Film / Films

Een bijna compleet debacle

recensie: Ring 2

~

Omdat het eerste deel een van de engste films van de afgelopen tijd was, kon een vervolg op The Ring niet uitblijven. Zeker niet omdat de Japanse versie toch al gemaakt was. Makkelijk was het dan ook toen dezelfde regisseur (Hideo Nakata) werd gevraagd. Die kon zijn kunstje gewoon nog een keer overdoen. The Ring 2 kan ook weer op dezelfde hoofdrolspeelster (Naomi Watts) rekenen. Hetzelfde verhaal daarentegen, d?t bleek niet te lukken. Even eng is het vervolg dan ook zeker niet.

Rachel Keller (Watts) en haar zoontje Aidan zijn na de gruwelijke belevenissen uit deel ??n gevlucht naar een nietszeggend dorpje, waar ze in alle rust hopen verder te leven. Je kunt er vergif op innemen dat dit dus niet gebeurt. De enge Samara is terug, met een nieuwe missie: ze wil Aidans lichaam overnemen om zo zelf weer verder te kunnen leven. Aan Rachel om daar een stokje voor te steken. Ze moet zichzelf en vooral haar zoon redden.

Water

~

Helaas voor Rachel denken alle hulpdiensten dat zij het is die haar zoon mishandelt. Waar komen anders de vreemde blauwe plekken vandaan? Rachel staat er helemaal alleen voor, omdat Aidan zwak in het ziekenhuis ligt. Haar speurtocht brengt haar langs bekende plekken, zoals het oude huis van Samara, maar ook langs nieuwe gezichten, zoals de echte moeder van het kleine meisje (Sissy Spacek). Water blijkt in ieder geval weer een grote rol te spelen.

Video

Waar deel ??n nog een zeer mysterieuze toon had en een geweldig aanknopingspunt (een wel heel enge videofilm), het vervolg mist deze elementen. Het is al bekend wie Samara was, waardoor de film lang niet zo beklemmend meer is. Het meisje uit de televisie, de walgelijk verdraaide gezichten, ze zijn allemaal al eens langs geweest en zorgen niet meer voor naargeestige momenten. De video komt alleen in de proloog van de film voor, als (weer) twee tieners alleen in huis zijn. Daarmee opent de film overigens wel heel sterk.

Kudde herten

Het verhaal ‘eng meisje zoekt moeder’ is gewoon niet eng genoeg om een hele horrorfilm te dragen, al doet Naomi Watts nog zo haar best om angstig te kijken. Als dit niet het vervolg was geweest op het meesterlijke eerste deel, dan had deze film waarschijnlijk weinig bezoekers getrokken. Geen enkele keer trekt de film je naar het puntje van de bioscoopstoel toe en op een paar schrikmomenten na, is de film gewoon niet eng. Voeg daarbij een werkelijk belachelijke kudde herten en de foutste oneliner sinds tijden en het debacle lijkt compleet.

Pluspunten

Gelukkig zijn er ook nog wel wat pluspunten te vinden. De sfeer is hetzelfde gebleven, de muziek blijft goed. Er zit wat meer humor in de film en Samara blijft gewoon een naar loeder. En ook al is bekend dat ze door de televisie gaat kruipen, en dat die gezichten wel heel erg misvormd zijn, deze twee dingen blijven interessant. Zeker niet de moeite waard om in de bioscoop te kijken, maar absoluut leuk voor een filmavondje op de bank. Vergeet na afloop de televisie niet uit te zetten.

Muziek / Album

Psychedelische rock met een dosis pop

recensie: The Secret Machines - Now Here is Nowhere

.

~

Met het begin van de cd zet The Secret Machines je meteen op het verkeerde been. Het eerste nummer begint namelijk met een lekker drumpartijtje en een pakkend gitaartje zodat je je denkt op te kunnen maken voor een uurtje pretrock. Niets is minder waar. Now Here is Nowhere ontpopt zich als een sferische gitaargestuurde plaat waar je je helemaal in kunt verliezen. De aanvankelijk prettig beginnende opener blijkt een negen minuten lang meeslepend rock-epos te zijn. De plaat doet inderdaad denken aan sommige nummers van Pink Floyd, niet zozeer muzikaal als wel de sfeer die de slechts negen nummers op weten te roepen. You are Chains is hier misschien wel het beste voorbeeld van.

Lost in Nowhere

Een groot deel van de nummers doet soms denken aan lange jams waarbij het klinkt alsof de heren muzikanten de wereld om hen heen vergeten en helemaal één worden met de muziek. In het nummer Nowhere Again zeggen ze het zelf ook: “We know we’re lost in nowhere now.” Vaak monden zulke goedbedoelde initiatieven uit in ondoorgrondelijke, niet-luisterbare draken van nummers maar het knappe aan Now Here is Nowhere is dat de nummers goed in het gehoor liggen. Ondanks de wat psychedelische inslag zijn de nummers goed te volgen en wekken ze je interesse op. Het blijven nummers met een poprandje, want naast Pink Floyd proef je hier en daar ook een vleugje Flaming Lips en New Order (ten tijde van Get Ready).

Niet sterk genoeg

Is er dan niets verkeerd aan deze debuut-cd? Jawel. Na een paar luisterbeurten worden de nummers wat saai. Muzikaal gezien weten de oorspronkelijke interesse en vervoering niet vast te houden en zo krijgt Now Here is Nowhere na verloop van tijd een net-niet sfeertje. De woorden ‘herhalende brij’ zijn te hard maar komen wel in de richting. De liedjes zijn net niet psychedelisch genoeg om je helemaal mee te voeren naar hogere sferen en net niet sterk genoeg om te blijven boeien. Het is absoluut geen slechte cd maar de woorden ‘de nieuwe Pink Floyd’ verdienden The Secret Machines niet. Hun live-shows schijnen echter wel erg goed te zijn, dus hou de concertagenda’s in de gaten.

Boeken / Fictie

Wij zijn hyena’s

recensie: Philippe Claudel - Zonder mij

Sinds de menselijke spraak in een onbekend krocht werd verwekt door een halfalfabetische voorouder, behandelt de literatuur telkens dezelfde onderwerpen, telkens dezelfde vragen; zonder daarbij ooit een blijvende oplossing aan te dragen. Wie probeert te begrijpen waarom een geliefde gestorven is, heeft niets aan een boek. Niet omdat het boek onzinnig is, maar omdat het waarom van het sterven eenvoudigweg niet begrepen kan worden. Als iemand sterft dan zijn daar geen redenen voor, dat gebeurt gewoon. De kracht van goede literatuur is dat ze dit weet en dat ze niet via idiote metafysische systemen een verklaring probeert te geven voor zaken die helemaal niet op zo’n manier benaderd kunnen worden. Literatuur beantwoordt de vragen niet, maar doorleeft ze, maakt ze tastbaar en brengt ze aan het licht. Zonder mij van Philippe Claudel is hier een goed voorbeeld van.

~

Wie momenteel een van de grotere boekhandels in loopt, ziet gegarandeerd grote stapels van Claudels roman Grijze zielen liggen. Het boek werd, ondanks de inktzwarte wereld die erin geschetst werd, een wereldwijd succes. Grijze zielen was echter niet Claudels eerste boek, hij had daarvoor al vier andere romans het licht laten zien. Eén daarvan, Zonder mij, is nu in de nasleep van het succes alsnog in het Nederlands vertaald. Het is opnieuw een weinig vrolijk stemmend boek, waarin een gekweld mens reflecteert op zijn betekenisloze bestaan dat alleen verlicht wordt door de tederheid die zijn dochtertje van 21 maanden bij hem oproept.

Monoloog

Zonder mij is een intense monoloog waarin de banaliteit van de werkelijkheid haarscherp wordt blootgelegd, zonder dat dit omslaat in zielloze cultuurkritiek. In deze monoloog is een verward, getergd en diep vertwijfeld mens aan het woord. Een mens die rouwt terwijl hij geen mogelijkheid heeft om te rouwen, die verzorgt wat hij niet verzorgen kan, die liefheeft wat bij hem pijnlijke herinneringen oproept. Deze man doet in zijn innerlijk een poging om zijn dochter van twee duidelijk te maken waarom hij zat van het leven is. In zijn tirade dringt echter langzamerhand een tedere tegenstem door en hij begint te twijfelen aan de lotsbestemming die hij voor zichzelf in gedachten had.

Archetypes

De vertwijfelde man werkt in het ziekenhuis en heeft als taak nabestaanden over te halen om het gestorven lichaam af te staan als orgaandonor. Hij noemt zichzelf een hyena en walgt eigenlijk van het mensonterende werk dat hij moet doen.

Wij zijn hyena’s. Nu besef ik dat pas echt, omdat ik dit werk al veel te lang doe en vooral omdat ik het zo harteloos en zielloos heb gedaan.

Zijn collega is een ‘klootzak’ die aan een stuk door de meest onzinnige onzin uit zijn mond laat stromen. De andere mensen waar hij mee omgaat zijn ook weinig verheffende persoonlijkheden. De oppas die zich dagelijks over zijn kind ontfermt is een bruut feestende puber die vaak meer dood dan levend is. Beide personages zijn archetypes van de moderne, onverschillige mens die zich zijn eigen vakantie van twintig jaar terug nog wel herinnert, maar geen flauw benul heeft van de gruwelijkheden die in Bosnië-Herzegovina zijn begaan.

Heilige dwaas

Claudel roept in enkele veelzeggende beelden een wereld op die even zwart als herkenbaar is. In deze wereld dwaalt de hoofdpersoon rond, terwijl hij van alle kanten bestookt wordt met verleidingen om een volstrekt zinloos en overbodig product aan zijn voortdurend uitdijende lichaam of telkens toenemende bezittingen toe te voegen. Of hij wordt geconfronteerd met schreeuwerige egotrippers die zichzelf het middelpunt der aarde wanen. Hij weet niet goed om te gaan met deze wereld, op sommige momenten lijkt hij zelfs de trekken te krijgen van een heilige dwaas à la prins Mysjkin.

De man schold de vrouwen uit voor ’tuig’, ‘eikelzuigers’ en Sarajeefse hoeren’ en hun kinderen voor ‘bastaards’. Ik liep naar hem toe en ging zo dicht bij hem staan dat hij niet meer schreeuwde en me verbaasd aankeek; ik probeerde hem op de wang te kussen, zoals je iemand kust die verdwaald is en zijn verstand heeft verloren.

Claudel weet telkens dit soort veelzeggende beelden op te roepen. Samen met de vele stemmen – de puberterminologie van de oppas en het pseudo-diepzinnige gewauwel van de collega – creëren deze beelden een gelaagd en krachtig beeld van een tijd die op drift is; een tijd die zichzelf niet meer bevraagt en geen overtuigingen meer bezit; een tijd kortom die de vragen die Zonder mij oproept hard nodig heeft.

Muziek / Album

Jeugdige metalbelofte

recensie: Trivium - Ascendancy

“De Roadrunner prioriteit voor 2005,” staat er vetgedrukt onderaan de begeleidende brief. Het zal je maar overkomen als band: ben je gemiddeld 21 jaar jong en dan ziet een van de grote platenlabels op het gebied van metal je als hun prioriteit voor een jaar dat net begonnen is. Nu maar hopen dat de druk ze niet teveel wordt en deze jonkies niet bezwijken onder het vele touren en musiceren. Gezien hun ervaring met optredens met onder andere Machine Head en Fear Factory zou je verwachten dat het echter wel goedkomt met Trivium.

~

Ondanks de vrij lage gemiddelde leeftijd van de bandleden klinkt deze cd zeer volwassen. In vergelijking met hun debuut Ember to Inferno (2003) is er ook zeker een duidelijke vooruitgang hoorbaar in zowel spel als productie. Het geluid op Ascendancy klinkt stukken voller en meer in balans dan op de voorganger. Waar de vorige cd af en toe nog vrij kaal klonk is het geluid nu overal goed opgevuld. Een zeer toepasselijke titel dus die dit album siert.

Kruisbestuiving

De muziek zelf is een soort kruisbestuiving tussen de nieuwe generaties trash- (denk aan The Haunted) & death metal. Roadrunner roemt de band om de referenties die ze muzikaal leggen naar Metallica, Slayer en nog enkele andere grote namen. Ik moet eerlijk zeggen dat ik dat net iets te ambitieus vind. De muziek steekt zeker niet slecht in elkaar en klinkt ook absoluut lekker agressief, maar het klinkt ook net allemaal iets te gelikt om de agressie van de aangehaalde bands in hun gloriedagen te evenaren. Het nummer Pull Harder On The Strings Of Your Martyr geeft een heel duidelijk beeld van de mix die Trivium in nummers tentoon spreidt: vrolijk hakkende riffs à la The Haunted komen voorbij, afgewisseld met pompende nu-metal passages. Het geheel wordt aangevuld met vocalen die je niet doen vermoeden dat er een slechts 19-jarig mannetje achter de microfoon staat.

Net niet

Zeker een niet heel onaardig album dus, waar naast de rode lijn van trash/death ook verschillende zijstapjes worden gemaakt naar andere muziekstijlen. Helaas is het geheel dan weer net niet catchy genoeg om nummers echt in je hoofd te laten hangen. Daarvoor klinken de meeste melodielijnen net iets te voorspelbaar. Zoals vermeld heeft de band er echter al behoorlijk wat optredens op zitten en zeker niet met de minste namen. Aan motivatie en toewijding zal het ze dan ook uiteindelijk niet ontbreken om een groter publiek te bereiken. Muzikaal gezien is het alleen net niet overtuigend genoeg.

Theater

Tussen muziek en gedachtekronkels

recensie: Sanne Wallis de Vries - Stuk

Afgelopen week maakte een deel van de Veluwe zich druk over een poster waarop een getekende Claudia de Breij met een vijgenblad voor haar venusheuvel mensen naar de voorstelling Claudia zuigt lokt. Wat dat betreft was cabaretière Sanne Wallis de Vries haar tijd ver vooruit. Voor haar programma Stuk ging zij namelijk ook al uit de kleren. Het affiche over de voorstelling bestond uit een echte foto van de beroemde fotograaf Erwin Olaf, met een satanisch staartje dat haar bevallige achterste opsiert. Toen heb ik niemand horen klagen, hetgeen toch te denken geeft.

~

Het thema van de derde voorstelling van Sanne ‘Koningin Beatrix’ Wallis de Vries, is de overgang naar het leven als een ‘dertiger’. Ze heeft het over de nostalgiegolf die je rond die leeftijd kan overvallen. Ook legt ze uitgebreid uit hoe moeilijk het is voor meisjes om op deze leeftijd nog vrijgezel te zijn. Ze eindigt haar programma met een serie spetterende liedjes, die voor een stevige muzikale climax zorgen.

Doordacht en direct

~

Het programma begint op dvd abrupt. Je ziet geen inleidende beelden van de zaal, maar wordt direct in het programma gegooid. Dit zorgt ervoor dat het even duurt voor je ook echt het gevoel hebt dat je in een theater zit. Wallis de Vries begint direct een razend betoog over de jaartelling. Ze overrompelt door scherpe redenaties en fantastische gedachtekronkels. Deze uitdagingen van onze hersenen weet ze goed te combineren met een droge grap. De afwisseling tussen doordacht en direct cabaret houdt de voorstelling interessant.

Diepzinnige teksten

In het tweede deel van het programma zingt ze voornamelijk liedjes. Dit zijn stuk voor stuk aardige composities, waarvan vooral het titelnummer Stuk positief opvalt. Ze wordt bij deze nummers mooi begeleid door een kleine band. Deze opstelling geeft haar optreden ineens een andere wending en plotseling zit je naar een muziekoptreden te kijken. De nummers zijn tekstueel wel grappig, maar het is wel degelijk anders. Het zorgt voor een breuk in het programma en het was sterker geweest om muziek en scherp cabaret niet zo uit elkaar te trekken.

Koningin Beatrix

Echte extra’s zijn er op de dvd niet te vinden. Gelukkig staat wel het volledige programma op de schijf en verder als extra nog ‘Stukken uit stuk’. Behalve een leuke introductie door Sanne als Koningin Beatrix worden hier vooral hoogtepunten uit de show zelf herhaald. Een interview was hier bijvoorbeeld wel op zijn plaats geweest. Een sterk punt van de dvd is daarbij nog wel dat alle teksten van de liedjes in een boekje worden meegeleverd. Het is prettig om tijdens het optreden deze teksten woordelijk mee te kunnen lezen.

Liever kronkels

Sanne Wallis de Vries laat met Stuk over het algemeen een goede indruk achter. Haar teksten zijn scherp en redenaties zijn vaak indrukwekkend. Toch is het jammer dat ze ervoor gekozen heeft om muziek en cabaret zo uit elkaar te trekken. Daardoor valt Stuk uit elkaar in twee stukken. En persoonlijk word ik veel liever door haar originele gedachtekronkels aan het denken gezet dan door zware en diepzinnige teksten.

Theater / Voorstelling

Eerwraak in ‘moet kunnen’-land

recensie: Medea (Theatergroep Rast)

Wraak! Medea wil wraak. Na het verraden van haar familie en land onder invloed van de charmante westerling Iason ontvlucht Medea haar islamitsche geboorteland. Hij trouwt met haar en neemt haar mee naar het Westen. Helaas voor Medea blijkt dit huwelijk later niet wettig te zijn. Dit komt Iason prima uit, want hij trouwt al spoedig met de dochter van de invloedrijke president. Vol mooie praatjes vertelt hij Medea dat hij nu meer macht en geld heeft waar ook zij en hun zoontje van profiteren. Allemaal praatjes, want als de president Medea het land gaat uitzetten, komt Iason niet voor haar op. Medea is radeloos, leeg, machteloos en verslagen.

~

Medea is het tweede deel uit een drieluik over de botsing tussen de oosterse en westerse wereld. Regisseur Celil Toksöz van theatergroep Rast bewerkt klassieke tragedies en plaatst deze in de hedendaagse samenleving. Het eerste deel was Antigone en het derde deel wordt Elektra. De cast bestaat uit vijf acteurs van verscheidene culturele achtergronden. De één spreekt beter Nederlands dan de ander, maar zij zijn allen goed te verstaan. De acteurs worden ondersteund door middel van hypnotiserende zang en djembé-ritmes door een koor van vijf Turks/Koerdische mannen. De muziek brengt afwisseling en dynamiek in de verder vrij statische voorstelling. De acteurs hebben vrij lange teksten, met name de monologen van Medea balanceren op het randje van langdradig en saai. Gelukkig wordt de voorstelling gered door passievol en fel spel. De sfeer op het podium is gespannen en de teksten zijn treffend. Je voelt dat het een gevoelig onderwerp is en dat de spelers hier zelf nauw bij betrokken zijn.

Eerwraak

~

Op het moment dat Medea zich overgeeft en klaarmaakt voor haar uitzetting, verschijnt er ineens een imam op het toneel. Hij bekeert haar tot de Islam en wakkert een nieuw vuur in haar aan. Niet langer is ze het slachtoffer. Dit nieuwe vuur slaat echter om naar een negatieve energie, een lust naar eerwraak en haat. Haat tegen de westerse maatschappij, de ‘moet kunnen’-maatschappij. Op haar zwakste moment is Medea vatbaar voor indoctrinatie. De imam neemt via haar wraak, ze wordt weer gebruikt, nu door de imam te helpen de ‘ongelovigen’ te straffen. Medea ziet zichzelf dan als martelaar en neemt haar eerwraak door Iasons nieuwe vrouw en de president te vermoorden. En uiteindelijk ook haar eigen zoontje.

Actuele discussie

Dit tragische verhaal zet je zeker aan het denken. De radicale daden die terroristen plegen komen niet uit de lucht vallen, er zit een hele voorgeschiedenis aan vast. Mensen die over de scheef gaan zijn beïnvloed en tot hun daden aangespoord. Er gaat een hoop pijn, verdriet en radeloosheid vooraf aan het moment dat zij zo doorslaan tot het plegen van vreselijke daden. Dit theaterstuk past heel goed bij de actuele discussie over waarden en normen. Over wiens waarden en normen gaat het? De imam in het verhaal noemt ook de voor hem verwerpelijke waarden en normen van het westen. Maar wat voor waarden en normen schuilen er in islamitische eerwraak? Dat soort fundamentele verschillen en dit soort vraagstukken maakt het zo moeilijk om een einde te zien aan deze onverdraagzaamheid en het gebrek aan begrip voor elkaar. Dat de inhoud van de voorstelling theaterbezoekers aan het denken zet, wordt mij duidelijk doordat op ongepaste momenten (ongemakkelijk) gelachen wordt. Misschien worden mensen geconfronteerd met hun ideeën over dit probleem en weten ze niet wat ze ermee aan moeten. Een oplossing zal nog ver te zoeken zijn en Medea biedt ook geen antwoorden, maar misschien wel een beetje wederzijds begrip.

Medea is te zien tot en met 11 juni 2005.

Boeken / Fictie

Een fatalist met twijfels

recensie: Denis Diderot - Jacques de fatalist en zijn meester

“Wie de roman geen warm hart toedraagt, ziet met plezier dat filosofen gaan schrijven. Waar zij de literatuur binnendringen, zaaien ze verwarring en bespoedigen haar ondergang.” In deze van Emil Cioran geleende regels gaat een diepe waarheid schuil.

Filosofie en literatuur zijn van elkaar afhankelijk, maar sluiten elkaar tegelijkertijd uit. Terwijl de filosofie abstracte ideeën over de werkelijkheid ontwerpt, roept de literatuur een eigen wereld in leven die bevolkt wordt door concrete personages. Het afgeronde resultaat waarnaar de filosoof streeft moet niet gezocht worden in de gistende oersoep waaruit de literator zijn werelden diept. Zodra de literatuur resultaat oplevert en eenduidig wordt, staat ze aan de rand van haar eigen graf. Van alle filosofen die zich aan de literatuur gewaagd hebben, is er dan ook slechts een enkeling in geslaagd een interessante roman te schrijven. Denis Diderot (1713-1784) behoort met zijn kostelijke Jaques de fatalist en zijn meester, recentelijk opnieuw vertaald door Martin de Haan, onmiskenbaar tot deze zeldzame uitzonderingen.

Encyclopédie

Denis Diderot was een goedgemutst vrijdenker met een scherpe pen en een flinke dosis humor. Net als veel van zijn tijdgenoten was hij een fanatiek aanhanger van de Verlichting, hij moest voor zijn overtuigingen zelfs een tijdje in de gevangenis verblijven. Vooral bekend werd hij als de drijvende kracht achter het omvangrijke project van de Encyclopédie (1747-1773), waarvan er uiteindelijk zeventien delen zouden verschijnen. In tegenstelling tot de zweem van saaiheid en rationaliteit die vaak rondom de Verlichting en de Encyclopédie hangt, zijn de meeste bijdragen van Diderot aangenaam om te lezen. Van zijn hand verschenen nog talloze andere boeken en verhandelingen, die van de strenge censuur vaak veel te verduren hadden. Dit zorgde ervoor dat een groot deel van zijn werk pas na zijn dood werd gepubliceerd. Jacques de fatalist verscheen zelfs eerder in het Duits (Jacob und sein Herr, 1792) dan in het Frans.

Fatalisme

~

Jacques is, zoals zijn naam al doet vermoeden, een fatalist. Bij alles wat hem overkomt geeft hij als verklaring dat “daarboven geschreven staat…” Zo is hij ervan overtuigd dat daarboven geschreven staat dat hij het liefdesverhaal waar hij aan het begin van de roman mee is begonnen, nooit zal voltooien. En inderdaad: aan het eind weten we nog maar half hoe het precies zit. Talloze onderbrekingen zorgen ervoor dat Jacques zijn liefdesverhaal telkens niet kan voltooien. Tegelijkertijd is het gedrag van Jacques, zijn verwachtingen, emoties en beslommeringen, een constante weerlegging van deze fatalistische overtuiging. In tegenstelling tot Jacques gelooft zijn meester heilig in de vrije wil, maar ook deze opvatting wordt talloze malen door de gebeurtenissen weerlegd, waar Jacques zijn meester vervolgens fijntjes op wijst.

Satire

Op basis van deze beide tegenstrijdige levenshoudingen wordt nogal eens gesuggereerd dat Jacques de fatalist vooral over het filosofische debat over vrijheid en determinatie zou gaan. Dit is echter net zulke flauwekul als beweren dat Voltaire in zijn Candide de filosofie van Leibniz behandelt. Beide romans geven weliswaar een ironisch commentaar op de filosofische scherpslijperij uit hun tijd, maar verwoorden daarbij geen enkel filosofisch idee dat iets aan de door hen bespotte kwesties pretendeert toe te voegen. Ze laten veeleer zien hoe absurd bepaalde filosofische ideeën zijn als ze tot op de letter serieus worden genomen. Jacques de fatalist is een satire, waarin niets zonder meer serieus genomen kan worden.

Experiment

Jaques de fatalist is geschreven in een tijd dat de roman in opkomst was. Schrijvers als Cervantes en Rabelais hadden deze nieuwe vorm van literatuur met hun doldwaze geschriften in leven geroepen, waarmee ze braken met de traditie. In de roman ging het niet langer om onsterfelijke helden, maar stonden doodgewone stervelingen met al hun fouten en gebreken centraal. Bovendien was de roman niet gebonden aan vaststaande regels, zoals bij andere genres: alles was opeens mogelijk. Er verschenen dan ook talloze boeken waarin er driftig geëxperimenteerd werd met dit nieuwe genre. Uit een van die experimenten ontstond Jaques de fatalist. Dit boek heeft nooit veel aandacht gekregen doordat het vaak slechts werd beschouwd als een weinig interessante imitatie van de door Laurence Sterne geschreven roman Tristam Shandy.

Aristoteles

Toch verschillen beide roman behoorlijk van elkaar. Als experiment is Tristam Shandy ongetwijfeld origineler dan Jacques de fatalist, daar staat echter tegenover dat deze laatste een stuk leesbaarder is. Terwijl Sterne zich verliest in allerlei uitweidingen over uiteenlopende onderwerpen (zoals de neus of het stokpaardje), is Diderot een rasechte verhalenverteller. Door de aanstekelijk vertelde verhalen is Jacques de fatalist een van de weinige romanexperimenten die je ademloos uitleest. Het boek is meer dan alleen een experiment en weet de lezer er inderdaad van te overtuigen dat de voornamelijk aan Aristoteles ontleende regels betreffende het plot en de intrige, niet noodzakelijk zijn om een boeiende roman te schrijven.

Kwinkslag

In Jacques de fatalist gaat het om de plezier van het vertellen. Je ziet het voor je hoe Diderot schaterend van het lachen de ene na de andere kwinkslag aan zijn boek toevoegt en je schatert van harte met hem mee. Het boek bestaat uit een dozijn prachtige verhalen, die afgewisseld worden met de avonturen van Jacques en zijn meester. De verteller blaast ook nog een toontje mee met zijn koddige bespiegelingen over de achternaam van Sul, een wagenmaker; of zijn strenge vermaningen aan het adres van de lezer betreffende de mogelijke bezwaren die hij wellicht heeft tegen het woord neuken. De lezer wordt eindeloos aan het lijntje gehouden, wordt telkens weer bedrogen, en wordt voortdurend te kakken gezet. Hij vindt het allemaal prima, want het dient uiteindelijk tot zijn eigen vermaak.

Kunst / Expo binnenland

Met de rug naar het publiek

recensie: Art Rotterdam

In de Rails werd onlangs mijn aandacht gewekt door een afbeelding van het werk Dog van kunstenaar Freerk Wieringa. Een imposant mormel, dat was het. Het hoofd fier in de lucht, klaar om ongenode gasten de schrik van hun leven te bezorgen. Het beeld bleek onderdeel te zijn van de 6e editie van Art Rotterdam, een jaarlijks terugkerende kunstbeurs waar nationale en internationale galeries verslag doen van de laatste ontwikkelingen. Volgens de Rails is Art Rotterdam de grootste internationale beurs voor hedendaagse kunst in Nederland. Met enkel de hipste kunstenaars. Dat belooft wat.

Freerk Wieringa

De organisatie stelde ons kunst gemaakt op het scherpst van de snede in het vooruitzicht: “Het aanbod van de 72 galeries uit 10 landen is internationaler en daardoor gevarieerder dan de voorgaande edities.” Uitgangspunt was de vraag wat kunstenaars anno 2005 bezighoudt. “Is het de actualiteit, het wereldnieuws of zijn het levensvragen? Hoe vertalen zij hun kijk op de wereld in de kunst? Welke grenzen zoeken ze op?” Interessante vragen, waardoor de verwachtingen hoog waren gespannen. Te hoog, zo bleek al snel.

Manco

Het meest opvallende van de 6e editie van Art Rotterdam was wel dat categorieën als video-art, internetkunst, mode, installaties, graffiti en design (om maar eens wat te noemen) schitterden door afwezigheid, de uitzonderingen daargelaten. Dat zal alles te maken hebben met het ruimtegebrek: in tegenstelling tot vorig jaar was het pakhuis Las Palmas dit jaar namelijk niet bij het evenement betrokken. Toch kun je dan moeilijk spreken van een gevarieerd aanbod. Het lijkt in die zin alsof de organisatie zich dit jaar heeft bediend van een gedateerd kunstbegrip (kunst voor aan de muur): 90% van wat er was te zien viel immers in de categorie foto of schilderij.

Cachet

Marc Bijl

Ernstiger was dat de hoogtepunten op de vingers van twee handen waren te tellen. Dat stemt verdrietig, en dan met name omdat ik sterk de indruk kreeg dat Art Rotterdam geen representatief beeld schetst van de huidige stand van zaken. Waar waren bijvoorbeeld Derk Thijs, Amy Dicke (de ontdekking van vorig jaar), Maarten Baas, Gerco de Ruyter (magnifieke landschapsfoto’s genomen met behulp van een vlieger), Saskia Olde Wolbers, Jeremy Deller (winnaar van de Turner Prize 2004), Barbara Fraser en Job Koelewijn? Om er maar eens een aantal te noemen. De vraag waar ‘de kunstenaar’ zich momenteel mee bezighoudt is verder niet zo relevant, omdat we de laatste jaren nou juist hebben gezien dat alles kan en mag. Daar komt bij dat er van publiekstrekker Joep van Lieshout slechts één installatie was te zien, terwijl juist hij voor het nodige cachet had kunnen zorgen.

Batman

De kraker-kunstenaar Marc Bijl was een van de schaarse hoogtepunten. Eerder was Bijls werk te zien in Witte de With en het Stedelijk Museum, maar voor zover ik weet is er in Nederland tot op heden nog geen overzichtstentoonstelling voor deze geweldenaar geweest. Waarom Bijl is opgenomen in de stal van de uit Athene afkomstige galerie The Breeder? Misschien omdat The Breeder één van de weinige galeries is die kunst toont waaraan een zekere urgentie is verbonden? Op de foto is te zien hoe Marc Bijls Batman de beurs zijn rug heeft toegekeerd. Een beetje flauw misschien, maar ik zou bijna willen zeggen: geef hem eens ongelijk.

Buitenland

Koen Delaere

Opvallend is dat veel interessante kunst afkomstig is van de buitenlandse galeries. Wat dat betreft mogen we ons in Nederland onderhand best een beetje zorgen beginnen te maken. Hoewel er wel een aantal positieve uitzonderingen zijn: zo heeft galerie Arti Cappeli (Rotterdam) een goeie aan Evelyn Jansen (schildert vooral portretkoppen, vaak omgeven door twijgen en takken), behoort het designerduo Ronan en Erwan Bouroullec (galerie Binnen, Rotterdam) tot de internationale top, is Franz Baumgartner (galerie Dick de Bruijn, Rotterdam) op zijn minst erg interessant en was in museum De Pont in Tilburg onlangs nog werk te zien van Koen Delaere. Delaere schildert in een stijl die doet denken aan een mix van Gerhard Richter en Robert Zandvliet.

Knikkers

De beschouwing op de website geeft een aardige indicatie voor wat ons komend jaar te wachten staat: “De afgelopen editie van Art Rotterdam trok meer dan tienduizend bezoekers in zes dagen. Daarmee bleef het bezoekersaantal min of meer gelijk aan vorig jaar. Toch verkochten de galerieen meer dan 30% meer dan in voorgaande jaren. Volgend jaar zal de internationalisering van het evenement en de focus op actuele kunst worden gecontinueerd.” Het is me opeens duidelijk: Art Rotterdam gaat helemaal niet om de vraag waar de huidige generatie kunstenaars zich mee bezighoudt, het gaat om de knikkers. Hoe anders valt te verklaren dat er enkel wordt gerept over bezoekersaantallen en verkooppercentages? Ik had al zo’n duister vermoeden toen ik zag dat het publiek voor het grootste deel bestond uit verveeld uitziende 40+ ers. Van een beurs die zich afficheert als Neerlands spannendste, verrassendste en actueelste mag je meer verwachten.

Muziek / Album

Inventief en ondoordringbaar

recensie: Sage Francis - A Healthy Distrust

Het is alweer bijna drie jaar geleden dat Sage Francis, na verschillende releases in eigen beheer, zijn debuutplaat Personal Journals uitbracht op het fameuze hiphoplabel Anticon. Journals viel op door de melodieuze beats, de zangerige voordracht en – de titel zegt het al – de persoonlijke teksten. Nu is er A Healthy Distrust, uitgebracht op het nog fameuzere label Epitaph.

~

Ondanks de roots van Epitaph (het werd opgericht door Bad Religion-gitarist Brett Gurewitz), heeft de muziek van Sage Francis weinig te maken met punkrock. Dan eerder nog met folk, getuige de bijdrage van Will Oldham op het nummer Sea Lion en de ode – op akoestische gitaar en mondharmonica – aan Johnny Cash die het album afsluit. Maar bovenal is A Healthy Distrust hiphop van de allerbovenste plank.

De blik naar buiten

Het album opent met een hartslag, een krakende sample van een commercial voor het beveiligingsbedrijf Sage en dan de stem van Sage Francis, die rapt over de meest tot de rand gevulde beat sinds Public Enemy ons in 1991 verwelkomde in de Terrordome. Na het meer introspectieve Personal Journals richt Sage Francis nu zijn blik – en zijn pijlen – op de rest van de wereld: zijn teksten gaan over de oorlog in Irak (Slow Down Gandhi) of de oppervlakkige wereld van platenmaatschappijen (Dance Monkey). Geen bijster originele onderwerpen misschien, maar door de literaire, soms ondoordringbare teksten, inventieve woordgrappen en pakkende beats van grootheden als Alias, Sixtoo en Reanimator valt het je niet eens op.

Eminem

Vooral niet omdat er nog veel meer te genieten valt: in zijn meest toegankelijke en tegelijkertijd meest bizarre tekst (Sun Vs. Moon) schetst hij een DJ-battle tussen de zon en de maan. Hoewel de maan verreweg de beste show neerzet (“He conducted an orchestra so dope the Sun started sweatin’ him”), wint de zon om duistere redenen. De betekenis van het nummer is aan de luisteraar, net als bij Gunz Yo, het absolute hoogtepunt van de cd en het eerste perfecte hiphopnummer sinds Eminems hit Lose Yourself. Het is een duizelingwekkende mix van een stuwende beat (van de hand van Dangermouse, die vorig jaar indruk maakte met The Grey Album), een funkgitaar en een briljante tekst waarin Sage goochelt met hiphopclichés (zoals goedkope samples van vuurwapens en het terugkerende zinnetje “My pistol is a sex machine”) en ondertussen een interessante vergelijking maakt tussen fysiek en verbaal wapengeweld.

Vorm en inhoud vallen op A Healthy Distrust perfect samen: Sage Francis’ intelligente teksten worden ondersteund door inventieve beats en het album is zowel tekstueel als muzikaal divers. Door de verhuizing naar een groter label (en dus betere distributie en promotie) zou 2005 heel goed het jaar van Sage Francis kunnen worden.

Sage Francis staat op zaterdag 16 april 2005 in de Amsterdamse Melkweg voor een eenmalig concert in Nederland.

Muziek / Album

Het zout in oude wonden

recensie: The Monolith Deathcult - The White Crematorium

Op de middelbare school was geschiedenis nooit één van mijn favoriete vakken, ondanks het feit dat de leraar ontzettend goed kon vertellen. Voor mij bleef het een vak waarbij jaartallen en feitjes in het hoofd gestampt moesten worden. Niet dat het belang van de kennis me ontging, maar de stof was me gewoon te droog. Zou ik in die tijd een cd als deze hebben gehad was de motivatie voor dit vak waarschijnlijk een stuk groter geweest. Een korte blik in de teksten van The Monolith Deathcult (TMDC) leert al een hoop over verschrikkingen die plaats vonden gedurende verschillende oorlogen en die tirannieën ondersteunden. Daarnaast zijn het vaak niet de algemeen bekende, op school geleerde, feiten die beschreven worden.

Conceptueel

Zoals gezegd is het merendeel van de teksten een beschrijving van verschillende gebeurtenissen in de geschiedenis in de breedste zin van het woord. Bepaalde punten uit de Tweede Wereldoorlog komen voorbij, maar ook de verschrikkingen die onder het bewind van de Hertog van Alva werden uitgevoerd worden beschreven. De titelsong verhaalt juist weer over de meest verschrikkelijke van de interneringskampen in de Goelag-archipel, ten tijde van Stalin’s regime. Niet zomaar de standaard “Ik zal je lichaam opensnijden waarna ik je darmen eruit ruk teneinde er zelf doorheen te kunnen schijten”-deathmetalteksten voor deze jongens dus. Een ander interessant punt is ook het wisselend perspectief waarin de teksten geschreven zijn. Zowel vertellingen uit de eerste persoon als beschouwende gedeelten komen voorbij.

Bombastisch geweld

~

Naast de teksten heeft de muziek echter ook nog inhoud. Een moddervet geluid komt uit de speakers rollen waar brute deathmetal-riffs in de meest bizarre tempos elkaar opvolgen. Alsof het nog niet genoeg is worden er ook nog de meeste onverwachte ritme- en tempowisselingen tegenaan gegooid. Af en toe komt er een blackmetal-passage voorbij, maar het overgrote deel van de muziek is brute en tevens technische deathmetal. Het geluid wordt ook nog eens aangevuld met de nodige samples en keyboardpartijen wat naast het ontzettend agressieve karakter ook flink wat bombast meegeeft aan de vrij lange nummers. In het nummer 1567-Under the Bloodcampaign (over het eerder genoemde bewind van de hertog van Alva, na de beeldenstorm) komt zelfs een passage voor uit ons eigen volkslied, wat eigenlijk niet alleen de muziek ondersteunt maar ook de betekenis van de teksten.

Iedere oorlog zijn wapenstilstand

Gelukkig hebben de heren van TMDC ook beseft dat bijna 45 minuten aan razend geweld zelfs met de meest acute ritmewisselingen nog teveel van het goede kan zijn. Halverwege de CD is dan ook een rustpunt ingebouwd waarbij collega Van Drenth (Beyond Belief) een instrumentaal weggeeft dat goed aansluit op het voorgaande nummer.

Daarnaast is het 10 minuten durende epos The White Crematorium een waardige afsluiter van het album, waarbij in de laatste twee minuten de luisteraar nog verrast wordt met het communistische Lied der Partei. Dit illustreert als afsluiter van al het geweld toch nog even mooi de hoop die mensen ten tijde van oorlog en/of onderdrukking nog op konden brengen om alle verschrikkingen te boven te komen.