Theater

Het verschil tussen grappen maken en optreden

recensie: Wilko Terwijn - Stand-up 2004

Wilko Terwijn is al jaren tekstschrijver voor verschillende cabaretiers. Zo voorzag hij Javier Guzmans sinterklaasconference, Vara Laat en Raymann is laat van teksten. Toch blijkt uit zijn stand-up, die hij eind 2004 opvoerde, dat er een groot verschil is tussen het schrijven van een perfecte grap en oogsten van succes op het podium.

~

In 2003 heeft Wilko Terwijn al een stand-up gedaan die werd uitgezonden op de Amsterdamse lokale zender AT5. Dit optreden, dat ook op deze dvd staat, was zo’n succes dat de televisiezender Yorin besloot om zijn stand-up van 2004 uit te zenden op televisie. In dit optreden in het Werktheater in Amsterdam probeert Terwijn het afgelopen jaar scherp neer te zetten. Hij blijft lang stilstaan bij de moord op Theo van Gogh en weet een groot aantal scherpe en confronterende grappen te maken.

Een uur is te lang

~

Stand-up comedy is eigenlijk het moppentappen van de nieuwe generatie aan het worden. Ging het vroeger bij stand-up vooral om interactie met het publiek, op dit moment wordt er een lijst met scherpe grappen afgewerkt zodat het publiek op het juiste moment in de lach schiet. Daarvoor is een mooie set grappen nodig en iemand die ze op de juiste manier kan vertellen. Terwijn heeft zonder twijfel een leuke serie grappen, maar weet het publiek maar matig mee te krijgen. Hij weet geen extase in de zaal te krijgen en moet het doen met aarzelend applaus en af en toe een lach. Ik kan me voorstellen dat hij in een korte stand-up van een kwartier zeker tot zijn recht komt, maar een uur is voor hem duidelijk te lang.

Bonusmateriaal

Bijzonder aan de dvd is dat het bonusmateriaal even lang is als het hoofdprogramma. Naast een kwartier grappen uit het hoofdprogramma (die inderdaad ook mindere momenten van Terwijn tonen), is er een volledige stand-up uit 2003 opgenomen. Het verdient alle lof dat het materiaal dat voor de televisie-uitzending van Yorin uit het programma is gesneden op de dvd is meegenomen. Het zijn wel mindere momenten van Terwijn, maar als bonus is het zeker aardig om te zien. Hoewel de beeldkwaliteit van het optreden uit 2003 minder is, is de show sterker dan de stand-up uit 2004 en zodoende een zeer welkome aanvulling.

In opkomst

Stand-up comedy is in ons land duidelijk in opkomst. Het programma Comedy Factory is al enige tijd erg succesvol, en ook groepen als Comedy Explosion doen het erg goed. Toch lijkt Wilko Terwijn zijn publiek niet echt warm te kunnen krijgen voor zijn grappen. Dit is spijtig, omdat hij andere cabaretiers van prima grappen voorziet en al jaren met Comedy Explosion en Comedy Circuit op het podium staat. Een uur Terwijn is echter te lang om de aandacht goed vast te houden.

Kunst / Expo binnenland

Een gemankeerd paradijs

recensie: Hanco Kolk - Club Paradise

Striptekenaar Hanco Kolk timmert al jaren aan de weg met verschillende strips, zoals Gilles de Geus, S1ngle en de fotostrip Mannetje en Mannetje. In het Stripmuseum in Groningen is van deze Arnhemse stripmaker tot dit najaar de tentoonstelling Club Paradise te zien.

~

Wat meteen opvalt aan de kleine tentoonstelling zijn twee grote panorama’s die Kolk vorig jaar heeft gemaakt voor de tentoonstelling van Dante Gabriel Rossetti in het Van Gogh museum. Rossetti behoorde tot de pre-rafaelieten, een groep schilders die hun inspiratie haalde uit de middeleeuwen. Kolk heeft voor die tentoonstelling twee lange stripverhalen gemaakt over twee van Rosetti’s onderwerpen: de legende van koning Arthur en Dantes Divina Commedia. De eerste is gedrukt op een heel lang (circa drie meter) stuk geschept papier, de tweede is op plexiglas gedrukt en voor elkaar geplaatst als een soort coulissentheater. Beide panorama’s doen direct denken aan het tapijt van Bayeux. Van deze werken zijn ook een aantal schetsen te zien, maar die zijn jammer genoeg een beetje verstopt.

Club Paradise

~

Het centrale deel van de tentoonstelling is Club Paradise, een serie werken waarop naakte dames zijn te zien. Kolk heeft in olieverf, grafiek en pentekeningen een grote verscheidenheid aan gestileerde jonge juffrouwen gemaakt in een stijl die erg doet denken aan Picasso en Matisse. Van deze werken is ook een nieuw boek gemaakt. Eigenlijk had het daar ook net zo goed bij kunnen blijven, want hoewel de tekeningen wel heel grafisch zijn, dus lekker op papier uitkomen, voegt het grote formaat weinig tot niets toe. De tekeningen en vooral de grafiek zijn wel interessanter dan de schilderijen. Op een eerdere tentoonstelling van Kolk tijdens de Stripdagen in Haarlem in 2002 waren andere schilderijen te zien die wat diepere onderwerpen hadden en die wél goed uitkwamen op doek.

Geen overzicht

Wat de liefhebber van het werk van Hanco Kolk waarschijnlijk veel liever had gezien was een mooi overzicht van het oeuvre van deze tekenaar. Er zijn in dit geval wel wat originelen van Gilles de Geus en S1ngle te zien, maar die dienen voornamelijk om een kader te scheppen. Meest interessant voor de ontwikkeling naar Club Paradise zijn de tekeningen van Meccano, Kolks meest artistieke project. De tekeningen van dit verhaal zijn niet per se heel minimalistisch, maar wel heel erg duidelijk opgebouwd uit simpele vloeiende en doorlopende lijnen, die eveneens aan Picasso en Matisse doen denken.

Barokke drukte

De ‘barokke drukte’ uit Meccano is in Club Paradise losgelaten, maar maakt het werk ook minder boeiend. Ergens is het wel te begrijpen dat een overzichtstentoonstelling niet de bedoeling was (deze zou ook het best kunnen worden gerealiseerd in combinatie met het werk van Peter de Wit, met wie Kolk veel samenwerkt), maar het is wel jammer. Het publiek mist in dit geval bekend werk, en Club Paradise is niet sterk genoeg om de tentoonstelling te dragen. Als stripliefhebber kom je de tentoonstelling uit met een verlangen naar meer. Gelukkig is er dan verder genoeg te zien in het Stripmuseum, zoals de prachtige tentoonstelling van Peter Pontiac.

Het boek Club Paradise is uitgegeven door uitgeverij Oog & Blik.

Theater / Voorstelling

Spraakwaterval voor jong publiek

recensie: Myosotis (Guido Weijers)

.

~

Met veel bravoure dendert Weijers het toneel op met houseachtige muziek op de achtergrond, terwijl later blijkt dat hij meer fan was van Frizzle Sizzle. Met de muziek weet hij zijn publiek meteen voor zich te winnen, en met zijn verhalen over zijn schooltijd weet hij herkenning op te roepen, hoewel de grappen misschien te voor de hand liggend zijn en al door meer cabaretiers zijn aangehaald. Desondanks weet hij het publiek wel aan het lachen te krijgen met het omschrijven van zijn leven als brugklasoudste. Maar de sterkste kracht van Weijers ligt toch wel in het uitbeelden van dansacts, waarbij de dansers als apen worden neergezet, het benzine-tanken en zijn trefzekere persiflage van Youp van ’t Hek.

Keuzes maken

Beweeglijk is een woord dat je te binnen schiet als je de publieksprijswinnaar van het Cameretten-festival van 2000 bezig ziet. Continu is hij in beweging en ook zijn verhaal schiet als een flits aan je voorbij. Vliegensvlug springt hij over van het ene naar het andere onderwerp, met als gevolg dat niet alle grappen even sterk overkomen. Het steeds terugkerende thema is in dit programma keuzes maken en beslissingen nemen. Het gaat er daarbij om dat je alles in eigen handen houdt en je niets aantrekt van de Nederlandse samenleving. Dat je geacht wordt niet van Frans Bauer te houden als je de Volkskrant leest bijvoorbeeld. Het keuzes maken in je leven vergelijkt Weijers met touwtje springen op het schoolplein of met stappen in zee. “Je moet er voor durven gaan.” Op geniale wijze weet Weijers deze twijfel te verbeelden.

Lef

Een zeldzaam rustig moment komt als Weijers vertelt over het verlies van zijn ouders op Koninginnedag vorig jaar. “Ik kon ze nergens vinden,” grapt de cabaretier, terwijl het publiek even tot rust gemaand is en denkt dat de ouders van Weijers overleden zijn. Lef toont hij met zijn persiflage van Youp van ’t Hek. Op niet mis te verstane manier laat hij zijn collega-cabaretier weten “dat hij maar ’s moet gaan liften naar Parijs,” in plaats van andermans geluk van commentaar te voorzien. Daarbij verwijst Weijers naar voor de hand liggende thema’s als het gezamenlijk fonduen of de gang naar de IKEA. Ook kan hij het niet nalaten even te verwijzen naar Javier Guzman, als hij grapt over zijn Limburgse dialect. “Ik stop hier maar over, ik wil niet neergeslagen worden.” Uit dit soort momenten in de show van Weijers blijkt dat hij de humor en durf wel in zich draagt, waarmee hij als redelijke nieuwkomer in het Nederlandse cabaret een breder publiek voor zich kan winnen.

Vergeet mij niet

Met zijn verbeeldingskracht weet Weijers veel te bereiken en wellicht zou hij daar meer de nadruk op moeten gaan leggen. Want zijn grappen zouden hier en daar best wat scherper mogen. Misschien ook wat meer op de buitenwereld gericht dan op zijn eigen leventje. Hij heeft meer in zich dan hij nu laat zien. En misschien hoeft hij dan zijn programma ook niet meer Myosotis (Vergeet-Mij-Niet-Je) te noemen en hoeft hij geen Vergeet-mij-niet-zaadjes meer uit te delen in de jaszakken van het publiek…

Guido Weijers toert nog tot en met 13 mei 2005 door Nederland met zijn theaterprogramma Myosotis. Tot eind mei is hij tevens te zien in een improvisatievoorstelling samen met Ernst van der Pasch en Paul Smit.

Film / Films

Matrixorcist

recensie: Constantine

.

~

De wereld is het tot nog toe evenwichtige speelveld van God en de duivel met de menselijke zieltjes als inzet. Wanneer de Mammon, de zoon van de duivel, zich in deze machtsstrijd wil mengen, gaat het evenwicht verloren. John Constantine (Reeves), een kettingrokend stuk chagrijn met de bovennatuurlijke gave om de in mensenlichamen gehulde hulpjes van God en satan te spotten. Onze Matrixorcist stuurt deze linea recta terug naar de hel dan wel hemel. Wanneer de tweelingzus van politieagente Angela Dodson (Weisz) op een mysterieuze wijze zelfmoord pleegt, roept Angela de hulp in van Constantine en ze ontdekken dat deze zelfmoord een voorbode is van grotere zaken.

Duistere sfeer

Constantine is een vrij onderhoudende film. Debuterend regisseur Francis Lawrence (die videoclips voor artiesten als Britney Spears en Will Smith maakte) overdondert de kijker met visuele bombast en bij tijd en wijlen adembenemende special effects. Liefhebbers van comic-verfilmingen komen dan ook ruimschoots aan hun trekken, al zal het voor de fanatieke Hellblazer-fans wel even slikken zijn om te zien hoe hun blondgestiekelde Britse superheld wordt getransformeerd naar de matig acterende Amerikaanse Reeves. Lawrence is er redelijk in geslaagd de duistere, religieuze sfeer van Hellblazer op het celluloid te vangen.

Holle one-liners

~

Voor goed acteerwerk hoef je deze film niet te gaan zien. Weisz doet haar best maar is niet onderscheidend. Hoofdpersoon Reeves, die als voorbereiding op zijn rol met een echte exorcist meeliep, lijkt echter niet eens zijn best te doen. Zijn ééndimensionale John Constatine is een houterig en emotieloos karakter die niet veel beters te doen heeft dan holle one-liners brabbelen en roken. Veel roken. Zijn karakter lijkt nergens te leven of te overtuigen. Gelukkig zijn er voldoende grappige en interessante bijpersonages die de film boven het niveau van een niemendalletje uit weten te tillen. Vooral Peter Stormare als Satan en Bush-zanger Gavin Rossdale, die Balthasar speelt, houden de film interessant.

Lekkere film

Constantine is een film voor de liefhebber. Deze film is gemaakt voor een vrij grote doelgroep en deze mensen zullen zich zeker niet bestolen voelen na het zien van de film. In vergelijking met X-men of Hellboy is Constantine geen film die de geschiedenis in zal gaan als een van de grote comic-verfilmingen (wat met name aan Reeves te wijten is). Maar ach, je in je bioscoopstoel zakken, je hersenen op een laag standje zetten en je laten meesleuren in een lekkere film kan op zijn tijd erg aangenaam zijn.

Boeken / Non-fictie

De jonge Hans Warren

recensie: Hans Warren - Een vriend voor de schemering / Tussen Borssele en Parijs. Uit Geheim Dagboek 1945-1951

.

Wat doe je met nooit gepubliceerd werk uit het nalatenschap van een schrijver? Mag en wil je dat publiceren al heeft de auteur het tijdens zijn leven nooit gedaan? En wat is de toegevoegde waarde van een dergelijke uitgave? Het onlangs verschenen Een vriend voor de schemering is een roman die na zijn dood tussen de papieren van Hans Warren gevonden werd.

De in 2001 overleden dichter, romancier en criticus is bij velen vooral bekend door zijn Geheim Dagboek. Hierin noteerde hij vanaf 1942 (publicatie vanaf 1981) vaak zeer persoonlijke dingen, over zijn werk en over zijn liefdesleven. Vanwege zijn homoseksualiteit die hij al vroeg openlijk beschreef, was zijn werk lange tijd omstreden. De nu gepubliceerde roman, voltooid in 1951, bevat ook een flinke portie homoliefde en volgens het nawoord, geschreven door Warrens levenspartner Mario Molgegraaf, is dat ook de reden dat het boek toentertijd niet gepubliceerd is.

Feit en fictie

~

Naast Een vriend voor de schemering is ook Tussen Borssele en Parijs verschenen, een keuze uit Warrens Geheim Dagboek uit de periode 1945 – 1951. Dit is de tijd waarin de roman geschreven werd en veel in het dagboek beschreven gebeurtenissen zijn al dan niet letterlijk terug te vinden in Een vriend voor de schemering. Warren schrijft zelf in 1945 “Nu is het natuurlijk altijd moeilijk realiteit en fantasie in een kunstwerk uit elkaar te houden […]”, maar hiermee wordt het de lezer wel een stuk gemakkelijker gemaakt. Bij lezing in de verkeerde volgorde is het echter moeilijk om Een vriend voor de schemering puur als verhaal te zien, zonder het meteen te betrekken op Warrens persoonlijke leven. En dat is jammer, want het is op zich geen onaardig boek.

Zoekend

In Een vriend voor de schemering zijn alle drie de personages op zoek, op zoek naar liefde en op zoek naar een waar leven. In het eerste deel wordt beschreven hoe Wouter, een Nederlandse jonge homo, in Parijs op zoek is naar mannen, seks en zichzelf. Wanneer hij Bahri, een zich prostituerende Algerijn, ontmoet, wordt hij verliefd op hem en wil hij hem helpen. In het tweede deel brengt hij hem naar Nederland, naar het Zeeland waar hij vandaan komt. Tijdens een zwemtocht, vlak voor ze aankomen in Wouters dorp, verdrinken ze bijna. Met zijn laatste krachten sleept Bahri zich naar een groot en eenzaam huis. Hier woont Heste, een jonge weduwe met een kind van drie. Zij is een beetje wereldvreemd en eenzaam en ze neemt in het derde deel van het boek de verzorging van Bahri op zich en wordt verliefd op hem. Bahri kan echter niet aarden in het rustige, lege land.

Liefde in alle soorten

~

Een vriend voor de schemering verenigt twee tegengestelde vormen van liefde in zich. Het eerste deel dat in Parijs speelt, gaat over puur lichamelijke, zakelijke seks en lust. Romantische liefde komt er bij de prostituees niet bij kijken, maar Wouter is daarmee niet tevreden. Hij koestert een ideaalbeeld van Bahri en wil dat verwezenlijkt zien. Ook al weet hij dat Bahri op vrouwen valt en hem onherroepelijk zal verlaten. In het tweede en derde deel komt de romantische liefde wel aan de orde, maar die is nog steeds onbereikbaar. Heste’s poging die te bereiken door haar lichaam te geven is tot mislukken gedoemd.
Zodoende valt het boek eigenlijk in twee delen uiteen. Dit wordt ook weerspiegeld in de stijl. Het eerste deel is vlot en realistisch geschreven, staat vol moderne uitdrukkingen, het swingt en is ranzig. De duistere hotelkamertjes waar de homoseks bedreven wordt, verrijzen voor het oog van de lezer en de Franse en Arabische talen vliegen je om de oren. Het tweede en derde deel van het boek zijn veel rustiger, het bevat uitgebreide beschrijvingen van het huis, de tuin en de zee. Warren neemt zijn tijd voor romantiek.
De romantiek zit hem ook in het feit dat Wouter en Heste allebei hun droomversie van Bahri hebben. Bahri’s gedachten hebben echter met hen weinig te maken. En zo ontstaat er een boeiend portret van drie mensen met hun eigen levenswijzen en dromen, wier leven even aan elkaar raakt. Maar uiteindelijk slaat de realiteit toe en moet ieder zijn eigen weg gaan.

Schandaal?

In 1952 werd Een vriend voor de schemering door verschillende uitgevers geweigerd vanwege het uitgesproken homoseksuele karakter. Warren heeft het toen teruggetrokken en wilde het nooit meer publiceren. Nu dat alsnog gebeurd is, wekt het geen schandaal meer op. Wij zijn inmiddels wel aan meer gewend dan een literaire beschrijving van homoseks. Wat overblijft is een aardig boek over jonge mensen op zoek naar liefde en een goed leven.
Voor de fans van Hans Warren zal deze uitgave meer waarde hebben. Zeker met het Geheim Dagboek ernaast kunnen ze zich verdiepen in het leven en werk van hun geliefde schrijver. Dan zal ook duidelijk worden dat het schrijven van Een vriend voor de schemering voor Warren mede een verwerking van zijn eigen ervaringen in Parijs was, en een afscheid van zijn niet lang daarvoor overleden moeder. Deze kennis maakt het boek niet beter, of begrijpelijker, maar geeft het wel een extra dimensie.

Voor meer over Hans Warren: zie ook het onlangs verschenen boek van Mario Molegraaf, Het wekkertje van 23.34 (Uitgeverij Balans) over zijn leven met Hans Warren.

Theater / Voorstelling

Spelletjes in de wolken

recensie: Offertorium (ZT Hollandia)

Wodan en Edda leven als goden in hun torenflat hoog in de wolken. Op een verentapijt, met een verantwoord bankstel en een aangename hoeveelheid drank binnen handbereik. De sky is the limit. Ze leven schijnbaar zonder enig gebrek of lastige scrupule. Na een avondje theater nemen ze een jonge figurant Eddie mee naar huis voor een verzetje. Een spelletje. Voor het uitleven van hun fantasieën.

~

Maar het avontuurtje in Offertorium verloopt niet vlekkeloos, hoewel iedereen zijn best doet om zijn rol met verve te vervullen. Want waaruit bestaan die fantasieën nou eigenlijk precies? Waar stopt het spel en begint de werkelijkheid? En hoeveel zal de liefde van Wodan en Edda kunnen verdragen? Er worden snel wat eieren gekookt, er wordt een ander pakje aangetrokken en er wordt nog maar eens ingeschonken. Er wordt getierd, gefleemd, geveinsd en als dan ook nog een passerende heilsoldate het woord van God komt brengen en zich bij het trio voegt, lijkt het einde zoek.

Spelletjes

~

Alle perverse fantasieën komen schaamteloos uit de kast: een triootje, homoseksualiteit, negers, uniformen, incest, sadomasochisme, om er maar eens wat te noemen. Edda haalt zelfs haar trouwjurk weer voor de dag. Maar eigenlijk gebeurt er niets, de verlangens worden niet vervuld en leiden nergens heen. Niemand vindt houvast. Iedereen wil wel iets, maar iedereen gelooft iets anders. Niemand komt er schijnbaar tot elkaar, of tot zichzelf. Er is geen erotiek. Dat kan best tragisch en vermoeiend worden, maar het wordt verassend licht en komisch opgediend. De humor is zwartgallig, maar ook heel fijntjes en gevat.

Rollen

Pierre Bokma kan haast alles, ook moeiteloos een podium vullen als de onuitstaanbaar verwende driftkikker Wodan. Elsie de Brauw geeft hem als Edda prima tegenspel, ze manipuleert en manoeuvreert doortrapt maar toch met stijl. Aus Greidanus jr. speelt overtuigend de gelaten Eddie en voegt zich moeiteloos naar ieders wensen. Maar je hart wordt gestolen door een geweldige Frieda Pittoors als de lieve heilsoldate Riet in Luilekkerland. Ze zet de overtuigde dienares van God heel uitnodigend en ontroerend neer. De personages spelen steeds een ander spelletje, in wisselende combinaties, eindeloos in aantal als in een pornografische fantasie. Maar altijd blijven de acteurs overtuigen, en dat is knap.

Symboliek

“Goden doen aan sekstoerisme,” zei Arnon Grunberg ooit, en daar lijkt het hier ook wel verdacht veel op. De hedonistische Wodan en Edda, meesters van het universum. De gelovige Riet en mensenzoon Eddie, eerst als speeltjes van de goden, later als een aandoenlijke piëta. Zelfs de kerstboom is aanwezig: heidens van origine, maar ingelijfd in de christelijke symboliek. Het offer waarnaar de titel verwijst vormt de climax van het stuk en laat veel vragen achter. Wie heeft er nu gezegevierd?

Knipoog

Offertorium is geen zware voorstelling, wat titel en thematiek misschien wel doen vermoeden. Maar ook niet enkel een komedie, met lol om schuine mopjes, hoewel de setting soms doet denken aan het Theater van de Lach. Het is eerder een knipoog, een intelligente, raadselachtige ironische knipoog zoals regisseur Gerardjan Rijnders ze zo graag uit mag delen. Een knipoog naar het huwelijk, naar ons hedendaags hedonisme, naar de reality-soaps, de pornografie, de religie, de fantasie. Naar alles waar wij mensen nou eenmaal zo heel graag in geloven. En misschien blijft er dan een milde glimlach over voor de liefde.

Offertorium is nog te zien tot en met 23 april 2005.

Theater / Voorstelling

Waar zijn vrienden anders voor?

recensie: The Odd Couple (Joop van den Ende Theaterproducties)

Een komedie is geslaagd als je het grootste deel van de avond met een big smile in het theater hebt gezeten en er daarna nog van nageniet. Als de tekst goed gevonden grappen bevat en er ook nog eens een bepaalde chemie is tussen de goed spelende acteurs, dan heb je een sublieme voorstelling. Zo een kun je momenteel zien in de theaters. Schrijver Neil Simon staat al garant voor grappige teksten en Peter Lusse heeft het stuk – waar hij zelf ook in speelt – heel losjes en fraai naar het Nederlands vertaald. Alleen de Engelse titel van de voorstelling is behouden: The Odd Couple.

~

In dit stuk gaan twee vrienden, die elke week samen met een groepje mannen pokeren, samenwonen. Felix is net bij zijn vrouw weg en Oscar is al een tijd gescheiden en kan wel wat aanspraak gebruiken. Dus haalt hij Felix in huis, waar heb je anders vrienden voor!? Alleen weet hij niet zo goed waar hij aan begint. Al snel worden de tegenstellingen duidelijk en gaan de alarmbellen af. Hoe lang gaan die twee het nog met elkaar uithouden?! Irritaties lopen hoog op en je zou er bijna zelf jeuk van krijgen.

Jifnicht

Door Peter Lusse is het een onvermijdelijk Vrienden voor het Leven-achtig stuk geworden. Hoe die man ook zijn best doet om een ander personage te spelen, die blik en die houding roepen herinneringen aan Eddie op. Nu ligt die sullige Felix in The Odd Couple ook niet heel ver bij zijn tv-persoonlijkheid uit de jaren negentig vandaan, dus die vergelijking is snel gemaakt. Hij krijgt daardoor al snel de lachers op zijn hand. Wie eerst in de afwachtende houding gaat zitten, zal ook snel toegeven dat hij hier gewoon een briljant figuur neerzet. Hij speelt het mietje, de huisman, de jifnicht (zoals een van de pokervrienden hem noemt), het keukenprinsje en de man met gevoel.

Zijn mannetje

Hoe anders is zijn tegenspeler Cees Geel (uit de film Simon). Hij speelt Oscar, de macho en de sloddervos. Voordat Felix bij hem introk was er bijna geen stuk schone vloer meer te bekennen in zijn appartement en slingerde overal kleren en bier. Je zou denken dat een acteur naast Lusse snel naar de achtergrond verschuift, maar Geel staat heel duidelijk en sterk zijn mannetje. De twee zijn goed aan elkaar gewaagd en dat zorgt er mede voor dat dit stuk zo goed is geworden.

Overbodig

~

Na de pauze krijgen de heren bezoek van twee giechelende dames. Hier lijkt het even mis te gaan, want dan wordt het stuk wel heel luchtig en flauw. Geel en de dames slaan een beetje door. Gelukkig is dat van korte duur en herstelt Geel zich. Wat dat betreft zijn de bijrollen (niet alleen die van die tikkie ordinaire vrouwen, maar ook die van de pokervrienden) een beetje overbodig. Het is leuk dat ze er zijn voor de afwisseling en een noot tussendoor, maar echt noodzakelijk in het verhaal zijn ze niet. Daarentegen maakt het functionele en mooie appartementendecor wel wat grappen af. Van den Ende heeft oog voor detail.

Niet missen

The Odd Couple is een van de grootste successen van Neil Simon. Vooral in de jaren ’60 en ’70 scoorde het goed. In 2005 misstaat het toneelstuk zeker niet in het theater. Ondanks het dunne verhaal verveel je je geen moment. Door de snelle regie van Bruun Kuijt vliegen de rake opmerkingen over en weer en spreken gezichtsuitdrukkingen en lichaamstaal boekdelen. De tekst is bovendien erg grappig (met een beetje hulp om het wel bij de tijd te houden) en de chemie tussen Lusse en Geel mag je niet missen! Dit feelgood-toneelstuk is er een om niet snel te vergeten.

The Odd Couple is nog tot en met 17 mei 2005 in de theaters te zien.

Theater / Voorstelling

Bloeddorstige broers zoeken naar vrede

recensie: Atreus en Thyestes (Dood Paard)

Al generaties lang wordt het geslacht van de tweelingbroers Atreus en Thyestes geteisterd door een bloedige vloek. Na jaren van ellende, waanzin en strijd proberen de broers nu nader tot elkaar te komen, vrede te sluiten en de ban te breken. Dood Paard brengt deze Griekse mythe over een grimmig gevecht tegen het noodlot op hun eigenzinnige manier tot leven.

~

De tweelingbroers treffen elkaar in het restaurant van Atreus in Parijs. We worden deelgenoot gemaakt van hun gesprekken, terwijl ze wachten op het eten dat maar niet verschijnt. En wij wachten mee. Op wat komen gaat, en veel goeds kan dat ondanks al hun beste bedoelingen haast niet zijn, zo weten we uit de proloog. Want Atreus weet nog niet dat zijn vrouw, die op het punt staat te bevallen, zwanger is van Thyestes. En Thyestes weet nog niet dat zijn vijf kinderen die door Atreus zijn vermoord zo dadelijk als maaltijd zullen worden opgediend. Toch zien we ze om de tafel zitten in een oprechte poging zich met elkaar te verzoenen. Zullen ze in staat zijn om elkaar te vergeven en zo de vloek te breken?

Schijnbaar nonchalant

~

De twee acteurs Oscar van Woensel (Atreus) en Gillis Biesheuvel (Thyestes) zijn ook de makers en de tekstschrijvers van dit stuk. Ze doen geen moeite om in de huid van hun personages te kruipen, en lijken nonchalant en brutaal als zichzelf op het podium te staan. Ze werken echter al jaren samen en zijn goed op elkaar ingespeeld. Hoewel de tekst met veel spreektaal toevallig en associatief lijkt, is elke “eh…” en elke stilte nauwkeurig vastgelegd, zo blijkt uit het tekstboekje. Ook het onhandige dansje aan het begin van het stuk is wel degelijk ingestudeerd. Deze typische speelstijl werkt op een vreemde manier, misschien wel omdat de gedrevenheid er toch van af spat en ook omdat het soms ongemakkelijk dicht op je huid kruipt. Vooral de onvoorspelbare agressiviteit die van Woensel als Atreus uitstraalt is heel indringend.

Dreiging

Het decor is eenvoudig en stijlvol en bestaat voornamelijk uit een mooi gedekte tafel. Maar de lamp daarboven is een immense kluwen gitzwarte spots, decorstukken vallen of bewegen ‘per ongeluk’, de wijn die rijkelijk vloeit ziet er steeds bloederiger uit en er zijn spookachtige lichteffecten die net zo plotseling komen als ze gaan. Ook de spelers kunnen onverwacht een bizar gezicht krijgen door uiterlijk of mimiek. De scènewisselingen zijn abrupt en doen soms denken aan een experimenteel gemonteerde film. Hoewel de setting eigentijds is, sijpelt de rauwe gewelddadigheid van de oude mythe er dreigend doorheen.

Derde stem

De dialoog tussen de twee broers wordt aangevuld met een derde stem: een trompet. Trompettist Boy Raaymakers is als een waardige zen-engel op het toneel aanwezig. Zijn tonen klinken door de tekst heen en geven er zo een extra dimensie aan. Muziek wordt taal, net zoals de bij tijd en wijle onbegrijpelijke tekst van deze voorstelling abstract als muziek wordt. Bovendien spreekt Raaymakers de proloog en de epiloog uit. Hij weet met zijn eenvoud, zijn mooie stem en een natuurlijke vertelstijl moeiteloos te boeien.

Anders

Bij een voorstelling van Dood Paard is het onmogelijk je te laten vermaken en lekker in het pluche achterover te leunen. Daarvoor zijn de stukken te experimenteel. De spelers gooien je scherp en abstract hun ideeën toe en je hebt een open blik nodig om te bukken of te vangen. Ben je daartoe bereid, dan krijg je met deze voorstelling een bitter, bizar en veelzeggend sprookje in je schoot geworpen. Betoverend.

Atreus en Thyestes is nog te zien tot en met 2 april 2005.

Boeken / Fictie

Steeds verder en steeds dichterbij

recensie: Ron McLarty - De geheugenloper

Soms verwacht je heel veel van een boek. En soms verwacht je helemaal niets en ben je alleen maar benieuwd naar wat de schrijver met het onderwerp gedaan heeft. De geheugenloper viel bij mij in de tweede categorie. Geheel onbevangen ging ik het boek te lijf. En het boek kwam als glorieuze winnaar uit deze confrontatie te voorschijn.

De geheugenloper is het verhaal van Smithson Ide. Smithy is 43 jaar, 127 kilo, alcoholist, kettingroker en niet echt heel erg gelukkig. Als op een zekere dag zijn beide ouders in een auto-ongeluk om het leven komen en Smithy per toeval ontdekt dat ook zijn zus Bethany overleden is verandert zijn leven drastisch. Door verdriet overmand en maar half bewust van zijn daden vertrekt hij op zijn oude kinderfiets op een reis door Amerika. Op weg naar Los Angeles, waar het lichaam van zijn zus ligt opgebaard.

Speurtocht

De tocht van Smithy van het oosten naar het westen van de Verenigde Staten wordt niet alleen gekenmerkt door de gebeurtenissen die tijdens die fietstocht plaatsvinden, maar ook door de herinneringen aan de voorvallen in het verleden rondom zijn zus. Het leven van de familie Ide werd namelijk voornamelijk bepaald door Bethany en haar ‘stem’. Een stem die haar op de vreemdste momenten tot automutilatie of zelfmoordpogingen dwong. Bethany verdween regelmatig voor kortere of langere tijd, waarna de hele familie er weer eens op uit moest om haar weer thuis en vervolgens naar het ziekenhuis te brengen. Deze zus is jaren geleden definitief spoorloos verdwenen. Tot het moment waarop Smithy van haar dood verneemt.
Maar meer nog dan een reis naar Los Angeles op zoek naar het lichaam van zijn overleden zus, is dit het verhaal van een zoektocht naar de ware Smithson Ide. De man met wie hij al jaren niet meer in contact getreden is. De man die zich ergens onder die lagen vet schuil houdt. Hoe meer kilometers Smithy aflegt, hoe meer kilo’s er vanaf gefietst worden, hoe meer hij met zichzelf in aanraking komt.

Afstand

Al deze huidige en vroegere gebeurtenissen worden op een prachtige, ingetogen wijze door Smithy beschreven. Bijna alsof het niet iets is dat hem overkomt, maar een ander. Iemand waar hij verder geheel geen emotionele band heeft. De afstandelijkheid waarmee beschreven wordt hoe Smithy in ijskoude snelstromende rivieren belandt, door auto’s wordt aangereden en door agenten mishandeld wordt geeft een mooi beeld van de afstand die hij genomen heeft van zichzelf en de omringende wereld. Een afstand die naarmate de reis vordert geleidelijk afneemt. En hoe dichter hij bij zijn einddoel geraakt hoe meer Smithy open staat voor andere mensen, maar vooral ook voor zichzelf. Een duidelijke exponent van deze nieuwe Smithson Ide is zijn steeds beter wordende relatie met zijn jeugdliefde Norma, met wie hij onderweg telefonisch contact houdt.

Ongeluk

~

Er overkomen Smithy nogal wat ‘ongelukjes’, zoals aanrijdingen en mishandelingen. Voor een relatief kort fietsritje gebeuren die dingen eigenlijk best vaak. Hoewel hij deze ongelukken niet uitlokt zijn het toch de gevolgen van zijn in zichzelf gekeerde gedrag. Door zijn afstandelijkheid en introversie wordt hij vaak niet meteen begrepen door de mensen om hen heen. Hij doet daar ook niet echt zijn best voor en bij sommige mensen is dat voldoende om agressief op Smithy te reageren. Al naar gelang Smithy beter gaat communiceren met de wereld om hem heen komt hij er echter achter dat de meeste mensen eigenlijk best aardig zijn. En naast de vele verwondingen krijgt hij ook vaak gratis kleding en voedsel. Gewoon een kwestie van beter leren praten en luisteren.

Stijl

Vooral de schrijfstijl die de auteur hanteert past uitstekend bij het beeld dat geschetst wordt van de hoofdpersoon. De in zichzelf gekeerde Smithy komt prachtig naar voren in de afstandelijke, ingetogen bewoordingen. De rustige en transcendente wijze waarop Smithy mishandelingen en aanrijdingen ondergaat is prachtig.

De jonge vrouw glimlachte naar me. Ze probeerde een stap naar voren te zetten, maar struikelde en tuimelde om. Ik stak snel mijn hand uit en probeerde haar middel te grijpen om te voorkomen dat ze in de tent viel, en die rooie vent met zijn dikke kop knalde me neer.

Je leeft daardoor nog meer met hem mee en hoopt voortdurend dat het uiteindelijk goed gaat komen met deze man. En dat vind ik het mooiste aan een goede roman: het meeleven. Als je als schrijver de lezer zover kunt krijgen dat deze lief en leed met de hoofdpersoon deelt dan versta je de kunst van het schrijven. En Ron McLarty is wat dat betreft een ware kunstenaar.

Theater / Voorstelling

Dans hippie dans

recensie: Hair (Stairway Productions)

Love, peace en happiness. Je wordt soms een beetje week van de klefheid die de musical Hair uitstraalt. Maar het publiek eet het en hunkert naar de tijden van Aquarius en Let the Sunshine in. De voorstelling over het wel en wee van een groep hippies lijkt gedateerd, maar sommige onderwerpen raken nog steeds de hedendaagse belevingswereld. Toch is daar geen heel duidelijke vertaling naar gemaakt. De musical ademt duidelijk hippietijd.

Wat meteen opvalt is de trage manier van opbouw van deze musical, wat heel goed pas bij de mooie spirituele uitstraling van de show. Maar dus veel minder snel en heftig dan het rockerige The Who’s Tommy, waarin de band ook nog eens prominenter aanwezig was op het toneel. Het zijn allemaal keuzes. De vaart in Hair komt vooral voort uit de rapheid waarmee de nummers achter elkaar worden gezongen en de dansen. Lange gesprekken hoef je niet te verwachten tijdens deze voorstelling.

Goede uitstraling

~

Hair is na bijna 35 jaar nog steeds vooral een muzikaal spektakel, waarin in deze versie ook oprecht goed en mooi wordt gezongen en geacteerd. Deze Amerikaanse cast heeft precies de goede uitstraling voor zo’n hippiestuk als deze. In de Nederlandse tour wordt de cast bijgestaan door René van Kooten en Chaira Borderslee, die beiden in de musical Aïda hebben gespeeld. Helaas moest Borderslee het af laten weten tijdens deze avond, maar ze werd prima vervangen door de Amerikaanse Kristen Hertzenberg, die zich – zo leek het – helemaal vrij voelde in haar doen en laten. Van Kooten speelt met wapperende lange haren één van de hoofdrollen (Claude, die verliefd wordt op Sheila en wordt opgeroepen om als soldaat in Vietnam te vechten) en dat doet hij uitstekend. Hij zit goed in zijn vel in deze rol. Tussen al die Amerikanen valt hij niet eens zo heel erg op, zelfs zijn Engelse accent is best oké.

Visuele lust

Regisseur David Gilmore heeft het weer voor elkaar gekregen om van zo’n klassieker weer wat leuks te maken. Dit keer niet alleen een visuele lust (dans, projecties, kleding), maar ook een muzikale. Gilmore heeft nu de mazzel dat hij samenwerkt met een veel betere en sprankelende cast dan tijdens Grease. Maar ook deze musical leunt weer op herkenbaarheid, daar waar het Nederlandse publiek graag behoefte aan heeft. Maar bovenal is het een uitbundige voorstelling, waarin uiteraard ook de boodschap van hoop en verlangen duidelijk wordt uitgedragen. Verder hoef je weinig diepgang te verwachten.

Meebrullen

Na een wat sloom begin weten de acteurs in Hair naar het eind toe het publiek helemaal mee te krijgen. Iedereen gaat los. Nog een keer lekker meebrullen met al die evergreens en de hippiesfeer inademen. Om vervolgens weer heel ontspannen en de liedjes nog naneuriënd de zaal te verlaten.

Hair toert nog tot en met 10 juli 2005 door Nederland.