Muziek / Album

Politiek correct vanuit je luie stoel

recensie: Incubus - A Crow Left of the Murder...

Waar andere zogenaamde nu metal-bands blijven steken in het herkauwen van power-riffs en ’teen angst’-thematiek, heeft Incubus het lef zich muzikaal te ontwikkelen. Was het debuutalbum S.C.I.E.N.C.E. uit 1997 behoorlijk springerig en vergelijkbaar met de funk/metal van The Red Hot Chili Peppers, de nieuwe plaat A Crow Left of the Murder… is doordachter en een stuk rustiger van aard, overigens zonder saai te zijn.

Het nieuwe album is een logische stap in de ontwikkeling van de band. De initiële sound van het debutalbum transformeerde met Make Yourself (1999) en Morning View (2001) tot een mix van funk, nu metal, dance en jazz die niet zelden een zekere rustige, lounge-achtige ambiance oproept. Die sfeertekening is grotendeels toe te wijzen aan de zangstem en -stijl van zanger Brandon Boyd. Waar de muziek vrij heftig kan zijn, voornamelijk de drumpartijen, is hij in staat een ontspannen zanglijn te laten horen. Dat is ook terug te horen op A Crow…

Politieke boodschap

Bovenstaande gezegd hebbende, is Incubus geenszins vergeten hoe stevige, voornamelijk op gitaarhooks gebaseerde muziek gemaakt wordt! Dat blijkt al wel bij het openingsnummer Megalomaniac, dat zeer representatief is voor de rest van het album. Alle elementen van dit nummer zijn terug te horen in de rest van de plaat, van hoge uithalen tot catchy gitaarpartijen en krachtige drums. Ook is te horen dat Boyd een politieke boodschap uit te dragen heeft, min of meer gericht op alle ‘powers that be’ vanuit een anders-globalisten perspectief. De overheersende, tekstuele thematiek op dit album is dan ook dat ‘er een hoop anders moet’. De zinsnede ‘please end this, before this ends us’ uit Agoraphobia spreekt wat dat betreft boekdelen.

Frustratie

Gelukkig is deze plaat echter verre van prekerig. De melodieën geven het geheel een relaxed gevoel mee, zoals bijvoorbeeld bij Beware! Criminal. Het daaropvolgende Sick, Sad Little World heeft datzelfde kenmerk. De freaky en funky baslijn wordt afgewisseld met melodieuze tempowisselingen, alsof het nummer een ode is aan het gehele oeuvre van de band. Een oeuvre dat dus enerzijds schreeuwt uit frustratie en anderzijds melodieus klaagt en veranderingen aandraagt. Als luisteraar krijg je dus het gevoel vanuit je stoel een politieke mening aan te horen en zo nodig te delen. Pistola verwoordt hoe die mening uit te dragen: ‘…and my pen is my pistola!’, zonder daarbij al te zeer op Rage Against the Machine te lijken.

DVD

Dat Incubus zich muzikaal en tekstueel blijft ontwikkelen is duidelijk te horen op A Crow… Maar de aloude strijd tegen apathie, zo typerend voor deze stijl van muziek, hebben de heren nog lang niet opgegeven. Dit blijkt wel uit Zee Deveel en Made for TV Movie. De spanningsboog van dit album vindt zijn einde in het slotnummer Leech, waarbij weer wordt aangesloten op de sfeer die in het openingsnummer wordt neergezet. Dit valt goed op wanneer je let op de teksten die zo belangrijk zijn op dit album. Wanneer je je als luisteraar daar niet op concentreert, dan wil deze plaat aan het einde overkomen als een brei waarin het lastig is onderscheid te maken tussen de individuele nummers. Maar de composities zitten goed in elkaar, liggen lekker in het gehoor, dus ook muzikaal is dit album meer dan de moeite waard. De uitgebreide uitgave van A Crow… bevat ook een DVD, waarop enkele optredens en interviews met de band te zien zijn. Leuk is dat wel, het voegt helaas weinig toe aan het geheel.

Boeken / Fictie

Charlotte Brontë geeft het stokje door

recensie: Clare Boylan - Emma Brown

.

~

De eerste twee hoofdstukken zijn inderdaad nog van de hand van Charlotte Brontë. Dus in zoverre klopt de bewering. Maar deze eerste twee hoofdstukken vormen misschien 0.05% van het gehele verhaal! Dus in hoeverre is het dan nog Charlottes verhaal? In welke mate wordt hier het verhaal verteld, zoals dat door Charlotte bedacht was? Er is, op de eerste twee hoofdstukken na, namelijk niets bekend over het verdere verloop van het oorspronkelijke verhaal. Okee, de schrijfster heeft gebruik gemaakt van brieven die Charlotte geschreven heeft en van een ander onvoltooid manuscript (The Story of Willie Ellin) om de geest van Charlotte Brontë levend te houden, maar dat zijn nog steeds geen oorspronkelijke elementen van het hier door Charlotte gestarte verhaal.

Dit blijkt het sterkst door het gebruik van The Story of Willie Ellin. Deze meneer Ellin wordt door Charlotte in de eerste hoofdstukken geïntroduceerd. En Clare Boylan gaat verder in hoofdstuk drie met de uitwerking van het karakter van deze sleutelfiguur. Ze doet dat waarschijnlijk op basis van The Story of Willie Ellin, maar dit ligt volgens mij niet in het verlengde van de eerste introductie. Het gevoel bekruipt me dat Charlotte een andere rol voor Willie Ellin in gedachten had dan Clare Boylan hem nu toebedeeld heeft.

Charlotte of Clare?

Dus is dit nu een verhaal van Charlotte Brontë of van Clare Boylan? Volgens mij dus van Clare Boylan, die gewoon heel graag gebruik maakt van de naam Charlotte Brontë. Het is immers een mooie publiekstrekker, die een gegarandeerde omzet in het vooruitzicht stelt. Dus dat hebben we geklaard, nu blijft de vraag of het boek deze publiciteitsstunt nodig heeft? Of is het verhaal goed genoeg om op z’n eigen merites gelezen te worden?

Geheugenverlies

Het verhaal, zoals door Clare Boylan verteld, gaat over een 15-jarig meisje zonder verleden en zoals het lijkt zonder toekomst. Ze wordt op een dag door een vreemde man afgeleverd bij een meisjesschool. Al snel blijkt zij niet te zijn waarvoor ze zich uitgaf. Een zoektocht naar het verleden van deze jonge vrouw begint. Zowel door haarzelf als door de paar mensen die zich het lot van deze jonge vrouw aantrekken. De zoektocht wordt bemoeilijkt door het feit dat de vrouw, Emma genaamd, haar geheugen heeft verloren. Ze verdwijnt op een dag naar Londen om op zoek te gaan naar haar verleden. De heer Ellin en een dame genaamd Isabel Chalfont, die Emma in haar huis had opgenomen, achterlatend met een hoop vragen en twijfels, maar heel weinig antwoorden.

En zo volgen we de diverse personages in hun zoektocht naar het verleden van Emma Brown, maar ook naar hun eigen verleden. En dat verleden bevat de nodige smart, liefde, erbarmen, afzien en lijden. De armen hadden het ten tijde van The Great Exibition (1851) niet bepaald makkelijk in het grauwe, afstandelijke Londen. Prostitutie was aan de orde van de dag, honger was een constante metgezel en medeleven ver te zoeken.

Troosteloos

En juist dit troosteloze beeld maakt het boek interessant. De wijze waarop het Londen van 1851 wordt geportretteerd, de omschrijving van de natte, kille steegjes geeft zo’n lekker even-terug-in-de-tijd gevoel. Voor je geestesoog scharrelen de bevuilde kwajongens over een drukke markt op zoek naar een onbewaakt appeltje, oogverblindend lelijke vrouwen prijzen aan voortsnellende voorbijgangers hun vleselijke waren aan. Als dit doorregen wordt met kinderhandel en -prostitutie krijg je een indringend beeld van het grote, onoverzichtelijke Londen aan het eind van de 19e eeuw.

In deze setting probeert een jonge vrouw zichzelf te vinden en te redden. Al snel begin je voor haar een grote sympathie op te vatten en te hopen dat ze haar zoektocht tot een goed einde brengt.

Dus?

Mijn mening over dit boek is dubbelzijdig. Aan de ene kant vind ik het hele gedoe met “Laatste roman van…” een grote farce. Een goedkope verkooptruc, die niets met de inhoud van doen heeft. Daarnaast is er geprobeerd de stijl van Charlotte Brontë in dit boek voort te zetten, wat de schrijfstijl behoorlijk gedateerd maakt. Veel wollig taalgebruik in, voor hedendaagse begrippen, onlogisch gevormde zinnen. Wat ik ook niet begrijp is dat Londen wel genoemd wordt, maar een tweetal dorpjes die hun opwachting doen slechts H. en M. worden genoemd. Waarom deze afkortingen?

Aan de andere kant staat er een verhaal over een eenzame en verlaten vrouw op zoek naar een verleden om zo een toekomst te kunnen waarborgen. Een vrouw die in tijden dat de vrouw ondergeschikt was aan de man juist heel erg haar mannetje staat. En dit verhaal heeft me wel geboeid. De balans slaat voor mij op basis van deze afweging door naar de positieve kant, maar het had niet veel gescheeld.

Muziek / Album

De paden op, de lanen in, de discman aan

recensie: Bauer - Baueresque

Het warme, het knusse en het gezellige komt via je speakers de huiskamer binnen. De winter duurt nog even, maar de lente kan elk moment beginnen. Het voelt lekker, het smaakt naar meer en is dromerig. Je voelt je goed als je met de nieuwe van Bauer op de achtergrond naar je aquarium zit te kijken. Baueresque ademt genot, plezier en vreugde. Maar ook de pink blijft actief om een eventuele traan weg te vegen uit de ogen. Je vergeet de tijd als je luistert. Je pakt je verzameling vlinders er nog eventjes bij en drukt nog een keer op play.

~

Berend Dubbe vernoemde destijds, nadat hij uit Bettie Serveert was gestapt, zijn project naar een Duits 8mm-filmprojectormerk. Te meer omdat die naam met een B begon, waardoor zijn platen tussen andere grootheden met een B in de bakken van de platenboer zouden komen te staan. Denk maar eens aan the Beach Boys, Burt Bacharach en natuurlijk the Beatles. In de loop van de tijd zijn de inspiratiebronnen behoorlijk uitgebreid, maar het is Bauer gebleven. Baueresque is het eindproduct van twee jaar veel muziek luisteren en musiceren door Sonja van Hamel en Berend Dubbe, ofwel de mensen achter de naam Bauer.

Het diepe in

Hoewel je Bauer niet in een adem met de grootheden kunt noemen, hebben ook Van Hamel en Dubbe de kunst van het songschrijven behoorlijk onder de knie. Op On the Move, het debuut van Bauer – toen nog alleen Berend Dubbe – werd al duidelijk dat de ex-drummer van Bettie Serveert meer in zijn mars had dan alleen ritme aangeven. Samen met Sonja van Hamel maakte Dubbe met Can’t Stop Singing de wereld gewaar dat het met een tweede plaat het publiek kon blijven verbazen. De diversiteit van de nummers, mede door de zang van Van Hamel, was groter geworden. Het leverde ze niet voor niets een zilveren harp op. De diversiteit op Baueresque is deels teruggedrongen, maar de nummers hebben meerdere lagen en zitten steviger in elkaar. Het duo springt op Baueresque het diepe in.

Balsem voor de oren

Wat dit soft-psych-synthi-popduo de diepte geeft, zijn bijvoorbeeld de goed georkestreerde arrangementen en de fijne samenzang. De donkere stem van Dubbe fungeert als basis en Van Hamel kronkelt haar stem er moeiteloos om heen, wat als balsem voor de oren is. Het beste voorbeeld hiervan is het kerstachtige openingsnummer Bouillabaisse of Brilliance. Bij nummers als Cubicle, Thin White Line en It’s Getting Better komt Baueresque tot een hoogtepunt. De plaat betekende ook een kleine verandering. Berend heeft een stapje achteruit gedaan en Sonja één naar voren. Van Hamel heeft namelijk een prominentere plaats ingenomen. Dit resulteert in schitterende nummers als A Renegade Cop en het slotnummer Everything After All.

De plaat is meer een geheel, zonder een moment vervelend te worden en dat is knap. Of dit te maken heeft met de vele geluidjes uit allerlei synthesizers, de fijne samenzang of de melodieuze popliedjes kan in het midden gelaten worden. Baueresque is een voorbeeld van hoe de Carpenters in de 21e eeuw hadden kunnen klinken. Baueresque klinkt niet verrassend, eerder mooi en dat mag ook wel eens gezegd worden.

Theater / Voorstelling

Gedoemd te verliezen

recensie: El Niño

Donald Crowhurst deed in 1968-1969 mee aan een zeilrace om de wereld. Op de laatste dag waarop nog kon worden vertrokken, voer hij uit. Zij kansen waren niet gunstig: hij had al vijf maanden achterstand op de eerste deelnemers en hij voer met een slecht uitgerust schip dat nog niet eens af was. Na maanden niets van zich te hebben laten horen gaf hij een positie door die hem tot koploper in de race maakte. De gedoodverfde winnaar bleek ineens een stuk op Crowhurst achter te liggen, en kwam om omdat hij te grote risico’s nam om zijn positie op Crowhurst te herwinnen. Toen het einde van de wedstrijd naderde en de dorpsgenoten van Crowhurst zich opmaakten voor een feestelijke ontvangst kwam een ontluisterend bericht. Op kleine afstand van de start in een uithoek van de Atlantische oceaan was de boot van Crowhurst gevonden, verlaten.

~

Een waargebeurd verhaal dat allerlei vragen oproept. Wat bezielde Donald Crowhurst om onder zulke ongunstige omstandigheden te vertrekken? Geloofde hij in zichzelf en zijn kansen, of was het van het begin af aan een wanhoopsdaad, een ontsnapping? Theaterfirma Growing up in public speelt nu het stuk El Niño, gebaseerd op de belevenissen van Crowhurst en de mensen om hem heen.

Loser

Het stuk begint met in de huiskamer van de familie Crorwhurst, waar Donald, Donalds vrouw Clare en huisvriend Rodney aan tafel zitten. Donald heeft een ernstig auto-ongeluk gehad en is uit het leger ontslagen omdat hij de auto waarmee hij verongelukte in een dronken bui ‘voor de grap’ gestolen had van een collega-officier. Donald overziet zijn leven en concludeert dat hij weinig meer dan een loser is: de succesvolle Rodney moet voor een baantje zorgen, omdat Donald het zelf niet kan, en dan flirt Rodney ook nog met zijn met Clare. Er moet iets gebeuren, en wel snel; het maakt niet uit wat, als het maar groots en meeslepend is. Dan ziet hij de advertentie voor de zeilrace. Zeilen kan hij niet en de boot moet nog worden gebouwd, maar hij heeft dan ook nog een paar maanden…

Grote vraag

Dit zouden de ingrediënten voor een spannend jongensboekverhaal kunnen zijn, maar dat is El Niño niet. Ook de grote thema’s die met de ondertitel ‘solozeiler ontmoet God op open zee’ worden aangekondigd blijven onaangeroerd. De grote vraag is dan wat El Niño wel is. Die vraag blijft echter gedurende het hele stuk boven de acteurs hangen. Weten zij het zelf eigenlijk wel?

Ergernis

Diepgang, engagement, kritiek op de westerse consumptiemaatschappij; het zijn voor Growing up in public karakteristieke elementen, maar deze blijven in El Niño geheel buiten beschouwing. Het eerste deel van het in drieën geknipte stuk loopt vlot en is vermakelijk, tijdens het middenstuk rijst echter al de vraag waar de voorstelling naar toe gaat en het slot, waarin we Donald verwilderd op zijn schip zien, biedt weinig meer dan ergernis.

Waanzin

Spanning zit er niet in, want het einde van het verhaal is al in het middenstuk ontrafeld. Je zou kunnen verwachten dat tekstschrijver Paul Feld de man die maanden lang eenzaam op de oceaan heeft gezworven en uiteindelijk besluit zichzelf te verdrinken in een toestand van steeds erger wordende waanzin portretteert. Of erger nog: dat Donald zich juist volledig bewust is van het ellendige einde dat hij uiteindelijk voor zichzelf kiest. Maar niets van dit alles. Het publiek wordt geen blik in de ziel van de zeezeiler gegund, waardoor je na afloop nog altijd geen idee hebt waar het in El Niño nou werkelijk om draait.

Muziek / Album

Meer muziek

recensie: Editie maart 2004: No Needles, Joost, Textures en Redtape

Deze keer meer muziek dan ooit. We bieden weer flink wat ruimte aan onbekende bands. Een aantal demo’s zijn beluisterd en er is een beeld gekregen van de beloftes van de toekomst. Ook worden een aantal stevige debuutalbums besproken, die misschien ook wel een belofte zullen worden. Wie weet. Er zitten in ieder geval verrassingen tussen, maar ook echte tegenvallers.

No Needles – The New Fragrance

[eigen beheer]

~

De Wateringse band No Needles laat alleen al met de presentatie van haar demo The New Fragrance zien dat het veel in haar mars heeft. De pretenties zijn in ieder geval duidelijk erg hoog. De demo is superstrak vormgegeven en straalt meer uit dan menig debuutalbum dat door een grote maatschappij wordt ondersteund. Dat is prachtig om te zien. De band heeft zelfs al een videoclip op de plaat gezet. Sinds 2002 heeft No Needles een flinke lijst aan live-optredens gedaan en de demo zo horende moet dit zeker een sfeervolle hoeveelheid optredens geweest zijn. De band klinkt fris en weet met een heldere toon en een mooie mix tussen rock en rap de luisteraar telkens weer te verrassen. Mooie muziek waar je niet snel stil bij kunt gaan zitten.

Joost – Blue like heaven

[Eigen beheer]

~

Joost uit Doorn is niet echt iemand die gaat zitten wachten tot een platenmaatschappij hem de kans geeft om een plaat op te nemen. Hij heeft inmiddels al aardig wat nummers op de plaat gezet en heeft hier duidelijk plezier in. Het merendeel van de instrumenten bespeelt hij zelf en op die manier heeft hij al een drietal demo’s achter zijn naam weten te zetten. Godzijdank is het tegenwoordig een stuk minder lastig om inspirerende artiesten een eigen plaat te laten maken dan vroeger. Joost is hier een goed voorbeeld van. Ik heb wel eens sterkere zangers gehoord, maar de muziek is toch zeker wel de moeite waard. Het is een beetje te vergelijken met het werk van Alan Parsons: heel erg evenwichtig uitgebalanceerde en doordachte composities. Leuk om te horen dat er ook nog dit soort muziek door een nieuwe generatie wordt gemaakt.

Textures – Polars

[Listenable Records]

~

Het debuut van de Nederlandse metalband Textures dat op 8 maart verschijnt klinkt erg veelbelovend. De eerste songs van Polars klinken dan weliswaar niet echt vernieuwend, het algemene beeld is erg positief. Hoewel de zang duidelijk niet de sterkste kant van de band is levert de ingetogenheid die de band zich toestaat regelmatig erg mooie momenten op. De band heeft duidelijk goed door dat de kracht van metal pas echt tot zijn recht komt als er ook af en toe gas terug genomen wordt. Maar het venijn zit hem bij deze band duidelijk in de staart. De twee songs Polars en Heave, beide overigens meesterwerken van ruim een kwartier, zijn vernieuwend en origineel. Qua opbouw heeft de band zich duidelijk niet laten leiden door de klok, maar door de voortgang van de compositie. Dit levert een verrassend en origineel geheel op. Ik verwacht van deze band in de toekomst zeker nog meer te horen.

Redtape – Radioactivist

[Roadrunner]

~

De uit Californië afkomstige punkmetalband Redtape weet met haar debuutalbum niet echt te imponeren. Het album is in het begin leuk opgebouwd, met een mooi intro voordat het gehak op de gitaar begint, maar daar blijft het dan ook bij. De energie spat er echter wel vanaf en de muziek is erg geschikt om je ramen mee laten rinkelen. Desondanks word ik er echt niet koud of warm van. Het is stampende gitaarrock maar mist elke inspiratie en originaliteit. Dit soort muziek hebben we echt al honderden keren gehoord en we hebben hier geen nieuwe band voor nodig om dit nog een keer dunnetjes over te doen.

Theater / Voorstelling

Vlaamse slapstick

recensie: Peer Gynt

Noem me maar conservatief of ouderwets of wat dan ook (maar houd het wel een beetje aardig, goed?). Ik ga graag naar het theater, maar dan wil ik liefst een verhaal zien met een begin en een einde. Logisch opgezet, met goede acteurs, leuke scènes en misschien ook nog iets om over na te denken. Vandaar dat Peer Gynt van het Toneelhuis uit Antwerpen me erg leuk leek.

Ik kende Henrik Ibsens stuk eigenlijk niet. Ik wist dat het als klassieker gezien werd, dat het draaide om een zekere Peer Gynt die allerlei spannende dingen meemaakt, en dat het zich gedeeltelijk in Noorwegen afspeelt. Een erg summiere samenvatting, maar op zich klopt het.
Peer Gynt is het verhaal van, inderdaad, Peer Gynt, een jongen van 18 die droomt over zijn toekomst als rijk man, maar ondertussen eigenlijk niet zonder zijn moeder kan. Als hij naar een bruiloft in zijn dorp gaat, gaat hij er op de één of andere manier met de bruid vandoor (ongetwijfeld zonder dat hij zelf begrijpt hoe hem dat nou gelukt is). De dorpelingen verbannen hem, en Peer verlaat Ingrid, ‘zijn’ bruid, omdat hij een ander meisje dat hij op diezelfde bruiloft had ontmoet, een zekere Solvey, maar niet vergeten kan.

Peer trekt de wereld in, en verschillende keren lijken zijn belevenissen (met de trollen in het bos, de nomaden in de woestijn) zijn eerdere confrontaties op de bruiloft te spiegelen. Peer verlaat bijvoorbeeld wederom een vrouw, omdat hij te dromerig is om de verantwoordelijkheid op zich te nemen. Zoals het hoort keert Peer weer terug naar Noorwegen als een oud, maar rijk man, en het is de liefde van Solvey, die al die tijd op hem heeft gewacht, die hem redt. Een lang stuk, dat zeker, maar er gebeurt genoeg, lijkt me. Maar wat Het Toneelhuis er van heeft gemaakt…

Charlie Chaplin

Het begint veelbelovend: het hele podium is bedekt met een laagje water, belicht door felle verlichting, en van rechts komt een wat sjofele persoon op die een matras met daarop het bewegingloze lichaam van zijn moeder met zich meesleept. Als publiek vraag je je meteen wat dit betekent. De belofte wordt niet ingelost. Het Toneelhuis heeft hier en daar enkele elementen van Peer Gynt genomen (er komt een bruidspaar in voor, het water stelt de natuur voor, en de hoofdrolspeler heet inderdaad Peer), en daar een voorstelling omheen gebouwd die meer slapstick is dan wat anders. Eigenlijk komen de oude films van Charlie Chaplin of Laurel & Hardy nog het dichtst in de buurt.

Geen tekst

Van de rijke scènes die Ibsen heeft geschreven is veel verdwenen. Er komen geen trollen of groene vrouwen in het bos in voor. De nomaden in de woestijn zijn gereduceerd tot een (toegegeven: grappige) mop die de bruidegom vertelt. En Peer praat niet. Peer, de hoofdrolspeler, de dromer die grote verhalen vertelt, heeft geen woord tekst. Jan Bijvoet, die Peer speelt, slaagt er wel in om af en toe de dromerigheid over te brengen via gezichtsuitdrukkingen, maar daar blijft het bij.

Creatief

Ik klink misschien erg negatief, en dat is niet helemaal terecht. Uit theatertechnisch oogpunt heb ik zeker goede dingen gezien. De bak water, die nergens dieper dan 5 centimeter is, wordt door Peer behandeld alsof het meters diep is. De paar elementen uit het origineel die wel gebruikt zijn (de bruid, Peers moeder) zijn ook erg creatief verwerkt.

Tarantino

Jan Bijvoet zegt: “Het heeft geen zin om nog de originele, integrale versie van Peer te spelen nu we een snelheid à la Quentin Tarantino gewend zijn. Onze kijk- en luistercultuur is sterk geëvolueerd.” Leuk en aardig, maar om het stuk tot vijf kwartier slapstick in te korten gaat wel erg ver. En laten we eerlijk zijn, is de Tarantino-periode, Kill Bill ten spijt, niet al bijna tien jaar voorbij?

Al met al was het een erg creatieve interpretatie van Ibsens toneelstuk, en alle lof voor het lef om dat te doen. Maar ik kan niet zeggen dat het een geslaagde bewerking was. Als je als theatergroep denkt je een modern publiek niet langer het originele stuk kan voorzetten, en dan met zoiets komt, vind ik dat bijna een belediging.

Muziek / Album

Zwart als de nacht

recensie: Mauro Pawlowski & the Grooms - Black Europa

.

Hoewel Mauro tussen neus en lip een paar keer in de nieuwe OOR-popencyclopedie wordt vermeld, is het eigenlijk iemand die een eigen kopje verdient. Vanaf de opleving van de Belgische popmuziek in het midden van de jaren ’90 staat Mauro met verschillende bandjes vooraan om roergangers dEUS naar de kroon te steken. Evil Superstars, met collega kapitein Tim Vanhamel – die door Mauro werd aangemoedigd om iets voor zichzelf te doen, met Millionaire als resultaat – in de gelederen, wist de aandacht behoorlijk te trekken. Na de break-up ging Mauro opnieuw in de aanval met het onvoorspelbare Mitsoobishy Jacson. Een succesvol soloproject volgde. Daarna ging Pawlowski samen met Pascal Deweze (o.a. Metal Molly, Sukilove en Mitsoobishy Jacson) en Carol van Dijk (o.a. Bettie Serveert) een samenwerking aan in de formatie Shadowgraphic City. Verder is Mauro regelmatig te gast op platen van andere Belgische grootheden.

Eurosonic

De afgelopen editie van Eurosonic liet Pawlowski aan Groningen horen en zien wat Mauro Pawlowski & the Grooms eigenlijk inhield. Het publiek zag een band in het zwart waar een behoorlijk geluid van afkwam. Met de uitstraling waar de meest zelfingenomen rocker jaloers op zou zijn, overwon de band het publiek. Het optreden gaf het festival nog enigszins kleur. Maar alle dingen die Pawlowski doet, zijn jammer genoeg tijdelijk. Ook dit project zal daar een goed voorbeeld van zijn. Want zie je hem vandaag in een bepaalde gedaante, dan komt hij morgen met iets nieuws dat wederom de aandacht van de muziek- en tv-wereld zal trekken.

De plaat

Vanaf het begin weet de band een onheilspellend geluid voort te brengen, zoals ze dat ook al deden op de Ghost Rock E.P. De drums produceren een bepaald terugkerend ritme en voelen zich gesteund door een opzwepende bas. Daaroverheen komt een gillende gitaar die de melodie weet aan te geven. Mauro gromt, zingt, schreeuwt en mompelt zijn donkere teksten. Door te dwepen met het duistere en door de opjagende geluiden weet de band rondom Mauro de luisteraar te boeien. Het nummer Driving to the Fire, dat begint na een spanning opwekkend intro, geeft meteen de toon van de plaat aan. Maar het is wel een vereiste om het vanaf het begin leuk te vinden, want er is verder weinig afwisseling in de plaat. De afwisseling die de plaat heeft, is alleen te vinden in de nummers All over Me en The Untouchable. Toch is het spijtig dat Mauro de volgende keer met iets anders komt, want Black Europa smaakt na meer. Ook als je kritisch kijkt.

Muziek / Album

Mooi gladgestreken

recensie: Teitur - Poetry & Aeroplanes

.

~

Nee, Teiturs debuut Poetry & Aeroplanes verdient meer dan simpelweg de vergelijkingen met andere artiesten. Net als jonge songwriters als Damien Rice, Ed Harcourt en Tom McRae weet Teitur, samen met onder andere percussionist Matt Chamberlain, een voor hem uiterst herkenbaar geluid voor de dag te toveren. Zijn liedjes zijn zeer persoonlijk en universeel tegelijk. “I wrote all our lyrics in English from the start. My native Faroese music is a part of me, but what I was attracted to was pop music which was all in English. I find it’s the biggest ocean of vocabulary.”

Een muisstil publiek

Het is jammer dat Teitur juist op dat tekstuele vlak toch nogal eens verzandt in de bekende zinsneden en songtitels. Hij brengt zijn popliedjes echter wel met een geweldige flair. Het is juist zijn passie die deze plaat zo mooi maakt. Ik zie hem al zo in zijn eentje op het podium staan voor een muisstil publiek, dat hier en daar een traantje wegpinkt bij de schoonheid van deze liedjes. En ook de platenmaatschappij zal blij zijn met deze jongen die zijn prachtige album ook nog eens sleep tot een potentiële kaskraker. Dit is een mooi gladgestreken album zonder productiefouten.

Op het podium

Mark van Schaick, hoofdredacteur van Oor, schreef al eerder een zeer wervende recensie over Poetry & Aeroplanes, die hij afsloot met de volgende zin: “Misschien kun je je voorstellen dat het solo-optreden van Teitur het mooiste was wat ik op de afgelopen editie van Eurosonic heb mogen meemaken.” Na het horen van deze plaat kan ik me dat zeer zeker voorstellen. Het is echter jammer voor ons dat Teitur op dit moment zeer populair is in de Verenigde Staten en daar rondtoert. Dit album smeekt namelijk om een nieuwe Europese tournee.

Film / Films

Grote verhalen

recensie: Big Fish

Regisseur Tim Burton staat bekend om zijn excentrieke stijl en fantasievolle films. Edward Scissorhands, Beetlejuice en Sleepy Hollow: ze zijn allemaal eigenzinnig en stijlvol. Maar na Planet of the Apes uit 2001 vroegen zelfs Burtons trouwste fans zich af wat de man aan het doen was. Vol verwachting werd er dan ook uitgekeken naar Burtons volgende project: Big Fish. Dit fantasievolle drama is niet alleen qua genre het compleet tegenovergestelde van Planet of the Apes, maar laat ook zien dat Burton nog steeds een van de beste en meest stijlvolle regisseurs is van dit moment.

~

“Wie wil je dat ik ben?” vraagt Edward Bloom aan zijn zoon. “Jezelf”, antwoordt deze. Helaas is dat iets wat Edward Bloom niet kan. Zijn hele leven heeft hij zich verschuild achter de meest fantastische verhalen over zijn verleden. Er was een tijd dat zijn zoon Will hem geloofde, maar die is nu voorbij: Will is volwassen als hij erachter komt dat hij zijn eigen vader eigenlijk helemaal niet kent. Vier jaar lang praten de twee niet met elkaar, tot Will op het punt staat zelf vader te worden en hoort dat Edward op sterven ligt. Het betekent voor Will de laatste kans om zijn eigen vader te leren kennen.

Weerwolven

Tim Burton zou Tim Burton niet zijn als hij van Big Fish geen betoverende film had gemaakt. Het is hem gelukt zijn eigen herkenbare stempel op de film te drukken, zonder daarmee te excentriek te worden. Naast verwikkelingen tussen vader en zoon zit de film boordevol fantasievolle flashbacks over het leven van Edward Bloom. Of liever gezegd: de verhalen van Edward Bloom. Want echt waarschijnlijk is het niet dat de man in zijn leven heeft opgetrokken met reuzen, circusartiesten, weerwolven en Siamese tweelingen uit China.

~


Het mooie van Big Fish, gebaseerd op het gelijknamige boek van Daniel Wallace, is dat je na een tijdje echt gelooft dat de oude Edward Bloom alles heeft meegemaakt wat hij zegt, ook al weet je dat het onmogelijk allemaal waar kan zijn. Bovendien duurt het niet lang of ook jij wordt betoverd door de wereld van Bloom. Dit is naast de prachtige decors en boeiende personages vooral te danken aan de cast. Naast Albert Finney als de oude koppige en Ewan McGregor als de jonge charmante Edward Bloom zien we onder andere Billy Crudup, Jessica Lange, Steve Buscemi en Danny De Vito. Traditiegetrouw krijgt ook Burtons liefje een rol: Helena Bonham Carter neemt deze keer zelfs een dubbelrol voor haar rekening.

Brok

Big Fish is een van die films die je het ene moment verschrikkelijk kan laten lachen, en het volgende moment een brok in je keel bezorgt. Humor en drama, fantasie en realiteit, man en mythe: Big Fish heeft het allemaal. Het is een humoristisch sprookje geworden, maar tegelijkertijd ook een realistisch drama over een vader en een zoon die elkaar op het laatste moment pas echt leren kennen en bovendien waarderen. Dankzij de goede cast en Burtons unieke stijl is Big Fish een prachtige film geworden die je niet snel zult vergeten.

Theater / Voorstelling

Metamorfose

recensie: Pygmalion

Iedereen (nou ja, bijna iedereen dan) kent My Fair Lady, de musical uit 1964 met Audrey Hepburn and Rex Harrison. Wat veel mensen niet weten is dat dit eigenlijk gewoon een remake was van Pygmalion, een toneelstuk van George Bernard Shaw. Omdat de film zoveel beter bekend was, raakte het oorspronkelijke toneelstuk een beetje in de vergetelheid. Het werd nauwelijks nog gespeeld (de toneelversie van de film wél), zeker niet in Nederland. Maar het Noord Nederlands Toneel laat zich door zo’n kleinigheid niet tegenhouden. Integendeel zelfs.

Het verhaal is bekend. Bloemenmeisje Eliza Dolittle wordt de inzet van een weddenschap tussen Professor Henry Higgins en Kolonel Pickering. Higgins zal van dat vulgaire straatmeisje wel even een dame maken. Hij slaagt er wel in, maar het stuk roept al snel vragen op over standverschil en het veranderen (hersenspoelen lijkt het soms) van mensen. En eigenlijk was Eliza helemaal niet degene die veranderd moest worden. Henry Higgins is een arrogante, onvolwassen figuur, die weigert zijn lesje te leren.

Routine

De acteursploeg van Pygmalion is ijzersterk en gevarieerd genoeg om de verschillende karakters neer te zetten. Met name Ludo Hoogmartens als Eliza’s vader Alfred is wederom een genot om te zien. Er zijn echter toch een paar minpuntjes. Lotje van Lunteren zet als Eliza Dolittle weer haar rol van schreeuwende bitch neer, net als in De Getemde Feeks en De Luitenant van Inishmore. Dat doet ze goed, maar op een gegeven moment gaat haar routine toch vervelen. Verder, en dit is waarschijnlijk meer te wijten aan het stuk dan aan de acteurs, zakt de laatste scène behoorlijk in. De dynamiek is er wel, maar het is een veel te lange dialoog, met een abrupt einde.

Belichting

Door eigentijdse dialogen, de dynamiek van de acteurs en de creativiteit van de belichting (die wordt door de acteurs zelf geregeld door middel van een controlepaneel aan de zijkant van het toneel, en dat wordt weer leuk verwerkt in het stuk), verveelt het stuk zeker niet, misschien met uitzondering van die laatste scène. Pygmalion is een geslaagde combinatie van de sfeer van de jaren ’20 en nu.