gehoord van Octodog? Nee, dat is geen hond met acht poten, maar een hotdogsnijder. En wat voor een! Maak van je knakworst een octopus met dit handige, nutteloze apparaatje. Hoewel, nutteloos? Vele Amerikaanse kindertjes stikken in hotdogs, en dus kun je ze maar beter kleinsnijden. Met een Octodog!
Zo zie je maar weer: alles op aarde heeft nut. En anders bedenk je het nut maar.

Film / Films

Lachwekkende monsters in de sneeuw

recensie: Dreamcatcher

Mijn fascinatie voor Stephen King eindigde na mijn eindexamen VWO. Het was alsof er een knop werd omgezet: in de pakweg tien jaar voor dat moment had ik vrijwel elke roman en verhalenbundel van de man verslonden alsof het mijn dagelijkse bordje Brinta was, maar daarna was de maat blijkbaar vol. Ik heb het nog wel eens geprobeerd met latere boeken als Rose Madder en Desperation, maar de vonk was er gewoon niet meer. Lange tijd heb ik geloofd dat het door mijzelf kwam (met het studentenleven kwamen andere interesses en gewoonten, en daar paste de populaire horror van King niet meer bij), maar sinds kort weet ik dat het door de kwaliteit van zijn boeken komt. Eerdere romans als The Shining, The Stand en It worden terecht beschouwd als klassiekers in het genre (en voor sommige van zijn titels ook buiten dat genre), maar zijn latere werk is niet meer zo bijzonder en voelt op een bepaalde manier verwaterd aan. Of, om Bilbo aan te halen: als boter dat over een te groot stukje brood is gesmeerd.

Dreamcatcher moet wel het dieptepunt in Kings oeuvre zijn. Ik heb het boek niet gelezen, maar het verhaal zoals dat in de film wordt verteld is een clichématige mengelmoes van It, de film Outbreak en een slechte aflevering van The X-Files. Na het zien van Dreamcatcher kan ik me heel goed voorstellen dat King met pensioen wil, zoals hij nu al een paar keer heeft aangekondigd. Hij heeft genoeg met zijn boeken verdiend, en omdat hij zijn hoogtepunt allang voorbij is, kan hij maar beter meteen stoppen.

Vreemde entiteit

Vreemd genoeg begint Dreamcatcher ijzersterk: het hele eerste uur is leuk, intrigerend, goed geacteerd en op bepaalde plaatsen gruwelijk spannend. Het verhaal draait om vier vrienden die door een gebeurtenis in hun jeugd voorspellende gaven hebben gekregen. Op hun jaarlijkse uitje naar de bergen ontdekken ze een vreemde entiteit in het bos, een buitenaardse levensvorm die het heeft gemunt op mensen. Tot zover niets bijzonders, en regisseur Lawrence Kasdan weet de clichés van zijn onderwerp aardig goed te omzeilen. Maar dan verschijnt de Mysterieuze Overheidsinstelling die al tientallen jaren jacht maakt op buitenaardse wezens, onder leiding van Morgan Freeman.

Van de pot gerukt

Vanaf dat moment is de film ten dode opgeschreven. De gebeurtenissen worden steeds lachwekkender, de leiding van de regeringseenheid blijkt natuurlijk zo corrupt als de pest en de visuele effecten lijken wel gegenereerd op een oude Commodore 64, met als absolute hoogtepunt het volslagen belachelijke einde dat je gezien moet hebben om te geloven. De makers van de dvd waren zelfs zo dom het originele einde van de film op te nemen in de verwijderde scènes. Dit slot is iets minder ‘verrassend’ (lees: van de pot gerukt), maar duizend keer aannemelijker dan de puinhoop die nu in de film is terechtgekomen. Ik weet niet wie verantwoordelijk was voor die beslissing, maar hij of zij verdient een snel en oneervol ontslag.

Wanproduct

Onder invloed van de abominabele kritieken die de film in de pers kreeg, bevat de dvd weinig extra materiaal. Naast de al eerder genoemde verwijderde scènes kun je nog een interview met Stephen King bekijken (die zowaar nog een paar vriendelijke woorden over dit wanproduct uit weet te brengen) en een kleine documentaire over de visuele effecten. Als ik effectenhuis ILM was geweest, had ik mijn naam van de titelrol laten schrappen, en al zeker niet hebben meegewerkt aan zo’n featurette.

Sterkte

Het is duidelijk: Dreamcatcher is geen aanrader. Wat zo veelbelovend begon, wordt in de tweede helft volkomen onderuit gehaald door een absurd verhaalverloop en nog veel ergere special effects. Mocht je de film ondanks alle bovenstaande waarschuwingen toch willen zien, dan wens ik je alle sterkte.

Film / Films

Multi-culti

recensie: Mambo Italiano

Er zijn twee manieren waarop een Italiaan het ouderlijk huis kan verlaten: getrouwd of dood. Italiaanse stellen begroeten elkaar uitgebreid, maar hebben elkaar niets te zeggen. Eten doen ze het liefst uit de eigen moestuin en vrouwen eindigen discussies door de man met de vlakke hand in het gezicht te slaan. Zo stort Mambo Italiano een lading clichés over je heen, en toch heb je het idee naar een verfrissende komedie te kijken.

~

Mambo Italiano is een van de twee multi-culti-komedies die deze week in de Nederlandse bioscopen verschijnt. Wat publiciteit betreft zal deze film wel helemaal ondergesneeuwd raken door die andere, Shouf Shouf Habibi. Eigenlijk is dat jammer. Deze Canadese produktie, een bewerking van een toneelstuk, verdient het niet om onopgemerkt te verdwijnen.

Over de zeik

Alle ellende begint wanneer Angelo Barbarini (Luke Kirby), thirty-something, de ongeschreven regel breekt: hij gaat op zichzelf wonen terwijl hij ongetrouwd is, èn nog leeft. Dat zijn nieuwe huisgenoot Nino (Peter Miller) eigenlijk zijn minnaar is, durft hij zijn conservatieve ouders niet te vertellen. “It will kill them”, zegt zijn zus – single, ook in de dertig en braaf thuiswonend – om er daarna enthousiast op te laten volgen: “Tell them!” Het gevolg laat zich raden: ouders over de zeik, Nino zoekt op aandringen van zijn moeder toch maar een meisje en Angelo’s hysterische zus zet haar tocht langs psychiaters onverminderd voort.

Ondersteboven

Een romantische komedie over cultuurverschillen, dat klinkt inderdaad als My Big Fat Greek Wedding. Met het verschil dat deze Canadese film over een immigrantengezin velen malen grappiger, menselijker en verrassender is. Dat je met een glimlach de bioscoop verlaat, heeft niet zozeer te maken met het verhaal. Echt gewaagd wordt het niet – tenzij je nog erg ondersteboven raakt van een homostel dat elkaar overigens nauwelijks aanraakt.

Winterdepressie

Nee, die glimlach heeft eerder te maken met de felle kleuren die van het scherm lijken te spatten. Met de tot in de details uitgewerkte campy jaren zeventig-decors. Met de karakters die net zo kleurrijk en overdreven zijn als hun interieur, maar toch sympathiek blijven. Met het vrolijke, soms Amélie-achtige camerawerk. Met de grappen die net boven het voorspelbare uitstijgen. Met het ‘ze leefden nog lang en gelukkig’-einde. Mambo Italiano is een feel good movie in zijn puurste vorm. Wie desalniettemin bestand blijft tegen zoveel vrolijkheid, heeft de winterdepressie goed te pakken.

Boeken / Fictie

Moskou: grauw en bruisend

recensie: Nieuwe roman van Pieter Waterdrinker

.

Voor een citaat in zijn debuutroman Danslessen is Pieter Waterdrinker door de burgemeester van Zandvoort voor de rechter gesleept wegens antisemitisme. Maar in zijn nieuwe boek Een Hollandse romance doet hij er alles aan dat deze keer te voorkomen.

~

In het nawoord doet schrijver/journalist Pieter van der Sloot – hij publiceert onder de achternaam van z’n moeder – nadrukkelijk afstand van de uitlatingen van de personages uit z’n boek. Hij wil niet nog eens verantwoordelijk gesteld worden voor de uitspraken die personages in het verhaal doen.
Maar in één geval draaft hij daarin iets te ver door. Het verhaal speelt zich af in de periode waarin Pim Fortuyn vermoord is. Maar de naam Fortuyn wordt geen enkele maal genoemd. Daarentegen komen we steeds de benaming ‘Kale Dandy’ tegen. Het is duidelijk wie bedoeld wordt, maar als Waterdrinker het beestje bij de naam genoemd zou hebben, was het moeilijker hard te maken dat alle personages uit het boek fictief zijn. Dit vervangende ‘Kale Dandy’ is een beetje storend, maar gezien de juridische trammelant die Waterdrinker achter zich heeft liggen – hij is uiteindelijk wel vrijgesproken – is het begrijpelijk.

Journalist

Net als de hoofdpersoon uit het boek heeft Waterdrinker jarenlang in Moskou vertoeft, en die verbondenheid met de Russische hoofdstad is goed merkbaar. De gevoelens die hoofdpersoon Joost Schlingemann voor de stad koestert vormen misschien wel het best uitgewerkte liefdesverhaal in dit boek. Het beeld dat van Moskou geschetst wordt is een totaal ander beeld dan ik in eerste instantie van die stad had. En het grauwe, saaie en koude afstandelijke dat bij mij opgeroepen werd bij het noemen van het woord Moskou, is inmiddels vervangen door het beeld van een bruisende metropool met vele boeiende contrasten binnen haar gelederen.

Waterdrinker, journalist voor De Telegraaf laat zichzelf in het boek vertegenwoordigen door Menno Sikkelberg, een journalist die voor de sensatiekrant Het Volksblad werkt. En uit de ideeën die Joost over Menno heeft blijkt de frustratie van een schrijver die serieus genomen wil worden. De stereotypen ten opzichte van journalisten van kranten zoals Het Volksblad – lees: De Telegraaf – vliegen je om de oren. En dat met het nodige cynisme. Pieter van der Sloot is duidelijk een man die zich koste wat het kost af wil zetten tegen het algemene beeld van een roddeljournalist.

Verhaal

Maar er wordt ook nog een verhaal verteld in Een Hollandse romance. Joost is een succesvol reclameman die privé de nodige problemen ondervindt. Zijn huwelijk ligt in puin en zijn vrouw is met hun zoon Max terug naar Nederland. Joost stopt met werken en stort zich op de drank en op vrouwen. Die vrouwen lijken steeds een kruising tussen zijn eerste grote liefde en z’n vrouw. Maar ondanks zijn rijkdom, de drank, de seks en de feesten, lijkt de manisch-depressieve Joost niet bepaald gelukkig. En langzaam maar zeker gaat hij z’n vrouw steeds meer missen en, belangrijker nog: steeds meer waarderen.

En zo lijkt het verhaal zich naar een bepaald einde te verplaatsen. Maar niets is minder waar. Het verhaal verplaatst zich namelijk nergens naar toe. Het verhaal houdt gewoon op te bestaan. Op een bepaald moment zijn de bladzijden op. En daarmee is dan het verhaal beëindigd. Een open einde dat zijn gelijke niet kent. Een einde dat me dus ook niet echt kon bekoren.

Sfeer

De sfeer aan die door Van der Sloot/Waterdrinker wordt neergezet sprak me echter zeer aan. De sfeer van een grote, logge, corrupte stad, die ondanks alle minpunten een intense schoonheid uitstraalt. De beschrijving van het hedendaagse Rusland wekt een bepaalde lust in je op. Een lust om zelf deel te nemen aan de beleving die Rusland heet. En als een boek zoiets bij je los maakt is het in mijn ogen een goed boek. En dan is het verhaal daar ondergeschikt aan.

Film / Films

Plastic poppetjes in een realistische wereld

recensie: Lara Croft Tomb Raider: The Cradle of Life

.

Natuurlijk is de film dom, oppervlakkig en een schaamteloze kopie van Raiders of the Lost Ark. Ook het verhaal doet er weinig toe: de zoektocht naar de legendarische Doos van Pandora fungeert slechts als bindmiddel voor een serie grote en kleinere actiescènes. Wat dat betreft wijkt Tomb Raider 2 weinig af van de succesformule waarmee vrijwel elke grote actie-/avonturenfilm van de laatste twintig jaar is gemaakt.

Verfrissend

Wat Tomb Raider 2 iets boven de grijze middenmoot doet uitsteken, is het realisme van de beelden. Jan de Bont blijkt zijn visuele instinct nog niet te zijn kwijtgeraakt en drong er bij de studio op aan zo veel mogelijk echte locaties te gebruiken en zo veel mogelijk stunts voor de camera te laten uitvoeren, het liefst door de acteurs zelf. En het was al die moeite waard: waar je in de meeste andere blockbusters de pixels om de oren vliegen, zijn de actiescènes in Tomb Raider 2 verfrissend in hun realisme. Maar eerlijk is eerlijk: het is een mager lichtpuntje in een genre dat bekend staat om zijn kopieerdrift en clichématigheid.

Stapje terug

Toch heb ik mijn vetrouwen in Jan de Bont weer terug, en dat komt met name door het intelligente audiocommentaar dat hij voor deze dvd insprak. Ondanks zijn irritante stemgeluid vertelt hij boeiend over de technische kanten van het maken van deze film. Het zou interessant zijn om te zien wat het resultaat zou zijn als hij, net als Paul Verhoeven, besluit een stapje terug – en daardoor juist vooruit – te zetten, en zijn duidelijk aanwezige talenten als visueel filmmaker zou gaan benutten voor een persoonlijker project.

Perfect pakket

Naast De Bonts commentaar vinden we ook nog de geijkte extra’s als featurettes over de acteurs, de stunts, de visuele effecten en de muziek, een trailer en een paar gesneuvelde scènes. Deze dvd is dan ook een perfect pakketje voor wie van grootscheepse actie houdt.